• No results found

Het betrekken van burgers en organisaties hangt sa- men met de overtuigingen binnen het waterschap en de benaderingswijze die gehanteerd wordt ten aanzien

Door middel van een informatiebrief worden de bur- gers in de regio van het peilbesluit op de hoogte gesteld en uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. De burgers krijgen de gelegenheid om hun problemen en ervaringen met water in de regio op tafel te leggen. Na afloop van de avond bedankt de expert de mensen die zijn gekomen en nodigt hen uit om problemen en ideeën te blijven melden. Ook belooft de expert om aan het einde van de maand de bewoners een rapportje op te sturen met daarin de belangrijkste beslispunten in het proces, waarin de ervaringen van de lokale bewoners een belangrijke leidraad zullen vormen.

Dit is een voorbeeld van hoe gebiedskennis van de lokale bewoners gebruikt wordt in de wateropgave van het waterschap; bewoners zijn de oren en ogen van het waterschap, dat niet altijd zelf een gebied tot in de puntjes kan monitoren. Participatie levert zo eenvoudig meer gebiedskennis op.

4Persoonlijk: werken met mensen maakt het werk leuker

In Brabant is een projectleider van een waterschap voor een beekherstelproject benaderd door een groep mensen die actief mee wil denken over de mogelijk- heden in een bepaald gebied. Het waterschap twijfelt: ze houden zelf liever de regie over het proces. Het is immers onzeker in hoeverre deze groep steun heeft van de hele omgeving. Ook weet je van tevoren niet hoe het proces gaat verlopen en wat het resultaat is.

2 De lerende organisatie

De leerbenadering legt de nadruk net anders; deze benadering veronderstelt dat het in deze complexe samenleving niet langer mogelijk is om als onafhankelijke overheid beleid te maken en uit te voeren dat los kan worden gezien van het sociaal maatschappelijke krachtenveld waarbin- nen de planopgave gerealiseerd dient te worden. Grootschalige projecten zoals de Betuweroute, HSL of de realisatie van de Ecologische Hoofd- structuur laten zien dat in de huidige complexe samenleving planopgaven soms flink vertraagd worden door bijvoorbeeld bestuurlijke en gerech- telijke procedures. Essentieel is hier van te leren en deze vernieuwde kennis te gebruiken en te vertalen naar andere ruimtelijke opgaven. Een burgerforum of een klankbordgroep bij projecten zijn de werkvormen van de levende organisatie. Burgers en organisaties geven immers weer waar het goed dan wel fout gaat in de planopgave. Het waterschap behoudt hierbij de controle, maar leert steeds van vorige ervaringen.

3 Het open planproces

Een volgende benadering is de participatieve en communicatieve benadering van wateropgaven. Hierin wordt verondersteld dat wanneer de belangrijkste partijen, organisaties en burgers vertegenwoordigd zijn in het planproces, het mogelijk is om de uitdagingen van de planopgave van planopgave (wateropgave). Zelden zijn deze bena-

deringswijzen expliciet; ze zijn ontwikkeld onder het wettelijke kader van beleidsopgave, de instrumenten (inclusief financiën) die beschikbaar zijn, de lokale cultuur en de persoonlijke ervaringen en voorkeuren van de waterbeheerders die betrokken zijn bij de wateropgave. Het doorgronden van dergelijke bena- deringswijzen is van belang, omdat insteek en kennis- vragen gesteld worden voor, tijdens en na het proces, mede afhankelijk van de planbenadering.

Wij hebben in de gesprekken met waterschappen drie archetypen van benaderingswijzen aangetroffen die op één of andere manier bewoners en belanghebbenden betrekken bij de planvorming:

1 De reagerende burger

De waterbeheerder maakt plannen en betrekt bewoners bij bepaalde stappen of door ze achter- af te laten reageren op de uitkomst. De overheid opereert met een grote mate van zelfstandigheid, contact tussen burgers en organisaties is vaak eenrichtingsverkeer. Consultatie (met een gerichte vraag naar de burger stappen) van burgers en organisaties is hier een onderdeel van. De benaderingswijze veronderstelt een kenbare werkelijkheid met een daarmee samenhangende maakbaarheid. Voor het waterschap is het voor- deel dat ze zelf in controle blijft over zowel het participatieproces als over het resultaat.

Het is een situatie die veelvuldig in de praktijk van waterbeheerders voorkomt. Een voorgenomen ingreep is vanuit het waterbeheer nodig, uitgebreid besproken met betrokken organisaties, en vaak ook met belang- enorganisaties. De financiering is geregeld, vaak op een complexe wijze zodat wijzigingen achteraf moei- lijk in te passen zijn. Op dat moment wordt een besluit voorgelegd aan individuele burgers. De inspraak lijkt vooral te zijn om eventuele details nog onder de aan- dacht te brengen. Mensen die niet via netwerken aangesloten zijn op de belangenvertegenwoordigingen die meegepraat hebben, hebben in dit stadium weinig meer in te brengen. Het komt echter ook voor dat bij de besprekingen vooraf nauwelijks of geen contact geweest is met belangenorganisaties. Het voorge- nomen besluit dat ter inzage ligt, komt dan als een donderslag bij heldere hemel, zeker als grotere groe- pen hierdoor geschaad worden. Dankzij dit soort voor- beelden wordt de roep om participatie groter. Dit laat echter onverlet dat bij veel ingrepen van de waterbe- heerder niemand behoefte heeft aan invloed op het besluit. Neem bijvoorbeeld de restauratie van een ge- maal of het baggeren van een gracht. Men vindt het prima dat de waterbeheerder dit doet, maar wil wel graag geïnformeerd worden.