• No results found

De gevonden resultaten zijn in dit hoofdstuk verklaard en geïnterpreteerd door de resultaten

onderling met elkaar te confronteren en ook zijn de limitaties van het onderzoek aangegeven.

5.1 Betrouwbaarheid en Validiteit

Voor dit onderzoek, naar de uitbreiding van het schoolsurfproject is zowel deskresearch als

fieldresearch gedaan. Het deskresearch bestaat uit de afbakening van geschikte kustgemeenten op.

De criteria voor een geschikte kustgemeente is een minimum van 10 basisscholen met een

reisafstand van 35 minuten van de surfschool. Deze criteria is niet verder onderbouwd vanuit de

theorie. Wel is het een logische afstand als gekeken wordt naar de duur van de les en de totale

reistijd. Verder kan ook beargumenteerd worden dat de afstand eenvoudig te overbruggen moet zijn

om de continuïteit na het schoolsurfproject te waarborgen. Een minimum van 10 basisscholen is te

verklaren doordat er maximaal 12 lessenreeksen golfsurfen per jaar gegeven kunnen worden. Met

een klein achterland zou het schoolsurfproject meer tijd en energie kosten dan de verwachte

opbrengst aan deelnemers. De betrouwbaarheid en validiteit van het deskresearch is goed,

aangezien gebruik is gemaakt van oorspronkelijke bronnen zoals documenten van de rijksoverheid,

NOC*NSF en de Dienst uitvoering onderwijs. Voor het fieldresearch is gebruik gemaakt van de

KOFTIG- beheersaspecten (Verhaar & Eshel, 2014). Aan de hand van deze thema’s zijn de topiclijsten

gemaakt en de interviews afgenomen. In totaal zijn 14 interviews afgenomen. 5 afzonderlijke

interviews met betrekking tot het huidige schoolsurfproject, 7 interviews bij kustgemeenten. Een

groepsinterview en afzonderlijk interview met betrekking tot de toekomst van het schoolsurf project.

Van de 10 geschikte gemeenten uit de ranglijst kustgemeenten (paragraaf 4.4) zijn 7 interviews

afgenomen waarbij over 9 gemeenten gesproken is. Een interview is een momentopname en wordt

gekleurd door de overtuiging van de geïnterviewde. Toch geeft dat een beeld van de interesse van

een gemeente en regelingen die mogelijk geacht worden. Tijdens een interview kan ook de mening

van de respondent beïnvloed bedoeld of onbedoeld beïnvloed worden. Zo is aan het begin van de

interviews bij de kustgemeenten een presentatie gegeven om het schoolsurfproject te

verduidelijken. Veel gemeenten werken samen met een externe sportorganisatie die de uitvoering

van het beleid verzorgt, terwijl bijna alle interviews zijn afgenomen bij de gemeente

5.1 Samenhang tussen theorie en praktijk

Er zijn geen noemenswaardige verschillen gevonden in de beschrijving van de theorie ten opzichte

van het praktijkonderzoek. Aangezien het theoretisch kader de basis vormt van de gevonden

resultaten. Zo is in het theoretisch kader is achtergrondinformatie weergegeven hoe het sporten in

Nederland is vormgegeven, welke spelers er zijn op het gebied van sportstimulering en wat

naschoolse activiteiten zijn. Verder is aangegeven wat draagvalk inhoud en wat voor functie het

sportbeleid van een gemeente heeft. Ook is uit eerdere onderzoeken aangetoond wat

succesfactoren van naschools aanbod zijn. De resultaten van het praktijkonderzoek zijn specifiek

gericht op het sportbeleid van kustgemeenten en aantal basisscholen. In de interviews is specifiek de

focus gelegd op de mogelijkheid van het schoolsurfproject en de huidige situatie in een gemeente.

Aan de hand van de KOFTIG beheersaspecten (Verhaar & Eshel, 2014) zijn de interviews afgenomen.

Een overeenkomst tussen het theoretisch kader en de resultaten is dat per gemeente het sport

aanbod en sportbeleid verschilt, aangezien elke gemeente een andere beleidsvoering heeft. De

regeling brede sport combinatiefuncties is een regeling die deels door het rijk (40%) en deels door de

gemeente (60%) gefinancierd wordt. Uit de interviews kwam naar voren dat deze cofinanciering ook

anders in elkaar kan steken. Zo geven respondenten uit de gemeente Den Helder (Schmitt, Kooy, &

Polderman, 2017) aan de 20% vanuit de gemeente wordt gefinancierd en 80% vanuit het onderwijs.

Ook kan de 60% van de overheid een bestaan uit een cofinanciering van verschillende partijen

(Werkgroep flankerend beleid buurtsportcoaches, 2012). Aan het begin van het onderzoek zijn een

20-tal verschillende surfspots met erkende HSA surfschool opgenomen. Uiteindelijk zijn er maar een

6-tal surfscholen overgebleven.

Scriptie| Wijbrand Houmes | Golfsurfen met schoolkinderen In Nederlandse Kustgemeenten

55

5.2 Samenhang praktijkresultaten onderling

Uit het onderzoek blijkt dat Den Haag het meest aantal fte combinatiefuncties ter beschikking heeft

in vergelijking met de andere kustgemeenten. Zo zijn is 92 fte toegewezen aan de gemeente Den

Haag, in is dat Haarlem 27 fte en in Alkmaar 20 fte. De overige kustgemeenten hebben vaak minder

dan 15 fte. In de interviews over de toekomst van het schoolsurfproject wordt gehoopt op een

speciale combinatiefunctie voor het schoolsurfen. Uit de interviews bij kustgemeenten blijkt dat een

specifieke combinatiefunctie voor golfsurfen in andere kustgemeenten niet haalbaar is. In Leiden en

Noordwijk wordt al samengewerkt met een surfschool of surfvereniging die in samenwerking met

het onderwijs een kennismaking met de zee en het surfen aanbied. Andere kustgemeenten hebben

geen samenwerkingen met surfscholen. De meeste kustgemeenten hebben een bestaande structuur

van naschoolse activiteiten. De gemeente Castricum en Bergen niet.

Overeenkomsten zijn dat de meeste gemeente aangeven dat het schoolsurfen grotendeels

gesubsidieerd kan worden via de combinatiefunctie regeling. Verder worden veiligheid, kennis

sportverbreding en sportstimulering gezien als doelen die met het schoolsurfproject bereikt kunnen

worden. Veel kustgemeenten werken samen met een externe sportorganisatie die het sportbeleid

uitvoert. Zoals een sportservice, SportSupport of welzijnsorganisatie. Veiligheid en kennis van de zee

wordt door alle respondenten aangegeven als kwaliteitseis voor het schoolsurfen.

5.3 Limitaties van het onderzoek

Het praktijk onderzoek bestaat grotendeels uit interviews met kustgemeenten en betrokkenen bij

het schoolsurfproject uit Den Haag. De surfscholen uit Den Haag zijn niet geïnterviewd. Verder zijn er

ook geen interviews afgenomen bij surfscholen uit andere kustgemeenten behalve Den Helder. Zo is

er geen informatie verzameld over de interesse en ervaring van surfscholen voor het

schoolsurfproject. Daarnaast is ook geen informatie verzameld over de behoefte van basisscholen en

surfscholen in de verschillende kustgemeenten.

Via internet is informatie gevonden over het sportbeleid, manier van financiering en het aantal

basisscholen per kustgemeente. Het sportbeleid van gemeenten wordt mogelijk vernieuwd in

verband met de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Daarnaast is er een nieuwe regering sinds 2017

actief dat mogelijk een nieuw sportbeleid opgesteld. Dit kan gevolgen hebben voor het toekomstige

sportbeleid van gemeenten en de mogelijkheden om het schoolsurfen in te zetten. De focus van het

onderzoek lag vooral op de subsidie uit de gemeente met name de combinatiefunctie regeling van de

brede sportimpuls. Er is weinig data verzameld over andere financieringsmogelijkheden zoals andere

subsidieregelingen, fondsen en sponsering.

Het theoretische kader is vrij breed terwijl het praktijkonderzoek specifiek gericht is op het

schoolsurfproject en de mogelijkheden in verschillende kustgemeenten. Kleine gemeenten met

weinig basisscholen zijn niet verder onderzocht. De kleinere kustgemeenten zijn niet geanalyseerd

waarbij er geen idee is van de mogelijkheden om schoolsurfen in deze gemeenten in te zetten. Het

kan zijn dat er mogelijkheden zijn om een schoolsurfproject in te zetten bij een surfschool in

samenwerking met meerdere kustgemeenten uit de buurt.

Succesfactoren om het schoolsurfen in te zetten zijn: kwantitatieve eisen zoals de afstand, en aantal

basisscholen in de buurt van de surfschool. Deze eisen zijn gemeten aan de hand van deskresearsch.

De kwalitatieve zeisen zoals aansluiting bij het naschoolse aanbod en het betrokkenheid en inzet bij

de kustgemeente, surfscholen en basisscholen konden minder goed gemeten worden.

Advies voor vervolg onderzoek is het maken van een behoefteanalyse voor de verschillende

geschikte kustgemeenten. Daarnaast is een onderzoek naar financiële mogelijkheden voor het

schoolsurfproject een meerwaarde

Scriptie| Wijbrand Houmes | Golfsurfen met schoolkinderen In Nederlandse Kustgemeenten

56