• No results found

Docentenhandleiding Spreadsheetopdracht Cravatta Pelliano

Tref voorafgaand aan de lessen de volgende bereidingen:

 Inventariseer van tevoren het niveau van alle leerlingen en in hoeverre leerlingen handig zijn met spreadsheets.

 Deel de klas in tweetallen in en zorg dat de tweetallen zo heterogeen mogelijk zijn samengesteld qua niveau van leren en het gebruik van een spreadsheet.

 Reserveer voor alle lessen tijdig een computerlokaal met voldoende computers (1 voor de docent en 1 voor elk tweetal) en geef de eventuele lokaalwijziging door aan de

roostermakers en de leerlingen.

 Controleer van tevoren of computers werken en leerlingen hun inloggegevens weten.  Zorg dat ICT snel hulp kan bieden bij mogelijke problemen tijdens de lessen.

 Zorg voor stropdassen of draag een opvallende stropdas als aandachtrichter.  Print opdrachten, artikel en spreadsheet instructie van te voren.

 Mail Google Spreadsheet files via e-mail dag van te voren naar de leerlingen, rekening houdend met de samenstelling van de tweetallen.

 Zet naambordjes bij de computer voor de les.  Schrijf alvast 2 lege tabellen op de white board op.

Les 1:

 Deze les gaat over de verschillen tussen de begrippen opbrengsten en ontvangsten enerzijds en de verschillen tussen kosten en uitgaven anderzijds en het leren werken met een spreadsheet. Aangezien dit voor (Havo) leerlingen een lastig maar belangrijk

onderwerp is, is het aan te raden dat deze begrippen in vorige lessen al eerder zijn aangeraakt. Zo niet, dan wordt de sprong naar liquiditeitsbegrotingen en

resultatenbegroting mogelijk te groot.

 Verwelkom de leerlingen en vraag ze op de juiste plek te gaan zitten in lijn met de samenstelling van de tweetallen.

 Vertel ze het doel van de komende 3 lessen, te weten het maken van begroting van opbrengsten, ontvangsten, kosten en uitgaven en het leren werken met een spreadsheet aan de hand van een praktijkcase.

 Begin de les met het ophalen van voorkennis door opdracht 1 uit te laten voeren en dit klassikaal te bespreken.

 Geef na opdracht 1 instructie over het gebruik van Google spreadsheet.

 Geef na de spreadsheet uitleg de instructie om met opdracht 2 verder te gaan. Maak rondes in de klas en houd in de gaten of leerlingen actief aan de slag zijn, de werking van een spreadsheet begrijpen en de begrippen goed begrijpen en goed toepassen. Geef specifieke tweetallen feedback en of tips over de opdrachten zodat ze meer

leerrendement kunnen halen. Vraag leerlingen in de klassikale afsluiting wat ze hebben gedaan in de opdracht en of ze verschillendebedragen hebben berekend tussen verkopen en ontvangsten enerzijds en inkopen en uitgaven anderzijds. Benoem interactief de mate waarin lesdoelen worden bereikt, te weten het goed kunnen berekenen van opbrengsten en ontvangsten en de verschillen tussen kosten en uitgaven in een begroting van een bestaande onderneming.

 Geef het huiswerk op (t/m opdracht 2-B) en geef aan dat alle files gecontroleerd zullen worden voorafgaand aan volgende les. Geef ook aan dat de totale opdracht beoordeeld op onvoldoende, voldoende en goed.

 Benoem interactief de mate waarin lesdoelen zijn bereikt, te weten het goed kunnen berekenen van opbrengsten en ontvangsten en de verschillen tussen kosten en uitgaven in een begroting van een bestaande onderneming.

 Geef het huiswerk op. Geef aan dat je de files zal controleren. En dat de totale opdracht beoordeeld wordt met onvoldoende, voldoende of goed.

Les 2:

 Deze les gaat over een keuze maken tussen gegevens die bestemd zijn voor de

liquiditeitsbegroting en/of voor de resultatenbegroting, een liquiditeitsbegroting kunnen maken en een resultatenbegroting kunnen maken. Ook hier leren leerlingen weer te werken met een spreadsheet.

 Verwelkom de leerlingen, zorg dat ieder tweetal op de juiste plek zit en verwijs naar de vorige les over de praktijkcase van Cravatta Pelliano.

 Benoem dat je naar de spreadsheets hebt gekeken of zal kijken en dat je feedback hierover terugkoppelt per tweetal.

 Schrijf een opgave over een lening met rente en aflossing op het bord en vraag leerlingen de kosten over een bepaalde periode, de uitgaven op een bepaald moment en de nog te betalen of vooruitbetaalde rente op een moment te berekenen. Geef beurten wie de vraag mag beantwoorden.

 Geef instructie om met opdracht 2 (2-C, 2-D en 2-E) verder te gaan, namelijk het splitsen van kosten en uitgaven, het opstellen van een liquiditeitsbegroting en een

resultatenbegroting.

 Loop tijdens de oefening rond en controleer of de leerlingen actief aan de slag zijn, de werking van een spreadsheet begrijpen en de begrippen goed begrijpen en goed toepassen. Geef specifieke tweetallen feedback en of tips over de opdrachten zodat ze meer leerrendement kunnen halen.

 Benoem interactief de mate waarin lesdoelen worden bereikt, te weten het goed kunnen berekenen van opbrengsten en ontvangsten en de verschillen tussen kosten en uitgaven in een begroting van een bestaande onderneming.

 Geef het huiswerk op. Geef aan dat je de files zal controleren. En dat de totale opdracht beoordeeld wordt met onvoldoende, voldoende of goed.

Les 3:

 Deze les gaat met name over het kunnen beschrijven van de samenhang tussen een resultatenbegroting, een liquiditeitsbegroting en een voorcalculatorische eindbalans, gegeven de beginbalans. Daarnaast wordt in de les gecontroleerd of de leerlingen het verschil begrijpen tussen een liquiditeitsbegroting en een resultatenbegroting en de begrippen kasstelsel, periodetoerekeningsstelsel en liquiditeit kunnen omschrijven.  Verwelkom de leerlingen, zorg dat ieder tweetal op de juiste plek zit en verwijs naar de

vorige les over de praktijkcase van Cravatta Pelliano.

 Benoem dat je naar de spreadsheets hebt gekeken of zal kijken en dat je feedback hierover terugkoppelt per tweetal.

 Schrijf een zelfverzonnen voorbeeld van debiteuren en nog te betalen huur met een balanspost per 1 januari 2019, de begrote veranderingen voor 2019 op het white board op. Vraag naar de stijging of daling in 2019 en de begrote eindwaarde per 31 december 2019 door alle leerlingen na te laten denken over de vragen en geef beurten wie de vraag mag beantwoorden.

 Geef instructie om met opdracht 2-F en opdracht 3 verder te gaan namelijk het berekenen van de verwachte balansposten per 31 december 2019 o.b.v. een gegeven beginbalans en de gemaakte liquidietistbegroting en resultatenbegroting.

 Loop tijdens de oefening rond en controleer of de leerlingen actief aan de slag zijn, de werking van een spreadsheet begrijpen en de begrippen goed begrijpen en goed toepassen. Geef specifieke tweetallen feedback en of tips over de opdrachten zodat ze meer leerrendement kunnen halen.

 Benoem interactief de mate waarin lesdoelen worden bereikt, te weten het kunnen beschrijven hoe de samenhang is tussen een resultatenbegroting, een

liquiditeitsbegroting en een voorcalculatorische eindbalans, gegeven de beginbalans. Daarnaast wordt in de les gecontroleerd of de leerlingen het verschil begrijpen tussen een liquiditeitsbegroting en een resultatenbegroting en de begrippen kasstelsel,

periodetoerekeningsstelsel en het begrip liquiditeit kunnen omschrijven.

 Benoem het belang van deze opdracht voor de toets die gaat komen. En dan met name het goed onderscheiden en berekenen van opbrengsten en ontvangsten enerzijds en kosten en uitgaven anderzijds en dit onderscheid kunnen doorvoeren in een

liquiditeitsbegroting en een resultatenrekening. Ook is het belangrijk dat leerlingen eindbalansposten kunnen berekenen aan de hand van een beginbalans, de

liquiditeitsbegroting en een resultatenbegroting.