• No results found

3. Cultureel ondernemerschap en de functie van het lichaam

3.5 Continu hoereren

“De artistieke wereld is een harde wereld”, zei Tessa (23 jaar - Zangeres) (zie paragraaf 3.2, pagina 28). Om werk te krijgen, zijn de uitvoerende artiesten sterk afhankelijk van de consument, zoals blijkt uit de voorgaande paragrafen. Het is daarom belangrijk dat de uitvoerend artiest zich positief presenteert en zichzelf goed in de markt zet, zodat hij of zij aantrekkelijk is voor de consument. Om dit te doen, moet de artiest zich constant profileren en een netwerk onderhouden. Dit is een van de meest vermoeiende taken, vinden mijn

respondenten. Het gaat zelfs op een gegeven moment voelen als ‘hoereren’. Voor veel van mijn respondenten wordt dit als negatief ervaren en genereert dit ook stress.

“[D]an ga ik bij die mensen aankloppen als ondernemer om hen ervan te overtuigen dat ik hun event ‘cooler’ kan maken” (Joren 23 jaar - Performance Artiest).

Het krijgen van werk gaat dus niet zomaar. Mijn respondenten geven aan dat zij constant moeten ‘netwerken’ om aan werk te komen. Doordat zij zich continu aan het ‘verkopen’ zijn, zijn ze continu aan het werk.

“Constant ben je er mee bezig. Doordat je eh toch ergens een derde oog open moet houden. Is dit een mogelijkheid? Waar ik mijzelf neer kan zetten om mijzelf te netwerken om mijzelf werk te creëren? Omdat het gewoon zo onzeker is. Je moet gewoon constant erachteraan om werk te hebben” (Tessa 23 jaar - Zangeres).

Ik vroeg mijn respondenten naar dit proces van ‘netwerken’ en hoe zij dat ervaren.

“De hele tijd over jezelf praten. Genuanceerd hoor, maar je doel is dat zij jou leuk vinden. Dat zij ooit geld aan mij gaan geven […] Ja vorig jaar met mijn Frindge Festival had ik een crowdfunding project via voordekunst en dat is heel soort van een tikkeltje erger, want dan ga je soort van mensen smeken. Om geld. Je verbloemt het heel mooi, maar daar komt het wel op neer” (Joren 23 jaar - Performance Artiest).

Omdat het lichaam de kunst uitvoert kun je zeggen dat het lichaam de kunst is. Doordat een uitvoerend artiest zijn kunst wil verkopen, verkoopt hij of zij ook zijn lichaam. Dit kan als gevolg hebben dat in dit proces het lichaam ook los van het zelf raakt en daardoor vervreemd. Mijn respondenten geven namelijk allemaal aan dat ze altijd bezig zijn met netwerken of het regelen van werk. Daan (33 jaar - Pianist) bijvoorbeeld noemt het ook wel ‘hoereren’. “Je moet jezelf constant opnieuw profileren en van andere mensen geld krijgen, achter alle zaken aanlopen et cetera”, zegt hij. Dit werkt zeer stressvol volgens mijn respondenten. In sommige gevallen kan deze stress zo hoog oplopen dat ze het vak daardoor niet meer aan kunnen.

[H]et is een maandagavond en Suzanne gaat tijdens een open podium avond zingen. Suzanne heeft vijf jaar geleden besloten dat het werken in de theaterwereld haar te veel stress opleverde. Ze koos ervoor om een deel van haar artistieke wensen in te leveren voor een zeker bestaan. Ze is nu werkzaam op de afdeling customerservice in het DeLaMar Theater.

Daarnaast maakt ze nog wel kindervoorstellingen en zingt ze net als Tessa in Pasta e Basta (Observatieverslag Suzanne 20.04.15).

Suzanne is zenuwachtig. Het lijkt wel erger te worden zodra ze de andere singer- songwriters hoort zingen. Wanneer alles is geregeld, gaan we naar een ruimte die bedoeld is als kleedkamer. We leggen onze spullen neer en kletsen een beetje. Suzanne is ongelofelijk zenuwachtig. Het blijkt dat ze vanavond voor het eerst weer in een lange tijd één van haar

eigen geschreven liedjes gaat zingen. Ik vraag haar waarom dit zo spannend is. Ze legt mij uit dat het heel persoonlijk is. Het komt heel dichtbij als mensen naar jou gaan luisteren, al helemaal als het om je eigen muziek gaat. Het is muziek die ze zelf geschreven heeft en die over haarzelf gaat. Dat is ongelofelijk eng zegt ze (Observatieverslag Suzanne 20.04.15).

Dan vraag ik haar waarom ze het toch doet. Ze legt uit, dat ze wil weten of ze het weer leuk vindt, of ze het misschien weer vaker wil doen. Normaal gesproken treedt ze op tijdens kindervoorstellingen en in Pasta e Basta. Dat is iets heel anders, legt ze uit (Observatieverslag Suzanne 20.04.15).

Dit vind ik interessant om te horen, omdat zij als enige van mijn respondenten er duidelijk voor heeft gekozen om te stoppen met haar zangcarrière. Waarom ze er toch naar blijft verlangen om professioneel te zingen, blijft ook voor mij een grote vraag. Wel vertelt ze mij waarom zij er vijf jaar geleden mee gestopt is:

“Stond ik daar voor Microsoft op het podium met nog 4 andere meiden en toen zag ik al die mannen in het publiek met van die, ja ik mag het eigenlijk niet zeggen […] van die té fanatieke blikken. En toen voelde ik me zo ongelukkig […] zo’n vermaak meisje. Het gaat dan totaal niet om de stem. Of het gevoel wat je er dan uithaalt. Maar het gaat puur om de leuke meisjes in een sexy jurkje die leuke commerciële liedjes zingen” (Suzanne 31 jaar - Zangeres).

Naast het feit dat het lichaam zichzelf als het ware ‘hoereert’, om werk te kunnen krijgen, werkt het lichaam in uiterste gevallen ook als product voor consumptie. Het lichaam lijkt hier ook weer verwijderd te raken van zijn kunst, waardoor het zich als een op zichzelf staand object gaat ontwikkelen. Zoals in paragraaf 3.2 werd besproken, kan er een effect van vervreemding ontstaan. Dit proces van vervreemding ontstaat, doordat een uitvoerend artiest niet zijn kunst kan beoefenen zoals hij of zij dat zou willen en daardoor kunst naar de wens van de consument gaat maken. Hierdoor geeft hij of zij artistieke wensen op voor

economische belangen. Een uitvoerend artiest raakt echter verwijderd van zichzelf, omdat hij of zij niet meer achter zijn oorspronkelijke plan staat. Hierdoor kan het lichaam zich

ontwikkelen als product van de consument. Dit proces van het creëren van een afstand tussen het zelf en het lichaam, waarbij het lichaam functioneert als een beeld van het werk die de sociale situatie van het lichaam heeft opgelegd, komt overeen met wat Hochshild (1983) in haar boek schrijft.

Je zou het lichaam in dit geval kunnen bestempelen als een instrument voor cultureel ondernemerschap en je daarbij afvragen of een ‘uitvoerend artiest’ niet beter een

‘ondernemend artiest’ genoemd kan worden. Doordat het lichaam zichzelf verkoopt zowel in het voorproces, dus in het proces van werk verkrijgen, het zogenoemde ‘hoereren’, alsook tijdens het proces, wanneer het lichaam de kunst uitvoert naar de wens van de consument, wat buiten zijn eigen waarden valt.

Tijdens het proces van netwerken is het belangrijk dat het lichaam goed verzorgd wordt, zodat het daarmee de kwaliteit van de kunst op een juiste manier weergeeft. ‘De sociologie van het lichaam’, die constateert dat het lichaam tot werk wordt ontwikkeld, wordt hiermee bevestigd (Shilling 1993: 125). Doordat de consument de waarde van de kunst beoordeelt op basis van zijn eerste indrukken van het lichaam, is het belangrijk dat het lichaam professioneel wordt gepresenteerd. Dit begint bij de verzorging van het uiterlijk volgens Tessa (23 jaar - Zangeres).

“[B]ij Frank Sanders hebben geleerd om goed voor de dag te komen. Dat we beter overdressed kunnen zijn dan underdressed. Dat we toch ja, we zijn ‘de artiest’. Je wordt er wel voor ingehuurd” (Tessa 23 jaar - Zangeres).

Het lichaam dient als instrument voor cultureel ondernemerschap, doordat dit het eerste beeld is dat de consument te zien krijgt van de kunst. Als een uitvoerend artiest zich niet op een professionele manier profileert, kan dit ten koste gaan van het verkrijgen van werk. Het lichaam is dus het beeld van zijn onderneming en staat daarmee als symbool voor het product. De kwaliteit van het profileren en daarmee ondernemen zou je kunnen zeggen, is afhankelijk van de ondernemende capaciteiten (netwerken) in combinatie met de verzorging van het lichaam (presentatie). Dit proces van ondernemen, wordt gezien als de verkoop van het lichaam. Dit werkt zowel vervreemdend als stressvol.

Ik vraag mij af, hoe de toekomst er voor de uitvoerende artiesten uit zal zien. Zijn het nog wel uitvoerende artiesten? Kunnen we ze niet beter ‘de ondernemende artiest’ noemen? Als ze als ‘cultureel ondernemer’ (Tabel 1, pagina 32) relatief gezien meer kans op werk krijgen, omdat zij zich aan de markt aanpassen? En wat blijft er over van hun artistieke wensen? Die artistieke wensen wrijven constant met de financiële wensen, waardoor het lichaam stress ervaart.

4. Conclusie

In deze conclusie zullen de twee hoofdvragen ‘Hoe belichaamt een uitvoerend artiest cultureel ondernemerschap?’ & ‘Hoe functioneert het lichaam als instrument voor cultureel

ondernemerschap?’ beantwoord worden. Dit doe ik door de gebruikte sociologische theorieën, artistieke en economische achtergronden van cultureel ondernemerschap te koppelen aan mijn gevonden data. Afsluitend zal ik een aanbeveling doen voor vervolg onderzoek. Hierbij pleit ik voor meer onderzoek naar ‘de sociologie van het lichaam’ binnen de creatieve en culturele sector.

De focus in deze scriptie ligt op het lichaam, hoe cultureel ondernemerschap geworteld en doordrongen is in het lichaam van een uitvoerend artiest. De wrijving tussen artistieke en economische waarden kwam hierbij aan bod en maakte een nieuwe

operationalisatie van vier verschillende soorten cultureel ondernemers zichtbaar.

Door de uitvoerende artiesten als onderzoeksgroep te nemen, werd een nieuw inzicht verkregen in cultureel ondernemerschap en het lichaam. Doordat een uitvoerend artiest zowel verantwoordelijk is voor het produceren van de kunst als het uitvoeren van de kunst, kan het lichaam gezien worden als zijn onderneming.