Per 1 januari 2013 start de provincie Overijssel met de nieuwe Cultuurnota. In de ‘Cultuurnota 2013- 2016 De Kracht van Cultuur: Creatief verleden, heden en toekomst’ wordt beschreven waar de provincie Overijsel zich de komende vier jaar op wil richten op het gebied van cultuur. In de nota zijn de missie en doelen voor de komende jaren beschreven.
De missie voor het Overijssels cultuurbeleid is Behoud en ontwikkeling van de culturele identiteit van Overijssel. Om deze missie tot een succes te maken zijn drie hoofddoelen opgesteld, te weten:
1. Behoud en duurzame ontwikkeling van het culturele erfgoed om zo de identiteit en eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken.
2. Stimuleren van de culturele identiteit door creatief talent een kansrijke en inspirerende omgeving te bieden voor cultureel ondernemerschap.
3. Blijven inspannen voor cultuureducatie en cultuurparticipatie.
Provincie Overijssel heeft € 6 miljoen gereserveerd om te investeren in de cultuursector tussen 2013 en 2015.
Het derde hoofddoel ‘Blijven inspannen voor cultuureducatie en –participatie’ is voor provincie Overijssel een heel belangrijk aspect binnen de Cultuurnota. In paragraaf 3.2 Cultuurtoerisme is naar voren gekomen dat 3% van de vrije tijd aan cultuur besteed wordt. De provincie Overijssel ziet het als taak om in de periode tussen 2013 en 2016 meer mensen te interesseren voor cultuur. Provincie Overijssel wil samen met gemeenten en scholen programma’s ontwikkelen om mensen uit alle lagen van de bevolking de mogelijkheid te geven kennis te maken met cultuur. Om dit te realiseren zijn drie fases ontwikkeld, te weten cultuur aan de basis, cultuur in de vrije tijd en cultuur naar de top.
Cultuur aan de basis richt zich op gemeenten, scholen en instellingen om kinderen al vroeg in aanraking te brengen met cultuur. Cultuur naar de top draait om talentontwikkeling binnen de cultuursector. Cultuur in de vrije tijd sluit aan bij dit onderzoek, vandaar dat dit aspect verder belicht wordt.
‘De doelstelling van het programma Cultuur in de vrije tijd is het stimuleren van de inhoudelijke en organisatorische innovatie in de amateurkunst om zo de sector toekomstbe stendig te maken. In het programma leggen we de nadruk op cultureel ondernemerschap, verstevigen we de
randvoorwaarden en de bewustwording van de Overijsselse identiteit.’ (Cultuurnota 2013-2016) De provincie Overijssel heeft drie lijnen voor het programma uitgezet. De eerste lijn is het
arrangement. Door samen te werken met kleine en middelgrote gemeenten probeert de provincie Overijssel het bewustzijn van inwoners over de lokale identiteit te vergroten en de inwoners meer betrokken te laten voelen bij de gemeenschap.
Lieke Stroomberg, januari 2014 40
De tweede lijn is het inzetten van cultuurmakelaars. Cultuurmakelaars zijn onafhankelijke intermediairs die bedrijven in het culturele veld in contact brengen en stimuleren om samen te werken.
De derde lijn is het ondersteunen van projecten door middel van subsidies. Projecten die gebruik willen maken van deze subsidieregeling moeten aantonen dat er sprake is van cultureel
ondernemerschap, kwaliteit en innovatie op het gebied van organisatie en/of financiering. Er wordt niet meer dan 25% van het project gesubsidieerd om het ondernemerschap te stimuleren.
Alle maatregelen worden door de Provincie genomen en beschikbaar gesteld om de
cultuurparticipatie en cultuureducatie binnen de provincie Overijssel te vergroten. Daarnaast is de Provincie Overijssel bezig met het investeren in versterking van de vrijetijdseconomie. De provincie richt zich hierbij op het ontwikkelen van product-markt-partnercombinaties binnen het toerisme. Er is een ontwikkelmodel gemaakt door de provincie dat bestaat uit vier stappen, te weten het initiëren van ideeën, het onderzoeken van de haalbaarheid, het opstellen van een businessplan en als laatste de realisatie van de PMPC. (Provincie Overijssel, 2013) Voor de laatste twee stappen zijn er
subsidiemogelijkheden beschikbaar gesteld, zo kan het schrijven van het businessplan uitbesteed worden aan een bedrijf dat hierin gespecialiseerd is. Bij het businessplan wordt 70% van het te subsidiëren bedrag betaald door de provincie met een maximaal bedrag van € 7.000,00. Voor de realisatie van een PMPC geldt een maximale subsidie van 50% met een maximaal bedrag van € 200.000,00 per aanvrager.
Museum de Fundatie
Al deze maatregelen worden door de Provincie genomen, maar wat kan Museum de Fundatie met dit beleid? Allereerst is de aanvulling voor het investeren in versterking van de vrijetijdseconomie zeer interessant. In dit onderzoek wordt gekeken naar mogelijke samenwerkingsverbanden met lokale en regionale ondernemers uit het toeristische en recreatieve veld. Voor Museum de Fundatie betekent dit, dat er aanspraak gemaakt kan worden op subsidies bij het schrijven van een businessplan of het realiseren van de PMPC. Dit scheelt niet alleen Museum de Fundatie heel veel geld, maar ook de bedrijven die de samenwerking met De Fundatie aangaan. Hierdoor kan het aantrekkelijker worden voor lokale bedrijven om mee te werken aan een samenwerkingsverband, aangezien de eigen investering minder groot wordt. Een ander aspect is dat de provincie bezig is een breder draagvlak voor cultuur te creëren onder de bevolking. Dit kan voor Museum de Fundatie leiden tot een grotere en meer diverse doelgroep. Dit vergroot de kans op meer inkomsten wat zeer belangrijk is voor musea. Cultuur naar de top (waarbij het draait om talentontwikkeling) is ook een aspect van het beleid waar Museum de Fundatie aan mee kan werken en op in kan spelen.
In dit hoofdstuk is gekeken naar verschillende onderwerpen, te weten trends en ontwikkelingen, het profiel van de cultuurtoerist, de huidige doelgroepen van Salland en de Fundatie, het toeristische en recreatieve aanbod in de regio en het beleid van de provincie op het gebied van cultuur. Een
belangrijke trend voor musea is de opkomst van mobiele technologie, iets waar Museum de Fundatie goed op in zou kunnen spelen door bijvoorbeeld extra informatie beschikbaar te stellen via een applicatie of QR-code.
Verder is uit verschillende onderzoeken gebleken dat de cultuurtoerist over het algemeen hoogopgeleid is, meer activiteiten onderneemt dan andere toeristen en ook meer verschillende activiteiten plant. Verder hebben ze vaak een brede interesse. De huidige bezoeker van Salland kan omschreven worden als een natuurliefhebber die van actieve en sportieve uitjes houdt. Daarnaast heeft de leefstijl ‘ingetogen aqua’ ook een lichte interesse voor cultuur. Als er gekeken wordt naar het huidige toeristische en recreatieve aanbod, kan gezegd worden dat er een zeer breed aanbod is en er voor elke doelgroep iets te doen is in de regio Salland en in Zwolle.
Lieke Stroomberg, januari 2014 41