• No results found

II. 5.2 . Werkwijze

III.1. De Belevingsmolecule

III.1.1. De beschrijving van de Belevingsmolecule

De vier belevingsonderzoeken (VOLW, BS, STUD en GRIF) hebben veel informatie opgeleverd over het woonmilieu. In het onderzoek van enkele woningplattegronden(PLGR) is daarnaast gekeken hoe de architecten en de bouwwereld daarop inspeelden. Door het onderzoek onder de studenten kon informatie in dimensies worden geplaatst. Met die kennis is in het onderzoek onder volwassenen gewerkt. Daarna kon de volgende Belevingsmolecule worden ontwikkeld. Deze Belevingsmolecule is bedoeld om analyses van de beleving, waarbij zoveel factoren meespelen, duidelijk te maken. De wijze waarop de woning wordt beleefd kan als een Belevingsmolecule (BM) worden weergegeven

MC MAATSCHAPPELIJKE CONTEXT IK IK A ANDEREN R RUIMTE G GEVOELENS F FUNCTIES Figuur 06 De Belevingsmolecule BM

De bollen in de cirkels geven de Atomen, de begrippen aan welke in de beleving meespelen.

Ik: Ik, de onderzochte die beleeft.

A:. De Ander, die ook de Ruimte beleeft. De Ander met wie Ik de Ruimte deel.

R: De Ruimte die Ik en de Ander beleven.

G: De Gevoelens die Ik en de Ander met betrekking tot de Ruimte hebben.

F: De Functies die de Ruimte heeft.

De kleuren

Rood De lijnen welke rood zijn gekleurd zijn de relaties van Ik met de Ruimte, de Gevoelens met betrekking tot de Ruimte en de Functies welke de ruimte voor mij (Ik) heeft.

Oranje De lijnen welke oranje zijn gekleurd zijn de relaties van de Ander met de Ruimte, de Gevoelens van de Ander met betrekking tot de Ruimte en de Functies welke de Ruimte voor de Ander heeft.

Groen De lijnen welke groen zijn hebben te maken met de ruimtelijke, gevoelsmatige en functionele aspecten.

De stippellijn

Deze geeft aan dat er al of niet een relatie met een ander is. Ik kan een ruimte alleen of met de Ander samen benutten en beleven.Daarom heeft de lijn twee kleuren.

De dikte van de lijnen

De lijnen vanuit Ik zijn breder omdat het accent bij Ik ligt.

MC

Dit is de Maatschappelijke Context waarbinnen de Beleving bestaat.

Atomen

Ruimten, Gevoelens, Functies, Anderen en Ik ook andere indelingen, andere categorieën.

Allereerst zijn er de 3 categorieën van Vitruvius.

• Venustas: Hoe komt het gebouwde over in de ogen van de beschouwer?

• Firmitas: Hoe wordt het gebouwde gemaakt?

• Commoditas: Voldoet het gebouw aan de vereiste functies?

Ook Paul Frankl (1914) heeft architectuur beschreven en geanalyseerd maar, zoals Polak (1984) zegt in zijn proefschrift Het Kreatief Ontwerp, met een geheel ander uitgangspunt. Frankl wilde een waardevrije beschrijving in polariteiten, zonder uit te gaan van een schoonheidsideaal zoals Vitruvius.

De categorieën van Frankl zijn:

• De Doelmatigheid en Gezindheid (Zweckgesinnung)215 • De Ruimtevorm (Raumform)

• Het Structureel – Materiéle (Körperform) • De Verschijningsvorm (Bildvorm)

Wanneer die categorieën, modellen naast elkaar bestudeerd worden dan zijn parallellen te zien.

Bij Venustas wordt gevraagd naar de perceptie, de beleving en is er geen groot verschil met het Atoom Gevoelens. Maar het Atoom Gevoelens heeft niet alleen een relatie met de architectuur, het gebouwde, de Ruimten en de Functies, maar ook met Anderen.

De categorieën Verschijningsvorm en Ruimtevorm van Frankl liggen in de buurt.

Bij Firmitas wordt over ruimten en materialen gesproken en is er een zekere verwantschap met het Atoom Ruimten en met Frankl’s categorie het Structureel – Materiéle.

Commoditas, Doelmatigheid en Gezindheid en het Atoom Functies liggen eveneens bij elkaar. Maar door Gezindheid (Zweckgesinning) in een adem te noemen met Doelmatigheid wordt er al een psychodynamisch element toegevoegd namelijk de vraag hoe de beschouwer het ervaart en is er een parallel met Venustas en het Atoom Gevoelens.

De vergelijking kan niet te ver doorgetrokken worden. In deze Belevingsmolecule zijn Ik en Anderen, de menselijke factor, daar actief in betrokken. Bij Vitruvius wordt alleen het gebouwde beschouwd: er is geen psychodynamisch element, want er wordt niet van de wisselwerking tussen Ik én de Anderen uitgegaan. Ruimte moeten delen, het territoriumvraagstuk wordt niet in de beschouwing betrokken.

Bij Frankl is dat meer het geval.

Het fenomenologisch model van Pennartz is goed met de Belevingsmolecule te vergelijken. Pennartz’ utilitaire dimensie is te plaatsen bij het belevingsatoom Functies. Handelingen en activiteiten kunnen alleen verricht worden als Functies in Ruimten mogelijk zijn.

Pennartz’ sociale dimensie is te vinden in het belevingsatoom Anderen en in de relatie tussen Ik en de Anderen: de tweekleuriger lijn met stippels.

Bij zijn beschrijving van de existentiële dimensie noemt hij het “blijven of zich ergens ophouden”en hij noemt de begrippen veiligheid en vrijheid, met andere woorden een complexe verklaring van wonen zoals Heidegger dit “welhaast mythisch”(woorden van Pennartz) heeft beschreven.

Als we kijken naar de Belevingsmolecule is de existentiële dimensie te vooral plaatsen bij Ruimten en daarnaast bij Gevoelens.

In de Belevingsmolecule wordt de interrelatie tussen de verschillende Atomen aangegeven. Het is geen correctie op het model van Pennartz, maar kan ook gezien worden als een grafische weergave daarvan.De relaties tussen elementen welke een rol spelen bij beleving kunnen worden weergegeven. De belangrijkheid wordt door de grootte van een Atoom duidelijk

In de Belevingsmolecule is een verdere onderverdeling216 mogelijk.

In de Belevingsmolecule zijn de bouwkundige én de menselijke elementen opgenomen.

Binnen de Belevingsmolecule van de woning bestaan al of niet relaties tussen de Belevingsatomen (BA) Ruimten (R) Gevoelens (G), Functies (F) en Ik (Ik) terwijl de Anderen (A) daar ook een relatie mee kan (kunnen) hebben. R, G, F, Ik en A zijn samengesteld uit verschillende onderdelen. Deze worden Atoomonderdelen (Ao) genoemd.

Binnen elk BA maar ook tussen verschillende BA’s bestaan relaties.

Verblijfs- en verkeersruimten in een woning hebben bijvoorbeeld relaties met elkaar. Ruimten(R) hebben ook (relaties met) Functies217, (F).

Ruimten(R) roepen ook Gevoelens(G) op: je voelt je ergens warm of koud of veilig.

En bij Functies (F) heb (Ik) Gevoelens (G): bij een spel dat je graag speelt of een activiteit die je al of niet graag verricht. Of de afwas die je in de keuken met (tegen-) zin moet doen.

(Ik) beleef Ruimten (R) waarin (Ik) alleen ben of met een ander (A) samen.

Beleving is steeds binnen een driehoek of een vierhoek, in een enkel geval een vijfhoek, tussen het Belevingsatoom (Ik) en 2 of 3, of 4 andere Belevingsatomen.

216 Het is verleidelijk om voor kleinere delen het begrip Neutronen te hanteren. Echter Neutronen zijn kleine deeltjes welke rond een kern cirkelen. Die parallel doortrekken is aantrekkelijk maar misleidend. Sorokin zou boos worden. Zie I.7 probleemstelling.

In schema kan dat als volgt worden weergegeven:

Ik + G + R + A

Mijn gevoel van de ruimte die ik met een ander deel.

F + R + Ik +A

De functie die de ruimte voor mij en de ander heeft

Ik + G + F + A

Mijn gevoel over de functie die ik deel met een ander

Ik + R + F + G + A

Mijn gevoel over de functie die een ruimte voor mij en de ander heeft

De figuur kan verder worden uitgewerkt. In elk Atoom kan een Atoomonderdeel aangegeven worden als een sector welke begrensd wordt door radialen. De grootte van een sector binnen twee radialen duidt dan het belang van dat atoomonderdeel Ao aan.

Een voorbeeld is de rol van de keuken .

Zoals uit de gegevens is gebleken is de gevoelsmatige betekenis (G) van de keuken in het verleden groot.

De keuken was een centralere plek dan tegenwoordig.

In het Atoom (G) krijgt dan het Atoomonderdeel Ao keuken (K) in een Belevingsmolecule van een ouder onderzoek bijvoorbeeld in 1950 een grotere sector dan in 2008.

K.G 1950>K.G 2008

Wanneer een keuken in 1950 echter (ruimtelijk) kleiner is dan in 2008, dan wordt:

K.R 1950<K.R 2008

Deze Belevingsmodule bedoeld is als een hulpmiddel bij de analyse van de beleving van het complexe fenomeen dat wonen is.

Deze is zowel bruikbaar wanneer kwantitatieve als kwalitatieve gegevens beschikbaar zijn. In het laatste geval kan deze molecule minder gedetailleerd worden.