• No results found

1.1 Algemeen

Aan de Vrije Universiteit Brussel kan je de educatieve master volgen. Je wordt dan leraar via een masteropleiding. Met dit diploma kan je lesgeven in één of meerdere vakken in de tweede en/of derde graad van het secundair onderwijs. Daarnaast kan je ook in het deeltijds kunstonderwijs, het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs terecht.

Je kan de educatieve master op verschillende manieren volgen:

• In je bachelor kan je kennismaken via keuzevakken door een educatief pakket (15 ECTS) te volgen;

• Indien je een academische bachelor op zak hebt, of als je na een professionele bachelor een schakelprogramma hebt gevolgd, kan je kiezen voor een geïntegreerde educatieve master (90 of 120 ECTS, afhankelijk van de gekozen master). Je wordt dan gevormd als master in een traject dat je bekwaamt in leraarschap én in je vakdomein;

• Als je al beschikt over een (domein)master, kan je de verkorte educatieve master volgen (60 ECTS);

• Ben je reeds als leraar aan de slag, dan kom je in aanmerking om het traject Leraar-in-Opleiding (LIO) te volgen (60 ECTS).

Volgende educatieve masteropleidingen kunnen aan de Vrije Universiteit Brussel gevolgd worden:

• Educatieve Master Cultuurwetenschappen;

• Educatieve Master Maatschappijwetenschappen;

• Educatieve Master Economie;

• Educatieve Master Lichamelijke Opvoeding;

• Educatieve Master Wetenschappen en Technologie;

• Educatieve Master Gedragswetenschappen;

• Educatieve Master Talen;

• Educatieve Master Gezondheidswetenschappen.

De opleiding wordt op vier campussen aangeboden:

• Campus Etterbeek: geïntegreerde educatieve master, verkorte educatieve master, Leraar-in-Opleiding (LIO)-traject;

• Campus Anderlecht: verkorte educatieve master, LIO-traject;

• Campus Diest: verkorte educatieve master, LIO-traject;

• Campus Leuven: verkorte educatieve master, LIO-traject.

1.2 Visie en opbouw programma

Het programma van de lerarenopleiding is opgebouwd volgens een raamwerk van zes leerlijnen die de logische en continue opbouw doorheen de opleiding garanderen.

Component leraarschap

Praktijk (30 ECTS) Leerlijn Beroepspraktijk (stage)

Leerlijn Reflecterend en Onderzoekend Handelen

De opleiding bestaat uit 60 studiepunten (ECTS) leraarschap, waarvan er 30 studiepunten aan praktijk worden besteed. De doelen en inhouden zijn over de leerlijnen heen afgestemd en staan zo veel mogelijk in functie van de leerlijn Beroepspraktijk. Zo krijg je ondersteunende kaders en activiteiten aangereikt die je meteen kan toepassen in jouw klaspraktijk.

1.3 Het LIO-traject

Zoals decretaal bepaald, kunnen masters die reeds in het secundair onderwijs, het deeltijds kunstonderwijs, het buitengewoon secundair onderwijs, basiseducatie of het volwassenenonderwijs tewerkgesteld zijn in aanmerking komen om de lerarenopleiding te volgen in een apart traject, namelijk het LIO-traject. Als student in een LIO-traject telt je lesopdracht op je school van tewerkstelling (LIO-baan) mee als stage. 

Je komt in aanmerking voor het LIO-statuut als je op jaarbasis een lesopdracht hebt van minstens 200 uur.

Afhankelijk van de omvang van je lesopdracht en het onderwijsniveau en de vakken waarin je lesgeeft kan je lesopdracht ingezet worden voor maximaal 27 ECTS-credits (inservicetraining). Je lesopdracht kan voor 27 studiepunten praktijk1 worden ingezet op voorwaarde dat je binnen je lesopdracht van minstens 500 leraarsuren op jaarbasis:

• minstens 150u in de 2de en/ of 3de graad van het secundair onderwijs presteert;

• én minimaal 125u opdracht hebt binnen de vakken waarvoor je een vereiste bekwaamheid verwerft, dus gelinkt aan de opgenomen vakdidactiek(en).

Voldoe je als student met een LIO-statuut niet aan deze voorwaarden, zal je extra uren stage (preservicetraining) opgelegd krijgen.

Geef je minder dan 200u les in een onderwijsvak dat aansluit bij je opgenomen vakdidactiek, dan kan je stagevermindering aanvragen, a rato van de grootte en invulling van jouw lesopdracht. Je dient daartoe voor aanvang van je opdracht contact op te nemen met de betrokken stagebegeleiders en de

studietrajectbegeleiders (stbmilo@vub.be).

Een LIO-statuut of stagevermindering kan je pas verkrijgen na aanvraag en goedkeuring (zie 1.4).

Compensatie voor stage (LIO-statuut of stagevermindering) kan uitsluitend verkregen worden op basis van lopende of toekomstige lesopdrachten. Eerder gepresteerde leraarsuren kunnen niet verrekend worden.

Studenten in het LIO-traject volgen hetzelfde programma als reguliere studenten in de verkorte educatieve master, maar ze zetten hun eigen lesopdracht in als praktijk/ stage. Je volgt dus de theorie /

ondersteunende inhouden uit de leerlijnen Pedagogiek en didactiek, Vakdidactiek en Visie samen met de studenten uit het reguliere traject. De praktijkcomponent (27 ECTS) van de opleiding ziet er voor jou wel anders uit:

• de leerlijn beroepspraktijk: je zet je lesopdracht in als stage (al dan niet aangevuld met extra stage-uren). De school waarin je aangesteld bent en de stagebegeleiders van onze opleiding begeleiden je samen. In 2.6 wordt beschreven hoe je je onderwijspraktijk (LIO-baan) kan inzetten voor elk van de opleidingsonderdelen met stage.

• de leerlijn reflecterend en onderzoekend handelen: in reflectiegroepen reflecteer je op je eigen onderwijspraktijk (LIO-baan).

1 De 3 resterende ECTS praktijk maken deel uit van de masterproef, die praktijkgericht van aard is – deze ECTS kunnen niet gepresteerd worden binnen de LIO-baan.

1.4 Een LIO-statuut aanvragen

Je dient je LIO-statuut bij voorkeur voor de start van het academiejaar/ semester, aan te vragen via de studietrajectbegeleiders van de opleiding (stbmilo@vub.be). Zij zullen je toeleiden naar een online formulier waarmee je je aanvraag kan formaliseren. Zij zullen vervolgens (1) je dossier screenen op basis van onderstaande criteria, (2) zo nodig extra informatie opvragen, (3) hun voorstel voor beslissing

voorleggen en laten goedkeuren door de verantwoordelijke van het LIO-traject (Prof. dr. Els Consuegra) en (4) je informeren of je al dan niet het LIO-statuut hebt toegekend gekregen en of je bijkomend stage-uren moet presteren.

Elke wijziging in je lesopdracht dien je meteen te melden aan de studietrajectbegeleiders. Elk semester wordt immers nagegaan of je nog steeds in aanmerking komt voor het LIO-statuut op basis van je lesopdracht voor dat semester.

Dossiers worden als volgt gescreend:

• Er wordt eerst nagegaan of je recht hebt op een LIO-statuut. Daarvoor wordt volgende beslisboom gehanteerd:

Bij de toekenning van het LIO-statuut wordt telkens met volgende rekening gehouden:

• Het absolute minimim voor een LIO-traject met volledige vervanging van stages door de eigen onderwijspraktijk is een opdracht 13 lesuren per week in een regulier schooljaar.

• Het absolute minimim voor een LIO light-traject met gedeeltelijke vervanging van stages door de eigen onderwijspraktijk is een opdracht van 5 lesuren per week in een regulier schooljaar.

• Onder lesopdracht worden ‘uren leraar’ verstaan. Ze kunnen gepresteerd worden in het secundair onderwijs, basisonderwijs, volwassenenonderwijs, deeltijds kunstonderwijs, in het formele onderwijs van de Franstalige gemeenschap, in internationale scholen, in een

hogeschool of universiteit (uitsluitend contacturen binnen werk- of hoorcolleges). Uren als zorgcoördinator, leerlingbegeleider, directeur of administratief medewerker in een school kunnen niet meegerekend worden als ‘uren leraar’.

Volgende opdrachten gelden niet als lesopdracht: trainer of coach in een bedrijf, tutor via een platform, educatief medewerker in een culturele instelling, jeugdwerk …

• Het kan zijn dat je slechts een lesopdracht voor één semester hebt. Als je op semesterbasis een equivalent aantal uren presteert kan je tijdelijk tot het LIO-traject worden toegelaten. Na het eerste semester zal dan nagegaan worden of je LIO-baan hernieuwd of verlengd werd en je je traject als LIO-student kan verderzetten.

• Als je het LIO-statuut krijgt toegekend, wordt bepaald of je extra stage-uren moet presteren.

Daarvoor wordt volgende beslisboom gehanteerd:

Bij de bepaling van de extra stage-uren wordt met volgende rekening gehouden:

o Het absolute minimim om geen extra stage te lopen in de 2de en/ of 3de graad secundair onderwijs is een opdracht van 4 lesuren per week in een regulier schooljaar.

o Het absolute minimim om geen extra stage te lopen voor een vakdidactiek is een opdracht van 3 lesuren per week in een regulier schooljaar.

o Om te bepalen of een onderwijsvak aansluit bij de gevolgde vakdidactiek wordt gebruik gemaakt van de lijst met bekwaamheidsbewijzen van de Vlaamse overheid. Voor lesopdrachten waarvoor geen bekwaamsheidsbewijzen zijn vastgelegd (vb. hoger onderwijs) wordt een inhoudelijke afweging gemaakt.

o Indien je extra stage moet doen in de 2de en/of 3de graad van het secundair onderwijs voor één of beide vakdidactiek(en), kan je beide extra stages combineren.

Bijvoorbeeld: je volgt in de opleiding de vakdidactieken Nederlands en Engels en je geeft voltijds Nederlands in een CVO. Je dient als LIO-student 12 lesuren extra stage te doen in de 2de en/ of 3de graad van het secundair onderwijs én 10 lesuren extra stage in vakdidactiek Engels. Je kan beide extra stages combineren door 12 lesuren Engels te geven in de 2de en/of 3de graad van het secundair onderwijs.