• No results found

In dit laatste hoofdstuk wil ik terugblikken op de voorgaande hoofdstukken en aansluitend mijn visie geven op mijn onderzoeksvraag:

“Leidt de invoering van CbCR (volgens OECD BEPS actieplan), naar verwachting tot betere transparantie van multinationals, waardoor belastingontwijking afneemt en dientengevolge een ‘fair-share’ belastingafdracht in hoog belaste landen wordt gerealiseerd?”

Het antwoord op de gestelde onderzoeksvraag heeft een hypothetisch karakter. Doordat de toepassing van CbCR van het BEPS-actieplan nog niet is ingevoerd kan de onderzoeksvraag niet empirisch worden getoetst. Op basis van literatuuronderzoek is onderzocht wat het te verwachten uitkomst zal zijn op de onderzoeksvraag.

In aanloop naar het antwoord op deze onderzoeksvraag heb ik een aantal deelvragen onderzocht. Mijn eerste deelvraag luidt: “Wat is de huidige status van de informatieverplichting van multinationals en hoe verhoudt zich deze met belastingontwijking?”

Uit de analyse in hoofdstuk twee blijkt dat de huidige wet- en regelgeving niet meer toereikend is voor de Nederlandse Belastingdienst, als ook voor buitenlandse belastingdiensten om op basis van de beschikbare informatie de juiste controle te kunnen uitvoeren op belastingontwijking van multinationals. De informatie waarover de Belastingdienst graag beschikt, naast de informatie van de Nederlandse Belastingplichtige zelf, betreft vooral informatie van haar buitenlandse groepsmaatschappijen waarmee de Nederlandse Belastingplichtige inter-company transacties verricht.

De tweede deelvraag die ik in hoofdstuk drie heb behandeld luidt: “Wat is de relatie tussen transparantie van financiële informatie en een fair-share belastingafdracht?”

Transparantie en afdracht van een fair-share staan indirect met elkaar in relatie, door de invloed die de mate van transparantie kan hebben op de afdracht van een fair-share. Het gaat hier duidelijk om een ‘kan’ situatie, aangezien verandering van de mate van transparantie geen directe garantie biedt voor een verandering van de belastingafdracht en daarmee van de fair-share bijdrage. Door de toenemende informatieschikking kan de belastingdienst(en) haar controlerende rol op de fiscale positie van multinationals wel beter vervullen. Een gevolg van de toenemende controle van de belastingdienst(en) is dat dit kan leiden tot ander gedrag op fiscaal gebied van multinationals, dat zich kan uiten in enerzijds:

50

- Meer verantwoordelijk gedrag door zelf reflectie van multinationals om een fair share bijdrage te leveren aan de samenleving, dit ook ter voorkoming van reputatieschade, anderzijds,

- De toenemende controle kan leiden tot nieuwe c.q. andere creatieve fiscale constructies om belasting te ontwijken;

De derde deelvraag wordt in hoofdstuk 4 behandeld en luidt: “ Wat betekent CbCR volgens het BEPS actieplan?”

CbCR volgens in het BEPS actieplan maakt onderdeel uit van de aanscherping van transfer pricing documentatie, waarbij de CbCR template onderdeel is van de ‘master file’. De interventies van het OECD op het gebied van CbCR (BEPS-actieplan) zijn bedoeld om de transparantie met betrekking tot de financiële- en fiscale informatie van multinationals aan belastingdiensten te verbeteren. Deze transparantie kan leiden tot een betere oordeelsvorming rondom de werkelijke fair-share bijdrage van multinationals. Deze transparantie kan ook leiden tot zelfreflectie van multinationals ten aanzien van hun verantwoordelijkheid richting de samenleving.

Door de rapportage vereisten van CbCR van het BEPS-actieplan is zeker dat dit zal leiden tot meer financiële informatie van multinationals. Echter de vraag is, of dit ook leidt tot de gewenste transparantie met het oog op reductie van belastingontwijking. Dit als gevolg van:

- Mogelijke interpretatieverschillen;

- het ontbreken van de verplichting gebruik te maken van uniforme informatiebronnen;

- de hoeveelheid tijd en kosten die gemoeid zijn met het opleveren van de vereiste informatie, waardoor gewenste informatie kan ontbreken c.q. deadlines en afspraken niet worden nagekomen. De laatste deelvraag vier luidt: “Welke toepassingen van CbCR zijn reeds eerder op andere gebieden geïmplementeerd en zijn deze toepassingen van invloed geweest op de CbCR toepassing van de OECD?” De toepassing van CbCR heeft eerder plaatsgevonden in de extractieve industrie en in 2014 ook in de financiële sector. De overeenkomst tussen de verschillende toepassingen van CbCR is dat het overkoepelende doel het verbeteren van transparantie van financiële informatie betreft. Het hoofd beweegreden om CbCR in te voeren loopt bij de verschillende toepassingen te ver uiteen om goed met elkaar te vergelijken. Daar komt bij dat ook in de financiële sector de invoering van de CbCR vereisten nog te kort geleden is ingevoerd, waardoor er nog weinig informatie publiekelijk is gemaakt waar een grondige analyse op kan worden uitgevoerd. De ervaringen van CbCR vooral in de extractieve industrie zijn zeker

51

aanleiding geweest om ook de informatievoorziening in de overige sectoren te verbeteren met behulp van CbCR. Uit de literatuur blijkt echter niet welke stappen de OECD heeft gezet in de uitwerking van de CbCR template naar aanleiding van de ervaringen in de extractieve industrie en de financiële sector.

Met deze deelvragen kom ik toe aan beantwoording van de onderzoeksvraag; of de invoering van CbCR (van het BEPS actieplan) naar verwachting leidt tot betere transparantie van multinationals, waardoor belastingontwijking afneemt en dientengevolge een ‘fair-share’ belastingafdracht in hoog belaste landen wordt gerealiseerd?”

Deze vraag kan op basis van mijn eerdere bevindingen niet direct bevestigend worden beantwoord. De samenhang van de verschillende elementen is van groot belang. Zoals het antwoord op de tweede deelvraag aangeeft zal de CbCR wel leiden tot meer informatie van multinationals voor belastingdiensten. Het is alleen wel van groot belang wat de kwaliteit en relevantie van de extra informatie is. Indien deze extra informatie niet de transparantie beidt die belastingdiensten wensen, dan zal dit ook een invloed hebben op de ontwikkeling van belastingontwijking en dientengevolge ook op de afdracht van een fair- share.

Voor een verbetering van een fair-share afdracht is het van groot belang dat multinationals hun gedrag veranderen. In hoofdstuk 3 is behandeld dat de maatschappij een belangrijke rol speelt in de fair-share discussie. Het gedrag van multinationals zal dan ook eerder veranderen onder druk van de maatschappelijke opinie met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen, dan door de stringentere rapportageverplichtingen van overheden.

Tot slot wil ik nog terugkomen op de subtitel van dit thesis,

“Is Country-by-Country Reporting een stap in de goede richting is tegen reductie van belastingontwijking?” Deze vraag kan bevestigend worden beantwoord doordat belastingontwijking kan worden gereduceerd als het controle systeem van belastingdiensten toereikend is. Uit het onderliggende onderzoek blijkt dat het aannemelijk is dat de controlerende rol van de Belastingdienst verbetert door verbetering van de transparantie van de financiële informatie van multinationals. Totdat daadwerkelijk rapportages worden gedaan blijft het nog onduidelijk in hoeverre de verbetering van de transparantie een effectief middel is tot vermindering van belastingontwijking.

Naast het verbeterde inzicht voor belastingdiensten zal de verbeterde transparantie voor het publiek ook een belangrijke rol kunnen spelen bij de reductie van belastingontwijking, doordat multinationals hun

52

gedrag naar verwachting zullen aanpassen wanneer zij ook richting het publiek volledig transparant moeten zijn. Tot op heden de rapportagevereisten bedoeld zijn voor de lokale belastingdiensten.

Er zullen nog heel wat stappen gezet moeten worden om de gewenste reductie van belastingontwijking te bereiken en te zorgen dat alle multinationals een fair-share betalen in de landen waar zij actief zijn, maar het is een stap in de goede richting.

53