• No results found

E EN ARENAMODEL VAN ONTWIKKELING VAN ARCHITECTUREN

2.2 ‘Ketens’ en ‘architecturen’ gedefinieerd

3. E EN ARENAMODEL VAN ONTWIKKELING VAN ARCHITECTUREN

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk zullen de verschillende theoretische inzichten, zoals die in het vorige hoofdstuk uiteen zijn gezet, aan elkaar worden verbonden. Hiertoe passeren in §3.2 de belangrijkste inzichten uit het vorige hoofdstuk nog eens de revue, worden deze inzichten in §3.3 aan elkaar gerelateerd, en wordt in §3.4 het door ons gehanteerde model uiteengezet en toegelicht.

3.2 Recapitulatie van inzichten

In het vorige hoofdstuk hebben we een aantal theoretische inzichten van toepassing verklaard op de ontwikkeling van architecturen in ketens. Deze kunnen in de volgende vijf punten worden geformuleerd:

1. We hebben een keten opgevat als een verzameling van autonome maar ook onderling afhankelijke schakels, dat wil zeggen paren van organisaties en de relatie daartussen.

2. Het organiseren van de elektronische uitwisseling van informatie binnen en tussen de schakels is een coördinatieopgave, die wordt ingevuld door ontwikkeling van architecturen. Dit zijn stelsels van afspraken, gericht op integratie van vormgeving aan technologie en samenwerking.

3. Om te begrijpen hoe transactiekosten in ketens kunnen worden gereduceerd, is het van belang te begrijpen hoe architecturen in ketens worden ontwikkeld, dus:

hoe dat stelsel van afspraken tot stand komt.

4. Om dit te begrijpen, is het belangrijk om te begrijpen hoe coördinatie tussen onderling afhankelijke organisaties in zijn werk gaat. Hiervoor hebben wij drie modellen naar voren geschoven:

a) het rationaliteitenmodel; politiek-bestuurlijke, economische, juridische en technologische rationaliteiten werken door in onderhandelingen. Deze rationaliteiten zijn onderling in spanning, en de opgave is om vorm te geven aan afspraken die ieder van de rationaliteiten accommoderen.

b) het afhankelijkheidsmodel; hierbij wordt coördinatie beïnvloed door een viertal mogelijke motieven, te weten een economisch motief, een politiek motief, een institutioneel motief cq. een sociaal-psychologisch motief. Vanuit ieder van die motieven wordt coördinatie anders benaderd, namelijk als reductie van transactiekosten, als vaststellen van de machtsbalans in een netwerk, op legitimiteit of op reductie van dubbelzinnigheid.

c) het enactmentmodel; bij ketensamenwerking en technologieontwikkeling betrokken stakeholders hebben ervaringen met technologie, en ze hebben verwachtingen ervan.

Deze komen tot uiting in referentiekaders, die in interacties met andere stakeholders worden gearticuleerd en bijgesteld. Er treedt een bepaalde mate van congruentie tussen de referentiekaders op, waarvan een architectuur een reflectie is.

5. Dit stelt ons in staat te begrijpen waarom architectuurontwikkeling aantrekkelijk en tegelijkertijd ingewikkeld is. Het is aantrekkelijk vanwege de geïntegreerde planvorming voor ontwikkeling van ICT en vormgeving aan samenwerking; het is ingewikkeld omdat een scala aan verschillende stakeholders, zoals bestuurders, managers, juristen en technologen met elkaar om de tafel moeten gaan zitten en met elkaar onderhandelen, allemaal met inbreng van frames.

Voorafgaand aan verwerking van deze inzichten in een geïntegreerd model, gaan we eerst in op de relaties tussen de drie bovenstaande verklaringsmodellen.

3.3 Relaties tussen begrippen

We willen verklaren hoe stelsels van afspraken tot stand komen. We doen dit door het als een gemeenschappelijk referentiekader te beschouwen, dat tot stand komt uit een proces van coördinatie. Voor inzicht in processen van coördinatie zijn drie modellen geïntroduceerd. Hier gaan we in op hoe deze modellen zich tot elkaar verhouden. We positioneren deze modellen ten opzichte van elkaar door te kijken naar verschillende fasen van coördinatie (input – wat is er aan het begin, output – wat is er aan het eind, en proces – hoe is dat zo gekomen). Ook kijken we naar het analyseniveau van coördinatie. Met inachtneming van de beschrijvingen van deze modellen uit §2.3, ziet dit eruit als in tabel 3.1.

TABEL 3.1: ONDERLINGE POSITIONERING VAN DRIE VERSCHILLENDE VERKLARINGSMODELLEN

Fase van coördinatie

Rationaliteitenmodel Afhankelijkheidsmodel Enactmentmodel

Input Spanning Variëteit aan motieven Variëteit aan frames

Proces -wordt niet verklaard- -wordt niet verklaard- Enactment

Output Accommodatie Positionering Congruentie

Niveau Macroniveau van de keten en de bestuurlijke context

Mesoniveau van de schakels van een keten

Microniveau van stakeholders en hun interacties

Op basis hiervan kiezen wij ervoor om het enactmentmodel als uitgangspunt van empirische analyse te nemen. Dit doen wij allereerst omdat dit model het meest volledige beeld van coördinatie omtrent afspraken biedt. Daarnaast stellen wij vast dat er tussen rationaliteiten, afhankelijkheden en frames een relatie bestaat: frames worden geïnformeerd door zowel de rationaliteiten als de verschillende motieven die bij architectuurontwikkeling zijn betrokken.

Op een microniveau van stakeholders wordt immers rekening gehouden met de organisationele achtergrond van die stakeholders; de doelstellingen en belangen van een organisatie komen op deze manier in een frame terug. Daarnaast zijn op dit niveau ook de verschillende rationaliteiten in frames terug te vinden. Medewerkers van publieke organisaties, die bij onderhandeling over architecturen zijn betrokken, beschouwen gekozen oplossingen bijvoorbeeld niet alleen vanuit het perspectief van doelmatigheid, maar ook vanuit het perspectief van bijvoorbeeld rechtszekerheid of legitimiteit. Managers van private organisaties in ketens zullen eerder geneigd zijn te kijken naar de verwachte doelmatigheid van de te ontwikkelen applicaties, en minder naar politiek-bestuurlijke overwegingen. Overwegingen hierover zijn in hun referentiekaders terug te vinden. Technologen zullen tenslotte vooral aandacht hebben voor de vraag naar in hoeverre de eisen die aan technologie worden gesteld, om te zetten zijn in eigenschappen van technologie.

Deze overwegingen leiden tot de volgende keuzes:

Aan de hand van deze keuzes, en de daarbij betrokken concepten, kunnen we nu een model voor analyse van architectuurontwikkeling bij keteninformatisering vaststellen.

3.4 Het model

Met het oog op het begrijpen van het herinrichten van ketens, en daarmee op het verlagen van transactiekosten voor betrokken partijen, geven we inzicht in de wijze waarop ketens worden gesmeed. Het smeden van ketens vindt plaats door het maken van afspraken in een arena van architectuurontwikkeling. Een architectuur is een stelsel van afspraken, en voor het ontwikkelen ervan wordt onderhandeld over de afspraken die erin terecht komen.

Deze onderhandelingen kunnen als volgt worden begrepen. Op een zeker moment in de tijd worden een n-aantal afspraken over de ontwikkeling van technologie en de samenwerking tussen organisaties vastgesteld. Deze afspraken slaan neer in een architectuur, en dit is in de onderstaande visualisering weergegeven in de kern van de binnenste ring van de arena. Wij beschouwen deze afspraken als een gemeenschappelijk referentiekader ten opzichte van technologie, dat uit individuele referentiekaders van bij de onderhandeling betrokken stakeholders ontstaat. In de figuur hieronder zijn voor zes van deze stakeholders de referentiekaders weergegeven als rode cirkel.

Vanuit de betrokken organisaties worden ook eisen aan de afspraken gesteld, bijvoorbeeld dat ze tegemoet komen aan de doelstellingen, missies en autonomie van

1. We willen de vormgeving aan architecturen, opgevat als een stelsel van afspraken, begrijpen

2. We begrijpen de vormgeving aan architecturen vanuit de mate van congruentie tussen verschillende referentiekaders

3. We willen weten hoe deze relatie werkt door te kijken hoe congruentie in zijn werk gaat, en wij kijken hiervoor naar enactment

die organisatie. Deze overwegingen werken in de frames door als de motieven voor samenwerking zoals die volgen uit het afhankelijkheidsmodel van coördinatie, en werken vanuit de eerste ring in op frames.

Tenslotte werken vanuit de buitenste ring van de arena, die overeenkomt met het niveau van de keten en de bestuurlijke context daarvan, verschillende rationaliteiten in op de onderhandelingen over afspraken. gaan De verschillende stakeholders gaan interacties aan, en in die interacties worden de verschillende frames bijgesteld, mede onder inwerking van rationaliteiten en organisationele motieven. Dit is wat we enactment noemden, en dit is in de figuur weergegeven als blauwe pijlen.

Dit model wordt over twee onderzochte casussen heen gelegd, en we kijken naar gemaakte afspraken, naar congruentie, en naar de wijze waarop congruentie tot stand komt. Op deze manier krijgen we inzicht in het hoe en waarom van het maken va afspraken, en daarmee in het hoe en waarom van het leggen van verbindingen in een arena die door weerbarstigheid wordt gekarakteriseerd.

Voordat we nu overgaan tot beschrijving van de onderzochte cases, komt aan bod hoe we te werk zijn gegaan. Daartoe komen in het volgende hoofdstuk onze opvattingen over uitwerking in waarnemingstermen, validiteit en generaliseerbaarheid en de organisatie van het onderzoek aan bod.

FIGUUR 3.1: HET ONDERZOEKSMODEL

Motieven Rationaliteiten

Architectuur - afspraak 1 - afspraak 2 - afspraak x - afspraak n A

B

C

F

E

D

4. G EVOLGDE WERKWIJZE BIJ EMPIRISCH