• No results found

Een belangrijk probleem van het gebruik van PMSC ontstaat doordat PMSC niet in de chain of

command zitten. Dit wil zeggen dat de militaire leiding geen zeggenschap heeft over PMSC. Het

militaire commandocentrum zorgt voor de planning, synchronisatie en het managen van het geweld. De slagkracht van moderne legers is verwoestend. Het kost de leger leiding de grootste moeite om al deze verwoestende krachten op een dusdanige manier in te zetten zodat de missie behaald wordt zonder burgerslachtoffers, collateral damage of friendly fire. PMSC opereren grotendeels buiten deze military command structuur, hierdoor worden operaties die worden uitgevoerd door PMSC in de meeste gevallen niet gecoördineerd met de militaire operaties (Schreier & Caparini, 2005).

PMSC leven vaak gescheiden van regulieren militairen, rijden in normale auto’s, gebruiken normale radio’s en moeten zich verantwoorden aan hun zakelijke leidinggevende. Ze bouwen alleen een relatie op met het leger en andere gouvernementele instanties als het voor hun contract en missie noodzakelijk is. In deze relatie wordt echter geen belangrijke informatie en details van een missie gedeeld zoals de precieze route en tijdstip dat het konvooi neemt of frequenties en signalen die zij gebruiken. Dit levert problemen op als militairen en PMSC in het zelfde gebied werkzaam zijn (Schreier & Caparini, 2005). Zo waren PMSC die verantwoordelijk waren voor het konvooi dat van Bagdad naar Fallujah reedt niet verplicht om het militaire

commandocentrum in te lichten wanneer en hoe zij reden. Ook werd in Najaf een aanvallen op het CPA hoofdkwartier afgeslagen door PSMC. Iets wat de militaire leiding pas uren later vernam (Singer, 2008).

In een “ideale oorlog” zouden geen burgers zoals werknemers van PMSC deelnemen. De aanwezigheid van niet-militairen, dus ook burgers die geautoriseerd zijn voor het gebruik van geweld zoals PMSC, maken het leven voor de militaire leiding erg complex. De commandant is afhankelijk van het slagen van de taken die uitbesteed zijn aan PMSC. Dit is in strijd met het

operationele perspectief, het uitbesteden van militaire taken zou de flexibiliteit van het leger

vergroten en de druk verlichten. Het tegendeel is echter waar. Door het gebruik van

burgers/PMSC verliest het leger zijn flexibiliteit, terwijl flexibiliteit een hoekstenen is van het succesvol voeren van oorlog. De vrijheid en mogelijkheid van een commandant om snel te kunnen improviseren in het gebruik van tactiek, het inzetten van wapens en het plaatsen van personeel werd lange tijd gezien als essentieel in het behalen van de overwinning (Schreier & Caparini, 2005).

Daarnaast is flexibiliteit ook belangrijk voor de effectieve logistieke prestaties. De logistiek moet voortdurend aangepast worden aan veranderende situaties en missies. Om het probleem dat ontstaat met het gebruik van PMSC op te lossen, moeten commandanten informatie hebben over PMSC die werkzaam zijn in de buurt van het gebied waar zij verantwoordelijk voor zijn.

Zichtbaarheid over PMSC en het coördineren van hun bewegingen is essentieel voor de commandant als hij zijn middelen en capaciteiten effectief en efficiënt wilt inzetten. Het probleem is echter dat dit moeilijk is aangezien PMSC niet onderdeel zijn van deze chain of

command en niet onder dezelfde regels vallen die gelden voor regulieren soldaten met betrekking

tot goede order en discipline (Schreier & Caparini, 2005). In dit laatste zit nog een belangrijke keerzijde van het gebruik van PMSC. Het brengt een ander niveau van beslissingen maken met zich mee.

Regulieren soldaten hebben geen individuele keuzes meer als ze eenmaal in dienst zijn en uitgezonden worden. Ze vallen onder de chain of command, ze moeten de bevelen van hun meerdere blindelings opvolgen. Werknemers van PMSC hebben echter wel een eigen keuze. Zij hebben zelf de keuze voor wie, waar, wanneer en tegen welke vergoeding zij hun diensten aanbieden. Zelfs als zij werkzaam zijn bij een PMSC hebben zij altijd de vrije keuze om te blijven of te vertrekken bijvoorbeeld als zij beter werk vinden, van mening zijn dat de missie het niet waard is of zelfs als ze gewoon geen zin meer hebben en hun familie graag willen zien. Er zijn in Irak zelfs voorbeelden waar PMSC moesten vertrekken omdat het personeel aan het

37 The Private Military and Security Industry in Irak

staken was. Dit is vaak personeel uit armere landen die onderbetaald kregen vergeleken met hun westerse collega’s. PMSC en haar werknemers lopen geen risico op een berisping van de

opdrachtgever, de Amerikaanse overheid, als zij hun contractuele verplichtingen niet nakomen. Dit is in het leger ondenkbaar (Leander, 2005; Schreier & Caparini, 2005; Singer, 2008). Doordat de commandant PMSC niet blindelings kan vertrouwen beperkt dit erg zijn keuzes wanneer, waar en hoe hij zijn troepen kan inzetten en gebruiken. Dit leidt tot een vermindering van politieke controle (Petersohn, 2008).

Het is niet gemakkelijk voor commandanten om antwoord te krijgen op vragen omtrent PMSC. Dit is iets dat de DoD onderschrijft (United States General Accounting office, 2003). Het gebrek aan informatie en bewustzijn van de aanwezigheid van PMSC in militaire operaties resulteert in lacunes over wie verantwoordelijk is voor het beveiligen van communicatie lijnen die gebruikt worden door commerciële actoren; het verlies van overzicht van personen en goederen die door het conflictgebied bewegen; het verlies van de controle over PMSC personeel en middelen; toename van de verantwoordelijkheid van het leger om PMSC te ondersteunen voor medische hulp, transport en behuizing; zorgen om de beschikbaarheid van commerciële leveringen en diensten; en gaten die ontstaan als PMSC niet in hun missie slagen bijvoorbeeld als de toevoerlijn verbroken wordt (United States General Accounting office, 2003; Schreier & Caparini, 2005; Singer, 2008).

Vooral dit laatste punt is belangrijk. Doordat PMSC buiten de chain of command moet de VS zich ook zorgen maken hoe zij PMSC eventueel kunnen vervangen. PMSC kunnen namelijk hun taken niet volbrengen, of weigeren orders uit te voeren. Tijdens de zomer van 2003, april 2004 toen er een geweldsgolf door Irak ging en de vele ontvoeringen onder werknemers van PMSC in juli 2005 werd duidelijk dat deze zorgen terecht waren. Militairen in Irak werden de dupe van PMSC die operaties vertraagde, opschortte of zelfs beëindigden door de dreigingen waarmee zij te maken hadden. De zorgen voor hun werknemers en goederen waren van groter belang dan de publiekelijke missie. Dit had gevolg voor de aanvoer van munitie, brandstof en voedsel. Soldaten waren hierdoor genoodzaakt om op voedselrantsoen te gaan (McCaffrey, 2007). Oud generaal McCaffrey uitte zijn zorgen tegen over het Congres in 2007:

“Under conditions of great danger such as open warfare […] they [PMSC] will

Dit waren waarschuwingssignalen van de problemen die kunnen ontstaan als gevolg van het veelvuldig uitbesteden van militairen taken aan private bedrijven.