• No results found

Over asbest en de verwijdering ervan

2.2 ‘Ketens’ en ‘architecturen’ gedefinieerd

6. F RAMES BIJ A SBESTVERWIJDERING

6.2 Over asbest en de verwijdering ervan

Asbest is een verzamelnaam voor een groep mineralen, die zijn opgebouwd uit kleine vezels. Het komt in de natuur voor, en het is bijvoorbeeld vanwege zijn sterkte, slijtvastheid, isolerende werking en lage prijs in het verleden op grote schaal in de bouw gebruikt. Sinds het midden van de twintigste eeuw werd echter ook een relatie gelegd met de volksgezondheid, bijvoorbeeld als veroorzaker van longfibrose, longkanker en buikvlieskanker (Gezondheidsraad 2008). In 1978 verscheen het Asbestbesluit, dat het gebruik aan banden legde, en sinds 1993 is het gebruik van asbest bij wet verboden en de verwijdering ervan gereguleerd.

Die regulering heeft betrekking op de wijze van verwijderen, op daarbij betrokken organisaties, en op het toezicht daarop. In deze paragraaf gaan we in op actoren die bij het verwijderen van asbest en het toezicht daarop betrokken zijn, en op de wijze van informatie-uitwisseling daarbinnen.

DE KETEN: ACTOREN EN HUN POSITIE

Bij de verwijdering van asbest zijn vanuit de wetgeving erover in beginsel zes groepen van actoren te onderkennen.

1. Als eerste zijn er de opdrachtgevers. Bij het slopen of renoveren van gebouwen of andere objecten kan het zijn dat het vermoeden bestaat of er kennis is van de aanwezigheid van asbest. De eigenaar van het betreffende gebouw moet dan

laten onderzoeken of er asbest aanwezig is, en zo ja het asbest laten verwijderen.

In de regel moet hij daarvoor een opdracht uitvaardigen. In een aantal gevallen kan de eigenaar overigens direct het asbest laten verwijderen, namelijk als er vastgesteld is dat het verwijderen beperkte risico’s met zich meebrengt.

Opdrachtgevers kunnen particulieren zijn, maar ook woningbouwverenigingen of overheden.

2. De opdracht tot verwijdering van asbest wordt gegeven aan een asbestverwijderingsbedrijf. Hiervan zijn er rond de 300. Dit zijn bedrijven die expertise en mankracht moeten hebben om asbest te verwijderen; dit is geformaliseerd door aanstelling van een zogenaamde DAV – deskundig asbestverwijderaar, die onder toezicht staat van een DTA – deskundig toezichthouder asbest. De kwaliteit van deze expertise en mankracht moet met regelmaat worden bijgewerkt. Asbestverwijderingsbedrijven worden op basis hiervan gecertificeerd. Ook verwijderingsbedrijven zonder certificaat kunnen echter asbest verwijderen.

3. Een asbestverwijderaar kan aan de slag na gunning van de opdracht door de opdrachtgever, die dit doet op basis van bevindingen van een asbestinventarisatiebureau. Hiervan zijn er circa 70 in Nederland. Ook deze bedrijven worden getoetst op kennis en kunde van het inventariseren; deze toets vindt plaats op basis van certificeringsrichtlijnen die door de sector zijn opgesteld.

4. Op basis van de bevindingen van de inventarisatie en van een plan van de verwijderaar moet er een vergunning worden verleend voor het verwijderen. Dit doen de gemeenten. Zij zijn de vierde groep van actoren die bij het verwijderen van asbest betrokken zijn, bijvoorbeeld in de vorm van de afdeling bouw- en woningtoezicht. Het kan dus overigens zo zijn dat gemeente opdrachtgever en vergunningverlener is, in het geval dat het gaat om een gebouw dat eigendom is van de gemeente in kwestie.

5. De vijfde groep van actoren die hierbij is betrokken, zijn de laboratoria. Als het verwijderen van asbest is beëindigd, moet op de betreffende lokatie een reeks metingen worden verricht met het oog op het vaststellen van de concentratie asbest in de lucht of op de betreffende lokatie. Dit vaststellen gebeurt op basis van een NEN-normeringsrichtlijn, en kan ook visueel gebeuren.

6. Tenslotte is er een zesde groep van actoren betrokken bij het verwijderen van asbest, te weten de toezichthouders. Hierbij valt te denken aan de Arbeidsinspectie (AI), de Inspectie voor Werk en Inkomen (IWI), de VROM-inspectie, Bouw- en Woningtoeziht, en Certificerende Instellingen (CI of CKI genoemd). Deze laatsten zijn instellingen die door de minister van Sociale Zaken zijn aangewezen om verwijderings- en inventarisatiebedrijven te certificeren en om de geldigheid van de certificaten periodiek te onderzoeken. Hiervan zijn er in Nederland 9 betrokken bij audits op asbest. Certificerende instellingen worden gecontroleerd door de Raad van Accreditatie (RvA) en de Stichting Certificering Asbest (SCA).

Het ketenkarakter van het verwijderen van asbest wordt duidelijk als we kijken naar de relaties die tussen de verschillende groepen van actoren bestaan. Deze relaties zijn verschillend van aard, te weten aan de ene kant een opdrachtgever –

opdrachtnemer-relatie, en aan de andere kant een toezichtsrelatie. De kern van de keten wordt gevormd door de partijen met een relatie vanuit de opdracht, hetzij als opdrachtgever hetzij als opdrachtnemer. Dit zijn veelal private partijen, die het daadwerkelijke inventariseren, verwijderen en meten doen. De gemeente speelt hierbij nog een rol als vergunningverlener. Daarnaast zijn de toezichthouders, die om de kernpartijen heen een rol spelen.

Dit kan schematisch worden weergegeven volgens figuur 1 – de opdrachtgever en opdrachtnemerrelatie is weergegeven door middel van een doorgetrokken lijn, en de toezichtsrelaties zijn weergegeven door middel van een onderbroken lijn.

INFORMATIE EN ICT

Binnen en tussen deze groepen van actoren wordt een hele reeks van informatie uitgewisseld, die is gerelateerd aan de aard van de relatie tussen de partijen. De opdrachtgever stuurt gegevens over een object naar inventarisatiebedrijven. Hierbij kan worden gedacht aan de adresgegevens en gegevens over de opdrachtgever zelf.

Een inventarisatiebedrijf bezoekt de betreffende lokatie, en maakt een rapport van de gedane inventarisatie. In dat rapport staat onder andere de hoeveelheid aangetroffen asbest, het soort van aangetroffen asbest, het risico dat verbonden is aan het verwijderen ervan. Daarnaast staan in het rapport de gegevens van de inventariseerder en het laboratorium dat genomen monsters geanalyseerd heeft.

FIGUUR 6.1: DE STRUCTUUR VAN DE ASBESTVERWIJDERINGSKETEN

PRIMAIR PROCES

PUBLIEKE TOEZICHTHOUDERS Opdracht

gever

Inventarisatie bedrijf

Gemeente

Verwijderaar Laboratorium

VROM-inspectie

Inspectie Werk en Inkomen Arbeids

inspectie PRIVATE TOEZICHTHOUDERS

Certificerende instellingen SCA

RvA

De opdrachtgever kan met deze gegevens in de hand naar de gemeente om een sloopvergunning aan te vragen. Als die vergunning is gegeven, kan de verwijderaar aan het werk. Er wordt een melding aanvang verwijdering naar de arbeidsinspectie gestuurd, de verwijderaar verwijdert asbest op een lokatie, en geeft gegevens over de verwijderingsoperatie op. Naast de algemene gegevens van de verwijderaar kan hierbij worden gedacht aan de aanwezigheid van toezichthouders, de hoeveelheid verwijderde asbest en de bestemming ervan. Bij het afmelden van een project wordt de lokatie door een laboratorium nagemeten op hoeveelheid aangetroffen asbest. De resultaten van deze metingen worden aan de opdrachtgever doorgegeven.

Naast de uitwisseling van informatie in het kader van het uitvoeren van het primaire proces van verwijdering van asbest, wordt ook informatie over projecten en de afhandeling daarvan verstuurd naar certificerende instellingen, die die informatie gebruiken om hun certificerende rol in te vullen. Daarnaast worden bedrijven met een zekere regelmaat gecontroleerd door de certificerende instellingen, waarbij wordt gekeken naar de wijze waarop de administratie wordt bijgehouden en naar de wijze van verwijdering door verwijderingsbedrijf.

Voor het uitwisselen van informatie wordt nog veel gebruik gemaakt van de fax en de post. Onderdelen van het berichtenverkeer zijn geautomatiseerd, maar dan betreft het veelal bilaterale uitwisseling van informatie. Een voorbeeld hiervan is de door de Arbeidsinspectie gebouwde internetgebaseerde applicatie voor het aanmelden van projecten.

OBJECT VAN VOORONDERZOEK: HET ASBESTVOLGSYSTEEM

Sinds ongeveer drie jaar wordt nagedacht over het ontwikkelen van een ketenbreed informatiesysteem. Dit gebeurde op verschillende plekken in de keten, bijvoorbeeld bij de Arbeidsinspectie, bij de certificerende instellingen en bij de branche. Sinds begin 2007 wordt gepoogd om de verschillende initiatieven met elkaar te verbinden, met het oog op het ontwikkelen van een asbestvolgsysteem (AVS).

Het ontwikkelen van dit systeem is onder de vlag van Slim Geregeld Goed Verbonden gebracht. Eerst stond deze applicatie bekend als Centraal Asbest Informatie Punt;

maar later is het Asbestvolgsysteem gaan heten. Ontwikkeling van deze applicatie wordt bekostigd door de marktpartijen zelf, met bijdragen van het LOM en het ministerie van Economische Zaken.

Deze applicatie wordt ontwikkeld door een bedrijf dat Datheon heet, en dat is gevestigd in Gelderland. Voor de ontwikkeling van het systeem is een stuurgroep opgericht die strategische beslissingen omtrent het systeem neemt, en een gebruikersgroep die pilots toetst op de uitvoerbaarheid en op de praktische waarde van het systeem. Na toetsing moet het aan de markt worden overgedragen, en het beheer ervan moet op een nog te bepalen wijze worden georganiseerd.

Het ontwikkelen van het Asbestvolgsysteem (AVS) staat in dit hoofdstuk centraal. We hebben gefocust op dit systeem, omdat we met het bestuderen van de ontwikkeling ervan zicht kunnen krijgen op de frames van betrokken actoren, en ook op de afspraken die de actoren met elkaar maken. Wat is nu de uitkomst van die focus?