• No results found

Didactisch vormgeven

In document Herzieningsadvies Kerk en Vluchteling (pagina 33-36)

Afstudeerproject Cora Blok – Herziening Cursus Kerk & Vluchteling Stichting Gave 26Eer

6. Advies voor herziening

6.5 Didactisch vormgeven

Bij het didactisch vormgeven adviseer ik aan Gave om rekening te houden met de verschillende achtergronden en niveaus van de cursisten. Er mag vanuit gegaan worden dat iedere cursist geïnteresseerd is om wat te leren,maar er kan wel een groot niveauverschil zijn. Daarom is het van belang dat de inhoud van de cursus voor iedereen toegankelijk is.

Het gebruik van werkvormen is een belangrijk onderdeel van het didactische vormgeven. Zoals paragraaf 2.5 is aangegeven moeten de werkvormen daadwerkelijk wat toevoegen aan de inhoud of aan het leerproces. Om het

leerproces te bevorderen adviseer ik om elke avond verschillende werkvormen te gebruiken. Hieronder adviseer ik een aantal werkvormen per avond met een toelichting waar nodig. Zie de docenthandleiding voor een concrete uitwerking van de werkvormen.

Avond 1

Voorstellen en verwachtingen

Hoewel de cursus slechts 4 avonden is, is het voor cursisten toch belangrijk om te weten met wie ze zich in een groep bevinden. Evenals het voor de cursusleider belangrijk is om te weten welke publiek hij voor zich heeft.

Een voorstelrondje waarin de deelnemers hun naam noemen en aangeven of ze al contact hebben met vluchtelingen is voldoende.

Daarna moet er dieper in worden gegaan op de verwachtingen. Hierbij zijn twee mogelijk werkvormen gegeven. Het doel is dat de cursusleider beseft met welke verwachtingen de cursisten aanwezig zijn. Als blijkt dat de verwachtingen anders zijn dan de gestelde doelen van Gave dan moet hierover duidelijkheid worden gegeven zodat de cursist achteraf hierover niet teleurgesteld kan zijn.

Verwerking Bijbels zicht op vluchtelingen

Voor Gave is het Bijbels zicht op vluchtelingen een belangrijk onderdeel van hun missie. Hierbij hoort een verwerking waarin de cursisten reflecteren op hun eigen visie en de visie vanuit de Bijbel. Dit wordt bewerkstelligd in een aantal vragen die in groepjes besproken kunnen worden.

Avond 2

De Nederlandse cultuur

In de tweede avond gaat het over de Nederlandse en niet-westerse cultuur. Alvorens in te gaan op de andere cultuur is het van belang dat de cursist zich bewust is van zijn of haar eigen cultuur. De beste manier om dit te doen is door in gesprek te gaan met elkaar. In een brainstormsessie reflecteren de cursisten op hun eigen cultuur.

Interculturele communicatie

Het leren over interculturele communicatie kan niet zonder hierin te oefenen. Hierbij is gekozen voor het spelen van een rollenspel. Dit rollenspel vindt plaats in groepjes van drie personen, waarbij elk persoon een andere rol aanneemt. Het gaat hier om de rol van ‘vluchteling’, ‘vrijwilliger’ en ‘observator’. Men speelt een rollenspel en reflecteert hierop in het groepje.

Afstudeerproject Cora Blok – Herziening Cursus Kerk & Vluchteling - Stichting Gave

34

Avond 3

Bekend, benieuwd, bewaard

Aan het begin van de derde avond neemt de cursusleider tijd voor het peilen van de beginsituatie en het vaststellen van de verwachtingen van de cursisten voor de komende avond. Met name als het gaat om de religies is er een grote kans dat er grote verscheidenheid is in de groep wat betreft kennis. De cursusleider moet deze kennis kunnen benutten. Cursisten die al veel kennis hebben kunnen actief worden ingeschakeld bij het informatieve deel. Daarnaast is het voor de cursusleider goed om te weten waarin de cursisten met name geïnteresseerd zijn. Hij kan, zonder overigens van het doel af te wijken, ervoor kiezen om een bepaald onderwerp wat meer aandacht te geven dan een ander. Aan het eind van de avond komt deze werkvorm terug, waarbij de cursisten opschrijven wat ze mee willen nemen in de toekomst.

Inleiding Islam

Het grootste deel van de avond wordt besteed aan de Islam. Er is voor gekozen om aan het begin van dit onderwerp een werkvorm te kiezen, die de

beginsituatie peilt en hen prikkelt om alvast na te denken. De cursisten maken een quiz over de overeenkomsten en verschillen binnen de Islam. Ook lezen ze een gedeelte uit de koran waarbij ze zelf de vergelijking met het evangelie moeten maken. Na afloop wordt dit besproken.

Verwerking Islam

Als de cursisten de informatie over de islam hebben gehoord en het bijbehorende filmpje hebben gezien is er ruimte om dit te verwerken. Dit doen ze in groepjes van vier personen. Hierbij leren de cursisten zich te verplaatsen in moslims en leren ze hun eigen geloof te verdedigen. Ze bedenken een aantal vragen die moslims aan hen zouden stellen over het christelijk geloof en geven daar

antwoord op. Ook stellen ze drie vragen die zij graag aan moslims zouden willen stellen, daarbij geven ze aan welk antwoord ze denken dat moslims zullen

geven. In een terugkoppeling kan dit worden besproken. Avond 4

Verwerking Bijbelstudie

Avond vier richt zich op het gesprek over God en geloof. De avond begint met een Bijbelstudie over de Emmaüsgangers. Door middel van een

verwerkingsopdracht in groepjes denken de cursisten na over hoe God in hun leven werkt en hoe zij aanwezig zijn in het leven van anderen.

Vluchteling en evangelie

Voordat de cursusleider ingaat op de vraag hoe je een vluchteling met het evangelie kan bereiken wordt de cursist eerst geconfronteerd met zijn eigen houding. Er worden drie stellingen weergegeven, waaruit de cursisten kunnen kiezen. De stellingen gaan over de vraag of de cursisten actief bezig zijn met het gesprek over God en geloof.

Verwerking kerkelijke activiteiten

Deze verwerkingsopdracht gaat in op de praktijk na de cursus. Aan het eind van de cursus moeten de cursisten keuzes gaan maken. Gave wil graag dat iedere cursist zich na afloop gaan inzetten voor het werk met vluchtelingen. Op deze manier denken de cursisten daar over na, worden ze geprikkeld om ook daadwerkelijk aan de slag te gaan.

Afstudeerproject Cora Blok – Herziening Cursus Kerk & Vluchteling - Stichting Gave

35

Evaluatie

Door middel van een ´klaagmuur´en ´jubelmuur´ kunnen cursisten aangeven waarover ze tevreden of minder tevreden zijn.

6.6 evalueren

Het advies dat ik aan stichting Gave wil meegeven is om de cursus op twee manieren te evalueren.

In de eerste plaats stel ik een moment van evaluatie voor op de laatst avond van de cursus. Deze evaluatie kan door middel van een zogenaamde klaagmuur en jubelmuur. Hierbij kunnen de cursisten gemakkelijk, anoniem en stel weergeven waarover ze positief en minder positief zijn. Met name voor de cursusleider is dit een goede terugkoppeling. Hij kan dit meenemen naar een volgende cursus. Daarnaast is aan Gave de taak om nieuw evaluatieformulier te maken. Een

voorstel is om hier een digitaal formulier voor te maken. Hierin kan gereflecteerd worden op de inhoud van de cursus, op het gebruik van werkvormen, op

deskundigheid van de cursusleider en relevantie voor de praktijk. Om de

efficiënte van de cursus goed te beoordelen is het raadzaam om structureel een evaluatiemoment te kiezen. Hierbij adviseer ik het model van Kirkpatrick te gebruiken wat is weergegeven in hoofdstuk 2.6.

Aan Gave is de keus om hiervoor een geschikt moment te kiezen. Naar mijn inzicht bestaan er twee mogelijkheden:

1. Na afloop van elke cursus.

Gave kan in de week nadat de cursus is afgelopen het evaluatieformulier sturen. De cursisten hebben dan de tijd om nog eens rustig om de vragen na te denken. De vraag is echter of de respons erg hoog zal zijn.

2. Eenmaal in een jaar, of in twee jaar.

Gave kan dit formulier gebruiken om eens in het jaar of in de twee jaar te bezien of de cursus nog aansluit bij de wensen en verwachtingen van de cursisten. Hierbij kunnen ze ook de verwachtingen en wensen van de vluchtelingen meenemen, dit zou door middel van een andere

Afstudeerproject Cora Blok – Herziening Cursus Kerk & Vluchteling - Stichting Gave

36

In document Herzieningsadvies Kerk en Vluchteling (pagina 33-36)