• No results found

Erkende Maatregelenlijst Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen

4. Probleemanalyse

4.4 Technische maatregelen voor verduurzaming woonzorgvastgoed

4.4.1 Erkende Maatregelenlijst Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft in 2016 en 2017 de Erkende Maatregelenlijsten gepubliceerd voor specifieke deelsectoren. Voor zorginstellingen is deze specifieke lijst de ‘Erkende Maatregelenlijst Gezondheidszorg- en welzijnszorginstellingen’. Deze lijst biedt instellingen ondersteuning om aan de verplichtingen uit de Wet Milieubeheer te voldoen Daarnaast maakt deze lijst het voor de overheid makkelijker om toezicht te houden op de instellingen en te zien of deze zich houden aan de verplichting tot energiebesparende maatregelen (Infomil, z.d.).

Deze lijst kan als startpunt voor verduurzaming worden beschouwd voor instellingen doordat deze lijst maatregelen weergeeft die zorginstellingen kunnen nemen ter bevordering van de energetische kwaliteit van hun vastgoed. Deze maatregelen zouden binnen 5 jaar terug te verdienen zijn. In de maatregelenlijst worden technische en economische randvoorwaarden opgenomen die aangeven of een activiteit geschikt is voor een bepaalde instelling. Daarnaast geeft de lijst inzicht per maatregel of deze nog zinvol is voor gebouwen van een bepaalde labelklasse en bouwjaar. Door deze specificaties is goed onderscheid te maken in de bruikbaarheid van activiteiten per gebouw.

Voordat de belangrijkste maatregelen uit de EML worden doorgesproken wordt kort uitgelegd op welke wijze onderscheid gemaakt kan worden tussen de maatregelen.

Zelfstandige en natuurlijke momenten

Een belangrijk voordeel van de maatregelenlijst is dat bij elke activiteit wordt aangegeven of deze te nemen is op een ‘zelfstandig moment’, of op een ‘natuurlijk moment’. Op een zelfstandig moment te nemen maatregelen zijn maatregelen die op elk zinvol moment kunnen worden uitgevoerd door de organisatie. Deze maatregelen brengen weinig hak- en breekwerk, steigerbouw en tijdelijke buitenbedrijfsstellingen met zich mee (van Engelen & Sijsling, 2019).

Op natuurlijk moment te nemen maatregelen betreffen alleen die maatregelen die bij groot onderhoud kunnen worden getroffen. Het gaat hier juist om maatregelen die gepaard gaan met hak- en breekwerk, steigerbouw en buitendienststellingen. (van Engelen & Sijsling, 2019).

Tabel 17. Onderscheid Zelfstandig en Natuurlijk moment

Term Definitie

Zelfstandig moment (ZM) Maatregelen die op elk zinvol moment kunnen worden getroffen.

Natuurlijk moment (NM) Maatregelen die alleen bij groot onderhoud kunnen worden getroffen.

Gebouw gebonden maatregelen, Facilitaire maatregelen en duurzame energiebronnen

Naast dit onderscheid tussen zelfstandig of natuurlijk moment zijn er 2 belangrijke categorieën van maatregelen te onderscheiden. De activiteiten (oftewel de Erkende Maatregelen) worden in de lijsten weergegeven met codes. De letter G geeft aan dat het gaat om Gebouw gebonden maatregelen. De letter F geeft aan dat het gaat om Facilitaire maatregelen (RVO, 2019a).

Gebouw gebonden maatregelen richten zich op het isoleren van het gebouw, het ventileren en verwarmen van ruimten, energieregistratiesystemen en installaties voor ruimte- en buitenverlichting.

52 Hiermee sluiten deze gebouw gebonden maatregelen aan bij de eerste stap van de Trias Energetica:

Het beperken van het energieverbruik door verspilling tegen te gaan6 (Entrop & Brouwers, 2010).

Facilitaire maatregelen richten zich met name op de installaties en klimaatsystemen binnen het gebouw. Bijvoorbeeld systemen voor stoken, koelen, perslucht, stoom en liften. Onder deze maatregelen vallen ook systemen voor roltrappen, communicatie en noodstroom. Hiermee sluiten deze facilitaire maatregelen aan bij de derde stap van de Trias Energetica: Het zo efficiënt mogelijk gebruik maken van o.a. fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien (Entrop & Brouwers, 2010).

De tweede stap in de Trias Energetica, “het gebruik maken van energie uit duurzame bronnen zoals wind-, water en zonne-energie”, komt ter sprake in paragraaf 4.4.4 wanneer de resterende opgave in CO2-emissiereductie voor zorginstellingen in kaart wordt gebracht.

Tabel 18. Maatregelen voor duurzaamheid in het kader van de Trias Energetica Type maatregel Stap in de Trias Energetica

Gebouw gebonden maatregelen (G)

1. Beperk het energieverbruik door verspilling tegen te gaan door een compacte bouwvorm of isolatie van de buitenschil.

Facilitaire Maatregelen (F) 3. Maak zo efficiënt mogelijk gebruik van fossiele brandstoffen om in de resterende energiebehoefte te voorzien, bijvoorbeeld door faciliteiten als lage temperatuurverwarming, ventilatiesystemen of een warmtepomp.

Het aansluiten van de gebouwen op duurzame energiebronnen (D)

2. Maak maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen zoals wind-, water en zonne-energie.

Inventarisatie Erkende Maatregelen

Om een beter inzicht te krijgen in de problematiek rondom de verduurzamingsopgave is het belangrijk om inzicht te hebben in de belangrijkste Erkende Maatregelen. Tabellen 19 en 20 geven zorginstellingen inzicht in de energiebesparende maatregelen voor hun vastgoed die binnen 5 jaar terug te verdienen zijn. Deze activiteiten uit de Erkende Maatregelenlijsten moeten uitgevoerd worden om aan de wettelijk verplichte eisen te voldoen en kunnen allemaal op een zelfstandig moment uitgevoerd worden.

Deze activiteiten worden kort uitgelegd omdat het belangrijk is inzicht te krijgen in welke activiteiten problemen opleveren voor zorginstellingen. Onderscheid wordt gemaakt tussen Facilitaire maatregelen en Gebouw gebonden maatregelen.

Tabel 19. Facilitaire maatregelen zelfstandig moment (RVO, 2019a; van Engelen&Sijsling, 2019).

Code Erkende Maatregel zelfstandig moment FA1, FA3, FA4 Maatregelen voor stookinstallaties

Maatregelen voor het installeren van specifieke HR ketels en gasboilers en het optimaliseren van deze systemen.

FJ2, FJ4, FJ5, FJ6 Maatregelen voor de serverruimtes

Maatregelen voor ventilatie en koeling voor serverruimtes en powermanagement van de servers.

6 Er zijn energiebesparende maatregelen waar deze definities van de Trias Energetica strategie overlappen. In het grotere geheel van de verduurzamingsopgave zal dit geen problemen opleveren omdat het onderscheid slechts wordt gebruikt om duidelijkheid te scheppen in de veelheid aan maatregelen en de opgave voor de zorginstellingen.

53 Tabel 20. Gebouw gebonden maatregelen zelfstandig moment (RVO, 2019a; van Engelen&Sijsling, 2019).

Code Erkende Maatregel zelfstandig moment

GA1 Energieregistratie en bewaking: Energiebeheer programma

Bij energiebeheerprogramma’s kan onderscheid gemaakt worden tussen Gebouwbeheersystemen en Energiemanagementsystemen. Beide systemen worden gebruikt om energieverbruik te registreren en te bewaken.

Gebouwbeheersystemen worden gebruikt om alle in het gebouw aanwezige installaties te regelen. Dit om te zorgen voor een optimale afstemming tussen de vraag en aanbod van energiestromen in het gebouw. Bijvoorbeeld het aanpassen van verwarming en ventilatie buiten kantooruren. GBS kunnen leiden tot een meer beheerst energieverbruik.

Een energiemanagementsysteem (of energiemonitoring) wordt gebruikt om energieverbruik te beheersen. Hierin worden andere overzichten gebruikt dan bij GBS. Het gaan hier meer om dag, week en jaaroverzichten van energiemeters. Dit stelt instellingen in staat om inzicht te krijgen in processen, wat de resultaten zijn van besparingsmaatregelen en om prognoses te maken van het energieverbruik in specifieke perioden of nieuwe situaties.

GB1, GB2 Isolatie van de spouwmuren

Door isolatie van de buitenmuren wordt warmte- en koude verlies beperkt. Dit sluit aan bij het beperken van energieverbruik door verspilling tegen te gaan.

GC1, GC2, GC4, GC7, GC8

Maatregelen voor ventilatie

Maatregelen variërend tussen het plaatsen van energiezuinige ventilatoren, warmte uitwisseling tussen ventilatielucht en het isoleren van ventilatiekanalen.

GD1, GD3 Maatregelen voor verwarming

Maatregelen voor het isoleren van leidingen en maatregelen voor het regelen van de temperatuur per ruimte.

GE1, GE2, GE3, GE8

Maatregelen voor verlichting

Maatregelen voor het installeren van LED verlichting

Tabellen 21 en 22 geven de energiebesparende maatregelen voor vastgoed weer die alleen op natuurlijke momenten te nemen zijn. Ook deze activiteiten uit de Erkende Maatregelenlijsten moeten uitgevoerd worden om aan de wettelijk verplichte eisen te voldoen en kunnen allemaal binnen 5 jaar na implementatie terugverdiend worden. Er wordt opnieuw onderscheid gemaakt tussen Gebouw gebonden maatregelen en tussen Facilitaire maatregelen.

Onderstaande maatregelen zijn exclusief maatregelen voor zwembaden, stoom, perslucht, productkoeling en werkplaatsen om de tabellen niet te specifiek te laten worden (van Engelen &

Sijsling, 2019).

54 Tabel 21. Facilitaire maatregelen natuurlijk moment (RVO, 2019a; van Engelen&Sijsling, 2019).

Code Erkende Maatregel natuurlijk moment FJ1, FJ3, FK1 Maatregelen voor de serverruimtes

Maatregelen om minder servers te nemen en het plaatsen van efficiëntere servers evenals een energiezuinige koelinstallatie.

Tabel 22. Gebouw gebonden maatregelen natuurlijk moment (RVO, 2019a; van Engelen&Sijsling, 2019).

Code Erkende Maatregel natuurlijk moment GC5, GC6 Maatregelen voor ventilatie

Maatregelen variërend tussen het plaatsen van energiezuinige ventilatoren, warmte uitwisseling tussen ventilatielucht en het isoleren van ventilatiekanalen evenals het beperken van warmteverlies via ventilatielucht.

*Op natuurlijk moment van toepassing wanneer aardgasverbruik minder dan 1 miljoen m3 is per jaar.