• No results found

Hoofdstuk 5 De administratieve echtscheiding in rechtsvergelijkend perspectief 5.1 Inleiding

5.4. De administratieve echtscheiding in Portugal

De administratieve echtscheiding is in 1995 in het Portugese rechtssysteem geïncorporeerd. Hierdoor kreeg de bevoegde instantie een ruime toetsingsmogelijkheid.175 In de Portugese administratieve echtscheiding is overeenstemming van de echtgenoten over bepaalde zaken verplicht gesteld. Partijen zijn gehouden overeenstemming te bereiken over de woning, het ouderlijk gezag over de kinderen en de eventuele partneralimentatie.176 De ambtenaar van de burgerlijke stand toetst de gemaakte afspraken over de alimentatie en de woning op billijkheid en kan dientengevolge partijen verzoeken de onbillijke punten te wijzigen.177 Indien er bij de ambtenaar van de burgerlijke stand twijfel heerst over de afspraken betreffende het ouderlijk gezag, verwijst de ambtenaar de zaak door naar de Procurador-Geral da República, die deze afspraken zal gaan toetsen.178 Indien de Attorney General de afspraken niet in het belang van het kind beoordeelt, en de ouders niet akkoord gaan met de aanwijzingen van de Procurador-Geral da República, wordt het geding doorgestuurd naar de rechter.179 Echtgenoten of hun gemachtigden dienen een ondertekend verzoek tot administratieve echtscheiding in te dienen bij de

Conservatoria do Registo Civil. Vertegenwoordiging door een advocaat is bij de

Portugese administratieve echtscheiding niet verplicht gesteld.180 Echtgenoten of hun gevolmachtigden zijn verplicht een aantal documenten met het verzoek tot 175 Oliveira, G., de, ‘Portugese Report concerning the CEFL Questionnaire on Grounds for Divorce and Maintenance Between Former Spouses’,

<http://www.law.uu.nl/priv/cefl > Working Field 1 > Portugal, p. 13.

176 Art 1775 No 2 Portugese Family Code and Art. 14 no I and 2 of Decree Law No 172/2001 of 13 October 2001. Oliveira, G., de, ‘Portugese Report concerning the CEFL Questionnaire on Grounds for Divorce and Maintenance Between Former Spouses’, <http://www.law.uu.nl/priv/cefl > Working Field 1 > Portugal, p. 11-12. 177 Art. 1776 No 2 of Portugese Civil Code. Oliveira, G., de, Portugese Report concerning the CEFL Questionnaire on Grounds for Divorce and Maintenance Between Former Spouses’, <http://www.law.uu.nl/priv/cefl > Working Field 1 > Portugal, p. 13.

178 Een Attorney General is een publieke autoriteit die met de behartiging van de belangen van minderjarigen en wilsonbekwamen is belast.

179 Oliveira, G., de, Portugese Report concerning the CEFL Questionnaire on Grounds for Divorce and Maintenance Between Former Spouses’,

<http://www.law.uu.nl/priv/cefl > Working Field 1 > Portugal, p. 13. 180 Como obter o Divorcio ?

<www.portaldocidadao.pt/PORTAL/pt/Dossiers/DOS_como+obter+o+div+ +243+rcio.htm?passo=2> geraadpleegd op 19 juni 2016.

administratieve echtscheiding mee te sturen: een gedetailleerd overzicht van de gemeenschappelijke goederen onder vermelding van hun waarde, een overeenkomst aangaande de alimentatieverplichting, een kopie van de huwelijksakte, een afschrift van de overeenkomst inzake de huwelijkse voorwaarden (indien van toepassing), een afschrift van de overeenkomst over de alimentatieverplichting, een overeenkomst omtrent de bestemming van de echtelijke woning en een afschrift van de rechterlijke uitspraak waarin het ouderlijk gezag wordt geregeld (indien van toepassing).181

Wanneer sprake is van echtgenoten met minderjarige kinderen en er geen rechterlijke beschikking met betrekking tot het ouderlijke gezag voorhanden is, zijn echtgenoten verplicht een overeenkomst omtrent de uitoefening van het ouderlijke gezag aan de voornoemde documenten te hechten.182 De echtgenoten worden vervolgens, na ontvangst van de benodigde stukken, door de Conservatória do Registo

Civil opgeroepen om bij de mondelinge zitting aanwezig te zijn. Gedurende de

mondelinge zitting wordt door de Conservatória do Registo Civil getracht partijen te verzoenen. Houden de partijen standvastig vol dat zij willen scheiden, dan volgt er een toetsing door de Conservatória do Registo Civil inhoudende of aan de wettelijke vereisten is voldaan.183 De Conservatória do Registo Civil verklaart het verzoek gegrond en dientengevolge het huwelijk ontbonden, mits aan de wettelijke vereisten is voldaan. Hiervan wordt door de Conservatória do Registo Civil een akte opgemaakt die vervolgens in het register wordt ingeschreven.184

Net als in de Noorse en Deense procedure is ook in de Portugese procedure procesbijstand door een advocaat niet verplicht gesteld. Wel dienen partijen over bepaalde zaken overeenstemming te bereiken. De Procurador-Geral da República toetst de gemaakte afspraken op billijkheid en kan dientengevolge partijen verzoeken 181 Echtscheiding Portugal

<ec.europa.eu/civiljustice/divorce/divorce_por_nl.htm> geraadpleegd op 19 juni 2016.

182 Echtscheiding Portugal

<ec.europa.eu/civiljustice/divorce/divorce_por_nl.htm> geraadpleegd op 19 juni 2016.

183 K. Boele-Woelki & A. Mom, ‘De erkenning van administratieve echtscheiding in Europa’, in: M.V. Antokolskaia (red.) Herziening van het Echtscheidingsrecht, Administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2006, p. 224.

184 K. Boele-Woelki & A. Mom, ‘De erkenning van administratieve echtscheiding in Europa’, in: M.V. Antokolskaia (red.) Herziening van het Echtscheidingsrecht, Administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2006, p. 224.

de onbillijke punten te wijzigen. Op deze manier kan ongelijkwaardigheid tussen partijen worden opgeheven. Daarmee krijgt de Procurador-Geral da República een ruime toetsingsmogelijkheid. Zoals in de vorige paragraaf is besproken is de ambtenaar van de burgerlijke stand volgens de D66 momenteel niet specifiek daartoe opgeleid. Ambtenaren zullen dus (bij)geschoold moeten worden om deze toets correct uit te kunnen voeren. Met het oog op de kostenbesparing die Teeven met het wetsvoorstel tracht te bereiken, lijkt dit element geen passende oplossing te zijn.

5.5 Conclusie

Aldus bevat de administratieve echtscheidingsprocedure in Noorwegen geen elementen die het wetsvoorstel van Teeven, met het oog op de toetsing van vrijwilligheid, kan aanvullen. Partijen kunnen daar zonder procesbijstand van een advocaat het verzoekschrift tot echtscheiding bij de fylkesmann indienen en er vindt net als in het wetsvoorstel van Teeven slechts een formele toetsing bij de administratieve instantie plaats. Daarnaast hebben partijen in Noorwegen geen keuzevrijheid: zij zijn verplicht de administratieve echtscheidingsprocedure te volgen. Dit staat haaks op wat Teeven met het wetsvoorstel wilt bereiken, namelijk het introduceren van een facultatieve procedure, waarbij partijen hun (formele) keuzevrijheid behouden. Net als in Noorwegen is in Denemarken procesbijstand door een advocaat niet verplicht gesteld. Niettemin is er toch een waarborg in de procedure gesignaleerd die zwakkere partijen zou kunnen beschermen. Zo kan de Statsforvaltning een vilkarsforhandling gelasten indien er blijkt dat een van de partijen zijn rechten/plichten niet kent of het vermoeden bestaat dan één van beide partijen is gedwongen tot een akkoordverklaring. Dit element zou echter niet zo snel worden overgenomen in het wetsvoorstel. Veel ambtenaren van de burgerlijke stand in Nederland zouden daar extra opleiding voor nodig hebben, omdat zij daartoe momenteel niet specifiek zijn opgeleid, aldus de leden van de D66-fractie.185 Procesbijstand door een advocaat is ook in Portugal geen wettelijk vereiste. Wel dienen partijen over bepaalde zaken overeenstemming te bereiken. De Procurador-Geral da República toetst de gemaakte afspraken op billijkheid en kan dientengevolge partijen verzoeken de onbillijke punten te wijzigen. Daarmee krijgt de Procurador-Geral da República een ruime toetsingsmogelijkheid. De ambtenaar is daar momenteel niet toe opgeleid. Voor (bij)scholing dient dus geld

opzij te worden gezet. Met het oog op de kostenbesparing die Teeven met het wetsvoorstel tracht te bereiken, lijkt dit element geen passende oplossing te zijn.

Hoofdstuk 6 Conclusie

De ratio van het wetsvoorstel ‘Wet scheiden zonder rechter’ is deels gelegen in het niet willen betuttelen van de burger en houdt dus verband met de partijautonomie. Vanuit dat oogpunt heeft de staatssecretaris ervoor gekozen om procesbijstand door een advocaat en een echtscheidingsovereenkomst niet verplicht te stellen. Dit heeft bij diverse geconsulteerde deskundigen en juridische organen tot grote zorgen geleid. Zij hebben onder meer hun zorgen geuit omtrent de bescherming van de zwakkere partij, meer specifiek de ongelijkheid tussen partijen en de toetsing van de vrijwilligheid.

In dat kader is onderzocht of het wetsvoorstel verenigbaar is met het recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter zoals dat is gewaarborgd in artikel 6 EVRM. In het arrest Sardon Alvira/Spanje heeft het EHRM geoordeeld dat het “equality of arms” beginsel met zich meebrengt dat procespartijen onder gelijke omstandigheden de procedure moeten kunnen voeren, in die zin dat zij als gevolg van de omstandigheden waarin de procedure plaatsvindt daarvan geen nadeel ten aanzien van de andere procespartijen mogen ondervinden. Het wetsvoorstel gaat er te veel vanuit dat alleen gelijkwaardige partners gebruik zullen maken van de mogelijkheid om buiten de rechter om te scheiden. Gelijkwaardigheid op alle vlakken zijn partners nagenoeg nooit en beide partijen hebben er uiteindelijk baat bij dat er iemand is die die ongelijkwaardigheid zo veel mogelijk opheft, zoals bijvoorbeeld een notaris, een advocaat of een mediator. Nu het wetsvoorstel dit niet verplicht stelt valt een belangrijke, door de notaris of advocaat geboden bescherming voor partijen weg. Die ongelijkheid staat op gespannen voet met het ‘fair trial’ beginsel zoals dat is

gewaarborgd in het recht op een eerlijk proces van artikel 6 EVRM. Met betrekking tot het recht op toegang tot de rechter heeft het Hof een belangrijke uitspraak gedaan in de zaak Albert en Le Compte t. België en Deweer t. Belgieë. In deze zaken heeft het Hof geoordeeld dat een partij afstand kan doen van zijn rechten zoals die zijn gewaarborgd in artikel 6 EVRM. Die afstand dient ondubbelzinnig en op vrijwillige wijze te geschieden. Van werkelijke toegang tot de rechter is slechts sprake wanneer een partij zijn geschil in volle omvang bij een rechter of tribunaal aanhangig kan maken. In het wetsvoorstel wordt uitdrukkelijk gesproken over keuzevrijheid bij partijen. De overheid legt partijen niet de verplichting op de administratieve echtscheiding te volgen. Dit zegt echter niks over het feit of partijen daadwerkelijk vrijwillig instemmen met de administratieve echtscheiding. In het wetsvoorstel is de ambtenaar van de burgerlijke stand verplicht de vrijwilligheid van partijen vast te stellen. Partijen zullen gezamenlijk (in persoon) ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijk stand moeten verschijnen en verklaren dat zij beide wensen het huwelijk te beëindigen. Het betreft hier slechts een formele toetsing van de vrijwilligheid van partijen. Of partijen daadwerkelijk vrijwillig hebben ingestemd is voor de ambtenaar van de burgerlijk stand op deze manier lastig te achterhalen. In dwang en drang kunnen motieven besloten liggen om tegen de eigen wil in toch mee te werken aan een echtscheiding. Zeker wanneer een huwelijk ontwricht is, bestaat de kans dat er een machtsoverwicht van de ene echtgenoot op de andere bestaat en een van de echtgenoten dientengevolge niet goed in staat is zijn of haar wil volledig vrij te vormen of uiten. Een formele toets kan niet garanderen dat partijen daadwerkelijk vrijwillig hebben ingestemd met de administratieve echtscheiding. Door die ongelijkwaardigheid is het risico op dwang groot met als gevolg dat de zwakkere partij tegen zijn of haar zin van de rechter wordt weggehouden. Nu het wetsvoorstel partijen geen garantie geeft op werkelijke toegang tot de rechter, schendt de staat zijn positieve verplichting om maatregelen te treffen. De procedure van de voorgestelde administratieve echtscheiding staat dan ook op gespannen voet met het recht op toegang tot de rechter.

In verband met de problematiek rondom de daadwerkelijke vrijwilligheid van partijen is het wetsvoorstel tevens getoetst aan het beginsel van partijautonomie. Partijautonomie moet worden opgevat als een materieel recht en moet in samenhang met het beginsel van gelijkheid worden bezien, bedoeld als bescherming voor de zwakkere partij. Om die vrijwilligheid van partijen te garanderen dient de overheid maatregelen te treffen die de ongelijkwaardigheid opheft. Nu de administratieve

echtscheiding de daadwerkelijke vrijwilligheid van partijen niet kan garanderen, de ambtenaar van de burgerlijke stand slechts een formele toets uitvoert voor de vaststelling van de vrijwilligheid van partijen en er geen juridisch deskundige is (zoals een notaris, advocaat of mediator) die die ongelijkwaardigheid tussen partijen opheft, voldoet het wetsvoorstel niet aan de eisen van het beginsel van materiële vrijheid. Aldus meen ik te mogen stellen dat het wetsvoorstel, in het kader van de bescherming van de zwakkere partij, met onvoldoende waarborgen is omkleed.

Door middel van rechtsvergelijkend onderzoek naar de administratieve echtscheiding in Noorwegen, Denemarken en Portugal is getracht hier een oplossing voor te vinden. De Noorse administratieve echtscheiding bevat geen elementen die het wetsvoorstel kunnen aanvullen. In Noorwegen wordt procesbijstand door een advocaat niet verplicht gesteld. Daarnaast voert de fylkesmann, net als de ambtenaar van de burgerlijke stand in het wetsvoorstel, slechts een formele toets uit omtrent de vaststelling van de vrijwilligheid. Daarnaast hebben partijen in Noorwegen geen keuzevrijheid: zij zijn verplicht de administratieve echtscheiding te volgen. In Denemarken is evenzo sprake van een verplichte procedure bij de administratieve autoriteit. Ook daar is procesbijstand niet verplicht gesteld. Desalniettemin kan de

Statsforvaltning, bijvoorbeeld bij vermoedelijke dwang, een vilkarsforhandling

gelasten waarbij een juridisch geschoold ambtenaar partijen voorziet van informatie. De administratieve echtscheiding in Portugal gaat nog een stap verder. In Portugal dienen partijen over bepaalde zaken overeenstemming te bereiken. Deze afspraken worden vervolgens getoetst op onbillijkheid door de Procurador- Geral da República. Dit element zou echter niet zo snel worden overgenomen in het wetsvoorstel. Veel ambtenaren van de burgerlijke stand in Nederland zouden voor de ruime toetsingsmogelijkheid extra opleiding behoeven, omdat zij daartoe momenteel niet specifiek zijn opgeleid, aldus de leden van de D66-fractie. Met het oog op de kostenbesparing die Teeven met het wetsvoorstel tracht te bereiken, lijkt dit element (momenteel) niet geschikt om het probleem op te lossen.

Literatuurlijst

Boeken en tijdschriftartikelen Antokolskaia 2006

M.V. Antokolskaia, Herziening van het echtscheidingsrecht. Administratieve

echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2006. Asser/Hartkamp 2015

A.S. Hartkamp, Europees recht en Nederlands vermogensrecht. Deel 3-I*, Deventer: Kuwer 2015.

Barkhuysen en van Emmerik 2006

T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik, ‘Rechtsbescherming tegen de overheid en het EVRM’, TMA 2006/4.

Bastard 2000

B. Bastard, ‘Administrative Divorce in France: A Controversy Over a Reform, that Never Reached the Statute Book’, in: M. Maclean (red.), Making Law for Families, Oxford: Hart Publishing 2000, p. 72-91.

I. Berlin, Two Concepts of Liberty, Oxford: Oxford University Press 1958.

Boele-Woelki en Mom 2006K. Boele-Woelki en A. Mom, „De erkenning van

administratieve echtscheidingen in Europa‟, in: M.V. Antokolskaia (red.), Herziening van het echtscheidingsrecht, Administratieve echtscheiding, mediation, voortgezet ouderschap, Amsterdam: SWP 2006, p.218-247

Brenninkmeijer 2013

A.F.M. Brenninkmeijer e.a., Handboek Mediation, Den Haag: Sdu Uitgevers 2005.

Chin-A-Fat & Steketee 2001

B.E.S. Chin-A-Fat & M.J Steketee, Bemiddeling in uitvoering. Evaluatie experimenten

scheidings- en omgangsbemiddeling, Utrecht: Verwey-Jonker Instituut 2001. Colombi Ciacchi 2010

A. Colombi Ciacchi, ‘Party autonomy as a fundamental right in the European Union.’,

European Review of Contract Law 2010, 303. De Bruijn 2012

A.R. De Bruijn, Het Nederlands Huwelijks-vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2012.

Harris e.a. 1995

D.J. Harris, M.O. Boyle, C. Warbrick, Law of the European Convention on Human

Rights, Londen: Butterworths 1995. Hartog Jager 2007

W.H.B. den Hartog Jager, (Echt)scheidingsprocesrecht, monografieën

(echt)scheidingsrecht, Den Haag: Sdu Uitgevers 2007. Heida 2014

A. Heida, ‘Wet scheiden zonder rechter’, EB Tijdschrift voor scheidingsrecht, 2014/13, afl. 2.

Heida e.a. 2013

A. Heida, C.A. Kraan, Q.J. Marck, Echtscheidingsrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2013.

Hendrik & Verkerk 2008

A.C. Hendriks & M.A. Verkerk, ‘Het recht op autonomie in samenhang met goede zorg bezien’, Tijdschrift voor gezondheidsrecht, 2008, afl. 21.

Jagtenberg & De Roo 2013

R.W. Jagtenberg & A.J. de Roo, ‘Verplichte mediation in het Europese recht’, NJB 2013/1859, afl. 30, p. 2056-2058.

Jeppesen-de Boer 2005

C.G. Jeppesen-de Boer, ‘Administratieve echtscheiding in Denemarken’, FJR, 2005/10.

Jonker 2006

M. Jonker, ‘Een Herbezinning op de administratieve echtscheiding. Het Noorse recht als inspiratiebron’, FJR, 2006/12, afl. 12.

Mak 2008

C. Mak, Fundamental Rights in European Contract Law. A Comparison of the Impact

of Fundamental Rights on Contractual Relationships in Germany, the Netherlands, Italy and England (diss. Amsterdam UvA), Alphen aan den Rijn: Kluwer Law

International 2008.

Nieuwenhuis 1999

J.H. Nieuwenhuis, Drie beginselen van contractenrecht (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 1979.

Punselie 2014

Schonewille 2012

F. Schonewille, Partijautonomie in het relatievermogensrecht, Apeldoorn/Antwerpen: Maklu-Uitgevers 2012.

Schrama 2009

W.M. Schrama (red.), Familierecht geschetst, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2009.

Schwenzer 2000

I. Schwenzer, ‘Registerscheidung’, in: P. Gottwald (red), Festschrift für Dieter

Henrich, Bielefeld: Gieseking 2000, p. 533-544. Smits 2008

P. Smits, Artikel 6 EVRM en de civiele procedure, Deventer: Kluwer 2008.

Van Coolwijk 2014

Van Coolwijk, ‘Reactie vFAS op het wetsvoorstel wet scheiden zonder rechter’,

Tijdschrift Relatierecht en Praktijk, 2014 afl. 2. Viering 1994

M.L.W.M. Viering, Het toepassingsgebied van artikel 6 EVRM (diss. Nijmegen), Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1994.

Vlaardingerbroek e.a. 2014

P. Vlaardingerbroek e.a., Het hedendaags personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2014.

Wortmann & van Duijvendijk-Brand 2012

S.F.M. Wortmann & J. van Duijvendijk-Brand, Compendium van het personen- en

familierecht, Deventer: Kluwer 2012. Zonnenberg 2014

L.H.M. Zonnenberg, ‘Scheiden zonder rechter: een gevaarlijke bezuinigingsmaatregel’,

Kamerstukken en handelingen Kamerstukken II 2003/04, 29676, 1. Kamerstukken II 2003/04, 29676, 3. Kamerstukken II 2004/05, 29676, 14 Kamerstukken II 2004/05, 29676, 3 Kamerstukken II 2004/05, 30145, 3. Kamerstukken II 2014/15, 34118, 3, blg-438529. Kamerstukken II 2014/15, 34118, 3, blg-438530. Kamerstukken II 2014/15, 34118, 3, blg-438532. Kamerstukken II 2014/15, 34118, 3. Kamerstukken II 2014/15, 34118, 5. Jurisprudentie

EHRM 17 januari 1970, 2689/65 (Delcourt/België)

EHRM 21 februari 1975, NJ 1975, 462 (Golder/Verenigd Koninkrijk). EHRM 9 oktober 1979, NJ 1980, 376 (Airey/Ierland).

EHRM 24 oktober 1979, NJ 1980, 114 (Winterwerp/Nederland). EHRM 27 februari 1980, NJ 1980, 561.

EHRM 10 februari 1983, A-58 (Albert en Le Compte/België).

EHRM 28 mei 1985, NJ 1991, 623 (Ashingdane/Verenigd Koninkrijk). EHRM 9 december 1986, 10938/84 (Kaufmann/België)

EHRM 4 maart 1987, 10881/84 (R t. Zwitserland)

EHRM 28 augustus 1991, 11296/84 (Moreira de Azevado/Portugal). EHRM 27 oktober 1993, A-274, (Dombo Beheer/Nederland)

EHRM 18 februari 1999, 26083/94 (Waite & Kennedy t. Duitsland) EHRM 19 juni 2001, 2824/95, r.o. 54 (Kreuz/Polen).

EHRM 21 november 2001, 37112/97 (Fogarty tegen het Verenigd Koninkrijk)

EHRM, 27 juni 2002, 38190/97 (Federation of Offshore Workers’ Trade Union t.

Norway)

EHRM 26 juli 2005, 39199/98 (Podbielski en PPU Polure/Polen). EHRM 24 september 2013, EHRC 2014, 11 (Sardón Alvira/Spanje).

HvJ EU 1 januari 2010, gevoegde zaken C-317/08, C-318/08, C-319/08 (Alassini). HR 6 december 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2222, NJ 1997/189.

PHR 13 februari 2009, ECLI:NL:PHR:2009:BG6720.

Overige

‘Advies wetsvoorstel Scheiden zonder rechter’, F.C. Bakker, Raad voor de rechtspraak, 28 februari 2014, www.rechtspraak.nl (zoek op wet scheiden zonder rechter).

‘Brief KNB en VMSN aan staatssecretaris Teeven d.d. 5-2-2014 over concept- wetsvoorstel Scheiden zonder rechter’, Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en Vereniging van Mediators en Scheidingsbemiddelaars in het Notariaat, 5 februari 2014, www.knb.nl (zoek op wet scheiden zonder rechter).

‘Bruggen slaan Regeerakkoord VVD – PvdA, 29 oktober 2012’, Rijksoverheid, 31 oktober 2014, www.rijksoverheid.nl (zoek op Regeerakkoord Bruggen Slaan).

‘Consultatie Wet scheiden zonder rechter’, Reinhartz, Internetconsultatie, 9 februari 2014, www.internetconsultatie.nl (zoek op wet scheiden zonder rechter).

‘Griffierecht civiel’, www.rechtspraak.nl (zoek op griffierecht civiel recht).

‘Huwelijksontbindingen: door echtscheiding en door overlijden’, Centraal Bureau voor de Statistiek, 29 oktober 2013, www.cbs.nl (zoek op huwelijksontbindingen).

‘Kabinet maakt scheiden zonder rechter mogelijk’, Rijksoverheid nieuws, 5 september 2014, www.rijksoverheid.nl.

‘Teeven: scheiding kinderloze stellen wordt eenvoudiger’, NRC, 8 december 2013, www.nrc.nl.

G. de Oliveira, Portugal report concerning the CEFL Questionnaire on Grounds for Divorce and Maintenance Between Former Spouses‟. 2002, geraadpleegd via http://www.law.uu.nl/priv/cefl.

I. Lund-Andersen & L. Krabbe, Grounds for divorce and maintenance between former spouses Denmark, Department of Private Law, University of Århus, oktober 2002, geraadpleegd via <ceflonline.net/wp-content/uploads/Denmark-Divorce.pdf>.

T. Sverdrup, Grounds for divorce and maintenance between former spouses Norway, Department of Private Law, University of Oslo, oktober 2002, geraadpleegd via <ceflonline.net/wp- content/uploads/Norway-Divorce.pdf.

The Marriage Act’, Government.no, 1 juni 2007,

www.regjeringen.no/en/dokumenter/the-marriage-act/id448401/. Geraadpleegde websites www.cbs.nl www.e-justice.europa.eu www.eerstekamer.nl www.fylkesmannen.no www.internetconsultatie.nl www.nrc.nl www.overheid.nl www.rechtspraak.nl www.regjeringen.no www.rijksoverheid.nl www.skillmisse.net www.statsforvaltningen.dk

Bijlagen Bijlage 1

Bijlage 4

Case No. (to be completed by The State Administration)

Petition for divorce without prior separation Fee: DKK 420.

(To be paid on submission of the petition form, into sort code 0216 and account number 4069175392)

Civil registration no: Daytime phone no:

Address: Postal code: City:

E-mail: Full name:

Citizenship: My yearly income before tax: Yearly income before tax of spouse 2:

Civil registration no: Daytime phone no:

Address: Postal code: City:

E-mail: Full name:

Citizenship: My yearly income before tax: Yearly income before tax of spouse 1:

READ THE LEAFLET "GETTI NG DI VORCED" ON DI VORCE AND SEPARATI ON, BEFORE YOU COMPLETE THI S FORM (the leaflet is available from our website www.statsforvaltningen.dk or by contacting The State Administration). This form must be used regardless of whether you are married or civil partners.

Details of spouse 2 Details of spouse 1