• No results found

Energiemarkten en CO₂-emissiehandel

In document Klimaat- en Energieverkenning 2021 (pagina 40-44)

2 Internationale ontwikkelingen

2.1 Energiemarkten en CO₂-emissiehandel

Ontwikkelingen op de markten voor brandstoffen en CO₂­emissie­

rechten spelen een grote rol bij het functioneren van het energie­

systeem. Door de uitbraak van coronapandemie daalden de brandstof­

prijzen in april 2020 sterk. Hierdoor weken de kortetermijnprijs­

verwachtingen in de KEV 2020 sterk af van de verwachtingen in de KEV 2019. In de loop van 2020 is het energieverbruik wereldwijd weer aangetrokken. De prijsverwachtingen voor de korte termijn die in deze KEV zijn meegenomen, vallen daarom al fors hoger uit dan die in de KEV 2020. Nadat de KEV­berekeningen in mei 2021 van start waren gegaan, zijn de energie­ en CO₂­prijzen nog verder opgelopen (zie ook tekstkader 2.1). Voor 2030 vallen de veronderstelde prijzen, die zijn gebaseerd op het Stated Policies­scenario van de World Energy Outlook 2020 (IEA 2020), iets lager uit dan de prijzen in de KEV 2020.

De vraag naar fossiele brandstoffen neemt in 2021 fors toe

De wereldwijde vraag naar fossiele brandstoffen is weer aan het herstellen na de sterke daling door de uitbraak van de coronapandemie in 2020. Zo is de verwachting dat de vraag naar aardolie eind 2022 weer op het pre­COVID­19­niveau uitkomt (ICE 2021a; figuur 2.1). De olieprijs had in april 2021 ook weer het niveau bereikt van de prijs in de zomer van 2019. Wel kan de wereldwijde vraag naar benzine en diesel achterblijven ten opzichte van het pre­COVID­19­niveau door een toename van telewerken – vooral in de ontwikkelde landen – en een toename van het aandeel elektrische voertuigen. De vraag naar kerosine zal vergeleken met pre­COVID­19­ramingen waarschijnlijk minder toenemen. Het aanbod van fossiele brandstoffen zal naar verwachting toenemen door een stijging van de productie in onder andere de Verenigde Staten en een hogere productie in de OPEC­landen. Als de sancties tegen Iran worden opgeheven, kan er nog extra aanbod op de markt komen.

In 2020 nam de vraag naar gas in Europa met bijna 3 procent af als gevolg van de coronapandemie en het milde weer in het eerste kwartaal.

De daling van de vraag deed zich zowel voor bij de elektriciteits­

opwekking als bij de industrie (IEA 2021a). Hierdoor daalde de gasprijs fors, naar een niveau dat sinds 2005 niet meer is gezien (figuur 2.2). In de elektriciteitsopwekking nam de vraag in de loop van het jaar evenwel weer toe, mede vanwege de lage gasprijs waardoor gas aantrekkelijker was dan kolen. Hierdoor bleef de afname van de vraag naar gas voor de elektriciteitsproductie relatief beperkt.

In 2021 heeft de vraag zich hersteld en zou deze mogelijk boven het niveau van 2019 kunnen uitkomen (IEA 2021b). Wereldwijd neemt vooral in de industrie de gasvraag toe. De vraag naar gas in de elektriciteits­

opwekking in Europa staat onder druk vanwege de minder gunstige condities voor gas, in vergelijking met kolen, en de toenemende concurrentie van hernieuwbare elektriciteit (IEA 2021b). Door de toegenomen vraag zijn de prijzen op de gasmarkt in april 2021 op een niveau van circa 18 cent per kubieke meter beland (ICE 2021b).

In 2020 daalde de vraag naar kolen wereldwijd sterk vanwege de coronapandemie en de lage gasprijzen in vooral Europa en de Verenigde Staten, waardoor er in de elektriciteitsopwekking een verschuiving plaatsvond van kolen naar gas. De prijs van kolen bereikte hierdoor in april 2020 een dieptepunt van 56 euro per ton (figuur 2.3). Door de aantrekkende economie neemt de vraag naar kolen weer toe; de verwachting is dat de vraag in 2021 boven het niveau van 2019 uitkomt (IEA 2021c). Dit komt onder andere door de sterke toename van elektriciteitsproductie met kolen in Azië in 2021. Daarnaast is de inzet

van kolen in de elektriciteitsproductie toegenomen door de gestegen gasprijs in Europa en de Verenigde Staten. De kolenprijs was in april 2021 gestegen tot rond de 57 euro per ton (ICE 2021c).

Onstuimige ontwikkeling CO₂-prijs

De Europese markt voor CO₂­emissierechten heeft in 2020 en 2021 een onstuimige ontwikkeling doorgemaakt. In maart 2020 daalde de prijs voor emissierechten in korte tijd als gevolg van de coronapandemie, van rond de 25 euro per ton naar ruim 16 euro per ton. Toen duidelijk werd dat de coronacrisis voor de Europese Commissie geen reden was om de aanscherping van de klimaatambities uit te stellen, herstelde deze markt zich echter al vrij snel. Gedurende de zomer van 2020 was de CO₂­prijs teruggekeerd naar niveaus tussen 25 en 30 euro per ton.

2.1 De volatiliteit van de brandstof- en CO-prijzen De brandstof- en CO₂-prijzen voor de eerstkomende jaren zijn vastgesteld vóór de start van de berekeningen voor de KEV, in mei 2021. De prijzen zijn gebaseerd op de verwachtingen op de termijnmarkten voor olie, kolen, gas en CO₂-emissierechten in de periode van half maart 2021 tot half april 2021. In de periode daarna zijn de prijzen van fossiele brandstoffen en CO₂ fors gestegen. De gemiddelde jaarprijzen voor 2021 zullen hierdoor hoger uitvallen dan de in de KEV gehanteerde prijzen. De ontwikkelingen sinds april 2021 illustreren de grote onzekerheid en volatiliteit van de brandstof- en CO₂-prijzen. Een onzekerheid die nog groter is voor de jaren na 2021.

Vanwege de forse onzekerheid rond deze prijzen hanteren we in de

KEV een bandbreedte voor de energie- en CO₂-prijzen en rekenen we daarmee in de onzekerhedenanalyses. In het achtergronddocument bij de vorige KEV (Schure & Vethman 2020) zijn we ingegaan op de manier waarop we de bandbreedtes bij de prijsverwachtingen voor brandstoffen en CO₂ afleiden voor de KEV.

De specifieke raming van de nationale broeikasgasemissies in 2021 in hoofdstuk 3 is gebaseerd op analyses die in september 2021 zijn gedaan. Hierin zijn de prijsontwikkelingen en -verwachtingen tot en met begin september meegenomen, al geldt ook voor die prijzen dat ze een maand later weer een ander beeld kunnen laten zien.

Sinds het laatste kwartaal van 2020 is de prijs in een half jaar tijd verdubbeld tot boven 50 euro per ton in de maanden mei en juni 2021.

Een belangrijke verklaring voor deze sterke prijsstijging is dat marktpartijen anticiperen op een aanscherping van het Europese emissiehandelssysteem (ETS), overeenkomstig het nieuwe klimaatdoel voor 2030 van 55 procent emissiereductie ten opzichte van 1990. Eind september 2020 kwam de Europese Commissie met een doorrekening van de mogelijke gevolgen van deze voorgestelde aanscherping van de klimaatambitie (EC 2020) en in december 2020 stemden alle lidstaten in met dit nieuwe reductiedoel van 55 procent in 2030. Concrete voor­

stellen voor de herziening van de Europese beleidsinstrumenten in dit kader volgden onder de noemer Fit for 55 op 14 juli 2021 (EC 2021). Hoewel de aanpassingen in het Europese klimaatbeleid in de komende tijd nog volop onderwerp van discussie zullen zijn en de politieke besluit­

vorming nog moet plaatsvinden – met alle daarmee gepaard gaande onzekerheden –, is de algemene verwachting dat de hogere doelen in de komende jaren voor grotere schaarste zullen zorgen op de markt voor emissierechten en dat dit zal leiden tot een hogere ETS­prijs.

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

0 20 40 60 80 100

120euro2020 per vat

Bron: CBS (realisatie); ICE Brent, IEA WEO 2020, WLO 2015 (raming)

pbl.nl

Realisatie

Raming vastgesteld en voorgenomen beleid

Bandbreedte Scheiding realisatie en raming

Jaargemiddelde aardolieprijs Figuur 2.1

2010 2015 2020 2025 2030

0,0 0,1 0,2 0,3

0,4euro2020 per m3

Bron: CBS (realisatie); ICE TTF, IEA WEO 2020, WLO 2015 (raming)

pbl.nl

Realisatie

Raming vastgesteld en voorgenomen beleid

Bandbreedte Scheiding realisatie en raming

Jaargemiddelde groothandelsprijs aardgas Figuur 2.2

De onzekerheden in de ontwikkeling van de ETS­prijs zijn groot en hangen ook nauw samen met de onzekerheid over de ontwikkelingen in het beleid, zowel in de Europese Unie als mondiaal (zie ook tekstkader 2.1).

We houden daar in deze KEV in de projectie van de jaargemiddelde CO₂­prijs rekening mee. We doen dat door de prijs voor 2021 te baseren op de gemiddelde prijsverwachting voor 2021 op de termijnmarkt voor CO₂­emissierechten, in een periode van twaalf maanden voorafgaand aan het moment waarop deze projectie is vastgesteld (half april 2021).

Tussen 2021 en 2030 stijgt de jaargemiddelde CO₂­prijs van 30 naar 62 euro per ton in de puntwaarde (figuur 2.4). Door verder toenemende

schaarste stijgt de prijs ook na 2030 door naar 93 euro per ton in 2035, en 139 euro per ton in 2040. Vanwege de grote onzekerheden hanteren we in de KEV een ruime bandbreedte rond de projectie van de CO₂­prijs, in 2030 van 32 tot 98 euro per ton CO₂, wat niet uitsluit dat de prijs ook hoger zou kunnen uitvallen.

2000 2005 2010 2015 2020 2025 2030

0 20 40 60 80 100

120euro2020 per ton

Bron: CBS (realisatie); ICE ARA, IEA WEO 2020, WLO 2015 (raming)

pbl.nl

Realisatie

Raming vastgesteld en voorgenomen beleid

Bandbreedte Scheiding realisatie en raming

Jaargemiddelde steenkoolprijs Figuur 2.3

2010 2015 2020 2025 2030

0 20 40 60 80

100euro2020 per ton

Bron: CBS (realisatie); KEV-raming 2021

pbl.nl

Realisatie

Raming vastgesteld en voorgenomen beleid

Bandbreedte Scheiding realisatie en raming

Jaargemiddelde CO2-prijs Figuur 2.4

2.2 Ontwikkelingen in de West-Europese

In document Klimaat- en Energieverkenning 2021 (pagina 40-44)