• No results found

De decentralisatie en transformatie van de zorg brengt een active-citizenship regime met zich mee, professionele hulp komt op een derde plaats te staan en burgers moeten zelfredzaam en actieve solidair met elkaar zijn (Tonkens 2012). Dit regime vervangt niet direct noch geheel de voorafgaande regimes waar vanuit de sociaal werkers nu voornamelijk hun beroepsuitoefening betekenis geven. Er is een diffusie van het active-citizenship regime, het welfare-recipient regi- me, waarin zorg een universeel recht is middels de AWBZ en het citizen-consumer regime, waar zorg een product is dat middels PGB’s gekocht kan worden (Tonkens 2012). Om over te stappen naar een active-citizenship regime is emotion work nodig (Hochschild 2003), dit wordt in het eerste deel van dit hoofdstuk behandeld. In het tweede deel wordt ingegaan op een handelende manier van emotiewerk: de discretionaire acties van sociaal werkers (Lipsky 2010).

3.1 Emotiewerk

De meeste sociaal werkers vinden het huidige beleid een verslechtering. Hoe gaat men hiermee om als vertegenwoordiger van het beleid? Hier zijn een paar verschillende manieren voor, voordat deze behandeld worden moet er eerst een andere optie worden belicht. Er zijn namelijk twee respondenten die het intrinsiek eens zijn met de beleidsverandering, zij staan achter de nieuwe Wmo (Rijksoverheid 2015), en hun veranderde beroepsuitoefening zien zij als een uit- daging Dit geldt voornamelijk voor twee respondenten die zelf van origine uit een community regime komen, hier geldt het communitaristisch burgerschapsideaal waarin burgers als vanzelf- sprekend (informele) zorg aan elkaar verlenen (Tonkens 2012). Deze framing en feeling rules zien deze respondenten grotendeels terug in het huidige beleid. Hier is dus geen noodzaak tot emotiewerk en kan men spreken van een beleidsvereniging (Hochschild 2003). Het merendeel van de respondenten is het niet helemaal eens met het beleid (Rijksoverheid 2015). Dit levert drie manieren op om hiermee om te gaan. Men kan zichzelf proberen te verzoenen met het be- leid door middel van emotiewerk (Hochschild 2003). De eigen framing en feeling rules los laten en overstappen naar de framing en feeling rules van het nieuwe beleid, met andere woorden een overstap maken van het vorige citizen-consumer regime naar het active-citizenship regime (Tonkens 2012). Hier is emotiewerk voor nodig en levert op dat de sociaalwerker zich verenigt met het beleid waardoor het werk weer als zinvol ervaren kan worden (Hochschild 2003). De respondenten die hiervoor kiezen zijn jong, eind twintig begin dertig en hebben nog een hele carrière voor zich. Wellicht creëert dit vooruitzicht mede de noodzakelijkheid voor emotiewerk. Ook is hun inbedding in het citizen-consumer regime van kortere aard dan bij hun oudere colle- ga’s (Tonkens 2012). Het welfare-recipient regime hebben zij zelfs geheel gemist, het regime dat

35

de respondenten die bijna met pensioen gaan waarschijnlijk wel geïnternaliseerd hebben. Hier volgt een voorbeeld van dit type emotiewerk, een jonge respondent die actief redeneert om de huidige frame en feeling rules zich eigen te maken (Tonkens 2012; Hochschild 2003)

'Nou, dat is natuurlijk ook waanzinnig, eerst hoefde je niets te betalen en nu heb je zo’n 45 kilometer autootje en moet je er opeens 400 euro per maand voor gaan betalen, terwijl een lease auto hetzelfde kost (R11).'

De sociaal werker spreekt haar verbazing uit over de nieuwe kosten voor cliënten. Door haar functie zal zij deze voorzieningen echter toch moeten aanbieden. Het zich moeten aanpassen en dit bedrag vragen van de cliënt terwijl ze het daar eigenlijk niet mee eens is, brengt haar in de problemen en op die momenten is er emotiewerk nodig (Hochschild 2003). In dit geval gebeurt dat door huidige beleid enigszins te herwaarderen (Rijksoverheid 2015):

'Maar goed, je moet dan wel gaan kijken van oké… dat ding wel verzekerd als je dan een lekke band krijgt. Het is natuurlijk een totaalpakket, wat je dan van de gemeente krijgt. Je krijgt een ding en de hele verzorging ervan. Je bent er verder geen geld meer aan kwijt' (R11).

Hier zien we dat zij probeert achter de kosten van deze voorziening te gaan staan. De framing rule van het nieuwe beleid is: dit moet nu eenmaal aangezien de zorgkosten te hoog worden en wij moeten bezuinigingen (Rijksoverheid 2015; Tonkens 2012).

'Kijk, vroeger kon iedereen een Canta krijgen. Ook mensen die hem niet nodig hadden en nu niet, weet je wel. En nu krijgen misschien te weinig mensen hem. Je krijgt er ook nooit he- lemaal de vinger achter hoe dat in elkaar steekt' (R11).

Zij probeert de verschillende regimes te relativeren, door te bedenken het nooit helemaal goed geregeld kan worden in welk regime dan ook. Een andere manier die zij aandraagt om om te gaan met de nieuwe framing rules uit het active-citizenship regime (Tonkens 2012), die mede ingegeven zijn door bezuinigingen, is door te geloven in de noodzakelijkheid van de bezuinigin- gen en er geen andere optie voor zien.

'Kijk, je kan wel je kont tegen de krib gooien en zeggen van: Ja, het wordt allemaal slechter,

het wordt allemaal minder en dit en dat. Maar… weet je, heb je dan een pasklare oplossing hoe het dan wel op een goeie manier op moet gelost worden?’ (R11).

Een tweede optie van omgaan met de decentralisatie en transformatie is om het niet eens te zijn met het beleid en hier in te blijven hangen terwijl er wel wordt doorgewerkt binnen dit beleid. Men is dan dus tegen het eigen gevoel en mening in aan het werk. Dit creëert, zonder emotie- werk, beleidsvervreemding waar straks uitvoerig op in wordt gegaan (Tummers et al. 2009). De

36

gemiddelde leeftijd van deze groep respondenten ligt rond de zestig jaar, een oudere generatie. Zij spreken dan ook over hun hoopvolle uitzicht op hun pensioen. Of dat zij toch niets anders kunnen gaan doen, omdat ze bijna de pensioensleeftijd hebben bereikt.

‘Zo gefrustreerd dat ben ik, omdat ik uitvoerder van een beleid moet zijn waar ik gewoon zeer veel vraagtekens bij heb. Maar goed, ik ben 62, ik werk gewoon door. Ik heb geen keus'(R6).

Een derde optie voor de groep oudere respondenten is zeggen dat zij wel iets anders gaan doen als zij het echt niet meer 'leuk' werk vinden. Maar dat wachten ze nog even af of het misschien beter wordt. Op deze derde optie wordt straks ook uitvoerig ingegaan. Dit type denken is het resultaat van emotiewerk (Hochschild 2003).

'Nee, niet in het stukje wijkzorg, hoe het er nu uitziet, gewoon met dat registratiesysteem,

dat puur papierwerk. Als dat doorzet en wij draaien heel veel aanvragen, nee dan zie ik niet zo hoe dat moet. Dan kan ik denk ik beter bij de thuiszorg of zo gaan werken, dan kom je nog bij mensen thuis en dan kan je daar misschien nog iets meer in bieden’ (R10).

De manier van emotiewerk die bij alle respondenten voorkomt is om emotiewerk om te zetten in actieve discretionaire acties (Hochschild 2003; Lipsky 2010). Sociaal werkers die dit doen passen het huidige frame aan aan hun eigen framing en feeling rules. Dit doen zij door hun dis- cretionaire bevoegdheid in te zetten. Zij verbuigen dus de regels van het frame en zo handelen zij toch naar hun eigen frame.

De respondenten uit alle drie de bovenstaande opties maken gebruik van discretionaire be- voegdheid.

‘Ik maak ook wel uitzonderingen dan hoor, dan zeg ik, probeer gewoon iemand te vinden en te vragen of die het kan invullen, dan kom je bij mij en kijk ik wel of die het goed gedaan heeft. Dan kijk ik het gewoon na en doe ik aanvullen.

I: Maar dan doe je dus extra werk, of niet?