• No results found

II. 5.2 . Werkwijze

II.7. Het onderzoek van plattegronden (PLGR)

II.7.2. De projecten

Hier volgt een klein overzicht van 16 bekende en minder bekende woningtypen: 7 eengezinswoningen, 9 meergezinswoningen en 1 meerfasewoning. Het zijn voorbeelden van de eerste decades na de invoering van de woningwet, de periode na de 2de wereldoorlog en van recente projecten. Zij liggen verspreid tussen het begin, het midden en het einde van de 20ste

eeuw.

209 De Vreeze. (1993 Hoofdstuk 3.3.) De auteur is als projectleider belast geweest met ontsplitsing in de jaren 80. De niet ontsplitste woningen werden in ’s Hertogenbosch geschikt geacht voor 1 à 2 personen!

De eengezinswoningen (voorbeeld 1 t/m 7)

Voorbeeld 1

1905 Volendam Calkoengracht

Twee identieke slaapvertrekken van ca. 3.5 m2, rechtstreeks grenzend aan woonkamer; keukentje dient tevens als wasruimte.

Voorbeeld 2

1906 Zuidhorn Noorderbuurt

Twee slaapvertrekken: de ouderslaapkamer is 6.5 m2 en de kinderkamer 2.9 m2: de ouderkamer grenst rechtstreeks aan de woonkamer, de kinderkamer is slechts bereikbaar via de ouderkamer of de keuken die tevens als wasruimte dient.

Voorbeeld 3

1913 Hoensbroek Roselaersplein

Eengezinswoning. De voor die tijd zeer ruime mijnwerkerswoning had naast deze 3 slaapkamers op de verdieping, op de begane grond 2 kamers. In Limburg is nooit sprake geweest van alkoofwoningen. Sanitair op de verdieping echter ontbrak. De kamers grenzen alle drie aan elkaar.Alle kamers zijn direct vanaf de entree bereikbaar.

Voorbeeld 4

1950 Delft Bomenwijk

Eengezinswoning met op de verdieping 2 slaapkamers van ca 10m2 en 1 van ca 4.5 m2. Zelfstandige sanitaire ruimte op de verdieping aanwezig.Alle kamers direct vanaf de entree bereikbaar. Kastenwand (gehorig!) scheidt de 2 grote slaapkamers van elkaar.

Voorbeeld 5

1961 Abcoude Meerzicht e.o

Eengezinswoning met min of meer dezelfde indeling als de woningen in Delft (hierboven). 2 grotere, ruim 10 m2 en 1 kleinere slaapkamer ruim 5 m2.(wel plaatsing van 2 bedden mogelijk). De badruimte had een douchebak en wastafelcombinatie. De Nationale Woningraad vond de badcel niet ruim en de wc ongunstig gelegen.

Voorbeeld 6

NWR-BouwRai Almere 1990 eengezinswoning: arch. Mecanoo, Francine Houben

Gehele begane grond is praktijkruimte. 2 kinderslaapkamers: een eenpersoons en een tweepersoons. Door 2-beuken bouw is elke slaapkamer direct bereikbaar vanaf de entree. Geen van de kamers is direct met de badkamer verbonden. De 2 grote slaapkamers zijn slechts door gehorige kastenwand van elkaar gescheiden. Alleen de kleinste slaapkamer heeft een klein

Voorbeeld 7

NWR-BouwRai Almere 1990 eengezinswoning: arch. Herman Hertzberger

Op 1ste verdieping is plaats voor 3 slaapkamers; de verdieping is vrij indeelbaar. Een aparte kamer ligt op 2de verdieping en is met een aparte spiltrap van buiten af bereikbaar. Er is een buitenruimte op de tweede verdieping. Het sanitair is 1 verdieping lager.

De meergezinswoningen/groepswoningen (voorbeeld 8 t/m 16)

Voorbeeld 8

NWR BouwRai F. Houben

Van boven naar beneden Woning met praktijkruimte Woning met inwoner

Voorbeeld 9

1909 Amsterdam van Beuningenstraat

Etagewoning met 3 slaapkamers: de ouderkamer is ca 5.7 m2 en de twee kinderkamers zijn ca

2.9 m2.De kinderkamers grenzen noch aan de woonkamer noch aan de ouderkamer. De

kinderkamers zijn rechtstreeks vanaf de entree bereikbaar. Er is een afzonderlijke badruimte. Voorbeeld 10

1919 Groningen Oud-Indische buurt

Etagewoning: de ouderkamer verbonden met de woonkamer, de kinderkamer is nog steeds 2.9m2. De woning op de begane grond had een iets andere indeling. De uiterlijke verschijning van de bouwblokken deed aan die van Berlage denken. De keuken doet nog steeds dienstdoen als wasruimte. Publieke badhuizen waren in de nabijheid aanwezig.

Voorbeeld 11

1950 Den Haag Tesselschadestraat

Etagewoning: Er zijn woningen met 2 en met 3 slaapkamers. Een zeer gedetailleerde plattegrond. De slaapkamers zijn direct te bereiken vanaf de gang. De kinderkamer is 6.9m2 en de ouderslaapkamer ca 10m2. De sanitaire ruimte is als zelfstandige ruimte aanwezig, maar alleen via de ouderslaapkamer of keuken te bereiken.Een dergelijke plattegrond is reeds in 1937 in Amsterdam ontwikkeld.

Voorbeeld 12

Almelo Castelloflat 1972 – 1973: appartement

Slechts 2 slaapkamers. De kleine kamer, ca 6.2 m2, is direct bereikbaar vanaf de voordeur en verwijderd van de ouderslaapkamer. Er is geen daglicht.Korte afstand naar de badkamer. Deze kleine kamer grenst aan de keuken van de naastgelegen woning.

Voorbeeld 13

Capelle a d IJssel ca 1974: appartement

Slechts 2 slaapkamers. Op de kinderslaapkamer lijkt geen sanitair, wel een ruim aangrenzend balkon. De slaapkamer ligt direct aan de ouderslaapkamer en is alleen via woonkamer en tussenhal bereikbaar. De ruimte lijkt groot genoeg voor 2 bureautjes. De bouwvorm betekent dat de bezonning slechts op een gedeelte van de kamers gunstig is. De slaapkamers in de verschillende woningen zijn wel (gunstig) ver van elkaar verwijderd.

Voorbeeld 14

Amsterdam 1979 appartement: Venserpolder Blok 1: arch Carel Weeber

Verschillende woningtypen in dit massale bouwblok. De kleine slaapkamer(s) zijn direct vanaf de entreehal bereikbaar. In beide typen grenst 1 kleine slaapkamer aan de woonkamer. De kleine slaapkamers hebben geen balkon.In het 3 slaapkamerappartement grenst de 2de kleine kamer aan de kleine slaapkamer van de naaste woning. De slaapkamers zijn door de hal gescheiden van de ouderslaapkamer. Door het gesloten bouwblok zal ook hier de daglichttoetreding sterk variëren.

Voorbeeld 15

AMSTERDAM Appartementencomplex ca. 1990: arch. Henk Klunder

5 woonvarianten rond 1 centraal trappenhuis. Allen hebben 2 slaapkamers welke allemaal direct vanaf de entree bereikbaar zijn. In 4 appartementen liggen de slaapkamers gescheiden van elkaar en is 1 van de slaapkamers direct verbonden met de badkamer en beschikt over een balkon. Daar is de 2de kamer dus afhankelijker en zonder balkon gesitueerd.

Voorbeeld 16

AMSTERDAM Dapperbuurt 1989: appartement, arch. Duinker en Van der Torre

Verschillende gebruiksmogelijkheden door middel van schuifwanden in woningen in de Dapperbuurt. Tekeningen: Architectenbureau Duinker en Van der Torre Geheel vrij (schuifwanden) indeelbare woning rond een sanitaire unit. Een balkon over de gehele breedte van het appartement.

Meerfasewoning

Voorbeeld 17

ALMERE de Goede Stede; 1990: meerfasewoning, Arch. Ontwerpbureau Koolhaas bv.

Een meerfasewoning. Deze woning moet een gezinsleven lang mee kunnen.

Ook hier vrij indeelbare woningen. De trap buiten de gevel is zowel privé als samen met andere huishoudens te gebruiken. De slaapkamers zijn aan elkaar grenzend, maar de woningen kunnen samengevoegd worden en zijn vrij indeelbaar. Op de slaapkamers is geen enkel sanitair.

Conclusie

De maten van kamers in het algemeen zijn veel groter geworden. De ouderslaapkamer is de grootste en de neiging is nog steeds, niet altijd, om de sanitaire ruimten direct te situeren bij de ouderslaapkamer. De kinderkamer komt vaker los van de ouderslaapkamer en is dan direct vanaf de entree bereikbaar. Voor oudere langer thuiswonende kinderen kan dit een voordeel zijn. Er is meer privacy omdat niet elke vriend of vriendin via de woonkamer hoeft en de wederzijdse geluidsoverlast is beperkt.

Het groeiend besef over het belang van hygiëne kreeg aanvankelijk gestalte in de publieke badhuizen. Pas na 1940-1945 verscheen de separate sanitaire ruimte. De slaapkamers komen ook los van de woonkamer te liggen.

Waar aanvankelijk nog beneden 2 aparte vertrekken lagen waardoor in de grotere gezinnen nog één als slaapvertrek kon dienen, is thans de doorzonkamer gemeengoed geworden. De daling van de gemiddelde woningbezetting van ruim 6 naar 2.6 personen maakt die slaapkamer beneden ook overbodig.

Rond 1990 zijn steeds geheel of gedeeltelijk vrij indeelbare woningen ontstaan. Andere

samenlevingsvormen ontstonden naast het traditionele gezin. De 2de slaapkamer of

kinderslaapkamer blijft echter wat gebruiksmogelijkheden betreft voornamelijk een slaap – c.q werkruimte. Er is weinig of geen sanitair, bezoek kan niet comfortabel ontvangen worden. Een buitenruimte is er zelden. De buitenruimte is, overigens als verplichting in het

Bouwbesluit 2004210 vervallen.

Over de bezonning kan geen uitspraak worden gedaan.

210 Hardlooper, J. Ruimte in woningplattegronden. De vervallen buitenruimte. Bouwwereld 6, 2002. Voor een koude serre, een serre die ligt buiten de thermische schil van de woning, heeft het verdwijnen van de buitenruimte geen consequenties voor de bepalingen omtrent het binnenmilieu. Op basis van de reeds uitgebrachte gelijkwaardigheidverklaringen, waarin wordt aangetoond dat een koude serre - mits voldoende geventileerd -de kwaliteiten van buitenlucht heeft, kan (spui) ventilatie voor de achterliggende ruimten uit de serre worden gerealiseerd. De brandcompartimentering, daglichtbelemmeringen de geluidsoverdracht naar een aangrenzende woning blijven een aandachtspunt in het ontwerp.