• No results found

Een regering-Mussert?

In document 1939-1945 D E E L (pagina 38-44)

Dat Mussert er in de herfst van '42 op aandrong, hem een regering te laten vormen, mag ons niet verbazen - verbazingwekkend is eigenlijk alleen dat Seyss-Inquart die zich terdege bewust was dat de N S B slechts een minieme

en gehate minderheid vormde, aan dat denkbeeld voldoende gewicht hechtte om het persoonlijk aan Hitler te gaan voorleggen. W ij komen hier aanstonds op terug.

W at Mussert betreft, willen wij er aan herinneren dat deze reeds in zijn eerste contacten met Duitsers na de meidagen van '40 verzocht had, N S B ’ers de leiding van bepaalde departementen te geven. In de zomer van '40 was hij een stap verder gegaan. In juli was mr. J. H. Carp, afdelingschef van de pro­ vinciale griffie in Zuid-Holland, lid van de N S B geworden; deze had Mussert er op gewezen dat art. 38 van de Grondwet bepaalde dat ‘ingeval de koning buiten staat geraakt, de regering waar te nemen’ , het koninklijk gezag ‘mede aan een regent opgedragen’ werd en dat het, aldus artikel 46, zolang die regent ontbrak, door de Raad van State waargenomen werd. Welnu, aldus Carp (en Mussert nam zijn betoog over): als Seyss-Inquart, gebruik makend van zijn benoemingsbevoegdheden, de zittende leden van de Raad van State door N S B ’ers verving, dan zou de nieuwe Raad Mussert tot regent kunnen benoemen en deze zou vervolgens een nieuwe regering kunnen samenstellen. Medio augustus '40 had Seyss-Inquart, toen nog ho­ pend dat de samenwerking met Duitsland een veel breder basis zou kunnen krijgen dan alleen maar de N S B , het denkbeeld van Carp-Mussert van de hand gewezen: het was hem, zo noteerde Mussert, ‘te ingrijpend’1 - maar de leider van de N S B had er geen afstand van gedaan: Carp en prof. mr. J. }. Schrieke, de latere secretaris-generaal van justitie, had hij in de herfst zelfs een gloednieuwe Grondwet laten opstellen die hij als regent o f als regerings­ leider zou kunnen gaan toepassen. N a Seyss-Inquart had Hitler, toen hij eind september '40 Musserts betuiging van onvoorwaardelijke trouw in ontvangst nam, een domper gezet op al die eerzuchtige verwachtingen: de N S B moest eerst maar eens tonen dat zij een aanzienlijk deel van het Neder­ landse volk achter zich kon krijgen; Musserts denkbeeld dat er een ‘Bond van Germaanse volken’ diende te komen, had Hitler al evenmin aanvaard. Geen wonder! Hitler voelde niets voor een ‘Bond’ waarvan de samenstel­ lende delen een ruime mate van zelfstandigheid zouden behouden; zijn denkbeelden gingen veeleer in de richting dat het ‘Germaanse’ Nederland na Duitslands overwinning op dezelfde wijze in het Grossdeutsche Reich opgenomen moest worden als in '38 met Oostenrijk het geval was geweest. Dat laatste had Hitler ook vrij duidelijk te verstaan gegeven toen hij Mussert in december '41 opnieuw ontving ter gelegenheid van diens eedsaflegging op hem als ‘germanischer Führer, maar o f de vergelijking met Oostenrijk die Hitler bij die gelegenheid gemaakt had, in voldoende mate tot Mussert

D E C E M B E R ’4 2 - F E B R U A R I '43

M U SS ERT S P L A N N E N

doorgedrongen was, betwijfelen wij. Mussert was zich, eigenhjk geheel ongegrond, blijven vastklampen aan zijn vertrouwen dat Hitler nimmer iets zou eisen, ‘dat in strijd zou zijn met de eer, de waardigheid o f de belangen van het Nederlandse volk’ - zo had Mussert het in de verklaring die hij vóór de eedsaflegging voorlas, geformuleerd.

Begin '42 was Mussert een stap verder gegaan. Enerzijds was zijn bezorgd­ heid gegroeid over de toenemende invloed van de SS-richting die er openlijk voor uitkwam dat Nederland in het toekomstige Grossgermanische Reich (of in ‘das Reich’ tout court) diende op te gaan, anderzijds was hij zich steeds sterker gaan ergeren aan de mate waarin Duitsers, via de ‘Arisering’ en anderszins, dominerende posities in het Nederlandse bedrijfsleven trachtten te veroveren; het een zowel als het ander maakte het volgens hem wenseHjk dat hij, de leider van de N S B , de macht in handen kreeg. Notabene: in bezet N oor­ wegen was de leider van Nasjonal Samling, Quisling, per 1 februari '42 ‘minister-president’ geworden - waarom mocht hij, Mussert, dan niet een regering vormen in bezet Nederland? In maart had hij zijn plan tot omvor­ ming van de Raad van State opnieuw aan Seyss-Inquart voorgelegd en in diezelfde maand had hij jegens Rauter een nieuwe troef uitgespeeld: als regeringsleider zou hij tien lichtingen oproepen voor de strijd aan het Oostelijk front; Hitler zou, zo had hij becijferd, daar de beschikking kunnen krijgen over dertig Nederlandse divisies.

In mei '42 kwam het tot de beëdiging van de Nederlandse SS op Hitler, in juni tot Musserts tegenzet: de beëdiging van het NSB-kader op hemzelf. Hij had zich in die tijd zo aggressief tegenover de SS-denkbeelden opge­ steld (intem had hij betoogd dat wie voortaan nog de term ‘Grootgermaans R ijk ’ in de mond nam, uit de N S B geroyeerd moest worden), dat hij Himmlers gunst definitief verspeeld had. ‘Ich muss sagen’ , had de machtige

Reichsfiihrer-SS op 24 juni aan Rauter geschreven, ‘dass ich . . . mit Herrn Mussert persönlich innerlich fertig bin.’1

Het zal niet zoveel later geweest zijn dat Mussert, aan het denkbeeld vast­ houdend dat hij er recht op had, Nederlands staatshoofd te worden2, tot het besluit kwam, zijn offensief tegen de

55

met kracht voort te zetten. Wellicht in overleg met Getieralkommissar Schmidt (die hij nog steeds als zijn grote

1 Brief, 24 juni 1942, van Himmler aan Rauter (BD C, 613). 2 Misschien in de zomer van '42, misschien iets later stelde Mussert een ‘vlagwet’ op, krachtens welke alle ingezetenen verplicht zouden zijn, te vlaggen o.m. op ‘de vegaardag van de

Führer aller Germanen (20 april)’ en op ‘de verjaardag van de . . . (11 mei)’, n mei was zijn eigen verjaardag; zijn titel liet hij dus open. Voorts ontwierp hij een besluit waarbij een ‘Orde van de Dietse Leeuw’ ingesteld werd. (NSB, 44 d)

D E C E M B E R ' 4 2 - F E B R U A R I '43

beschermer beschouwde) vroeg hij een gesprek met Hitler aan en toen hem, vermoedelijk door Seyss-Inquart, gevraagd werd op grond waarvan hij dat nieuwe contact begeerde, schreef hij op 20 juli (op dat moment rukten de Duitse legers snel in de richting van Stalingrad op) een memorandum waarin hij zijn redenen opgaf. Voorts besloot hij zijn volgelingen nader in te lichten; dat kon geschieden in een toespraak die hij op 30 juli zou houden in de pas geopende z.g. Vormingsschool der N S B op het Hagespraakterrein te Lunte- ren - de tekst kon dan in Volk en Vaderland gepubliceerd worden.

In het memorandum1 stelde Mussert voor, dat hij ‘ Staatsoberhaupt’ zou worden; dat kon op een wijze die hij ‘einfach und legal’ noemde: via een nieuwe R aad van State; die raad zou hem tot regent benoemen, vervolgens zou hij ‘als Leiter des Staates’ ‘eine verantwortliche Regierung’ vormen, ‘der

richtige Augenblick’ (hij had haast) ‘könnte sein: Sonnabend der 5. September’ .2

Mussert verzocht Hitler ook, ‘den als Feindvermögen beschlagnahmten könig-

lichen Bezitz dem neuen Staatsoberhaupt zur Verfügung zu stellen.’

W aarom dit alles ? Het was nodig, schreef Mussert, ‘sowohl für den inner-

lichen Aufbau von Volk und Staat, wie für die Einschaltung in die germanische Ordnung.’ Met dat laatste bedoelde Mussert bepaald niet een ‘ordening’ zoals

die door de S S gepredikt werd - integendeel: hij moest het binnen Neder­ land voor het zeggen krijgen (‘Der Leider des Niederlandischen Volkes tragt die

volle Verantwortung für das Volk und den Staat, somitfür alle inneren Angelegen- heiten’) - de Reichskommissar zou verbindingsfiguur worden tussen de bezet­

tende macht en Nederland en zich met de ‘Germanische Angelegenheiten’ bezighouden, zoals: ‘ 1. Die Vorbereitung des Germanischen (bedoeld zal wel zijn: niederlandischen) ‘Anteiles an der zukünftigen Germanischen Wehrmacht; 2.

Die Einschaltung der niederlandischen Wirtschaft in dem europaischen Raume; 3. Die weitere Entwicklung der Niederlandischen S S, als Teil des Ordens der Germanischen S S ’ (en nu volgde een aanval op Himmler en R au ter:) ‘unter Aus- schaltung aller Tendenzen, die diesen Orden zu einem Staat im Staat machen wollen mit einer eigenen Politik; 4. Die Förderung der briiderlichen und kamerad- schaftlichen Zusammenarbeit der N S B mit der N S D A P ’, (aanval op de Duitse

1 Tekst: a.v., 20 b. 2 Waarom Mussert juist die datum noemde, is niet duidelijk. Hij heeft er wel waarde aan gehecht - althans, hij informeerde kort tevoren bij Carp ‘of de met een oog op een machtsovememing onverwijld noodzakelijke regelingen in ontwerp reeds gereed (waren).’ Carp stelde hem gerust en berichtte tevens ‘dat de voorbereiding der Secretarie van Staat’ (kennelijk bedoeld als verbindingsbureau tussen ‘regent’ Mussert en zijn ‘ministers’) eigenlijk eerst effectief ter hand genomen kon worden ‘tijdens de tussenregering van de Raad van State.’ (brief, 3 sept. 1942, vanj. H. Carp aan Mussert, a.v., 20 i)

IN V O E R IN G VAN DE D I E N S T P L I C H T

!

‘rovers’ :) ‘mit Ausschluss aller Tendenzen, die nach ex-territorialen Rechten der

Deutschen in den Niederlanden hinzielen.’

Aldus Mussert verlangens. W at bood hij in zijn memorandum aan? Voor de strijd aan het Oostelijk front een Nederlands militair contingent, dat ‘der Starke des Niederlandischen Volkes entspricht’, voor de z.g. Oostinzet de complete Nederlandse Arbeidsdienst, voorts boeren en agrarische jonge­ ren voor de landbouw in het oosten en tenslotte complete fabrieksinstallaties (‘z .B . ein Traktorenwerk, Flugzeugfabrik’). Maar dit alles kon slechts verwezen­ lijkt worden ‘unter der Fiihrung einer Niederlandischen Regierung, die die Macht

hat um die nötigen Massnahmen zu treffen’ (buiging voor Hitlers oppergezag:) ‘nach den von dem Führer bestimmten Richtlinien.’

Tien dagen na de ondertekening van dit memorandum sprak Mussert te Lunteren.1 Hij bepleitte er opnieuw de vorming van een ‘Germaanse Staten­ bond’ en sprak zich in dat kader fel tegen alle Duitse imperialisme uit:

‘Wanneer het Duitse volk, dat op dit ogenblik alleen reeds veel sterker is dan de andere Germaanse volkeren, nl. de Nederlanders en de Scandinavische volkeren tezamen, het in zijn hoofd zou halen om deze andere Germaanse volkeren te onderdrukken en te beheersen, dan staat voor mij vast dat al heeft het de oorlog gewonnen, het onherroepelijk de vrede zou verliezen. De geannexeerde Ger­ maanse volkeren zullen kankerplekken worden in het Germaanse lichaam en daaraan zal het geheel op een kritiek tijdstip te gronde gaan.’

Van ‘één groot Duits R ijk ’ , zei Mussert, spraken slechts ‘de Duitse impe­ rialisten en hun gehuurde en betaalde krachten in de andere landen . . . En nu laat ik nog terzijde het misbruiken van bijbelteksten als ‘U w Koninkrijk kome’ voor de zaak van de staatkundige samenwerking der Germaanse vol­ keren.’ ‘Men moet’, betoogde hij,

‘van ieder politiek inzicht verstoken zijn o f opzettelijk, zoals de Engelsen sinds jaren doen, wantrouwen en haat zaaien tussen de Germaanse volken van het continent om een theorie te verkondigen die daarop neerkomt dat de Germaanse volkeren heim ins Reich moeten. Wie daarover spreekt, kan beter direct voor de Engelse radio gaan staan.’

Daarop volgde een aanval op de ‘Duitse en Nederlandse kapitalisten’ die elkaar gevonden hadden in de ongeordende kolonisatie in het oosten, d.w.z. in één die niet gericht was op de vorming van een afgerond Nederlands gebied:

‘Zo zijn er lieden die er op zinnen, het Nederlandse volk zo arm mogelijk te maken, en zoveel mogelijk werkloos, dan moeten hier wervingsbureaus worden opgericht om koelies te werven voor de Oostgebieden. Dezulken zijn natuurlijk vijanden van ons volk en vijanden van de Germaanse samenwerking. Iedere Nederlander en iedere nationaal-socialist moet hen als zodanig behandelen.’

Er moest, betoogde Mussert, in Nederland een ‘regering’ komen. Haar eerste taak zou zijn, enkele honderdduizenden Nederlanders voor de mili­ taire dienst op te roepen:

‘Behalve in het westen moet de wacht voor Europa worden betrokken in het oosten. Ook daarin zal het Nederlandse volk zijn deel hebben te dragen. Het Nederlandse contingent zal in verhouding tot het Duitse de sterkte moeten hebben zoals overeenkomt met de verhouding tussen de volksaantallen. De nieuwe Nederlandse regering heeft de plicht, de maatregelen te nemen die daartoe zo spoedig mogelijk leiden.’

Bij de verdediging van Europa zouden de Nederlanders, zo zette Mussert uiteen, vooral ter zee een belangrijke rol kunnen spelen. Hij bracht hulde aan ‘de helden’ die in de Slag in de Javazee hun leven geofferd hadden.

W el - de leider der N S B had van zijn hart geen moordkuil gemaakt. Het

Reichskommissariat greep dan ook in: de pers mocht geen woord over de

toespraak berichten en er werd Mussert verboden, de tekst in het nummer van Volk en Vaderland op te nemen dat op vrijdag 7 augustus zou verschijnen. Bij dat verbod legde Mussert zich niet neer: ongehoord achtte hij het dat hij, ter voorlichting van zijn leden, in het weekblad van de N S B niet de denk­ beelden zou mogen opnemen die hij aan het kader uiteengezet had! Een wekenlang touwtrekken volgde. Tenslotte gaf Seyss-Inquart verlof voor de publikatie van de tekst maar daaruit werden enkele van de belangrijkste passages geschrapt, o.m. die over het ‘verliezen van de vrede’, over de ‘gehuurde en betaalde krachten’ en het misbruik van bijbelteksten - en ook de zinsneden over de Slag in de Javazee konden, gegeven de Japanse gevoe­ ligheden, geen genade vinden in de ogen van het Reichskommissariat. In het nummer van Volk en Vaderland van vrijdag 2 1 augustus werd de gekuiste tekst van Musserts toespraak gepubliceerd.

D e Reichskomitiissar droeg er zorg voor, dat de N S B ’ers niet in het onge­ wisse bleven omtrent het standpunt van de bezetter. Dat werd door General-

kotnmissar Schmidt uiteengezet in een vergadering te Amsterdam op zater­

dag de 22ste.1

1 Verslag: Deutsche Zeitung in den Niederlanden, 23 aug. 1942.

D E C E M B E R '4 2 —FE B R U A R I '43

In document 1939-1945 D E E L (pagina 38-44)