• No results found

1 Theoretisch kader

2.6 Emoties

2.6.6 De Emoscoop

Voor de testen die we in ons project uitvoerden, hebben we gebruik gemaakt van het principe van de Emoscoop. We zullen hier meer uitleg over geven met behulp van de handleiding: ‘De Emoscoop, gevoelens in het spel’ door prof. Dr. Ferre Laevers, Julia Moons en Joost Maes.

De auteurs halen om te beginnen aan dat kinderen in onze maatschappij constant in contact komen met emotionele situaties, sommigen meer dan anderen. Enkele voorbeelden hiervan zijn depressie, conflicten in gezins-en werksituaties, antisociaal gedrag, vandalisme, zelfdoding… Er wordt in de handleiding dan ook benadrukt dat het de taak van de school (en dus de leerkrachten) is om het beste uit kinderen te halen en preventie te voorzien op de problematieken in de maatschappij.

Het Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs werkt al vanaf het begin aan deze preventie en stelt ‘welbevinden’ als directe graadmeter voor kwaliteit. Zij doen dit door belang te hechten aan een ‘gevoelige’ stijl van volwassenen, waarbij de nadruk gelegd wordt op relaties en het groepsklimaat. Werkend aan deze aandachtspunten, maakte het EGO. een reeks met materialen waarmee leerkrachten en opvoeders rond sociaal- emotionele thema’s kunnen werken. Er werd voorzien in nieuwe en gevarieerde spelvormen die interactie uitlokken, wat resulteerde in de Emoscoop.

De Emoscoop werd oorspronkelijk ontworpen voor vijf- tot dertienjarigen. De doelstellingen waarvoor de Emoscoop werd gemaakt, luiden als volgt:

• “Kinderen een kader aanbieden om gevoelens bij zichzelf en bij anderen waar te nemen, te herkennen en te benoemen”;

• “Kinderen inzicht laten verwerven in de relatie tussen gevoelens en de omstandigheden waardoor ze bij zichzelf en anderen worden uitgelokt.”;

• “Kinderen leren om te gaan met hun gevoelens, ze op adequate wijze tot expressie brengen en daardoor emotioneel gezond te blijven.”;

• “Kinderen versterken in hun vermogen om op een meer effectieve manier met anderen om te gaan met als doel, meer harmonie en geluk in relaties.”;

• “Een positief groepsklimaat scheppen door communicatie over gevoelens en relaties te stimuleren”.

In het pakket wordt er gebruik gemaak van eenentwintig emoties waarmee kinderen in hun dagelijkse leven in aanraking komen: ‘ongelukkig’, ‘eenzaam’, ‘bedroefd’, ‘schuldig’, ‘beschaamd’, ‘in paniek’, ‘bang’, ‘machteloos’, ‘ontgoocheld’, ‘verlegen’, ‘ongerust’, ‘jaloers’, ‘beledigd’, ‘boos’, ‘woedend’, ‘trots’, ‘verliefd’, ‘dankbaar’, ‘gelukkig’, ‘blij’, ‘ontroerd’ en ‘veilig’.

De Emoscoop biedt verschillende activiteiten aan rond gevoelens en emoties, waarvan wij enkelen gaan bespreken die voor ons project nuttig zijn.

2.6.6.1 Materiaal

De Emoscoop wordt aangeboden in een doos van dertig op dertig centimeter en bestaat uit enkele onderdelen. Hieronder worden deze opgesomd en verder uitgelegd.

2.6.6.1.1 De gevoelswaaier

De gevoelswaaier is letterlijk een waaier waar de eenentwintig emoties op worden weergegeven. Op elke lamel wordt een gevoel getoond en de waaier is langs beide kanten bruikbaar. Er is wel een klein verschil tussen de twee kanten: er is en gekleurde zijde en een zwart-wit zijde. De waaier wordt ook gebruikt als spelbord bij het ‘Emo-bingo spel’, waarover verder meer.

2.6.6.1.2 De situatieprenten

Er worden steeds drie situatieprenten aangeboden per emotie. Een van de drie prenten van een emotie geeft steeds een situatie weer waar volwassenen de hoofdrol in spelen. De bedoeling hiervan is om aan te tonen aan de jongeren dat volwassenen deze emoties en gevoelens ook op deze manier ervaren. Voor de begeleiders wordt er ook een instructiekaart voorzien met richtvragen, zodat deze persoon een verdiepend gesprek kan beginnen rond de desbetreffende prent.

Tijdens ons project zullen wij gebruik maken van dit principe, daarom zullen we hierbij meer uitleg geven over de informatie die in de handleiding terug te vinden is. Om te beginnen moeten er een aantal gevoelens uitgekozen worden bij aanvang van het traject. Er moet ook voor gezorgd worden dat het materiaal eenduidig is, dus dat er geen meerdere opties of antwoorden mogelijk zijn. De prenten roepen eigen ervaringen op, dat maakt volgens de auteurs dat de betrokkenheid tijdens het werken al hoog wordt. Daarbij kunnen alle kinderen ook een gevoel of een situatie op een andere manier interpreteren. Als begeleider moet je hiervoor open te staan, om meer te kunnen begrijpen over de reden hiervan.

2.6.6.1.3 Het Emo-bingo spel

In een apart doosje zijn de drieënzestig situatiekaarten terug te vinden die bij het Emo-bingo spel horen. Om het spel te kunnen spelen, moet de gevoelswaaier ook gebruikt worden. De zwart-wit zijde hiervan wordt namelijk gebruikt als spelbord. Elke speler beschikt over een pion en de gevoelsschijfjes worden op verscheidene manieren gebruikt. Dit hangt af van de spelvariant die verkozen wordt (meer uitleg is terug te vinden in de spelregels).

2.6.6.1.4 Het Emo-domino spel

Voor het Emo-domino spel zijn er vier sets van twaalf prenten in zeshoekige vorm voorzien. Het is de taak van de kinderen om de platen te interpreteren en ervoor te zorgen dat er enige logica zit in de opeenvolging. De prenten zijn gebaseerd op een verhaallijn, maar men kan er verschillende kanten mee uit (mede door de zeshoekige vorm van de kaarten).

2.6.6.1.5 Het Emo-poly spel

Voor het Emo-poly spel is er een spelbord nodig, tien scenariokaarten (elke scenariokaart is samengesteld uit zes dialogen of scenes), zes spelpionnen, een dobbelsteen, drie gevoelsschijfjes per gevoel, veertig opdrachtkaartjes en een spelreglement. Elke speler beschikt over een scenariokaart met een script van zes dialogen en moet achterhalen welk gevoel bij het hoofdpersonage aan de orde is. Het doel is om tijdens het spel de zes gevoelsschijfjes als eerste te verzamelen.

2.6.6.1.6 Een CD

Op de CD staan eenentwintig gevoelsgeladen muziekfragmenten, wat het een rijke bron maakt voor verscheidene activiteiten.

2.6.6.1.7 Een handleiding

In de handleiding is de toelichting terug te vinden voor de materialen en de spelletjes. Achteraan de handleiding werden er kopieerbladen voorzien. 2.6.6.2 Gebruik in de praktijk

De verschillende materialen en spelletjes in het pakket van de Emoscoop, leveren prikkels die het mogelijk maken om bezig te zijn rond gevoelens. Het is mogelijk om deze activiteiten in een hoeken- of contractwerk te integreren. Met de activiteiten kan ook gemakkelijk gedifferentieerd worden omdat het op een flexibele manier gebruikt kan worden. Zo kan men het materiaal aanpassen aan de beginsituatie, een andere invulling geven of het tempo aanpassen.

In de handleiding wordt een mogelijk basistraject aangeboden, waarin men over vier weken verspreid de leerlingen steeds laat kennismaken met vijf à zes emoties (elke week nieuwe emoties). Er wordt bij vermeld dat het steeds mogelijk is om de duur en de selectie van gevoelens aan te passen aan de doelgroep.