• No results found

5   Resultaten 31

5.4   De ander 46

5.4.2   Draagvlak 49

Leden van de transition town komen niet alleen in aanraking met een bestuursorgaan als de gemeente, maar ook met mensen uit hun omgeving, mensen die nu niet actief zijn binnen de transition town en wellicht die ambitie ook niet hebben. Cecile, van transition town Nijmegen, vertelt over deze zogenaamde ‘ander’;

“De ander is de doorsnee Nederlander. Die wil veel en dan zo goedkoop mogelijk. Hoe verhoud je je tot de ander, ja dat is persoonlijk. Ik doe zelf wat ik belangrijk vind en ik wil er best over vertellen maar als je het niet wilt horen prima en als je het zelf anders doet zal ik er niet iets over zeggen. Het gaat echt om dat stukje. Ik kan het prima met die mensen vinden maar dat stukje delen we gewoon niet.”

Ook Karla van transition town Nijmegen geeft aan dat ze mensen niet wil gaan vertellen hoe zij het moeten doen. Ze vertelt dat ze het wel wil delen met mensen maar dat ze niet te koop loopt met haar gedachtegoed.

50

“Ik noem het als het aan de orde komt, maar ik ga hier geen betogen houden.

Ik ben ook wat schuw naar buiten toe als het aan komt op mijn idealen en benoem ze slechts wanneer het aan de orde komt. Ik wil zelf niet te veel bezig zijn met het overtuigen van anderen, ik wil wel ontspannen blijven leven en mensen te vriend houden.”

Eerder kwam al aan de orde dat het transition town gedachtegoed altijd constructief is en op die manier positief naar oplossingen zoekt. Belerend zijn hoort daar dus ook niet bij, in dat geval zou men problemen benoemen in plaats van oplossingen te zien. Voor de transitie initiatieven is het echter wel noodzakelijk dat het transitiegedachtegoed verspreid wordt en meer aanzien krijgt.

Ruud van transition town Nijmegen geeft aan dat het wel essentieel is dat transition towns gaan groeien en dat men daarvoor wel naar buiten moet treden.

“Ik heb lang gedacht, zoek het maar uit. In die tijd was ik ook gewoon heel boos op al die mensen die maar door bleven consumeren alsof er geen probleem was. Nu ik een plek voor die woede heb gevonden en transition town ook meer groeit, probeer ik er meer over te vertellen. Het moet groeien en je moet iets hebben dat aanspreekt en waar je over kan vertellen. Dat het duidelijk is wat de bedoeling is en het belang daarvan.”

Het vertellen is nog maar een eerste stap, mensen daadwerkelijk zo ver krijgen dat zij zich aansluiten of in hun eigen leven anders gaan handelen is een tweede. Gerard, van transition town de Bilt, ziet die tweede stap erg moeizaam verlopen;

“Misschien gaat de urgentie nu door meer mensen gevoeld worden al gaat het heel erg langzaam. Misschien dat mensen toch gaan geloven dat klimaat wel echt een probleem aan het worden is. Om daar daadwerkelijk je levensstijl op te veranderen is weer een ander punt.”

Veel respondenten zien het niet als hun taak om mensen te veranderen. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Echter, alle respondenten geven wel aan dat ze heel veel bezig zijn met hoe ze overkomen op de ander. Sofia van Duurzaam Dorp Diemen vertelt

bijvoorbeeld dat ze soms heel enthousiast kan zijn met betrekking tot transition town gerelateerde activiteiten.

51

“Ik kan wel eens heel enthousiast zijn over alles wat je kan doen, mijn buren hebben bijvoorbeeld een hele andere tuin. Nou dat is prima, daarin laat ik hun ook helemaal. Als ik dan vertel hoe ik het zie dan kan ik ook tegen ze zeggen; of ga ik nu te ver? Nee ik probeer echt heel erg niet te veel in de leer te gaan.”

Ook Alina van transition town Nijmegen houdt op zo’n manier rekening met mensen die anders in het leven staan;

“Ik heb zelf een aantal waarden, zo eet ik geen vlees en reis ik alleen maar met de trein. Dat zijn mijn principes die ik van mezelf moet en wil leven. Ik veroordeel mijn vrienden niet wanneer ze vliegen maar ik denk er wel wat van. Soms maak ik me boos omdat mensen zo weinig nadenken maar anderen zullen ook wel weer wat over mij vinden. Ik heb geen last van het feit confronterend te zijn, dat hoort wel ook bij mij. Wellicht zeggen mensen daardoor minder snel wat ze vinden omdat ik er op in ga en ben ik niet zo toegankelijk. Ik werk er aan om toegankelijker te zijn.”

Cecile van transition town Nijmegen benadrukt wat voor haar de kern is van transition towns;

“Ik leef het voor, dan komt de rest van zelf.”.

5.4.3 Deelconclusie

De transition town als geheel zoekt een samenwerking met lokale bestuurlijke organen. Zelforganisatie is het uitgangspunt, echter worden er nadelen ondervonden aan een horizontale organisatiestructuur en gebrek aan een leidend figuur. Het gebrek aan een kartrekker komt doordat men liever verantwoordelijkheden wil delen en soms speelt gebrek aan tijd ook een rol.

De samenwerking met de gemeente is paradoxaal en erg afhankelijk van de context van de transition town. Er wordt aangegeven dat niet altijd helder is met welke motivatie de gemeente bestuurlijke taken delegeert aan de transition town. In eerste instantie wordt aangegeven dat die motivatie niet heel belangrijk is. Het belangrijkste is dat burgers van beneden af gemakkelijker veranderingen kunnen implementeren. Toch wordt ook aangegeven dat het niet goed voelt wanneer het de gemeente makkelijk wordt gemaakt om zich te

52

profileren middels de transition town. Ook de gemeente moet inzetten op veranderingen die het gedachtegoed van de transition town ten goede komen.

Deelnemers van transition towns proberen zich positief te positioneren tegenover

buitenstaanders met andere opvattingen. Zij zijn zich bewust van het feit dat het transitie gedachtegoed verspreid dient te worden maar zij zien het niet als hun taak om mensen te veranderen. Iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Alle respondenten geven aan dat ze heel veel bezig zijn met hoe ze overkomen op de ander en dat ze hopen dat ze niet belerend worden gevonden, daardoor houden ze hun bevlogenheid soms in.

53

6. Eindconclusie

In dit concluderende hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek samengevat waarna een koppeling wordt gemaakt met het theoretische kader. Vervolgens worden in de discussie kanttekeningen bij het onderzoek geplaatst en suggesties gedaan voor verder onderzoek. 6.1 Conclusie

6.1.1 Samenvatting resultaten

In dit explorerende onderzoek is door middel van participerende observatie, interviews en literatuuronderzoek in kaart gebracht waarom een groeiende groep mensen in Nederland zich met transition towns identificeert.

De deelnemers van transition towns hebben grote maatschappelijke zorgen aangaande klimaatopwarming, peak oil en de westerse leefwijze die in het teken staat van consumptie en verspilling. De respondenten pleiten voor een grootschalige, holistische verandering op zowel maatschappelijk, ecologisch als economisch niveau. De transition town-beweging stelt dat grootschalige verandering tegen gehouden wordt door de gevestigde orde en belooft middels gemeenschap en initiatie van beneden af een tegenkracht te bieden aan de gevestigde orde. Op deze manier biedt een transition town de deelnemers een duidelijke boodschap en belooft daarnaast een beter toekomstperspectief.

Vrijwel alle respondenten geven aan al vroeg in hun leven sporen van

maatschappelijke betrokkenheid te herkennen. Doordat deze betrokkenheid is aangemoedigd ontstond al vroeg het idee dat men een verschil kan maken, een intrinsieke motivatie om een overtuiging om te zetten in een handeling. Soms was er op latere leeftijd een aanleiding voor de actieve rol die maatschappelijke zorgen gingen spelen in het leven van de respondenten. Zij geven aan zich schuldig te voelen bij acties of keuzes die in strijd zijn met hun

overtuiging. Er bestaat een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de gesteldheid van de wereld en voor toekomstige generaties. De deelnemers vinden in de transition town een manier om acties te ondernemen die in lijn liggen met hun overtuiging.

De respondenten hechten niet alleen waarde aan de optimistische en actieve instelling van transition towns maar ook aan de kleinschalige, lokale acties die zichtbaar resultaat opleveren. De respondenten geven aan dat zij veel waarde hechten aan de saamhorigheid, wederkerigheid en sociale cohesie die de transition town hen biedt, al helemaal in deze rumoerige tijden. Binnen de transition town wordt veel belang gehecht aan veerkracht; het waarnemen van de eigen impact en het creëren van een hechte gemeenschap. Hoe

54

veerkrachtiger de gemeenschap, hoe meer kans er is op overleven in rumoerige tijden. Respondenten geven aan deze tijd ook rumoerig te vinden en de transition towns biedt de respondenten dan ook een manier om hiermee om te gaan.

Naast een duidelijk toekomstperspectief in tijden waarin veel respondenten zich zorgen maken, biedt de transition town de respondenten een manier aan om actief hun overtuiging te realiseren middels zelforganisatie. De respondenten geven aan dat dit echter nog niet optimaal werkt door het ontbreken van een leidend figuur. Samenwerking met lokale bestuurders wordt als dubbel ervaren en verschilt per transition town. Wel is de relatie vaak paradoxaal en complex. Andere bewoners uit de lokale gemeenschap worden waar mogelijk op de hoogte gesteld van wat er binnen de transition town gebeurt. Daarbij zijn de

respondenten zich bewust van het feit dat het transitie gedachtegoed verspreid dient te worden maar zij zien het niet als hun taak om mensen te veranderen. Zij proberen het gedachtegoed niet te verspreiden door belerend te zijn maar door het voor te leven.

6.1.2 Koppeling aan bestaande theorieën

De casussen in Nijmegen, Bilthoven en Diemen laten zien hoe deelnemers van transition towns in Nederland betekenis geven aan hun maatschappelijk zorgen door zich met transition towns te identificeren. Deze kennis is op zichzelf al waardevol. De relevantie van deze

casussen wordt nog groter door haar in het kader van de bestaande theorieën te plaatsen en te koppelen aan de eerder beschreven relevante concepten. Op basis van deze theoretische koppeling blijkt dat dit onderzoek een belangrijke aanvulling is op de bestaande theorieën betreffende transition towns.

6.1.2.a Transition towns, een product van de tijdsgeest.

De transition towns werden in het theoretisch kader gecontextualiseerd door in te gaan op de huidige crisis. Doordat het vertrouwen van burgers in experts en hun systemen tijdens deze crisis is beschadigd, zouden veel burgers verward, beangstigd en gedesillusioneerd zijn (Giddens, 1990). In het theoretisch kader werd uitgelegd dat bij een sociale beweging aspecten als collectieve betrokkenheid en een gemeenschappelijk ideaal van belang zijn (Tilly, 2004). Volgens Giddens zouden sociale bewegingen een uitdrukkingsvorm van radicale betrokkenheid zijn, daarbij komt een sterk verantwoordelijkheidsgevoel van een individu of groep voor de hele samenleving kijken (1990). Er bestaat het geloof dat men richting moet en kan gaan geven, aan toekomstige grotere veranderingen. Uit de verhalen van de respondenten blijkt dat zij naar aanleiding van hun grote maatschappelijke zorgen er van

55

overtuigd zijn dat er een grootschalige, holistische verandering moet plaats vinden in de huidige organisatie van de samenleving. Er bestaat onder de respondenten een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de gesteldheid van de wereld en voor de toekomstige generatie. De deelnemers vinden in de transition town een manier om acties te ondernemen die in lijn liggen met hun overtuiging. Het betrokken gevoel dat de respondenten omschrijven kan worden verhelderd door het volgende citaat van Giddens;

“What to do? How to act? Who to be? These are focal questions for everyone living in circumstances of late modernity; and ones which, on some level or another, all of us answer, either discursively or through day-to-day social behaviour.” (Giddens, 1990).

Het bovenstaande in acht nemend kan gesteld worden dat de maatschappelijke betrokkenheid van de deelnemers van transition towns, en het feit dat deze betrokkenheid wordt omgezet in acties, producten zijn van de late moderniteit. Het omzetten van maatschappelijke

betrokkenheid in acties is een vorm van radicale betrokkenheid. Er kan gesteld worden dat de casussen die onderzocht zijn, de moderniteitstheorie bevestigen.

Nog specifieker kan geconcludeerd worden dat de sociale beweging transition towns, een product is van het sustainisme. Het sustainisme, een stroming die door de bedenkers ‘de opvolger van het modernisme’ wordt genoemd, is in de context van dit onderzoek een stroming die specifieker aansluit bij de kenmerken van transition towns dan het brede begrip moderniteit. Sustainisme wordt gekenmerkt door maatschappelijke ontwikkelingen als duurzaamheid en sociale media en houdt een wereld in waar binnen netwerken, delen, lenen en uitwisselen centraal staan (Schwarz et al., 2011). De deelnemers van transition towns geven aan dat hun maatschappelijk zorgen betrekking hebben op klimaatopwarming, peak oil en de westerse leefwijze die in het teken staat van consumptie en verspilling. Net als het sustainisme kunnen transition towns enerzijds worden gekoppeld aan de globalistische internetcultuur, omdat informatie en initiatieven worden gedeeld via het internet, en men zich bovendien nationaal en internationaal verenigt als een netwerk middels een nationale en een internationale website waarop informatie wordt gedeeld. Daarnaast hebben deelnemers van transition towns behoefte aan lokaliteit en is het een initiatief dat fysieke bijeenkomsten en fysieke acties realiseert zoals een buurtmoestuin. Ook kan de transition town gezien worden als een open-source beweging waarbinnen het openbaar stellen van producten en informatie is verankerd. Binnen de transition town ontstaan wederkerige relaties en vindt een uitwisseling van onder andere kennis en producten plaats.

56

De deelnemers vinden in de transition town een manier om acties te ondernemen die in lijn liggen met hun overtuiging. Deze overtuiging bekritiseert de heersende organisatiestructuur van deze tijd. Daarom is de transition town een product van de huidige tijdsgeest, die zowel laat modernistisch als sustainistisch genoemd kan worden.

Uit dit onderzoek blijkt dat er naast de fenomenen rondom moderniteit en sustainisme, die omschreven zijn in het theoretisch kader, nog een ander fenomeen is dat zeer van

toepassing is op de transition town-beweging en op de huidige tijdsgeest. Robertson definieert het fenomeen glocalilisering als een integratie van het globale en het lokale die resulteert in unieke uitingen (1994). Robertson stelt dat globalisering kan leiden tot een hechtere lokale gemeenschap die zowel identiteit als materie deelt waardoor er tegelijkertijd lokalisering op treedt. Tomlinson valt hem bij door te beschrijven hoe mensen in de twintigste eeuw zowel in de globale als de lokale wereld kunnen leven (1999). Uit dit onderzoek blijkt dat transition towns een vorm van glocalisering zijn. Het gaat om een internationaal netwerk dat zich

verenigd op een virtueel platform en dezelfde normen en waarden deelt. Tegelijkertijd bestaan die normen en waarden onder andere uit een herwaardering van lokaliteit. Binnen

glocalisering bestaat een paradox die ook binnen de transition town-beweging te herkennen is. Omdat globalisering gerelateerd wordt aan homogenisering van cultuur en lokalisering juist aan een heterogenisering van cultuur, treden deze beide processen op bij een glocaal initiatief. In zekere zin is er sprake van homogenisering binnen de transition town-beweging omdat het transitie handboek een homogene leidraad geeft aan transition towns over de hele wereld. Tegelijkertijd komt deze leidraad op een heterogene manier tot uiting in de verschillende transition towns. Hierdoor ontstaat frictie, men wil voldoen aan de op globaal niveau opgelegde ideologie maar komt daarin menselijke kenmerken tegen op lokaal niveau die vragen om een specifieke aanpak binnen de transition town. Zo komt de ideologie uiteindelijk op een heterogene manier tot uiting.

6.1.2.b Een sterke intrinsieke motivatie

De respondenten uit de onderzochte casussen geven allemaal aan richting te willen geven aan een betere toekomst. Hun deelname aan de transition town-beweging kan dan ook worden geëvalueerd als een uiting van een extrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie ontstaat vanuit een externe bron (Decy; Ryan, 2002). In deze context is de extrinsieke motivatie van de respondenten het vooruitzicht op een betere toekomst, niet alleen voor hen zelf maar ook voor de toekomstige generaties.

57

Echter, uit de resultaten blijkt dat er voor de respondenten ook een sterke intrinsieke motivatie ligt achter de beweegredenen om deel te nemen aan een transition town. Allereerst werden activiteiten buiten de transition town genoemd die wel een overeenkomstig extrinsiek doel hebben; bijvoorbeeld niet vliegen want dat vervuilt het milieu; vaak verklaard door een intrinsieke motivatie, “als ik wel zou vliegen zou ik mij heel schuldig voelen”. Bij intrinsieke motivatie gaat het om positieve ervaringen die de persoon tijdens het uitvoeren van de

activiteit voelt (Decy; Ryan, 2002). Heel vaak werd deze intrinsieke motivatie expliciet benadrukt. Het zien van resultaat, het voelen van een gelijkgestemde sfeer en het plezier beleven aan transitie-activiteiten maakt dat deelname aan de transition town ook door een sterke intrinsieke motivatie wordt gesteund.

Omdat activiteiten binnen de transition town gerelateerd zijn aan zelforganisatie en niet alleen vanuit extrinsieke motivatie maar meer nog vanuit intrinsieke motivatie zijn ondernomen, kunnen de activiteit volgens Thomas en Velthouse op vier manieren worden geëvalueerd (1990). Als eerste kan worden geëvalueerd op impact, ‘ik kan het verschil

maken’, dit gaat over het vervullen van bijkomstige effecten en deze motivatie wordt door alle respondenten beaamd. Deze evaluatie kwam bij de meeste respondenten al in hun kindertijd tot stand vanwege het voorbeeld dat zij kregen van hun ouders of vanwege het voelen van de impact die hun eigen activiteiten hadden. Dit leidt gelijk tot de tweede manier van evaluatie; op bevoegdheid. ‘Ik ben goed in wat ik doe’, het gaat om de mate waarop iemand de

behendigheid heeft een activiteit uit te voeren. Uit de resultaten bleek dat het bij transition towns zeer gestimuleerd wordt dat elke deelnemer zijn eigen kwaliteiten inzet, daarnaast bestaat ook al in de kindertijd de indruk dat acties tot resultaat leiden. Ten derde kan

geëvalueerd worden op betekenis; ‘ik geef om wat ik doe’, het gaat om de waarde die iemand aan een activiteit geeft aangaande zijn of haar idealen en standaarden. Deze waarde staat hoog in het vaandel van alle respondenten. Men voelt zich ook schuldig wanneer men zich inlaat met een activiteit die tegen hun waarden indruist. De laatste keuze; ‘ik bepaal wat ik doe’, gaat over de mate waarin iemand altijd zelf verantwoordelijk is voor keuzes. Deze evaluatie werd niet alleen gebruikt wanneer de respondenten hun eigen gedrag verklaarden, maar ook wanneer zij verklaarden zich bij het verspreidden van het transition town gedachtegoed het niet als hun taak te zien om mensen te veranderen. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag.

Concluderend blijkt uit zowel de participerende observatie als uit de interviews dat de motivatie van deelnemers om actief te worden bij een transition town niet alleen extrinsiek van aard is, maar vaker nog intrinsiek. Deze intrinsieke motivatie werd vaak in de kindertijd

58

al gekoppeld aan activiteiten die in dienst stonden van een overtuiging en werd vaak op latere