• No results found

De Wereldwinkels en FaiRSupport

In document Vrijwilligers en resultaat (pagina 33-37)

Hoofdstuk III  Methode van onderzoek

4.2  De Wereldwinkels en FaiRSupport

4.1 Inleiding

 

In dit hoofdstuk zal de analyse van de resultaten plaatsvinden. De resultaten geven inzicht in de verbanden tussen motivatie, inzet en omzet. De analyse is in vier delen opgesplitst. Eerst wordt gekeken welk beeld van de Wereldwinkel en van FaiRSupport bestaat. In het tweede deel wordt de vrijwilliger besproken om in het derde deel de relatie tussen de omzet en de motivatie te bespreken. Als laatste wordt het aantrekken van vrijwilligers besproken.

 

4.2 De Wereldwinkels en FaiRSupport

 

In deze paragraaf wordt de volgende deelvraag behandeld: “Wat voor organisatie is de Wereldwinkel, welk beeld hebben de klanten van de winkel en welk beeld hebben de vrijwilligers van FaiRSupport?” Hierbij is de opvatting van klanten op een indirecte manier gemeten, namelijk via de perceptie van de vrijwilliger en coördinator. In hoofdstuk 1 zijn de organisaties en hun onderlinge relatie al besproken. In deze paragraaf wordt eerst een korte beschrijving van de winkels gegeven. Daarna wordt ingegaan op het beeld dat de klanten van de winkel hebben, waarbij de gegevens van zowel de vrijwilligers als de coördinatoren worden gebruikt. Als laatste wordt ingegaan op wat vrijwilligers van FaiRSupport weten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de coördinatoren en de vrijwilligers en wordt gekeken of er een relatie tussen beide is.

 

4.2.1 Beschrijving van de winkels  

Gezien het feit dat er bij vier verschillende winkels interviews zijn afgenomen, worden de winkels eerst kort omschreven.

 

Wereldwinkel Berkel en Rodenrijs: Een middelgrote winkel op een mooie locatie in het centrum. Sinds een half jaar is er een deels betaalde coördinator die door de vrijwilligers erg gewaardeerd wordt. De jaaromzet is ongeveer €100.000 en groeiende. De winkel gaat met kleine stappen vooruit (Vrijwilligers Berkel en Rodenrijs en coördinator Mike Sonneville).

Wereldwinkel Drachten: Een middelgrote winkel die in september al veertig jaar bestaat en net is getransformeerd. Er wordt volledig met vrijwilligers gewerkt. Er is in deze winkel op het moment geen algemeen coördinator, wel wordt er gewerkt met vier taakgroepen met elk een eigen coördinator. Hierdoor wordt in de analyse soms verwezen naar vijf vrijwilligers en soms naar een coördinator, dit hangt van de vraagstelling af. De omzet bedraagt tussen de €70.000 en €80.000 en stijgt sinds 2005 (Vrijwilligers Drachten).

Wereldwinkel Graafstroom: Een vrij nieuwe middelgrote winkel in het dorp Bleskensgraaf. De winkel ligt in een rustig dorp waar weinig toevallige passanten zijn. Wel wordt er in de zomer door mensen in de omgeving gefietst en komen er op die manier nieuwe klanten in de winkel. De omzet van de gewone verkoop is ongeveer €60.000 en is stijgende. De kerstpakketten zijn daarin niet meegenomen, want die aanvragen fluctueren per jaar en beïnvloeden het resultaat te veel om rekening mee te houden. De winkel organiseert tweemaal per jaar huis-aan-huis verkoop wat veel positieve reacties van mensen oplevert. De winkel werkt met een vrijwillige coördinator (Vrijwilligers Graafstroom en coördinator Conny van Zijl).

Wereldwinkel Groningen: De Wereldwinkel Groningen zit op een goede locatie in het centrum van Groningen. De gemiddelde leeftijd van medewerkers van de winkel is rond de vijfendertig wat opvallend jong is in vergelijking met andere wereldwinkels. De winkel werkt met twee betaalde coördinatoren en de omzet bedraagt tussen de €365.000 en €370.000 (Vrijwilligers Groningen en coördinator Dink Pfister).

4.2.2 Het beeld van de Wereldwinkel  

De Wereldwinkel is zoals eerder vermeld 40 jaar actief in Nederland. Helaas kleeft er aan de Wereldwinkel nog steeds een te negatief imago van het “geitenwollensokken” type dat als medewerker in suffe en stoffige winkel zou staan (Ron van Vliet). Dit terwijl dat niet (meer) het geval is, want de winkels en de medewerkers die de onderzoeker heeft gezien en ook alle meningen van de medewerkers wijzen anders uit. Toch is het belangrijk om te weten welk beeld klanten en overige mensen van de Wereldwinkel hebben. Dit is aan de vrijwilligers voorgelegd alsmede de vraag of klanten weten waar de Wereldwinkel voor staat en of klanten weten dat er vrijwilligers werken.

Zeven van de twintig geïnterviewden komt nog met het woord “oubollig” of “geitenwollensokken” aan op de vraag welk beeld klanten van de Wereldwinkel hebben. In dit geval verwijzen alle zeven personen naar een groep die nog nooit in de winkel is geweest, die als ze éénmaal in de winkel zijn erg enthousiast zijn. Wereldwinkel Graafstroom is hier een uitzondering op. De vrijwilligers zeggen dat het dorp de winkel en zijn medewerkers kent. Zo beweren de vijf vrijwilligers uit Graafstroom dat iedereen weet dat de Wereldwinkel staat voor het verkopen van producten uit derdewereldlanden voor een eerlijke prijs en ook dat er vrijwilligers werken. Bij de andere winkels denken dertien van de vijftien vrijwilligers dat een aantal klanten wel weet dat er met vrijwilligers wordt gewerkt, maar ook dat een groot aantal is die dit niet weten. Zo gaf een coördinator aan: ‘Willen wij wel uitstralen naar de hele buitenwereld dat wij met vrijwilligers werken? Daar schuilt ook een bepaald amateurisme in, alsof wij minder professioneel kunnen en hoeven te zijn.’

De bekendheid van de eerlijke handel en eerlijke prijs verschilt ook per klant en per winkel. Er is in de winkels een soort klant die heel specifiek producten koopt die Fairtrade zijn. Dit is vaak gerelateerd aan de afname van foodproducten (dit wordt door elke vrijwilliger erkent). Daarnaast is er in de drie van de vier winkels een groep klanten die pas bij het afrekenen erachter komt dat men in een Wereldwinkel staat (interview coördinator) en er is ook een groep klanten die het niets uitmaakt waar de winkel voor staat en zij zijn ook niet geïnteresseerd in deze informatie.

4.2.3 De bekendheid van FaiRSupport  

FaiRSupport verzorgt, zoals in hoofdstuk 1 reeds is vermeld, trainingen, cursussen, begeleiding van winkels, inkoopactiviteiten en nog vele andere activiteiten voor de Wereldwinkels. De vraag aan de vrijwilligers was of zij FaiRSupport kennen en wat hun mening over FaiRSupport is. Hier wordt onderscheid gemaakt tussen de partnerwinkels en de getransformeerde winkels om te onderzoeken of hier inderdaad verschil zichtbaar is.

In totaal weten zes vrijwilligers (van de in totaal zestien vrijwilligers, coördinatoren zijn niet meegenomen) niet wat FaiRSupport is, of kennen ze de naam maar hebben ze verder geen idee waar het voor staat. In Wereldwinkel Groningen is de bekendheid van FaiRSupport minimaal, terwijl in Wereldwinkel Drachten de bekendheid van FaiRSupport hoog is, terwijl het beide getransformeerde winkels zijn. Dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met het feit dat Wereldwinkel Drachten net getransformeerd is en FaiRSupport hierin een grote rol heeft gespeeld. De transformatie is uitvoerig besproken met de medewerkers en ook de rol van FaiRSupport hierin.

Ook bij de partnerwinkels is de bekendheid van FaiRSupport erg verschillend per winkel. In Berkel en Rodenrijs weten de vrijwilligers wat FaiRSupport doet, waar het voor staat en waar ze de winkel mee (kunnen) helpen. In Graafstroom is er vrijwel geen bekendheid, er is één vrijwilliger die er laatst nog is geweest, maar dit kan ook samenhangen met de afstand tot Culemborg. Zo geeft de coördinator aan dat er misschien zelfs iets teveel wordt georganiseerd voor de coördinatoren door FaiRSupport in verband met reistijd.

De coördinatoren kennen FaiRSupport allemaal, al zijn de meningen zeer gevarieërd. Zo zijn de partnerwinkels van gematigd tot zeer positief en de getransformeerde winkels van zeer negatief tot positief. De kennis over FaiRSupport onder de vrijwilligers, lijkt af te hangen van de mening van de coördinator over FaiRSupport. Wanneer deze zeer enthousiast is over FaiRSupport, blijken de vrijwilligers dit ook te zijn. Echter, wanneer de coördinator een negatieve mening heeft over FaiRSupport, zijn de medewerkers slecht op de hoogte van het bestaan en de functie hiervan.

Het komt er dus op neer dat het van de winkel en coördinator afhankelijk is of vrijwilligers de organisatie FaiRSupport kennen. Ron van Vliet geeft aan dat het niet belangrijk is dat de buitenwereld FaiRSupport kent en waarschijnlijk hoeven zelfs de vrijwilligers niet van het bestaan van FaiRSupport af te weten, het zou wel fijn als men het ziet als onderdeel van de service.

FaiRSupport heeft zelf geen beleid met betrekking tot naamsbekendheid onder de vrijwilligers. Hierdoor is het niet mogelijk hierover adviezen aan te geven. Het is aan te bevelen dat FaiRSupport hierover eerst een standpunt inneemt.

 

In document Vrijwilligers en resultaat (pagina 33-37)