• No results found

6 Individuele Plaatsing en Steun

6.4 Effecten van IPS

Als een interventie voldoet aan het criterium ‘plegen te bieden’, beoordeelt het Zorginstituut vervolgens of deze voldoet aan het criterium ‘stand van de wetenschap en praktijk’. Aangezien IPS niet aan het eerste criterium voldoet, heeft de tweede toets niet plaatsgevonden. We hebben wel de bestaande kennis over effecten op de gezondheid en zorggebruik en kosteneffectiviteit van IPS verzameld. Deze vatten we in deze paragraaf samen.

6.4.1 Literatuurstudie

We hebben een literatuurstudie uitgevoerd naar de effecten van IPS. Gezocht is naar, zo veel mogelijk bij de Nederlandse situatie passende, relevante

wetenschappelijke literatuur over effecten van Individuele plaatsing en steun (IPS) op de kwaliteit van leven, symptomen van de psychische stoornis en zorggebruik van mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen (EPA).

Daarbij hebben we IPS vergeleken met de standaardbehandeling of gebruikelijke behandeling. De standaardbehandeling of gebruikelijke behandeling van EPA bestaat in het algemeen uit standaard psychiatrische zorg (medicatie, casemanagement, psychotherapie) zonder geïntegreerde IPS, maar wel met aandacht voor andere vormen van arbeidsrehabilitatie.

In de praktijk blijkt bij behandeling vaak ook sprake te zijn van enige vorm van arbeidsrevalidatie.64 Andere vormen van arbeidsrevalidatie zijn die waar de nadruk niet ligt op het direct plaatsen in competitief werk, maar de voorkeur ligt bij voorbereidende periode voorafgaand aan het zoeken naar werk.

De volledige literatuurstudie (methodologie en uitkomsten) is opgenomen in bijlage 4 bij dit rapport. Uit de literatuurstudie is gebleken dat:

- IPS in vergelijking met andere vormen van arbeidstoeleiding bij mensen met EPA beschouwd kan worden als een effectievere interventie wat betreft

arbeidsgerelateerde uitkomstmaten, zoals duur en behoud van werk. Europese richtlijnen (NL, VK, D) raden begeleide arbeid dan ook aan voor mensen met EPA die weer aan het werk willen.

- Studies die naar gezondheidsgerelateerde uitkomsten hebben gekeken, laten zien dat, ook al heeft IPS een positief effect op werkgerelateerde uitkomsten, de gezondheidsgerelateerde effecten in de groep mensen met EPA die IPS krijgen aangeboden, vergelijkbaar zijn met die van de groep die andere vormen van arbeidsrehabilitatie krijgt.

- De verwachting dat IPS ook tot een betere kwaliteit van leven en psychische toestand leidt bij mensen met EPA wordt niet vanuit de studies ondersteund. IPS leidt noch tot een grotere toename, noch tot een verslechtering in psychische gezondheid, zelfwaardering of kwaliteit van leven.65 Deze constatering had betrekking op de groep cliënten die na 30 maanden nog deelnamen aan het onderzoek (het percentage loss to follow up was 45%). - Ook kunnen geen uitspraken worden gedaan over het eventuele verband tussen

de werkgerelateerde en gezondheidsgerelateerde uitkomsten. Zo is niet duidelijk geworden of de cliënten die werk vonden en een betere gezondheid

64

De Cochrane review van Kinoshita (2013) meldt dat er geen studies zijn die supported employment vergelijken met alleen standaard psychiatrische zorg

65

Busschbach en Michon et al, Effectiviteit van IPS in Nederland, Verslag van een gerandomiseerde gecontroleerde effectstudie – 30 maanden fullow up’

rapporteerden, gezonder waren dankzij het werk, of dat het de cliënten met een gezonder gestel waren, die het werk konden volhouden.

6.4.2 IPS als Erkende interventie

IPS is door de erkenningscommissie van het Trimbos Instituut beoordeeld als Effectieve interventie. We hebben bestudeerd welke criteria zij hebben gehanteerd om tot deze conclusie te komen.66 We constateren dat de commissie zich heeft geconcentreerd op de effectmaat ‘aantal maanden betaald werk’. Uit diverse onderzoeken is volgens de commissie gebleken dat IPS leidt tot een hoger

percentage mensen met betaald werk dan andere rehabilitatiebenaderingen. Deze conclusie komt overeen met onze bevindingen.

Het effect van IPS op de gezondheid van deelnemers aan IPS is niet als

uitkomstmaat gebruikt. Wel wordt het effect beschreven bij één van de gebruikte studies: “Voorts blijkt IPS een positief bijeffect te hebben in termen van psychische gezondheid, zelfwaardering en kwaliteit van leven. De vooruitgang op deze aspecten treedt echter ook en in vergelijkbare mate op bij de controlegroep.” Ook deze bevinding sluit aan bij onze conclusies, met dien verstande dat de gerapporteerde positieve bijeffecten niet significant waren.65

6.4.3 Kosteneffectiviteit IPS

In enkele studies is ook de kosteneffectiviteit van IPS aan de orde gekomen. Bij de Europese literatuur gingen twee artikelen hierop in. In Zwitserland vond een gerandomiseerde studie plaats die IPS vergeleek met het algemene supported employment programma67. Alleen cliënten die ten minste 15 uur per week kunnen werken, deden mee aan deze studie, omdat het Zwitserse sociale

zekerheidssysteem dit zo vereist. De onderzoekers merken hierbij op dat het hierdoor mogelijk is dat cliënten met een minder gunstige prognose bij voorbaat uitgesloten waren. Bij deze cliënten bleek IPS te leiden tot hogere inkomsten uit werk en lagere kosten voor ziekenhuisopnames in een periode van vijf jaar; deze opbrengsten maakten IPS kosteneffectiever dan het andere programma, ondanks dat IPS duurder was.

Het Trimbos-instituut heeft in zijn effectiviteitsstudie, die we in 6.4.1 al bespraken65, ook de kosteneffectiviteit van IPS en reguliere arbeidsrehabilitatie onderzocht. Ze concluderen dat IPS meer maatschappelijke kosten én meer maatschappelijke baten met zich meebrengt. Die baten vloeien voort uit het betaalde werk, dat significant meer deelnemers uit de IPS-groep deden dan uit de RA-groep. Besparingen op uitkeringen zijn niet meegerekend. De hogere kosten hangen samen met de kosten van de interventie en met zorgkosten: deelnemers uit de IPS-groep hadden vaker en langer opnames dan de deelnemers uit de RA-groep, die overigens meer in beschermde woonvormen verbleven en daar meer psychiatrische thuiszorg kregen. De onderzoekers concluderen:

“De interpretatie van de kosteneffectiviteit van IPS is daarmee afhankelijk van wat beleidsmakers, waarmee alle relevante beleidsbepalende actoren bedoeld worden, en indirect de maatschappij bereid zijn te betalen voor de gevonden positieve effecten. Bij die afweging kunnen beleidmakers meenemen dat het bij

doelmatigheidsonderzoek vaak voorkomt dat (nieuwe) interventies met hogere kosten en betere effecten gepaard gaan (Stant, 2007). Bovendien kunnen beleidmakers in hun overweging meenemen dat sommige mogelijke gunstige

66

Met gebruikmaking van het werkblad op de site www.erkendeinterventiesggz.trimbos.nl : https://assets- sites.trimbos.nl/docs/e7376f4c-4e72-4166-83ca-dff52daa6300.pdf

67

Hoffmann, H. et al, Long-Term Effectiveness of Supported Employment: 5-Year Follow-Up of a Randomized Controlled Trial, American Journal of Psychiatry, nov 2014, nr. 171(11), p.1183 – 1190.

maatschappelijke effecten hier niet zijn meegenomen. Zo kon, zoals hiervoor

uitgelegd, een eventuele vermindering in uitgaven aan uitkeringen niet meegewogen worden, terwijl de aanname billijk lijkt dat op termijn een dergelijke vermindering bereikt kan worden met IPS. Ook kan vermoed worden dat de hoeveelheid benodigde arbeidsbegeleidingstijd als belangrijke kostenpost op termijn zal verminderen. Toekomstig onderzoek is echter nodig om dergelijke aannames te staven.”

Daarnaast heeft recentelijk het Erasmus Universitair Medisch Centrum de

kosteneffectiviteit en de maatschappelijke kosten en baten van diverse interventies onderzocht. Erasmus MC heeft diverse vormen van arbeidstoeleiding voor

verschillende doelgroepen onderzocht. IPS was er daar één van. Daarbij keken de onderzoekers naar de effectiviteit van de interventies voor het vinden van werk, toename van zelfredzaamheid en het stijgen op de participatieladder, evenals de gevolgen hiervan voor de maatschappelijke lasten (uitkeringen, investeringen in interventies). De onderzoekers constateren een groot potentieel voor de interventies om mensen aan het werk te helpen en te doen stijgen op de participatieladder. De onderzoekers constateren ook dat de interventies plaatsvinden op het snijvlak van verschillende sociale domeinen en dat domeinoverstijgende samenwerking daarom nodig is om mensen met psychische problemen een zo groot mogelijke kans op participatie te gunnen.

Bij cliënten die werk vonden, leidde dit tot een geleidelijke toename aan inkomen en een daling van uitkeringskosten voor de gemeente. Ook constateren de

onderzoekers een daling in de zorgconsumptie bij één project; in dit project waren echter weinig tot geen cliënten met ernstige psychische aandoeningen betrokken. Over de effecten van IPS op de gezondheid of zorgconsumptie van mensen met ernstige psychische aandoeningen kunnen op basis van deze studie dan ook geen conclusies worden getrokken.

Het is niet duidelijk of, en zo ja hoe, er verband tussen werk en gezondheid bestaat; zijn de cliënten met een gunstiger prognose kansrijker voor een baan, leidt meer werk tot een betere gezondheid of deden beiden zich voor zonder oorzakelijk verband? In het onderzoek werden de cliënten 15 maanden gevolgd; eventuele conclusies over de duurzaamheid van de gezondheidseffecten en maatschappelijke kosten en baten zijn daarmee niet hard te maken. Uit het onderzoek blijkt dat investeringen in het ene domein kunnen leiden tot besparingen in het andere; daarom hebben de onderzoekers een substantieel deel van het project gewijd aan het onderzoek van de factoren die de samenwerking tussen gemeenten, UWV, zorgaanbieders en – verzekeraars beïnvloeden. Een aantal hiervan zullen we in hoofdstuk 7 bespreken. Voor meer informatie over het onderzoek verwijzen wij naar het rapport.68