108524 – 19.01 uitspraak 21 januari 2019
Nalevingsgeschil; als MR-leden weigeren af te treden, kan een bevoegd gezag niet de MR ontbinden en eigenmachtig MR-verkiezingen organiseren.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
Het bevoegd gezag meent dat de leden van personeelsgeleding van de MR (PMR) hun zittingstermijn in de MR hebben overschreden. Het bevoegd gezag verzoekt de MR om verkiezingen te organiseren. Omdat deze uitblijven, stelt het bevoegd gezag een
verkiezingscommissie in. Er worden verkiezingen gehouden waarbij zes nieuwe PMR-leden zijn verkozen. De MR dient hierover een nalevingsgeschil in.
Uitspraak van de Commissie
Het bevoegd gezag heeft in strijd met de bepalingen van de Wms en het
medezeggenschapsreglement de MR ontbonden en verkiezingen georganiseerd en heeft zo zijn verplichtingen jegens de MR niet nageleefd. De Commissie legt het bevoegd gezag de verplichting op om binnen de school kenbaar te maken dat de samenstelling van de MR ongewijzigd is gebleven.
Toelichting
Voorop staat dat de wet inhoudt dat een MR-lid zelf dient af te treden. Als een lid niet wil aftreden kan het bevoegd gezag niet eigenmachtig overgaan tot het organiseren van verkiezingen. Het bevoegd gezag kan dan wel op grond van artikel 35 lid 2 Wms een nalevingsgeschil bij de Commissie indienen op de grond dat de MR de bij en krachtens de Wms geldende verplichtingen jegens het bevoegd gezag niet naleeft.
108585/108586 -19.02 uitspraak 25 februari 2019
Nalevingsgeschillen over rechtsgeldigheid (P)MR, ontbinding MR, MR-verkiezingen en vergoeding van kosten van de MR.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
De Commissie heeft in een eerdere uitspraak bepaald dat het bevoegd gezag op onjuiste gronden de MR heeft ontbonden en MR-verkiezingen heeft georganiseerd. In vervolg hierop verzoekt het bevoegd gezag de Commissie de MR te ontbinden en het bevoegd gezag op te dragen verkiezingen te organiseren. De (O)MR verzoekt te bepalen dat het bevoegd gezag afstand neemt van een brief over te houden OMR-verkiezingen en verzoekt om vergoeding van kosten van een service-abonnement en rechtsbijstand.
Uitspraak van de Commissie
De kosten van het service-abonnement moeten worden vergoed en voor het overige worden de nalevingsvorderingen afgewezen.
Toelichting
Ontbinding van de MR kan gevorderd worden als de Commissie in haar uitspraak aan de MR de verplichting heeft opgelegd handelingen te verrichten of na te laten en de MR een dergelijke verplichting niet nakomt. Daarvan is geen sprake. De kosten van het
serviceabonnement zijn kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor vervulling van de
2727 taak van de MR. Hiervoor hoeft niet vooraf om toestemming aan het bevoegd gezag
gevraagd te worden. De kosten van rechtsbijstand zijn onvoldoende specifiek gemaakt en komen nog niet voor vergoeding in aanmerking. Het bevoegd gezag dient zich afzijdig te houden van MR-verkiezingen en heeft terecht geen afstand genomen van de brief hierover.
108477/108497 – 19.03 uitspraak 16 mei 2019
Nalevingsgeschil over verstrekken van informatie en instemmingsgeschil over invoering van de functie van hoofdconciërge.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
De MR heeft verschillende documenten bij het bevoegd gezag opgevraagd, maar deze niet gekregen en dient daarom een nalevingsgeschil in. Het betreft o.a. financiële stukken, schoolplan, overgangsnormen en dergelijke. Daarnaast heeft de PMR geconstateerd dat op de school een hoofdconciërge is benoemd, terwijl de PMR over de invoering van deze functie niet is geraadpleegd door het bevoegd gezag. De PMR dient een instemmingsgeschil in. Uitspraak van de Commissie
De Commissie wijst het verzoek in het instemmingsgeschil af. De Commissie wijst het nalevingsverzoek toe.
Toelichting
De benoeming tot hoofdconciërge is in dit geval een individuele benoemingsbeslissing die het gevolg is van een andere invulling van de functie, die weer het resultaat is van een op de school gegroeide feitelijke situatie. De benoeming betreft bovendien een medewerker die reeds in dienst was en heeft niet of nauwelijks invloed op de samenstelling van de formatie en het budget van de organisatie. Daarom is deze benoeming niet aan te duiden als een wijziging van de samenstelling van de formatie, of wijziging van het bevorderings-,
aanstellings- en ontslagbeleid. Het bevoegd gezag heeft in het verweerschrift en ter zitting uitdrukkelijk toegezegd alsnog te zullen overgaan tot het verstrekken van de gevraagde documenten. In lijn daarmee legt de Commissie het bevoegd gezag op om de betreffende documenten onverwijld te verstrekken.
Beroep bij Ondernemingskamer
Tegen deze uitspraak is door de PMR beroep ingesteld bij de Ondernemingskamer. De Ondernemingskamer heeft het beroep van de PMR op 24 oktober 2019 verworpen.
Gepubliceerd op rechtspraak.nl:
ECLI:NL:GHAMS:2019:3866
108719 – 19.04 uitspraak 22 mei 2019
Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd gezag de MR om advies vragen.
Sector: primair onderwijs
2828 Situatie
Het bevoegd gezag benoemt een directeur. De MR geeft aan adviesrecht te hebben. Het bevoegd gezag erkent dat, maar stelt dat voor de MR een rol was weggelegd bij de opstelling van het profiel van de directeur en dat twee MR-leden deel uitmaakten van de
benoemingsadviescommissie (BAC). Daarmee is volgens het bevoegd gezag voldoende invulling aan het adviesrecht van de MR gegeven.
Uitspraak van de Commissie
Het bevoegd gezag heeft niet in redelijkheid tot zijn benoemingsbesluit kunnen komen; het besluit kan wel in stand blijven.
Toelichting
De wettelijke verplichting advies te vragen aan de MR over een voorgenomen benoeming van een directeur kan niet beperkt worden. De betrokkenheid van de MR bij de
totstandkoming van het profiel van de te werven directeur en deelname van twee leden van de MR in de benoemingsadviescommissie is niet op één lijn te stellen met een juiste en volledige invulling van het wettelijk adviesrecht. Omdat het bevoegd gezag na de zitting en vóór de uitspraak van de Commissie alsnog aan de MR advies heeft gevraagd over de benoeming, en de MR daarop positief heeft geadviseerd, kan het benoemingsbesluit in stand blijven.
108729 – 19.05 uitspraak 17 juni 2019
Instemmingsgeschil over sluiting locatie en over regeling van de gevolgen
ouders/leerlingen en personeel. Het bevoegd gezag krijgt toestemming de besluiten te nemen, omdat ze gerechtvaardigd zijn door zwaarwegende omstandigheden (artikel 32 lid 1 Wms).
Sector: primair onderwijs Situatie
De school is in het verleden gefuseerd met een andere school, maar als zelfstandige locatie blijven bestaan. Het leerlingenaantal daalt al een aantal jaren en het bevoegd gezag wil de locatie sluiten en de leerlingen en personeel over laten gaan naar de andere locatie van de school. De deelraad stemt niet in met dit voornemen en onthoudt ook zijn instemming aan de regeling van de gevolgen van de sluiting.
Uitspraak van de Commissie
Het bevoegd gezag krijgt toestemming om de locatie te sluiten en de gevolgen voor personeel, ouders/leerlingen te regelen zoals voorgesteld, omdat er zwaarwegende omstandigheden zijn die de besluiten rechtvaardigen.
Toelichting
Het leerlingaantal is teruggelopen van 81 leerlingen in 2012 naar 34 leerlingen in het schooljaar 2018-2019. Het bevoegd gezag verwacht dat het leerlingenaantal in het
schooljaar 2019-2020 verder terugloopt tot 24. De kwaliteit van het onderwijs staat onder druk: de locatie bevindt zich al drie jaar onder de eindnormen van de Inspectie van het Onderwijs. Het zittend onderwijzend personeel vindt het moeilijk, zo niet onmogelijk, om voldoende onderwijskwaliteit te bieden en heeft de wens tot mobiliteit te kennen gegeven.
2929 Ook levert de teruggang in leerlingen financiële druk op terwijl nodige extra investeringen
moeten plaatsvinden voor onderhoud van het uit 1952 daterende gebouw. Aanvaardbare alternatieven voor de sluiting zijn niet gebleken. Er is sprake van zwaarwegende
omstandigheden als bedoeld in artikel 32 lid 1 Wms, die de sluiting rechtvaardigen.
Omdat de deelraad alleen geweigerd heeft om in te stemmen met de regeling van de gevolgen omdat hij niet instemde met de sluiting, zijn er net zoals voor de sluiting zwaarwegende omstandigheden die de regeling van de gevolgen rechtvaardigen.
108706 – 19.06 uitspraak 10 juli 2019
Instemmingsgeschil wijziging samenstelling formatie, en adviesgeschil taakverdeling schoolleiding en managementstatuut. De verzoeken van de MR zijn niet-ontvankelijk.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
Het bevoegd gezag staat toe dat teamleiders zich extern profileren als adjunct-directeur. De MR merkt dat aan als een wijziging van de managementstructuur, waarvoor de PMR geen instemming heeft verleend. Volgens het bevoegd gezag is de MR niet-ontvankelijk, omdat de wijziging van de samenstelling van de formatie een aangelegenheid is die behoort tot de instemmingsbevoegdheid van de PMR. Volgens de MR had het bevoegd gezag ook advies moeten vragen over de wijziging van de concrete taakverdeling binnen de schoolleiding en van het managementstatuut. Het bevoegd gezag meent dat daar geen sprake van is, omdat de teamleiders formeel geen adjunct-directeur zijn.
Uitspraak van de Commissie
De verzoeken van de MR zijn niet-ontvankelijk.
Toelichting
Het instemmingsrecht ten aanzien van de wijziging van de samenstelling van de formatie komt toe aan de PMR en niet aan de MR. Daarom is de MR niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Verder is de Commissie niet gebleken van een wijziging van de concrete taakverdeling binnen de schoolleiding en van het managementstatuut. Het verzoek tot behandeling van het adviesgeschil is daarom niet-ontvankelijk.
108777 - 19.09 uitspraak 4 september 2019
Adviesgeschil over wijziging van de organisatiestructuur. Het besluit kan in stand blijven.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
Het bevoegd gezag wenst de organisatiestructuur te veranderen. Verantwoordelijkheden binnen de organisatie zullen laag belegd worden en er komt een grote mate van zelfsturing en minder hiërarchie op de locaties. De locatiedirecteuren worden gedurende een
overgangsperiode niet meer aangestuurd door het College van Bestuur maar door twee directeuren. De GMR adviseert negatief.
Uitspraak van de Commissie
Het bevoegd gezag heeft in redelijkheid tot zijn besluit tot wijziging van de organisatie- en managementstructuur kunnen komen. Het besluit kan in stand blijven.
3030 Toelichting
Het bevoegd gezag heeft het overleg met de GMR zorgvuldig gevoerd. Het bevoegd gezag draagt zorg voor evaluatie van de reorganisatie in samenspraak met de GMR en te nemen deelbesluiten zullen aan de GMR worden voorgelegd.
De zorg van de GMR, dat mogelijk negatieve gevolgen van de reorganisatie daadwerkelijk zullen optreden, is onvoldoende concreet gemaakt.
108811 – 19.10 uitspraak 12 september 2019
Instemmingsgeschil over fusie school. Zwaarwegende omstandigheden rechtvaardigen het te nemen besluit tot fusie.
Sector: primair onderwijs Situatie
De school loopt al enkele jaren terug in leerlingenaantal. Het schooljaar 2019-2020 zullen minder dan 20 leerlingen op de school ingeschreven staan. Het bevoegd gezag wenst de school te laten fuseren met een andere school van het bevoegd gezag, waarmee al enige tijd wordt samengewerkt. De MR stemt hier niet mee in.
Uitspraak van de Commissie
De Commissie verleent het bevoegd gezag toestemming om het besluit tot fusie van de twee scholen te nemen, omdat er zwaarwegende omstandigheden zijn die het besluit
rechtvaardigen.
Toelichting
Het bevoegd gezag heeft het overlegproces voldoende zorgvuldig gevoerd. Het
leerlingenaantal daalt gestaag en bevindt zich onder de opheffingsnorm. Er is geen uitzicht op groei. Er zijn nu maar twee combinatiegroepen met daaraan verbonden nadelige
consequenties voor de kwaliteit van het lesgeven. Aanvaardbare alternatieven voor de fusie zijn er niet. Er is sprake van zwaarwegende omstandigheden als bedoeld in artikel 32 lid 1 Wms, die de fusie rechtvaardigen.
108255/108519/108726 - 19.11 uitspraak 7 oktober 2019
Diverse nalevingsverzoeken en verzoeken in instemmingsgeschillen van de OMR zijn niet-ontvankelijk. Het nalevingsverzoek van de OMR over gebruik van het e-mailadres van de MR en het DigiDuif-account is toegewezen.
Sector: primair onderwijs Situatie
De OMR verschilt fundamenteel van inzicht met het bevoegd gezag over de invulling van de medezeggenschap. Dat heeft ertoe geleid dat de OMR diverse nalevings- en
instemmingsgeschillen aan de Commissie heeft voorgelegd.
Uitspraak van de Commissie
Het merendeel van de nalevingsverzoeken van de OMR is niet-ontvankelijk.
Een nalevingsverzoek over de organisatie van een ouderbijeenkomst wijst de Commissie af.
Een nalevingsverzoek over het gebruik van faciliteiten wijst de Commissie toe.
Twee verzoeken in instemmingsgeschillen zijn niet-ontvankelijk.
3131 Toelichting
De OMR heeft een aantal nalevingsgeschillen ingediend aangaande onderwerpen waar de OMR geen zeggenschap over heeft. Om die reden zijn die verzoeken niet-ontvankelijk.
Een nalevingsverzoek over de organisatie van een ouderbijeenkomst is afgewezen omdat niet gebleken is dat de OMR heeft verzocht om gebruikmaking van bepaalde voorzieningen en dat het bevoegd gezag die vervolgens zou hebben geweigerd.
Een nalevingsverzoek over het gebruik van faciliteiten door de OMR is toegewezen omdat het bevoegd gezag het gebruik door de OMR van het e-mailadres van de MR en het DigiDuif-account ten onrechte heeft geblokkeerd.
De verzoeken tot behandeling van de instemmingsgeschillen zijn niet-ontvankelijk, omdat de OMR heeft nagelaten de nietigheid van de besluiten in te roepen.
108825/108904/108867 - 19.12 uitspraak 9 oktober 2019
Nalevingsgeschillen over verkiezingen deelraad (DR) en schorsing DR-leden.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
Tussen de DR en het bevoegd gezag ontstaan geschillen over de samenstelling van de DR en over verkiezing van leden van de DR. Het bevoegd gezag legt hierover twee
nalevingsverzoeken voor aan de Commissie. De DR doet een tegenverzoek.
Verder schorst de DR twee van zijn leden. Ook hierover legt het bevoegd gezag een nalevingsgeschil voor aan de Commissie. De Commissie heeft de verzoeken gevoegd behandeld.
Uitspraak van de Commissie
De nalevingsverzoeken over de verkiezingen zijn (deels) toegewezen: de DR moet de verkiezing van het OOP-lid ongeldig verklaren en nieuwe verkiezingen houden voor een lid uit het OOP; de DR is verplicht dit op een voor ouders, leerlingen en personeel zichtbare plaats op de website van de school bekend te maken. Het tegenverzoek van de DR is afgewezen. Het nalevingsverzoek van het bevoegd gezag over de schorsing van DR-leden is niet-ontvankelijk.
Toelichting
De DR is niet volgens het medezeggenschapsreglement samengesteld; er zitten teveel
personeelsleden in. Door het aftreden van twee leden van de personeelsgeleding is de DR op het reglementaire aantal gekomen. Voor verkiezing van nieuwe leden was dus geen ruimte.
Een eerdere verkiezing van een OOP-lid van de DR is in zoverre juist verlopen dat de DR, op grond van het medezeggenschapsreglement, terecht alle personeelsleden kiesgerechtigd achtte. Toch is de verkiezing ongeldig omdat de communicatie daarover uitsluitend via een website is gelopen die bedoeld is voor leerlingen en onderwijzend personeel.
De schorsing van twee DR-leden was al ingetrokken. Daarom heeft het bevoegd gezag geen belang meer bij zijn verzoek daarover.
3232 108828 - uitspraak 15 november 2019
Nalevingsverzoek van de OGMR over de bindende voordracht voor benoeming van twee leden Raad van Toezicht is afgewezen.
Sector: primair onderwijs Situatie
Twee leden van de Raad van Toezicht treden af. De oudergeleding van de GMR (OGMR) heeft het recht om een bindende voordracht te doen voor twee nieuwe leden. Er wordt een benoemingsadviescommissie (BAC) ingesteld, waarin één OGMR-lid zitting heeft. De OGMR wil dat twee personen worden voorgedragen, maar de BAC vindt slechts één van die twee kandidaten geschikt. De Raad van Toezicht besluit om alleen die ene kandidaat aan de gemeenteraad voor te dragen voor benoeming. De OGMR legt hierover een nalevingsgeschil aan de Commissie voor.
Uitspraak van de Commissie
De Commissie wijst het nalevingsverzoek af.
Toelichting
De Commissie is van oordeel dat de regeling werving en selectie, waarin de werkwijze van de BAC is opgenomen, niet in overeenstemming is met het voordrachtsrecht van de OGMR zoals opgenomen in de Wet op het primair onderwijs (WPO) en de statuten van de stichting.
In de statuten is opgenomen dat de bindende voordracht van de OGMR wordt 'voorbereid' door de BAC, terwijl in de regeling is opgenomen dat de BAC met volstrekte meerderheid beslist over de voor te dragen kandidaat en dat de BAC de voordracht naar de Raad van Toezicht stuurt. Dat strookt niet met elkaar en het is de OGMR die bevoegd is om kandidaten voor te dragen aan de Raad van Toezicht.
De OGMR verzoekt de Commissie om het bevoegd gezag de verplichting op te leggen om ervoor te zorgen dat de Raad van Toezicht de gemeenteraad verzoekt om conform de bindende voordracht van de OGMR twee kandidaten te benoemen.
De Commissie wijst dit verzoek af omdat niet is gebleken dat OGMR een formele bindende benoemingsvoordracht aan de Raad van Toezicht heeft gedaan. En als die voordracht wordt gedaan, moet de Raad van Toezicht nog de gelegenheid hebben om ten aanzien van de voorgedragen kandidaten een marginale toetsing uit te voeren.
108866 - uitspraak 19 november 2019
Advies- en nalevingsgeschil over begroting niet-ontvankelijk. De MR heeft geen adviesrecht. Nalevingsverzoek over vergoeden kosten voor het raadplegen van een deskundige deels toegewezen.
Sector: voortgezet onderwijs Situatie
De bestuurder legt de begroting 2019 aan de MR voor advies voor. Nadat de MR negatief geadviseerd heeft, trekt de bestuurder de adviesaanvraag in. Hierover legt de MR een adviesgeschil en een nalevingsgeschil voor aan de Commissie. De MR dient ook een nalevingsgeschil in over de vergoeding van de kosten van een raadsman, die de MR inmiddels heeft ingeschakeld.
3333 Uitspraak van de Commissie
De MR is niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot behandeling van een adviesgeschil en een nalevingsgeschil met betrekking tot de begroting 2019.
De Commissie wijst het nalevingsverzoek van de MR over het vergoeden van de kosten van het raadplegen van een deskundige en het voeren van rechtsgedingen in zoverre toe dat deze kosten van de MR ten laste komen van het bevoegd gezag tot een bedrag van in totaal
€ 7000,- inclusief btw.
De Commissie wijst het verzoek van de MR tot het opleggen van een dwangsom aan het bevoegd gezag af.
Toelichting
De Wet medezeggenschap op scholen (Wms) en het medezeggenschapsreglement bevatten geen bepalingen dat de MR adviesrecht heeft over de jaarbegroting. Dat het bevoegd gezag al jaren advies heeft gevraagd, betekent niet dat de MR daar nu recht op heeft. Daarom is het verzoek niet-ontvankelijk.
De kosten van rechtsbijstand in een nalevingsgeschil over de kosten van rechtsbijstand, zijn in ieder geval redelijkerwijze noodzakelijke kosten.
De kosten van de advisering en de rechtsbijstand zijn nog niet definitief, maar kunnen in totaal een bedrag van meer dan 15.000 euro bedragen. Gezien de aard en de omvang van het geschil is dit geen redelijk bedrag. Daarom matigt de Commissie het bedrag tot € 7000,-.
Voor het opleggen van een dwangsom aan het bevoegd gezag is geen aanleiding.
108929 - uitspraak 19 december 2019
Instemmingsgeschil met de GMR over voorgenomen besluiten tot het aangaan van een duurzame samenwerking met gelijktijdig sluiten van een dienstverleningscontract. Het bevoegd gezag krijgt toestemming de besluiten te nemen.
Sector: primair onderwijs Situatie
Het bevoegd gezag moet zijn contract voor internetdiensten voor de scholen vernieuwen.
Het bedrijf dat als contractspartij in aanmerking komt, wijst Europese aanbesteding af.
Daarom kiest het bevoegd gezag voor een constructie waarbij het toetreedt tot een Raad van Inbesteders, die mede het beleid van het bedrijf zal bepalen. Hiernaast zal het bevoegd gezag een dienstverlenings-overeenkomst met het bedrijf sluiten.
De GMR verleent hier geen instemming voor.
Uitspraak van de Commissie
De Commissie verleent het bevoegd gezag toestemming om het besluit tot toetreding tot de
De Commissie verleent het bevoegd gezag toestemming om het besluit tot toetreding tot de