• No results found

Discussie

In document “What’s in a name….?” (pagina 72-77)

De resultaten van dit onderzoek maken duidelijk hoe organisaties in hun communicatie-uitingen betekenis geven aan de overkoepelende naam en de namen van de onderliggende bedrijven en welke communicatieaspecten hier van belang zijn.

Dit onderzoek mag een aantal kritische noten ontvangen:

Een aspect dat dit onderzoek negatief heeft beïnvloed is: de minimale medewerking van enkele organisaties, of de bereikbaarheid van de medewerkers van de organisaties. Hierdoor is, naar mijn mening, informatie gebaseerd op minder voorbeelden dan ik vooraf beoogde te behalen. De betrouwbaarheid van het onderzoek is enigszins geschaad doordat het effect van het onderzoek op de identiteit en het imago niet eenduidig is aan te tonen. Verder onderzoek naar de inzet van communicatiemiddelen en het effect op identiteit of bijvoorbeeld imago kan gewenst zijn.

Dit onderzoek kan echter dienen als bouwsteen voor volgend onderzoek. Het onderzoek wat hier gedaan is heeft namelijk een erg open karakter en heeft daarom enkel kans gehad bepaalde communicatieve aspecten ‘aan te tippen’.

Uit dit huidige onderzoek blijkt namelijk dat er op communicatief gebied associatie wordt bewerkstelligd tussen de concernnaam en de business units. Organisaties die dit sterk georganiseerd hebben, lijken een sterke identiteit en sterk imago te hebben. Echter op welke manier en onder welke intensiteit invloed uitgeoefend kan worden op de identiteit en het imago van een organisatie kan blijken uit volgend onderzoek. Onderzoek naar interne communicatie kan hier leidraad voor zijn, wellicht volgens enkele methodes van Van Riel (1996:63): De Spinnenwebmethode of Ster van Lux. Deze methodes gaan nog specifieker in op de identiteit van een organisatie. Anders dan het model wat hier gebruikt is om de identiteit van een organisatie te meten (Vos en Schoemaker, 2006:43). En eerder onderzoek van Henrik Ullah (2006) over brand architecture kan onderdeel zijn van vervolgonderzoek. Hier wordt namelijk ingegaan op de aanwezigheid van een ‘corporate brand’ en de aspecten die de associaties met deze, en andere bijbehorende, merken beïnvloeden.

Literatuurlijst

Boer, R. (2003). Brand design. Het vormen en vormgeven van merken. Amsterdam :Pearson education Benelux

Engelsen, den B., Beek, van C., Blijham, G. (2007). Marketing voor zorgverleners. Houten: Bohn Stafleu van Loghum

Hoeken, H. (1998). Het ontwerp van overtuigende teksten. Wat onderzoek leert over de opzet van

effectieve reclame en voorlichting. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Hfdst. 2.

Koornstra, R. (2005). Marketing voor retailers. Amsterdam: Pearson Education Benelux Nederhoed, P. (1996). Helder Rapporteren. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum

Mosmans, A.P. (1999). Corporate reputatie. Deventer: Kluwer

Pelsmacker, de P., Geuens, M., Bergh, van den J.(2008). Marketingcommunicatie. Asmterdam: Pearson Education Benelux

Riel, C.B.M. van (1992).Identiteit en Imago. Een inleiding in de corporate communication. Amsterdam: Academic Service, Schoonhoven

Riel, C.B.M. van (1994). Balanceren tussen variëteit en uniformiteit in het corporate communication

beleid. Houten/Zaventem: Bohn Stafleu Van Loghum

Riel, C.B.M. van (1996). Identiteit en imago. Grondslagen van corporate communication. Amsterdam: Academic Service, Schoonhoven

Vos, M. en Schoemaker, H. (2006). Geïntegreerde communicatie. Concern-, interne en

marketingcommunicatie. Amsterdam: Boom Onderwijs Artikelen:

Barwise, P. en Robertson, T. (1992). Brandportfolio’s. European management Journal. Vol. 10 No 3:277-285

Broniarczyk, S.M. en Alba, J.W. (1994). The importance of the brand in brand extension. Journal of

Marketing Research. Vol.31: 214-228

Borret, K. (1999). Alles stad. Over een paradigma van nieuwe stedelijkheid. Ons Erfdeel, Vol. 4: 544-553

Lau, K.C. en Phau, I. (2004). Perceptual fit in symbolic brand: evaluation from a brand personality perspective. Journal of advertising. Vol. 23: 144-145

Lau, K.C. en Phau, I. (2007). Extending Symbolic Brands Using Their Personality: Examining

Antecedents and Implications Towards Brand Image Fit and Brand Dilution. Psychology & marketing, Vol. 24(5):421-444

Nandan, S. (2005). An exploration of the brand identity-brand image linkage: a Communications pespective. Journal of Brand Management Vol. 12, No. 4, 264–278

Websites: http://www.euroborg.nl/Home.html (22-6-2010) http://fcgroningen2007-2008.euroborggroningen.com/euroborg2008.JPG (22-6-2010) www.fotosearch.com (18-3-2010) www.gezondheidsboulevardfriesland.nl (19-10-2009) http://www.google.nl/imgres?imgurl=(22-6-2010) http://home.wxs.nl/~fluks4/wegen/b017/palexandrium.jpg (22-6-2010) www.homecenter.nl (19-10-2009) Nederlandse Taalunie (2000-2010) http://www.kantorenparkeuroborg.nl/_images/pht_stoker-brander.jpg (22-6-2010) http://taaladvies.net/taal/advies/term/78/ (8-4-2010) http://www.mijngelderland.nl/nc/thema/mg-verhaal/artikel/198/2741/ (18-3-2010) http://www.mijnwoordenboek.nl/vertaal/NL/NL/Stad) (22-6-2010) http://www.nijha.nl/cache/referentieplekken_overzicht/dsf0557(1).jpg Rybczynksi, W. http://www.amerika.nl/cms/e107_plugins/content/content.php?content.116 (18-3-2010) www. sportstad.nl (19-10-2009) http://stijn.linearecta.be/images/stadions/Euroborg_Groningen_02.jpg (22-6-2010) http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/1/1e/Galgenwaard2.jpg (22-6-2010) http://www.wpmgroep.nl/Te_huur/113/winkelcentrum-alexandrium-iii/(22-6-2010) www.wikipedioa.org/wiki/bestand:Galgenwaard2.jpg(22-8-2010) Overige bronnen:

Jaarplan Sportstad Heerenveen 2010

Informatiefolder Gezondheidsboulevard Friesland

Interviews medewerkers en huidige klanten van de vier organisaties

Bijlage

Interviewvragen die als richtlijn hebben gediend bij de interviews met medewerkers van de verschillende organisaties:

Interview medewerkers:

1. Wat staat er in dit gebouw voor u centraal? De overkoepelende organisatie of de organisatie waar ik zelf verantwoordelijk voor ben?

2. Wat is volgens jou de meerwaarde van de overkoepelende naam van de organisatie?

3. Hoe creëer je, met jouw afdeling, eenheid binnen de organisatie? Op welke vlakken komt dit naar voren?

4. Hoe zie je de organisatie in zijn geheel? Geef een korte beschrijving zoals jij het ziet. 5. Hoe intensief ben je betrokken bij de organisatie en hoe goed ken je de organisatie? 6. Welke karakteristieken vind je van toepassing op de organisatie?

Eenheid Dienstverlening Effectief Samenwerking Synergie Kwaliteit Locatie Toegankelijkheid Betrouwbaarheid Communicatie Centraal Individueel 7. Aan welke karakteristieken hecht je de meeste waarde?

8. Met welke karakteristieken onderscheidt de organisatie zich volgens jou of hoe zou de organisatie zich het beste kunnen onderscheiden?

Interview klanten

1. U komt hier winkelen/sporten, waar gaat u heen?

2. Wat valt u op bij aankomst? De naam/logo/kleuren/beelden/aankleding?

3. Hoe zou u de organisatie omschrijven? Welke karakteristieken vindt u dan toepasbaar op de organisatie?

4. Waar hecht u waarde aan bij een organisatie zoals deze? 5. Hoe bekend bent u met de organisatie?

6. Hoe ziet u deze organisatie in vergelijking met andere vergelijkbare organisaties? Welke vergelijkbare organisaties kent u?

7. Wat zijn de voor- en nadelen van deze organisatie volgens u?

Twee extra foto’s van communicatieaspecten van Home Center Wolvega:

Prijslabel op product, gebruik van beeldmerk Home Center

In document “What’s in a name….?” (pagina 72-77)