• No results found

7. Conclusie

7.2 Discussie & aanbevelingen

Het onderzoek geeft inzicht in de handelingen van professionals in de omgang met het Wmo beleid met betrekking tot het thuisgevoel in de zorginstelling. In Nederland is een beleidsvisie ontwikkeld waarin zorg meer wordt gerealiseerd binnen de huiselijke omgeving (Kampen et

Strategieën

- Modificatie van conceptie van cliënten

- Gebruik maken van de discretionaire ruimte door gericht een aanvraag van een ZZP te gebruiken om een in-/uitsluitingseffect te sturen

Policymaking

- Vrijheid van beslissingen - vrijheid om een ZZP aan te

vragen

Autonomie

-discretie

Limitatie in bereiken van doelen

- Manieren van thuisvoelen bemoeilijkt

Condities van werk

- minder dagelijks contact met cliënten

Dilemma's

- Volgen van bureaucratishe regels of dagelijks contact

met bewoners

Structuur van werk

- Oplegging van bureaucratische regels

al, 2013). Door een toenemende focus op thuis binnen beleid is het relevant om het

thuisgevoel binnen een zorginstelling te onderzoeken. Een paradoxaal effect is dat het Wmo beleid het belang van thuis benadrukt, door hulpbehoevende ouderen zo lang mogelijk te stimuleren om thuis te blijven wonen. Echter ervaren professionals dat de invoering van het Wmo beleid juist een negatief effect heeft op de manieren waarop zij het thuisgevoel binnen een zorginstelling bevestigen. In het programma van Nieuwsuur van 30 mei werd een discussie tussen zorgprofessionals en CIZ aangekaart. Hieruit kwam naar voren dat zorgprofessionals vinden dat de regelgeving van het CIZ tot onwenselijke situaties leiden. Cliënten zouden onnodig naar huis gestuurd zijn omdat het CIZ niet de minimale ZZP toekent. Het CIZ stelt juist dat zorgprofessionals de ZZP onnodig willen ophogen. Er bestaat dus spanning tussen de professionals en het CIZ omdat de partijen verschillende belangen nastreven. Het verschil in belangen lijkt de discussie te raken wat goede zorg precies is. Maar tegelijkertijd wordt er af gevraagd wie de zorg moeten leveren en waar de zorg geleverd moet worden. Het verschil in interpretatie van de fysieke of psychische status van een cliënt

benadrukt de subjectiviteit van de wijze waarop de ZZP wordt toegekend. Hierbij blijkt dat de grens tussen thuis en tehuis in de overgangsfase van de Wmo afhankelijk is van interpretaties. In de inleiding stelt Duyvendak dat er geen twijfel meer bestaat over waar burgers verzorgd willen worden, namelijk thuis. Echter geeft het onderzoek en het conflict tussen de

professionals en het CIZ aan dat professionals nog hun twijfels hebben over thuiszorg. Dit stelt dat de discussie over extramurale of intramurale zorg nog niet afgesloten is.

Dit onderzoek is gedaan in de overgangsfase van de Wmo maar hoe zal de belangstrijd tussen professionals en de CIZ zich verder ontwikkelen? Zal de implementatie van het nieuwe beleid na verloop van tijd genormaliseerd worden? Of zullen de professionals opkomen voor hun eigen belangen en vechten tegen de-professionalisering? Voor toekomstig onderzoek zou het wellicht interessant zijn om het onderzoek in een andere tijdsperiode te herhalen. Daaruit kan direct geconcludeerd worden in hoeverre het verzorgingstehuis als institutie veranderd is en daarmee ook het handelen van de professionals. De vraag is

daarnaast in hoeverre professionals hun mening over de behoefte van cliënten aan intramurale zorg zullen bijstellen. Op dit moment hechten de professionals waarde aan zorg in de

instelling. Het opzoeken van media aandacht geeft aan dat zij willen opkomen voor de cliënt in de instelling. Voor vervolgonderzoek is het interessant om te onderzoeken waarom

professionals bewust de ZZP willen ophogen of oplagen. In dit onderzoek zijn de strategieën van professionals in relatie gebracht met een thuisgevoel van de instelling. Het is nuttig om te zien of nog overige factoren verbonden zijn aan het bewust sturen van een ZZP. De vraag is

hoe de discussie van thuis wonen of in een instelling zich verder zal ontwikkelen. Wordt de regelgeving van de ZZP aangepast of zullen de professionals zelf hun definitie van thuis moeten herzien?

Literatuurlijst

Actiz. (2014). Naar autonomie, zelfstandigheid en een gezond leven. Een nieuwe ambitie in de langdurige zorg. Beschikbaar via <http://www.actiz.nl/dossiers/hervorming-langdurige- zorg< Verkregen op 02-04-2014

Aedus-Actis (2014). Kenniscentrum wonen en zorg, beschikbaar via

<http://www.zorgvisie.nl/Home/Dossiers/Zorgzwaartepakketten-ZZP< Verkregen op 11-03- 2014

Bryman, A. (2008) Social Research Methods. Derde editie. Oxford: University Press

Duyvendak, J. W. (1999). De planning van ontplooiing: wetenschap, politiek en de maakbare samenleving. Sdu.

Duyvendak, J.W. (2011) The politics of home. Belonging and nostalgia in western Europe and the United states. Amsterdam University Press

Duyvendak, J.W. (2013) ´Thuis best´. In: De Affectieve burger. Amsterdam: Van Gennep 133-155

Goffman, E. (1968). Asylums: Essays on the social situation of mental patients and other inmates. Aldine, Transaction.

Goffman, E. (1959). The presentation of Self in everyday life.

Kampen, T. Verhoeven, I. & Verplanke, L. (2013). De Affectieve burger. Amsterdam: Van Gennep.

Lipsky, M. (1980). Street-level Bureaucracy: Dilemmas of the Individual in Public Services. New York: Russel Sage Foundation.

Ministerie Volksgezondheid, Welzijn & Sport (2014) Landelijke Nota Gezondheidsbeleid. Gezondheid dichtbij. Bron beschikbaar via <http://www.loketgezondleven.nl/gemeente-en- wijk/gezonde-gemeente/gezondheidsbeleid-maken/gezondheid-dichtbij. Verkregen op 02-04- 2014

Nederlandse Zorgautoriteit (2014). Onderhoud Zorg Zwaarte Pakketten. Bron beschikbaar via <http://www.nza.nl/publicaties/nieuws/Onderhoud-zorgzwaartepakketten-naar-NZa<

Verkregen op 02-03-2014

Rijksoverheid (2014) Bronnen beschikbaar via

<http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/geestelijke-gezondheidszorg> Verkregen op 17- 04-2014.

Tonkens, E. H. (2008). Mondige burgers, getemde professionals: marktwerking en professionaliteit in de publieke sector. Van Gennep.

Tonkens, E. & J.W. Duyvendak (2003) ‘Paternalism – caught between rejection and acceptance: taking care and taking control in community work’. Community Development Journal, 38

Tonkens, E. (2006) De bal bij de burger. Burgerschap en publiek moraal in een pluriforme, dynamische samenleving. Amsterdam

Tonkens, E. (2011) ‘The embrace of responsibility. Citizenship and governance of social care in the Netherlands’. In: J. Newman

Tonkens, E. Broer, C. Sambeek, N. Hassel, van, D.(2013). Pretenders and performers. Professional responses of the commodification in health care. Macmillan Publishers Ltd. 1477-8211

Trappenburg (2009) Actieve solidariteit.

Trappenberg, M. (2011). Blijf bij ons. Ode aan de verzorgingsstaat. Tijdschrift, Socialisme en Democratie. Jaargang, 69. Jaar, 2012

Verhoeven, I., Verplanke, L., & Kampen, T. (2013) Affectief burgerschap in de

verzorgingsstaat, over de nieuwe publieke moraal. In: De affectieve burger. Hoe de overheid verleidt en verplicht tot zorgzaamheid. Amsterdam: Van Gennep.

Verplanke, L. Veldman, L. & Duyvendak, J.W. (2009) Onder de mensen? Een onderzoek naar mensen met beperkingen in vier stadsbuurten. Nicis Institute.

Zorgvisie (2013). ZZP richtlijnen in de verzorgings- en verpleeghuiszorg, beschikbaar via <http://www.zorgvisie.nl/Home/Dossiers/Zorgzwaartepakketten-ZZP/>

Bijlagen