• No results found

Hoofdstuk 2 De cao-ontslagcommissie

2.5 De beleidsregels van het UWV

Het UWV is een bestuursorgaan in de zin van de Awb. Bij de beoordeling van een

bedrijfseconomisch ontslag dient het UWV zich krachtens artikel 7:671a lid 8 BW te houden aan de Uitvoeringsregels omtrent Ontslag om bedrijfseconomische redenen (hierna:

Uitvoeringsregels). Een cao-ontslagcommissie heeft echter geen publiekrechtelijke

bevoegdheden.106 Aangezien de ontslagcommissie deze bevoegdheden niet bezit hoeft zij de Uitvoeringsregels niet te volgen en omdat het een private aangelegenheid is, heeft de

wetgever weinig regels opgesteld waaraan de ontslagcommissie zich dient te houden. De wetgever heeft wel enkele regels opgesteld in artikel 7:671a lid 2 jo. 3 BW zoals in paragraaf 2 is besproken. De minister heeft aangegeven dat een cao-ontslagcommissie geen

bestuursorgaan is.107 Maar is de cao-ontslagcommissie echt geen bestuursorgaan?

Een bestuursorgaan neemt besluiten waartegen in bezwaar en beroep kan worden gegaan. Volgens artikel 1:3 lid 1 Awb is een besluit een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Volgens Van Drongelen kan een cao-ontslagcommissie worden gekwalificeerd als een bestuursorgaan in de zin van de Awb waarbij al vrij snel aan het schriftelijkheidsvereiste en de rechtshandeling is voldaan. Dit heeft te maken met het feit dat de beslissing van de cao-ontslagcommissie op grond van artikel 7:671a lid 4 BW schriftelijk moet worden gegeven en dat deze beslissing gericht is op een rechtsgevolg.108 Het knelpunt zit in de kwalificatie van een publiekrechtelijk

bestuursorgaan. Er zijn twee soorten bestuursorganen, namelijk een a-orgaan en een b-orgaan krachtens artikel 1:1 sub a en sub b Awb. Een a-orgaan is krachtens publiekrecht ingesteld en 105 Grapperhaus & Veenstra 2007.

106 Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 105. 107 Kamerstukken II 2013/14, 33818, 3, p. 105. 108 Van Drongelen 2014.

dat betekent dat het bestuursorgaan is ingesteld door een wettelijk voorschrift. Hierbij maakt het niet uit of er daadwerkelijk openbaar gezag wordt uitgeoefend.109 Een b-orgaan is vaak een privaatrechtelijk persoon of college dat een deel van een overheidstaak heeft gekregen. Zij moeten de bevoegdheid hebben gekregen om de rechtspositie van andere rechtssubjecten te veranderen.110 Het verschil tussen beide organen heeft te maken met de taken. Een b-orgaan heeft ook andere taken, maar zijn bestuursorganen in de tijd dat zij publiekrechtelijke

beslissingen nemen. Voor hun overige werkzaamheden zijn zij dus geen bestuursorgaan.111 In de Memorie van Toelichting geeft de Minister aan dat de cao-ontslagcommissie in de plaats komt van het UWV. Zij nemen dus de bestuursrechtelijke taken over van het UWV. Voor zover de cao-ontslagcommissie zich buigt over de preventieve toets is er dus sprake van een b-orgaan. De ontslagcommissie is namelijk privaatrechtelijk ingesteld door de vakbonden en werkgevers onderling, maar heeft door middel van het overnemen van de taak van het UWV een publiekrechtelijke bevoegdheid gekregen voor de tijd dat zij zich buigen over

ontslagaanvragen. Een ontslagcommissie kan wel degelijk worden gezien als een

bestuursorgaan aangezien het voldoet aan de vereisten voor een besluit in de zin van de Awb. Op basis van bovenstaande is dus sprake van een bestuursorgaan in de zin van de Awb waarop bezwaar en beroep tegen mogelijk is, ondanks dat de minister aangeeft dat de

ontslagcommissie geen bestuursorgaan is. Artikel 7:671a BW is echter als uitzondering opgenomen in de Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak wat betekent dat de ontslagen werknemer tocht naar de kantonrechter zal moeten en geen bezwaar kan aantekenen tegen de beslissing van de cao-ontslagcommissie.112

Hoeft de cao-ontslagcommissie zich dan helemaal niet aan procedureregels te houden binnen de kaders van artikel 7:671a lid 2 jo. lid 3 BW? In principe hoeft de cao-

ontslagcommissie zich alleen te houden aan regels die zijn opgesteld door de vakbonden en de werkgevers binnen de kaders van de wet. De Vereniging voor Arbeidsrecht heeft een aantal procedureregels opgesteld. De partijen bij de cao-onderhandelingen kunnen deze regels gebruiken als richtlijn, maar zij hebben verder geen enkele juridische werking tenzij deze zijn opgenomen in de cao. De Vereniging voor Arbeidsrecht heeft met het opstellen van deze regels voor ogen gehad om een standaardreglement op te stellen met een verdere uitwerking 109 Van Ballegooij c.s. 2008, p. 26.

110 Van Ballegooij c.s. 2008, p. 27. 111 Van Ballegooij c.s. 2008, p. 28. 112 Van Drongelen 2014.

van de beginselen uit artikel 7:671a lid 2 BW.113 De cao-ontslagcommissie heeft, afgezien van de cao, verder dus geen regels waar hij zich aan dient te houden. Krachtens artikel 7:671a lid 10 BW heeft de Minister wel de bevoegdheid om procedureregels op te stellen, maar deze is tot op heden niet gebruikt. Ik verwacht niet dat dit snel zal gebeuren aangezien er tot nu toe weinig problemen zijn met de werking van de cao-ontslagcommissie.

2.6 Conclusie

In dit hoofdstuk is antwoord gegeven op de vraag in welk mate de werknemer is beschermd bij de cao-ontslagcommissie. Een werknemer kan aan de cao zijn gebonden door middel van lidmaatschap bij de vakbond, door een incorporatiebeding en door een algemeen verbindend verklaring. Hierbij is de vraag of een ongebonden werknemer ook is gebonden aan de cao- ontslagcommissie. De wetgever heeft aangegeven dat een werknemer is gebonden aan de ontslagcommissie indien de werkgever hieraan is gebonden. Dit is naar mijn mening in strijd met het contractuele systeem van het cao-recht, dat aangeeft dat je alleen gebonden bent aan de cao indien je hier vrijwillig mee akkoord gaat. Naar aanleiding hiervan heb ik gekeken op welke manier een artikel 14-werknemer wel kan worden gebonden aan de ontslag-cao.

Voor een cao op bedrijfstakniveau is de beste oplossing het algemeen verbindend verklaren van de cao. Op deze manier kunnen er weinig discussies ontstaan omtrent de gebondenheid van de werknemer. Het probleem is dat een algemeen verbindend verklaring een maximale looptijd heeft en de artikel 14-werknemer na afloop hiervan weer ongebonden zullen zijn. Om dit te vermijden dienen de partijen de cao’s en algemeen verbindend

verklaring naadloos op elkaar aan te laten sluiten.

Een cao op ondernemingsniveau kan niet algemeen verbindend verklaard worden en daarom dienen werknemers lid te zijn van de vakbond of te worden gebonden door middel van een incorporatiebeding. Het is hierbij de vraag of de werknemer ten tijde van het aangaan van het incorporatiebeding, ook heeft ingestemd met een ontslag-cao. Er is gekeken naar twee aspecten: de rechtspositie van de werknemer en gele bonden. De rechtspositie van een

werknemer verandert wezenlijk met de toepassing van een ontslag-cao, maar kan een werknemer ook worden gehouden aan het incorporatiebeding indien een latere cao is

aangegaan met niet representatieve vakbonden? Mijn antwoord hierop is ontkennend. Ik sluit mij aan bij Sagel en Jansen en hecht waarde aan de uitleg van het incorporatiebeding waarbij de partijbedoeling en verwachtingen centraal staan. Toch dient een structurele oplossing te 113 Van der Helm 2016, p. 15.

worden gevonden om artikel 14-werknemers te binden aan een ondernemings-cao. Ik sluit mij hiervoor aan bij de draagvlakbenadering van Jansen. Deze benadering lijkt op die van de Vereniging voor Arbeidsrecht. Het verschil is dat bij de benadering van Jansen de werknemers in het onderhandelingsproces worden betrokken en niet pas daarna. Door

werknemers te betrekken bij het onderhandelingsproces creëer je betrokkenheid. Indien dit op het einde pas gebeurd is die betrokkenheid minder en is de kans op afwijzing van de cao groter. Door deze betrokkenheid wordt de functie van een gele bond beperkt en wordt het voor werkgevers minder aantrekkelijk om een cao aan te gaan met een gele bond. Om alle werknemers gebonden te maken dient er een meerderheidseis te worden gesteld met betrekking tot de instemming. Indien hier aan is voldaan zijn alle werknemers in de onderneming gebonden.

In paragraaf 2.5 heb ik gekeken aan welke regels de cao-ontslagcommissie zich dient te houden. De conclusie die ik hieruit heb getrokken is dat de cao-ontslagcommissie zich niet hoeft te houden aan beleidsregels die zijn opgesteld door het UWV. De cao-ontslagcommissie is wel een bestuursorgaan, maar is uitgezonderd in de Bevoegdheidsverdeling

bestuursrechtspraak. De ontslagcommissie dient zich te houden aan de regels die zijn opgesteld door cao-partijen.

Op dit moment is de artikel 14-werknemer wettelijk niet goed beschermd tegen een uitspraak van de cao-ontslagcommissie. Het idee van de wetgever is in strijd met het

contractuele systeem. De oplossingen die zijn gegeven in dit hoofdstuk zijn suggesties, maar de wetgever heeft nog geen aanstalten gemaakt om deze problematiek op te lossen. Tevens heeft de Wcao of de Wavv geen mogelijkheden om de cao, die is gesloten met een gele bond, te beperken. Werkgevers kunnen een ontslag-cao aangaan met een gele bond en deze op dezelfde manier laten doorwerken in de arbeidsovereenkomst als een normale cao.