• No results found

Enkele van mijn schilderijen zullen, ondanks mode en ismen, toch altijd hun waarde houden

11

98 Compositie VII 1926 dat. linksonder: ’26 olieverf op board 60 x 30,5 cm Groninger Museum

11 11 Vries dat was bijgevoegd in de catalogus van de Ploegtentoonstelling van dat jaar, koos

hij in woord partij voor de abstracte kunst, een stellingname die overigens binnen het particuliere bereik van de correspondentie bleef. In zijn reactie ligt tussen de regels zijn diepe betrokkenheid met zijn eigen abstracte werk verborgen. “Zijn werk betekende

heel veel voor hem. Het weerspiegelde wie hij was als mens”, verklaart Dora Alkema.201

Toen hij voelde dat de authenticiteit van zijn constructivistische werk en daarmee de integriteit waarmee het gemaakt was onder druk kwamen te staan in de jaren van ge- schiedschrijving van de vooroorlogse avant-garde, probeerde hij het zo gunstig moge- lijk af te zetten tegen dat van anderen, in het bijzonder het werk van de kunstenaars rond

het tijdschrift De Stijl, de Belgische constructivisten Jozef Peeters en Felix De Boeck en

niet in de laatste plaats Jan van der Zee, die nogal opzichtig zijn constructivistische werk antedateerde en zelfs reconstrueerde.

Het uit de nalatenschap van Willink afkomstige materiaal, maakte het, in combinatie met andere gegevens, mogelijk de ontwikkeling van Alkema’s vroege abstracte werk te herdefiniëren. Zoals het zich thans laat aanzien is een beslissende impuls uitgegaan van de Groningse tentoonstelling van Theo van Doesburg en Vilmos Huszár in 1922 en de daaropvolgende lezingen van Stijlkunstenaars. In de loop van dat jaar of waarschijnlijk zelfs in het voorjaar van 1923 voltooide Alkema zijn eerste zelfstandige, figuratief-con-

structivistische schilderij, En Passant. Zijn eerste geheel voorstellingsloze constructi-

vistische schilderij ontstond, zoals onomstotelijk kon worden vastgesteld, niet voor, maar direct na en naar aanleiding van zijn bezoek aan Antwerpen en Drogenbos in de vroege zomer van 1924. Die wetenschap werpt een geheel nieuw licht op Alkema’s con- structivisme en de context waarbinnen het tot ontplooiing kwam, maar doen, anders dan Alkema misschien bevreesde, niets af aan de betekenis die er aan kan worden toe- gekend, juist omdat het zo direct verbonden is met zijn diepste wezen. In de tweede helft van de jaren twintig, toen de kunstgeschiedenis zijn werk nog lang niet had inge- haald en hij zich nog niet belast wist door oorspronkelijkheidskwesties, schreef hij aan zijn vriendin Jo Nieland: “Enkele van mijn schilderijen zullen, ondanks mode en ismen,

toch altijd hun waarde houden, niet alleen voor jou maar ook voor anderen.”202Dat die

voorspelling uitkwam, mocht Alkema zelf nog ruimschoots meemaken. Vooral dankzij de gezaghebbende inzet van Henk van Os kreeg het werk van Alkema alle aandacht die het verdiende. Uiteindelijk werden van hem dan ook, met uitzondering van Werkman, meer tentoonstellingen georganiseerd dan van welke andere Groninger kunstenaar ook.

201 Gesprek met Dora Alkema­Bittkow, najaar

1997.

202 A. Taverne en P. ter Hofstede, 1984, p. 67.

T o t b e s l u i t

120 121

1900 Wobbe Hendrik Alkema wordt geboren op 11 februari in het Drentse Nieuw Buinen, gemeente Borger als oudste zoon van Evert Alkema en Hinderika Alkema­Middel. Het gezin zou uiteindelijk zeven zonen en zes dochters tellen. Vader Alkema drijft te Nieuw Buinen een zaak in levensmiddelen en schil­ dersbenodigdheden.

1911 Het gezin verhuist naar Stadskanaal waar vader Alkema een muziekwinkel be­ gint.

1913 Vader Alkema opent een winkel in blad­ muziek en muziekinstrumenten in Gronin­ gen, die achtereenvolgens is gevestigd aan de Folkingestraat, Oude Ebbingestraat en Oude Kijk in ’t Jatstraat. Het gezin vestigt zich uiteindelijk achter de winkel aan de Ou­ de Kijk in ’t Jatstraat 45.

1912-1922 Na de lagere school te hebben doorlopen volgt Wobbe Alkema avondoplei­ dingen meubelontwerpen en ­maken, bouw­ kunde en teken­, schilder­ en beeldhouw­ onderwijs aan Academie Minerva. Daar­ naast neemt hij privé­lessen bij beeld­ houwer Willem Valk in Groningen. Binnen de Jongeren Geheelonthoudersbond (J.G.O.B.) sluit hij vriendschap met Henk Prakke, Henk Geerssinga, Johann Faber, Bouwien Fokkens en Jo Nieland.

1922 Expositie van Theo van Doesburg, Vilmos Huszár en Bart van der Leck bij Pictura te Groningen. Alkema volgt de lezingen die in de loop van dat jaar in Groningen verzorgd worden door De Stijl­ medewerkers Jacobus Oud, Gerrit Rietveld, Jan Wils, Vilmos Huszár en Theo van Doesburg.

Hij richt samen met Johann Faber en Jan van der Zee het bureau AVAR (Atelier Voor Artis­ tieke Reclame) op. Het drietal voert op­ drachten uit in een gezamenlijk atelier aan de Noorderstationsstraat. In hetzelfde pand heeft Alkema een woonruimte ingericht. Ook Hendrik de Vries en Johan Theunisz zijn regelmatige bezoekers van het atelier.

1922-1923 Eerste experimenten met een con­ structivistische beeldtaal.

1923 Verschijnen van Het Open Veld, een handgebonden map met bijdragen van de deelnemers aan de literaire avonden die werden georganiseerd door Henk Prakke. Alkema ontwerpt het omslag en is in de bun­ del vertegenwoordigd met een houtdruk. Werkman verspreidt de eerste twee afleve­ ringen van zijn avant­gardistische tijdschrift The Next Call.

1924 Alkema ontvangt van Jan Altink het mei­ nummer 1923 van het Vlaamse avant­garde­ tijdschrift Het Overzicht. Hij neemt contact op met de redactie en reist vervolgens in ju­ ni van dat jaar per fiets naar Antwerpen. Hij maakt tijdens zijn Vlaamse reis kennis met onder anderen Jozef Peeters en Felix De Boeck.

In het najaar schrijft hij zijn eerste brief aan Carel Willink.

In november sluit Alkema zich aan bij de in 1918 opgerichte Groninger kunstkring De Ploeg.

Nadat achtereenvolgens Faber, Van der Zee en Theunisz verhuizen, maken alleen Al­ kema en De Vries nog gebruik van het atelier aan de Noorderstationsstraat. AVAR beëin­ digt uiteindelijk zijn activiteiten. Alkema treedt in dienst van architectenbureau Evert van Linge te Groningen, waar ook Job Hansen werkzaam is.

1925 Het Overzicht wordt opgeheven en opge­ volgd door het tijdschrift De Driehoek, dat onder hoofdredactie staat van Jozef Pee­ ters. Grafiek van Alkema wordt opgenomen in afleveringen 1, 3, 7 en 10 van De Driehoek en in het zevende nummer van The Next Call.

Alkema exposeert met De Ploeg in mei van dat jaar, zijn enige vooroorlogse expositie­ deelname. Enige vooroorlogse verkoop van een schilderij, Composite no. 3, aan dichter Halbo Kool.

Tijdens zijn tweede reis naar Antwerpen

ontmoet hij Paul van Ostaijen. In het najaar zegt hij zijn lidmaatschap van De Ploeg op.

1926 In januari verschijnt het laatste nummer van de Driehoek.

De correspondentie met Carel Willink wordt zonder directe aanleiding beëindigd. Alkema maakt in de zomer een lange fiets­

tocht door Nederland.

1928 Alkema reist in de zomer met Hendrik de Vries naar Hamburg. Hij leert daar zijn toekomstige vrouw Johanna Dora (Dora) Bittkow kennen, met wie hij vervolgens door middel van een briefwisseling in contact blijft.

1929 Hij maakt, ditmaal alleen, een tweede reis naar Duitsland en bezoekt Bremen, Hannover en Hamburg. In Hannover bezoekt hij het Niedersächsisches Landesmuseum en ziet daar de door El Lissitsky ingerichte ‘Demonstrationsraum, das Kabinett der Abstrakten’, met werken van onder anderen Lissitsky zelf, Moholy­Nagy, Mondriaan, Feininger en Archipenko.