• No results found

Enge doelen van de maatregelen

In document De opbrengst van de sectorplannen (pagina 21-24)

De samenwerkingsverbanden van sociale partners hebben vooraf aan het indienen van hun sector-plan een arbeidsmarktanalyse opgesteld. In de vorige tussenrapportage is aangegeven dat op basis van deze arbeidsmarktanalyses de verwachte knelpunten bij de sectorplannen voornamelijk betrek-king hadden op ontgroening en vergrijzing van het werknemersbestand en de vraag naar nieuwe competenties van medewerkers. Figuur 2.3 geeft een overzicht van de meest genoemde knelpunten voorafgaand aan de uitvoering van de plannen.

Figuur 2.3 Ontgroening, vergrijzing en benodigde nieuwe competenties meest genoemde ar-beidsmarktknelpunten in de sectorplannen

Bron: SEO Economisch Onderzoek en ecbo, quickscan mei 2015. Arbeidsmarktknelpunten rond flexibilisering bestaan uit ongelijke concurrentie bedrijven en werknemers door aanbod zzp’ers (6 ×), onvoldoende aan-dacht voor kwaliteit en scholing van flexibele arbeidskrachten (2 ×) en onvoldoende binding van werkne-mers door kleine en flexibele contracten (1 ×).

De samenwerkingsverbanden hebben op basis van de arbeidsmarktanalyses maatregelen geformu-leerd die zijn in te delen in thema’s zoals benoemd in paragraaf 2.1. De maatregelen hebben ver-schillende enge doelen. Deze enge doelen sluiten weer aan bij de brede doelen van de sectorplan-nen, namelijk het overbruggen van de crisis en het versterken van de werking van de arbeidsmarkt.

Projectleiders is gevraagd welke enge doelen voor de maatregelen beoogd werden. Hierbij is ge-bruikgemaakt van in het theoretisch kader gecategoriseerde enge doelen en door projectleiders ingebrachte enge doelen. Het theoretisch kader is opgenomen als bijlage in de tweede quickscan die in het kader van de monitoring van de sectorplannen is opgesteld (Heyma et al., 2015a). In hoofdstuk 4 wordt van de vooraf gecategoriseerde enge doelen bekeken in hoeverre deze zijn ge-haald. Voor alle plannen en alle thema’s geldt dat er meerdere enge doelen zijn, die veelal in elkaars verlengde liggen. Per thema wordt hieronder aangegeven wat de voornaamste enge doelen volgens de projectleiders zijn:

Bij een overgrote meerderheid van maatregelen over arbeidsmobiliteit zijn het stimuleren van baanwisselingen, binnen en buiten de sector, en het voorkomen van uitkeringsafhankelijkheid (in het bijzonder instroom in de WW) enge doelen. Het voorkomen van uitstroom uit de ar-beidsmarkt en een hogere en langere arbeidsparticipatie worden ook door meer dan de helft van de projectleiders genoemd;

De maatregelen beogen deze doelen vooral te bereiken door het verbeteren van de matching tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Daarnaast heeft volgens projectleiders ongeveer een derde van de maatregelen ook bijgedragen aan deze enge doelen door het verbeteren van de vaardigheden van werknemers, waaronder sollicitatievaardigheden;

Bij zo’n driekwart van de maatregelen op het gebied van loopbaanchecks en -advies was een eng doel om bij te dragen aan arbeidsparticipatie. Daarnaast was in een ongeveer even groot deel het vergroten van arbeidsmobiliteit één van de enge doelen;

81%

Het mechanisme waarop de loopbaanchecks en -adviezen gericht zijn, is volgens de projectlei-ders voornamelijk het bieden van inzicht aan werknemers over de toekomst van hun loopbaan:

kunnen zij maatregelen nemen waardoor zij beter inzetbaar blijven?

Maatregelen gericht op het financieel ondersteunen van leerwerkplekken (voornamelijk bbl-plekken)1 hebben in de meeste gevallen als doel om het aantal leerwerkplekken te laten toene-men, naast het in stand houden van de infrastructuur van de beroepsbegeleidende leerweg. Het aantal bbl-plekken kromp in veel branches sterk mede als gevolg van de crisis. Het creëren van leerwerkplekken wordt in ruim twee derde van de plannen ook gedaan om jongeren beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt en in ruim de helft van de plannen om jongeren meer werk-ervaring op te laten doen;

Bij twee derde van de maatregelen op het gebied van leerwerkplekken is het creëren van leer-werkplekken primair gericht op de toekomstige arbeidsmarkt: door te zorgen voor instroom in het heden is het de bedoeling om tekorten in de toekomst te voorkomen. Daarnaast worden bij twee derde van de maatregelen leerwerkplekken primair ingezet als scholingsinstrument voor jongeren. Bij minder dan de helft van de leerwerkplekken zijn de leerwerkplekken gericht op specifieke doelgroepen en het (financieel) aantrekkelijker maken van kwetsbare groepen voor de werkgever om hen in de toekomst een niet-gesubsidieerde arbeidsplaats te kunnen bieden;

Zoals hierboven geconstateerd, komen maatregelen op het gebied van om- en bijscholing het meest voor. Bij de overgrote meerderheid van deze maatregelen was het enge doel om om- en bijscholing te richten op verhoging van het menselijk kapitaal (kennis en vaardigheden) in de sector. Daarnaast worden door ruim een derde van de projectleiders arbeidsparticipatie (vaak door het proberen te behouden van personeel) en arbeidsmobiliteit als enge doelen genoemd;

De scholingsmaatregelen zijn er bijna allemaal op gericht werknemers productief te houden door ervoor te zorgen dat hun kennis up-to-date is. Daaruit is af te leiden dat de inhoud van de scholing veelal gerelateerd is aan de beroepsinhoud: dus meer bijscholing dan omscholing. Door deze bijscholing wordt bijvoorbeeld de stap tussen onderwijs en praktijk verkleind en zijn werk-nemers in staat toekomstige taken goed uit te voeren. Het bieden van inzicht in de toekomst om werknemers daarmee inzetbaar te houden, wordt bij ongeveer een derde van de plannen met scholingsmaatregelen door de projectleiders genoemd;

De maatregelen op het gebied van gezondheid hebben in bijna alle gevallen het bewerkstelli-gen van een hogere en langere arbeidsparticipatie (duurzame inzetbaarheid) als eng doel. De achtergrond hiervan ligt veelal in vergrijzing in combinatie met zwaar werk en ploegendiensten.

Ook het enge doel om gezondere werknemers te hebben, wordt door de meeste projectleiders genoemd. Enge doelen die ook bij ruim de helft tot twee derde van de maatregelen aan de orde zijn, zijn een lager ziekteverzuim en het voorkomen van arbeidsongeschiktheid. Een hogere arbeidsproductiviteit is bij ruim de helft van de gezondheidsmaatregelen een eng doel.

Het mechanisme waarop de gezondheidsmaatregelen gericht zijn, is voornamelijk het teweeg-brengen van een gedragsverandering door een check. Een projectleider geeft aan dat het niet alleen de gezondheidscheck is, maar ook bewustwording van de eigen rol hierin. Verschillende projectleiders geven aan dat een hogere productiviteit wordt nagestreefd met gezonde werkne-mers. Verder werd aangegeven dat sommige maatregelen specifiek gericht zijn op werkgevers:

bedrijven en werknemers voorlichten over en ondersteunen bij ziekte en verzuim;

1 Bbl staat voor de beroepsbegeleidende leerweg in het middelbaar beroepsonderwijs, dat zich karakteriseert door een combinatie van leren op school en werken bij een werkgever.

Overige maatregelen betreffen onder meer onderzoeken, experimenten en soms daaraan ge-koppelde workshops of voorlichtingsactiviteiten. Resultaten van onderzoek zijn meestal open-baar gepubliceerd en in één geval opgenomen in het beleid van het sociaal fonds van de sector.

Ook maatregelen op het gebied van het behouden van vakkrachten vallen onder de overige maatregelen.

Uit het bovenstaande blijkt dat er enge doelen zijn van maatregelen die in verschillende thema’s terugkomen. Een rode draad is voldoende beschikbaarheid van personeel voor de sectoren. Op verschillende manieren zijn diverse maatregelen erop gericht werknemers voor de sector te behou-den, door ze te behoeden voor baanverlies of uitval om gezondheidsredenen, of het op peil houden van de instroom in de sector.

In document De opbrengst van de sectorplannen (pagina 21-24)