• No results found

EENIGE MIDDELEN VAN BEHEER MET HET BEGTSWEZEN IN VEKBAND

In document BEHEER EN DEN STAAT (pagina 48-55)

Middelen van beheer

C. Militair beheer

IV. EENIGE MIDDELEN VAN BEHEER MET HET BEGTSWEZEN IN VEKBAND

a. B u r g e r l i j k e s t a n d .

In 1850 werd ingetrokken art. 6 van het besluit van 10 Mei 1849 n» 4 (Staatsblad n « ' 2 6 ) , voor zooveel daarbij, in verband met het vastgestelde bij be-E van 26 April 1847, n \ 1 {Staatsblad n". 20), werd bepaald, dat de komman-dant van het fort te Beliling (eiland Balie) bij voortduring ambtenaar van den burgerlijken stand aldaar zal zijn. ,, , ,

Ook werd bepaald dat de boeken, registers en andere besehe den, in welke voor de invoeriU van registers van den burgerlijken stand de inschrijvingen en aanteeke-ninlen van "eboorten, huwelijken en sterfgevallen in de residentie Timor werden

"eh°o uien! zullen bewaard worden bij den ambtenaar van den burgerlijken stand te Koepang, met bevoegdheid aan dezen om daarvan uittreksels te verkenen.

b. T r a n s l a t e u r s ,

In navolging van het bepaalde bij besluit van den 15den Januarij 1839, ƒ 1 1 , ten oBziTte van de translateurs voor de inlandsche talen, werd vastgesteld dat, S e k e n d van f I». Januarij 1851, met intrekking op dat tijdsüp van de bestaande tolken voor de Chinesche taal bij de raden van justitie op de drie hoofdplaatsen van Java zouden wordea in dienst gesteld plaaüdyke translateurs..voor die, taal,

^ e r g e a c h i k t aan de. residenten aldaar en met verplighng om bij de civiele en militaire rectbanken dienst te doen. . , De e t anslateurs kunnen voor vertalingen ten behoeve van particulieren in reke-ning brengen de betalingen bij het Staatsblad 1819, n'. 7 9 , vastgesteld.

c. W e e s k a m e r s .

Hierboven (sub lit. D. I. § 2) werd reeds aangeteekend welke bepaling genomen werdU tenaanzien van het vervallen verklaren aan den lande van overjarige boedels.

Aangaande die instellingen werd nog bepaald:

— 33 —

1°. dat de kosten van zegels en leges, verbonden aan verzoeken, welke door dezelve, krachtens de wet, aan den regter moeten worden gerigt, en van de daarop te verkrijgen beschikkingen, voor zooverre die kosten niet op de betrokkene per-sonen of boedels kunnen worden verhaald, uit hare fondsen bestreden zullen wor-den, met vrijlating om de niet verhaalbare uitgaven van de iaarlijksche overwinsten af te trekken (Staatsblad 1850, n°. 40);

2°. dat op de aan de weeskamers in Nederlandsch Indie vervallen nalaten-schappen van in 's Lands burgerlijke dienst overledene personen en van burgerlijke en militaire gepensionneerden, toepasselijk zal zijn de bij Koninklijk besluit van 6 Mei 1844,.n°. 6 3 , gemaakte bepaling, dat de in Indie aan die kamers vervallen militaire nalatenschappen, ƒ 250 en minder bedragende, ten gerieve der belang-hebbenden, in Nederland zullen worden uitbetaald (Koninklijk besluit de dato 24 November 1849, n°. 8 1 , (Staatsblad 1850, n°. 8);

3°. dat voortaan het beheer van de weeskamer te Amboina zal zijn opgedragen aan eenen afzonderlijken ambtenaar, onder den titel van president, bijgestaan door twee onbezoldigde leden en eenen secretaris.

Over 1850 waren de geldelijke uitkomsten der op Java gevestigde weeskamers als volgt:

Inkomsten.

Eenten op kapitalen . . . Salaris, leges enz

Uitgaven.

Eenten op kapitalen enz

Administratie-kosten enz. . . .

Meer baten

De inkomsten en uitgaven van het collegie van boedelmeesteren te Batavia, als weeskamer, bedroegen in 1850:

Eenten op kapitalen ƒ 124,674 Provisie, salaris, leges, boeten 22 011 Toegewezen belastingen 3 206

Diverse kleine dito 322 f 150,213

1850. „

Uitgaven.

Eenten op kapitalen . . . / 7 4>3 6 2

Administratie-kosten 4 8>0 8 5

T.- . . . 10,950

Diverse • ' 133,397

Winst. . . ƒ 16,816 Het fonds voor administratie en reserve bedroeg op ultimo 1850 eene som van ƒ 389,524.

d. G e v a n g e n i s s e n .

In 1850 werd voltooid het voor Serang, residentie Bantam, geprojecteerde nieuwe kettinggangers^wayer. ^ b e k r o m p e n h e i d y a n d e o u d e z00genaamde Stads-boeijen te Batavia hadden reeds sedert geruimen tijd de wenschelijkheid doen inzien eener voorzienin- in de behoefte van eene meer geschikte gevangenis voor inlanders, en werd daarom in 1847 eene som van ƒ 183,000 voor den opbouw van nieuwe localen beschikbaar gesteld, mitsgaders voor een hospitaal voor zieke gevangenen

" M S S Ü Ü ; op een open veld, in de nabijheid der oude stad Batavia was op het einde van 1849 zoo verre gevorderd, dat hetzelve op den lsten January 1850 voor een groot gedeelte is kunnen betrokken worden.

Eenige gevangenhuizen, zoo als te:

Tangerang (Batavia), Poerbolingo (Banjoemaas), Poerworedjo (Bagelen), Wonosobo (Bagelen), Temangoeng (Kadoe), Soerakarta,

Demak (Samarang), Koedoes (Japara), Toeban (Kembang), Soerabaija, , Passaroean,

Malang (Passaroean), Palembang,

Amboina (Molukken),

werden verbeterd en uitgebreid, of daarvoor in 1850 de noodige gelden beschik-T n ^ L a n d s gevangenis te Batavia werd eene proef bevolen met het aanmaken van inlandsche kledingstukken, benoodigd voor de tot dwangarbeid veroordeelden.

E . E e r e d i e n s t .

I . PEOTESTANTSCHE.

Naar aanleiding van het Koninklijk besluit van 3 Augustus 1849 n°. 64 (In-disch Staatsblad n°. 58), bij hetwelk verordeningen werden daargesteld ten aanzien

— 35 —

van het aantal, de bezoldiging en de regeling van standplaatsen der predikanten in Nederlandsen Indie (omschreven in het voorgaande verslag); werd in 1850 bepaald:

a. dat te Batavia voorloopig drie predikanten, ieder op eene jaarwedde van ƒ 6000, zullen dienst doen, met verdere bepaling, dat bijaldien binnen den tijd van één jaar geene vereeniging tusschen de Evangelisch-Luthersche en Hervormde gemeente aldaar tot stand gekomen mögt zijn, de benoeming van een vierden pre-dikant niet langer van die vereeniging zou worden afhankelijk gemaakt;

dat voorts zullen gevestigd zijn : te Samarang:

een predikant op eéne jaarwedde van ƒ 6000 en een op ƒ 4800;

te Soerabaija:

een predikant op eene jaarwedde van ƒ 6000 en een op ƒ 4800;

te Tagal:

een predikant op eene jaarwedde van ƒ 4800;

te Soerakarta:

een predikant op eene jaarwedde van ƒ 4800 ; te Passaroean:

een predikant op eene jaarwedde van ƒ 4800;

te Amboina:

v twee predikanten, ieder op eene jaarwedde van ƒ 4800;

te Saparoea:

een predikant op eene jaarwedde van ƒ 3600 ; te Hiela:

een predikant op ƒ 3600;

te Banda: een op ƒ 4800;

„ Macassar: een op ƒ 4800;

„ Padang: een op ƒ 4800;

„ Biouw: een reizend predikant op ƒ 3600;

en voor Borneo en Benkoelen een reizend predikant o p / 3600 'sjaars, met bepaling dat deze laatste te Batavia zal resideren;

l. dat zal zijn opgedragen:

aan de 'predikanten te Batavia, om maandelijks de gemeente in de adsistent-residentie Buitenzorg te bezoeken, en twee maal 's jaars de adsistent-residentien Bantam , Preanger Begentschappen en de adsistent-residentie Krawang;

aan den predikant te Tagal om iedere maand de dienst te vervullen, eenmaal in de residentie Cheribon en eenmaal in de residentie Pekalongan ;

aan de predikanten te Samarang, tweemaal 'sjaars de bediening der residentien Banjoemaas, Bagelen, Kadoe en Japara;

aan den predikant te Soerakarta, eenmaal 's maands de bediening van Djokjo-karta en tweemaal 's jaars de bediening van de residentie Madioen en de adsistent-residentie Patjitan;

aan de predikanten te Soerabaija, de bediening van Grissee eenmaal 's maands ; en van de residentien Kembang, Kedirie en het eiland Madura tweemaal 'sjaars, aan den predikant te Passaroean de bediening van de residentie Bezoekie en de adsistent-residentie Banjoewangie tweemaal 'sjaars;

aan de predikanten te Amboina, de bediening der Christen-gemeenten onder die afdeeling behoorende; . . .

,-aan den predikant van Saparoea, de bediming der Christen-gemeente tot die

afaTnindgen \Saat 'van Hiela, de bediening van de Christen-gemeenten van die

afdaeaen'den predikant te Banda, de bediening van de gemeente dier residentie,;

aan den predikant van Macassar, de bediening der gemeente tot het gouver-nement van Celebes en onderhoorigheden behoorende;

aan den predikant van Padang de bediening van Sumatras Westkust;

aan den reizenden predikant van Kiouw, de bediening van Banka en Palembang tweemaal 'sjaars, met bepaling, dat hij, tot dat einde, het kosteloos gebruik zal hebben tot Muntok, van de passerende gouvernements-paketstoomboot van en naar

SlaganP°eenen reizenden predikant, telkens daartoe aan te wijzen door het kerkbe-stuur, de bediening van de gemeente op Borneo en Benkoelen. _

Aan de predikanten werd voorts vrije woning of eene mdemnrteu voor huishuur toegekend, met de bevoegdheid om de gewone reis- en verblijfkosten vastgesteld bij°het Staatsblad 1828, n°. 25, in rekening te brengen

Door vrijwillige bijdragen van de gemeente was de kerkeraad te Soerabaija m staat gesteld tot den aankoop van een kerkorgel. Uit 's Lands kas werd eene soms van / 600 beschikbaar gesteld ter bezoldiging van eenen organist.

I I . KOOM3CH-KATHOLIEKE.

Aan het Roomsch-katholiek kerkhoofd te Batavia werd toegestaan eene kerkelijke reis te ondernemen naar Samarang en Soerabaija, benevens het fort Eriprins m de residentie Passaroean.

Gelijke reizen werden, na bekomene toestemming, ondernomen:__

door den Koomsch-katholieken pastoor te Soerabaija, in de Soerabaijasche atdeelmg;

door den onder-pastoor te Batavia, in de Bataviasche afdeelmg;

door den pastoor te Samarang, in de 2de afdeeling, en door den pastoor te Batavia, naar Benkoelen.

H t MOHAMMEDAANSCHE

Geene organieke verandering en geene meldenswaardige bijzonderheden vallen hieromtrent op te teekenen. Ook in 1850 gaf de uitoefening dezer eeredienst

geene aanleiding tot klagten. . Te Bandong werd voor 's Gouvernements rekening eene Mohammedaansehe kerk

(misdiied) opgerigt. . 1 . ,

De resident van Palembang betoogde de wenschelnkheid om aan den hoogbe-jaarden hoogepriester aldaar, Pangeran Nata Agama, iemand toe te wegen die

hem in zijne werkzaamheden kon bijstaan, en eventueel kon opvolgen. Dienvolgens werd een tweede hoogepriester ter genoemde plaatse aangesteld.

Gedurende 1850 zijn van Java en Madura 69 personen naar Mekka ter bede-vaart vertrokken en 209 personen van daar op die eilanden teruggekeerd.

37 —

F. Instellingen van liefdadigheid.

In of door liefdadige instellingen worden verpleegd of bedeeld :

P L A A T S E N .

Batavia.

I n het Parapatten-weeshuis

„ „ Diakonie-armenhuis.

„ „ Chinesehe hospitaal Door den Prot, kerkeraad.

„ „ Koomseh-kathol.

Door de oomm. tot onder-steuning van behoeftige Christenen

Samarang.

I n het Protest, weeshuis .

„ „ E.-katholieke weesh.

„ „ Oudemannen-huis .

„ „ Chinesche hospitaal.

„ „ Bedelaars-gesticht . Door den Prot, kerkeraad.

„ „ Eoomsch-kathol.

Door de comm. tot onder-steuning van behoeftige

Soeraiaija.

I n het Diakonie-weeshuis .

„ „ Bedelaars-gesticht . Door den Prot, kerkeraad.

„ „ Eoomsch-kathol.

kerkeraad

Door de comm. tot onder-steuning van behoeftige

G E D U E E N D E 1850.

OP ULTIMO 1850.

CHRISTENEN.

— 38 —

Gedurende het jaar 1850 zijn uit 's Lands kas betaald:

6,000

aan het Parapattan-weeshuis ƒ

„ de commissie tot ondersteuning van behoeftige Christenen te

Batavia. 1 9'0 4 ,°

„ idem te Soerabaija 7>4 0 0

„ idem te Samarang en het bedelaarsgesticht aldaar . . . . 3,500

„ uitgaven voor onderhoud van kinderen in de Protestantsche en "Poomsch-katholieke weeshuizen te Samarang, wegens trac-tement van het personeel dier beide instellingen en brj het oudemannenhuis aldaar, en verpleegkosten in dat gesticht, mitsgaders voor onderhoud van leprozen te Amboina, Banda,

Ternate en Menado, te zamen 39,602 en aan materiele verstrekkingen voor eene som van. . . . 2,183

aan het armbestuur te Amboina 2,000

„ tegemoetkomingen voor onderscheidene personen (Europea-nen enz.)

„ noodlijdenden onder de inlandsche bevolking in de residentie

Japara 1 0'0 0 0

in de residentie Samarang

„ „ „ Tagal

6,621

19,903

te zamen . . . ƒ 142,749

ongerekend eenige andere uitgaven, ten bedrage van ƒ 17,400, die mede tot lief-dadige en daarmede gelijkgestelde einden zijn besteed geworden.

Het fonds van het Chinesche hospitaal te Samarang bedroeg onder

ultimo December 1849 ƒ 80,495.22 en de inkomsten gedurende 1850:

aan interesten op uitgezette kapitalen ƒ 4,064.84 leo-es voor verleende trouwbewijzen en licentien tot

begraven 3,360.00

„ legaten • 7 6-0 0

ƒ 7,500.84

De lasten bedroegen daarentegen:

aan bijdragen voor het bedelaarsgesticht. . ƒ 3,000.00

„ diverse 3,966.47 5,966.47

meer baten dan lasten 1,534.37

Weshalve het fonds onder ultimo December 1850 bedroeg . . . ƒ 82,029.59

— 39 —

In document BEHEER EN DEN STAAT (pagina 48-55)