• No results found

2. Deelvraag 2: In welke mate is de leeromgeving, met de nadruk op het schoolmeubilair,

3.4 Dox als vertaler van ideeën

Leerkrachten (3, 8 en 10) typeren het meubilair van Dox als inspirerend. Volgens hen zorgen de alternatieve vormen van de banken en stoelen ervoor dat leerkrachten uitgedaagd worden om nieuwe werkvormen uit te proberen en om leerlingen te laten samenwerken. Daarnaast haalde leerkracht 3 aan dat de bloementafel verbondenheid uitstraalt (Figuur 7). De leerkracht kan in deze opstelling namelijk dicht tot bij de leerlingen komen en zo één geheel vormen. De holle zijde van de deugnietjes zorgt er eveneens voor dat de leerlingen een correcte schrijfhouding kunnen aannemen.

“Ja dat hangt samen want wij zijn gericht op samenwerken en verbonden zijn. En dan vooral in de zorgklas zit je mooi gezellig bij elkaar. En als juf doordat mijn tafel zo staan, kan ik als juf dicht bij de leerlingen komen. We vormen zo samen mooi een geheel.” (S3L78)

“Dan zijn we op zoek gegaan naar meubels en onder andere bij Dox zijn we dan terecht gekomen. En omdat ze toch een beetje afwijken van de klassieke meubels, dat spreekt uiteraard aan.” (S8L13)

39

“En dan kwamen we terecht bij het feit dat ze helemaal weg waren van de deugnietjes en de tafeltjes die met hun asymmetrische vorm aangeboden werden.” (S10L26)

40

3. Deelvraag 3: In welke mate is er alignment tussen de visie van de scholen

en de inrichting van de leeromgeving?

Directies en leerkrachten werden bevraagd omtrent de visie van de school en de inrichting van de leeromgeving. Tijdens de analyse van deze resultaten kwamen vijf subthema’s aan bod: (1) de invloed van het esthetische aspect, (2) alignment tussen de visie en het meubilair, (3) de keuze van meubilair die beïnvloed werd door schoolbestuur/scholengroep, (4) Dox als vertaler van ideeën en (5) financiële beperkingen.

3.1 Esthetisch aspect

Verschillende directies (1, 3, 6) gaven tijdens het interview aan dat het esthetisch aspect één van de voornaamste redenen is waarom ze voor het meubilair van Dox kozen. De tafels en stoelen zijn volgens hen namelijk strak, stijlvol en tijdloos. Het is opvallend dat deze directies weinig weet hebben van de visie die Dox vooropstelt. Ze focussen voornamelijk op het visuele aspect.

“Ik heb wel gehoord van de visie, maar ik kan het nu zelf niet meer navertellen. In ieder geval, het sprak me dan wel aan. Eigenlijk als je een stoel koopt, moet je er ook op zitten. Ik vond voor mezelf, ik zit graag op die stoelen. Ze hebben heel mooie, goede stoelen[…] voor mezelf wou

ik vooral een beetje kleur en ook, ik zit graag op die stoelen.” (S1L22)

“Dat is een kwestie van het visuele geweest. We wilden ons onderscheiden van andere scholen in de buurt, door iets strakkere bankjes te zetten. Je ziet dat ook, in de klassen is er een stijlbreuk met die oudere bankjes.” (S3L19)

“Dus zijn we op zoek gegaan naar meubilair dat ook in onze nieuwbouw zou passen, er mooi uitzag en dat we dus kunnen mee verhuizen.” (S6L18)

3.2 Alignment tussen de visie van de school en het meubilair

In de interviews gaven meerdere directies aan dat de keuze voor het meubilair van Dox gebaseerd is op hun schoolvisie. De scholen vertrekken hierbij steeds vanuit hun visie om op zoek te gaan naar meubilair dat deze visie ondersteunt.

Volgens leerkracht 7 moet de aanschaf van meubilair een pedagogische keuze zijn die coherent is met het aanbod van de school. Gezien school 7 regelmatig coöperatieve werkvormen toepast, was de directie op zoek naar licht meubilair dat deze werkvormen zou ondersteunen. In dit geval komt de inrichting van een school dus tegemoet aan de visie en principes die voorop staan. Andere directies benoemen eveneens

41

dat ze het belangrijk vinden dat de keuze van het meubilair een doordachte beslissing is die voorkomt uit een weloverwogen visie. Aanvullende citaten van leerkrachten en directies worden weergegeven in Bijlage 6.

“Dus we zijn vertrokken vanuit de visie. We moesten flexibel kunnen zijn, werkplekken organiseren, op allerlei manieren werken, coöperatief werken. We zochten meubilair dat multifunctioneel kon worden gebruikt.” (S4L14)

“We hebben het boek eigenlijk gelezen voor we beslist hadden dat we de meubels zouden aanschaffen en we zagen wel wat parallellen met onze visie op onderwijs. Dat inderdaad de vorm van dingen een invloed hebben op het functioneren van leerlingen. De manier waarop je met leerlingen aan een tafel gaat zitten, dat dat belangrijk is. En dat past ook wel bij het idee dat wij hebben bij, 'we gaan niet meer klassiek vooraan in de klas staan en uitleggen wat er moet gebeuren en nu gaan de leerlingen uitvoeren'. Dus dat paste eigenlijk ook wel wat bij onze visie.” (S8L18)

3.3 Invloed van schoolbestuur of scholengemeenschap

Andere directies (1, 3, 5) gaven aan dat ze niet zelf kozen voor het meubilair maar dat het schoolbestuur, de scholengemeenschap of een voorganger hierover besliste. Gezien het meubilair op die manier niet kan afgestemd worden met de visie, kan dit ervoor zorgen dat de huidige schoolvisie en de inrichting van de leeromgeving niet corresponderen. Ter illustratie: in school 1 koos de scholengemeenschap om met het meubilair van Dox aan de slag te gaan. De leerkrachten konden hierbij niet meebeslissen, wat bij de participerende leerkracht resulteerde in ontevredenheid omtrent het meubilair.

“Er was op dat moment ook een andere school van de scholengemeenschap aan het bouwen en

zij gingen naar Dox.” (S1L18)

“Deels vanuit de visie, maar ook deels vanuit de scholengroep. De mensen daar waren heel enthousiast over Dox en we vonden dat het ook wel een antwoord bood op onze manier van werken.” (S5L26)

“Dat is natuurlijk mijn voorgangster geweest die beslist heeft met welk bedrijf we samenwerken.” (S6L18)

42

3.4 Dox als vertaler van ideeën

Dox heeft als doel om als de vertaler van ideeën op te treden in alle vernieuwende onderwijsprojecten die bij hen aankloppen voor de inrichting van hun leeromgeving. Scholen (3, 4, 7, 10) bevestigen dat Dox hierin slaagt en gaven tijdens het interview aan dat ze goed ondersteund werden door Dox bij het uitwerken van de leeromgeving die aanleunt bij hun visie.

“Het zijn niet alleen leveranciers van materiaal en ook niet leveranciers van ergonomisch en mooi ogend en degelijk materiaal. Ze denken mee in het totaalconcept. Maar het is ook van wat is je gebouw, wat is je schoolvisie, wat heb je nodig, wat wil je met het materiaal doen, wat wil je er niet mee doen? Dus het zijn meedenkers en dat is wel een verschil met andere. Die gewoon materiaal afleveren.” (S10L30)