• No results found

Dienstbaarheid in de gemeente Roermond: discursieve strategieën en praktijken

Hoofdstuk 6 Het discours ‘dienstbaarheid’

6.2 Dienstbaarheid in de gemeente Roermond: discursieve strategieën en praktijken

Heersende ideeën en regelmatigheden in datgene wat gezegd wordt

De gemeente Roermond profileert zich met het discours dienstbaarheid nadrukkelijk met een alternatieve strategie ten opzichte van de nationale beleidsarena (circulaire economie). De geïnterviewde ambtenaar (beleidsmedewerker afval) is ruim vijftien jaar betrokken bij het afvalbeheer van de gemeente Roermond. Na een opleiding Milieukunde heeft de persoon uitvoerende en handhavende werkzaamheden uitgevoerd op het gebied van afval en sinds 2003 gaat het om beleidsmatige taken. De eerste associatie bij het woord afval is: “de sociale component, de gedragscomponent van mensen. Wat beweegt mensen om iets wel of niet te doen”. Ook voor het bestuur van de gemeente Roermond is serviceverlening het belangrijkste uitgangspunt van de afvaldriehoek. De centrale gedachte van het afvalbeheer- en beleid van de gehele gemeente wordt door de ambtenaar verwoord als: “De centrale gedachte is voor ons service, serviceverlening”. Het belangrijkste argument hierachter is dat iedereen zijn afval kwijt moet kunnen zonder dilemma’s te ervaren.

Daarnaast wordt aangegeven dat ‘milieu’ voor de ambtenaar persoonlijk het belangrijkste uitgangspunt vormt in de afvaldriehoek. Uit het interviewtranscript komt daarmee expliciet naar voren dat er enige strijd plaatsvindt in de verhaallijn van Roermond. Ondanks het feit dat de wethouder in kwestie bewuster wordt van de relatie tussen afval en milieu, wil men ambtelijk meer bereiken op het gebied van het milieu dan bestuurlijk. Zo werd voorgesteld om van de gehanteerde duobak restafval-gft twee aparte containers te maken om de gescheiden afvalinzameling te bevorderen, maar de politiek “had daar geen oren naar. Ze zijn

hier heel gehecht aan de duobakken”. “Vanuit mijn eigen achtergrond zie ik verbeterpunten op het milieuvlak. Ik zou het liefst beogen dat wij minder restafval inzamelen”. Het overstappen naar een duurzamer systeem is geen ambtelijk,

maar “een politiek issue”. De ambtelijke organisatie probeert weliswaar richting een duurzamere

afvalhuishouding te komen, maar heeft tot op heden het heersende discours ‘dienstbaarheid’ niet kunnen veranderen.

In het interviewtranscript is achttien maal een uitdrukking ontdekt waarin serviceverlening een belangrijk motief vormt voor het afvalbeheer in de gemeente Roermond. Enkele citaten:

“Op dit moment liggen wij helemaal hier, op de service (...) in de gemeente Roermond zijn ze niet van Diftar gecharmeerd, omdat ze bang zijn dat er meer dump komt en omdat ze willen dat elke burger iedere maand zonder problemen het afval kwijt kan (…) we hebben heel tevreden inwoners. Niemand klaagt over de frequentie van de inzameling (…) de inwoners zijn heel tevreden”.

Daarnaast zijn in het interviewtranscript negen uitdrukkingen aangetroffen waarin de kosten een

belangrijke rol spelen en dertien keer worden uitdrukkingen benoemd waarin milieu een belangrijk motief is voor het afvalbeheer. Uitdrukkingen en argumenten waaruit blijkt dat de burger centraal staat

domineren. Dit komt overeen met de eerste associatie die de beleidsmedewerker heeft met het denken over afval en dit weerspiegelt tevens de centrale gedachte van het afvalbeheer van de gemeente Roermond.

Praktijken: voorgaande patronen in relatie tot hun sociale context

In de gemeente Roermond wordt het afval beheerd op traditionele wijze. Dit betekent dat het afvalbeheer geen ingrijpende systeeminnovatie heeft ondergaan, waarbij technische, sociale en wetgevende innovaties gecombineerd zijn die leiden tot een wezenlijke omslag in het afvalbeheer. In de laagbouw hanteert de gemeente Roermond duobakken (minicontainer met een schot tussen de twee afvalstromen) voor restafval en het groente -, fruit- en tuinafval (gft). Deze bak wordt één keer per week opgehaald door de particuliere inzameldienst Van Gansewinkel. Het plastic wordt sinds 2014 eenmaal per twee weken opgehaald aan huis in de vorm van zakken. Het papier wordt één keer in de maand opgehaald. Blik en drankenkartons worden ingezameld via ondergrondse containers. De hoogbouw in de gemeente

Roermond (circa 30%) is voorzien van (waar mogelijk) ondergrondse containers voor enkel het restafval. Waar vraag is naar een container voor gft wordt de mogelijkheid geboden om een extra container te plaatsen voor gft-afval, maar dit gebeurt in de praktijk zeer minimaal.

Het fungerende afvalbeleid in de gemeente Roermond is het Grondstoffenplan 2014-2017. Dit plan volgt het Huishoudelijk Afvalstoffenplan 2003-2008 op. De ambities voor 2014-2017 zijn verdeeld op basis van de uitgangspunten van de afvaldriehoek gesitueerd op landelijk niveau: milieu, kosten en service. Milieu is de kernambitie van dit plan. Er wordt onder andere gestreefd naar 40% minder restafval (van circa 177 kilo in 2012, naar 106 kilo in 2017). Daarnaast moet de afvalscheiding van 60 procent verhoogd worden naar 65 procent. De voorwaarden die hieraan gesteld worden zijn gebaseerd op de kosten en de

dienstverlening. De afvalstoffenheffing mag niet stijgen (€ 206,05) en de dienstverlening moet verbeterd worden door het makkelijker en laagdrempeliger te maken om herbruikbare grondstoffen aan te bieden (door behoud van de duobak en meer gescheiden inzameling aan huis). Opvallend is dat de ambities aangaande kosten en dienstverlening reeds behaald zijn (anno 2017), daar waar de milieudoelstellingen niet behaald worden. Het scheidingspercentage is nagenoeg gelijk gebleven (60-61 procent), terwijl de

hoeveelheid restafval met 6 procent is toegenomen (tot 188.9 kilo). Dit komt niet overeen met de geambieerde daling van 106 kilo restafval (zie tabel 6.2.1). Deze tabel geeft de ontwikkeling weer van de hoeveelheid restafval, verdeeld over het huishoudelijk restafval (aan huis opgehaald) en het grof

huishoudelijk restafval (weggebracht naar milieustraten) in de gemeente Roermond over de periode 2001- 2016. Deze gegevens wijken af van de dalende landelijke trend als het gaat om het restafval.

Tabel 6.2.1: Huishoudelijk afval (kg) per gemeente (Roermond) per inwoner (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2017).

Volgens Hajer komen motieven naar voren door het bestuderen van allerlei talige uitdrukkingen die worden beheerst door het ‘onbewuste’ in mensen (1995). In het interviewtranscript en het

Grondstoffenplan van de gemeente Roermond zijn ‘duobakken’, ‘tevreden bewoners’, ‘dienstverlening’ en ‘service’ veel gebruikte uitdrukkingen. Volgens Hajer (2006) hebben deze begrippen een sturende werking voor de afweging; in dit geval voor de gemeente Roermond. Door deze voortdurende benadering, en daardoor vanzelfsprekendheden, kunnen alternatieven als minder voor de hand liggend afgeschreven worden en daarmee hebben ze invloed op de waarneming van het afvalbeheer. Typische

beleidsvocabulaires zijn ‘grondstoffenplan’ en ‘social return en participatie’. Dit zijn uitdrukkingen die expliciet zijn bedacht om inhoud te geven aan het beleidsprogramma van de gemeente Roermond. De storyline, de voornaamste component van het discours, kan omschreven worden als een dergelijke aanduiding zoals ‘dienstverlenend afvalbeheer’.

Het bestuur van de gemeente Roermond erkent de doelstellingen vanuit het Rijk niet te behalen indien het huidige afvalbeheer met de duobakken wordt voortgezet. Ambtelijk wil men meer actie ondernemen, maar de politiek wil geen systeemverandering. Een systeemverandering blijft uit door de angst voor dumping

gehecht is aan het huidige afvalbeheer. Dit is een beargumenteerbare keuze omdat de inwoners aangeven tevreden te zijn over het afvalbeheer. In de gemeente Roermond wordt verder aan nascheiding van het plastic gedaan. Dit wordt als een aanvullende methode op bronscheiding gehanteerd, maar zal nooit de hoofdinsteek van het afvalbeheer worden. De kwaliteit van recycling wordt daardoor verminderd ten opzichte van bronscheiding. Ondanks het feit dat de burger centraal staat in het afvalbeheer van de gemeente Roermond, werd de burger niet betrokken bij de opstelling van het Grondstoffenplan en daarnaast is de communicatie richting burgers beperkt. De reden hiervan is dat de belangstelling voor afval onder de burgers erg laag is.

De eigen aangegeven barrières en kansen bij de gemeente Roermond zijn: