• No results found

en correct afhandelen

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 96-100)

Het agentschap engageert zich om gemiddeld 98% van de dossiers, die het drie maanden voor de ingangsdatum ontvangt, binnen de vastgelegde termijn af te handelen. AgODi streeft naar 100% tijdige afhandeling.

In 2014 werd 99,77% van de tijdig ingediende TBSVP- en bonusdossiers binnen de vastgelegde termijn afgewerkt (1.287 van de 1.290). De norm werd gehaald, het streefdoel net niet. Maar door de korte termijnen (zie de correctheid hieronder) is het resultaat meer dan behoorlijk.

Wat betreft de correctheid van de berekening van het wachtgeld, hanteert AgODi een norm van 98%. Het agentschap blijft streven naar 100%. Uit een onderzoek van de dossiers in 2014 blijkt dat 94,83% van de dossiers correct werd betaald.

Weliswaar heeft AgODi de norm niet gehaald, maar het blijft een behoorlijk resultaat. Aangezien de pensioenregeling een federale aangelegenheid is, wat impliceert dat ook de pensioendatum wordt vastgelegd door de federale overheid, heeft dat uiteraard ook zijn invloed op de datum waarop personeelsleden gebruik kunnen maken van het stelsel van terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen (TBSVP). Aan de Pensioendienst van de Overheidssector (PDOS) werd dan ook gevraagd de pensioendatum mee te delen voor diegenen die gebruik willen maken van het stelsel TBSVP. Daardoor werden de deadlines voor afhandeling van de dossiers scherper. Desondanks is de kwaliteit van de dossiers aanvaardbaar.

De overgang naar een andere werkwijze en regelgeving had maar een beperkt kwaliteitsverlies tot gevolg.

Aantal pensioendossiers en overdrachten

Als gevolg van de pensioenhervorming van 2011 is de procedure van de pensioenaanvraag volledig veranderd. De personeelsleden moeten voortaan hun vraag tot pensionering rechtstreeks aan de PDOS richten. Daarnaast verplicht het Capeloproject AgODi om alle personeelsgegevens tot en met het jaar 2010 via een attest ‘historische loopbaangegevens’

elektronisch aan de PDOS over te maken. De prestaties vanaf 2011 worden doorgegeven via de DMFA.

De nieuwe werkwijze werd van kracht voor alle pensioneringen die startten in 2013. AgODi maakt sindsdien dus geen klassiek pensioendossier meer op. De indicator kan dan ook niet meer gemeten worden.

Voor de prestaties in het onderwijs bezorgt AgODi wel nog alle loongegevens aan de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) (de zogenaamde ‘overdrachten’). Het agentschap levert die dienst voor personeelsleden die in het verleden tijdelijk in het onderwijs werkten,

maar daarna zijn overgestapt naar een andere werkgever (en niet benoemd werden bij een overheid). Zij moeten hun pensioen aanvragen bij de RVP.

Tabel: afgehandelde overdrachten (databank eindeloopbaancel)

2012 2013 2014 evolutie

Overdrachten 299 236 125 -47%

Ambitie 9: Aanvragen pensioenen tijdig en correct afhandelen

Het agentschap engageert zich om gemiddeld 98% van de dossiers binnen de vastgelegde termijn af te handelen. AgODi streeft naar 100% tijdige afhandeling.

De implementatie van Capelo heeft tot gevolg dat AgODi ook de indicator van de correcte afhandeling van de pensioendossiers niet kan meten. In de plaats daarvan geeft het jaarrapport een overzicht van de resultaten van het project.

Voor het luik historische gegevens heeft AgODi eind 2014 al 149.000 dossiers aan de PDOS overgemaakt, één jaar voor de afloop van de termijn. Dat komt overeen met 85% van de door deze instantie gevraagde dossiers (inclusief dossiers hoger onderwijs en volwassenenonderwijs). De personeelsgegevens vanaf 1 januari 2011 stuurt AgODi op via de driemaandelijkse DMFA-aangifte.

Terugvorderingen

Het beheer van personeelsdossiers impliceert ook de herziening en terugvordering van salarissen. Op een totaal van ongeveer 7,2 miljard euro is er ongeveer 55,1 miljoen euro teruggevorderd van scholen/schoolbesturen of andere organisaties, buiten onderwijs, waar personeelsleden op basis van een verlof wegens opdracht zijn tewerkgesteld. 48,3 miljoen euro zijn recuperaties van geprefinancierde salarissen (detacheringen, personeel op basis van het werkingsbudget). Het resterende bedrag zijn de ‘echte’ terugvorderingen.

Meestal gaat het om terugvorderingen van personeelsleden van wie een wijziging van hun opdracht laattijdig is doorgestuurd.

2012 2013 2014

PWB 17.188.141 16.985.048 18.799.177

Detacheringen 31.258.759 30.589.349 29.513.971

Echte terugvorderingen 8.623.180 7.094.170 6.799.196

- Waarvan automatisch 3.943.466 2.551.927 2.447.376

- Waarvan via terugvorderingsbrief 4.679.714 4.542.246 4.351.820

Terugvorderingen ongevallen met derden (arbeids- en buitendienstongevallen) Als bij een arbeidsongeval een derde aansprakelijk wordt gesteld, kan de overheid de kosten terugvorderen bij de tegenpartij.

Terugvorderingen ongevallen met derden: teruggevorderde bedragen (databank arbeidsongevallen)

2012 2013 2014

1.538.874 1.880.340 1.700.648

Oorzaken van (echte) terugvorderingsdossiers

Uit de analyse van een beperkte steekproef van 200 willekeurige ‘echte’

terugvorderingsdossiers aan personeelsleden, blijkt dat de terugvorderingen veelal beperkt zijn tot het salaris van maximaal twee maanden. Dat is het geval voor 173 dossiers op een totaal van 200 willekeurige terugvorderingen. Veel terugvorderingen (161 op 200) zijn een gevolg van het tijdstip waarop de school informatie met gevolgen voor de betaling aan het agentschap meedeelt. Dat is het geval als de informatie pas wordt meegedeeld na de afsluitdatum van de lopende betaalcyclus. Ook de school kan dit niet altijd voorkomen.

Het personeelslid zelf is zelden oorzaak van een terugvordering. Net zoals in 2013 is dat voor maar 0,5% van de gecontroleerde dossiers het geval.

Terugvorderingen met als oorzaak ‘andere’ redenen zijn onder meer te wijten aan mededelingen van opdrachten met terugwerkende kracht. Daardoor gebeurt er voor al betaalde opdrachten een herziening van de ingehouden bedrijfsvoorheffing.

Ook de toepassing van de regelgeving leidt in sommige gevallen tot een terugvordering:

de beperking tot 300 betaalde dagen per schooljaar voor een tijdelijk personeelslid, is daarvan een typisch voorbeeld.

Tabel: Oorzaken van terugvordering

≤ 2 maanden

2- 6 maanden

6-12 maanden

>12

maanden totaal

# % # % # % # % # %

Foute of laattijdige zendingen school 144 72 11 5,5 5 2,5 1 0,5 161 80,5

Foute of late melding personeelslid 1 0,5 0 0 0 0 0 0 1 0,5

Fout werkstation of informaticasysteem 14 7 7 3,5 1 0,5 2 1 24 12

Andere 14 7 0 0 0 0 0 0 14 7

totaal 173 86,5 18 9 6 3 3 1,5 200 100

Terugvorderingsdossiers en vastgestelde rechten in 2014

Het aantal terugvorderingsdossiers (brieven) is in totaliteit in 2014 nagenoeg stabiel gebleven t.o.v. in 2013: een toename met 1%. Ook de budgetstijging bleef beperkt tot 2%.

Onderliggend blijkt dit globale resultaat het gevolg van enerzijds een toename van het aantal terugvorderingen in het kader van detacheringen en personeel aangesteld op basis van het werkingsbudget (PWB), en een daling van het aantal terugvorderingen rechtstreeks aan personeelsleden.

Tabel: terugvorderingsdossiers en vastgestelde rechten in 2014

2012 2013 2014 evolutie

Dossiers Rechten Dossiers Rechten Dossiers Rechten Dossiers Rechten Detacheringen 2.986 31.056.988,79 2.785 27.655.258,31 3.049 27.705.844,39 109% 100%

Tivoli 1.014 17.277.156,06 1.089 17.803.395,60 1.233 19.105.137,75 113% 107%

Basisonderwijs 2.390 1.802.284,73 2.155 1.765.571,55 2.033 1.660.032,09 94% 94%

Secundair onderwijs 2.110 1.893.209,62 1.871 2.013.801,91 1.785 1.741.826,36 95% 86%

DKO 364 223.108,33 379 328.589,98 294 215.668,40 78% 66%

Clb 95 73.135,79 90 125.714,43 88 95.027,27 98% 76%

Totaal 8.959 52.325.883,32 8.369 49.692.331,78 8.482 50.523.536,26 101% 102%

Ambitie 10: Tijdig afhandelen van de terugvorderingsdossiers

De norm voor de tijdige afhandeling van de terugvorderingen voor detacherings- en PWB-dossiers is 98%.

Met ingang van 1 september 2012 werd de mogelijkheid tot aanstelling van personeelsleden op basis van het werkingsbudget uitgebreid tot alle onderwijsniveaus en alle ambten. Het begrip Tivoli werd vervangen door ‘Personeel aangesteld op basis van het werkingsbudget’.

In 2014 werd de loonkost berekend voor 3.920 PWB-aanstellingen in alle onderwijsniveaus. Voor een totaal van 3.920 PWB- aanstellingen vertrokken 1.113 aangetekende terugvorderingsdossiers (op een totaal van 1.115) tijdig naar de betrokken schoolbesturen. De vooropgestelde norm werd gehaald.

In document Vlaanderen is onderwijs & vorming (pagina 96-100)