• No results found

3. Cultureel ondernemerschap en de functie van het lichaam

3.4 Artistieke versus economische belangen

De mate van ondernemerschap wordt bepaald door de kwaliteit van de kunst in combinatie met ondernemende kwaliteiten en netwerk skills. Hierdoor komen alle elementen van de voorgaande paragrafen bij elkaar. Er is gewerkt naar een antwoord waarin het lichaam als instrument dient voor cultureel ondernemerschap en waarin het lichaam emotionele en fysieke klachten ervaart door een sociaal geconstrueerd frame van cultureel ondernemerschap die de uitvoerend artiest lijkt te beïnvloeden.

Ondanks dat mijn respondenten aangeven dat ze het ondernemen vermoeiend en stressvol vinden en het eigenlijk liever niet willen doen, vinden ze het wel belangrijk. Dit hoort volgens hen bij het vak.

“[A]ls je geen zalen verkoopt, dan word je ook niet geboekt. Dan verdien je niks. Dus ja dat ondernemen dat komt er wel bij kijken” (Rens 23 jaar - Singer-Songwriter).

Daan (33 jaar - Pianist) legt uit dat je artiesten kunt herkennen aan vier soorten ondernemers. De artiest kan een goede of een slechte ondernemer zijn. Een goede ondernemer is in dit geval iemand die risico’s durft te nemen, een visie heeft, overtuigend is en het karakter heeft die hem of haar gevraagd wordt te zijn in bepaalde situaties (Klamer 2010: 153). Volgens Daan kun je met dit in je achterhoofd, uitvoerende artiesten categoriseren.

Zoals in tabel 1 staat, kan een artiest variëren tussen kwalitatief hoge (+) of lage (-) uitvoerende kunst en cultureel sterk (+) of zwak (-) ondernemerschap. Om een categorisatie van de vier soorten ondernemers te maken, heb ik elke categorie een eigen titel gegeven.

De artiest Kunst (+); ondernemer (-) De professional Kunst (+); ondernemer (+) De amateur Kunst (-); ondernemer (-) De cultureel ondernemer Kunst (-); ondernemer (+)

Tabel 1. Artistieke versus economische componenten

Deze tabel is een weergave van de wrijving tussen artistieke versus economische waarden; daar waar mijn respondenten aangaven de meeste stress te ervaren. In dit geval gaat de

kwaliteit van de kunst over de highbrow en lowbrow discussie. Ter herhaling: highbrow kunst wordt gezien als de kunst die geconsumeerd wordt door de elite. Deze elite kan gezien

worden als een minderheid die binnen de ‘artistieke wereld’ valt. ‘Zij’ bepalen wat kwalitatief goede kunst is. Lowbrow wordt dan de kunst die voornamelijk wordt geconsumeerd door de

groep mensen die weinig ‘smaak’ hebben en/of intellectuele interesses. Dat wat de elite kwalitatief slechte kunst noemt (Shrum 1991).

Ondernemerschap zou je kunnen beoordelen op basis van de concentratie van de uitvoerend artiest op innovatie, zelfmanagement, improvisatie en het zelfstandig produceren en organiseren van een eigen onderneming, zoals ik dit besproken heb in mijn theoretisch kader (zie paragraaf 1.3, pagina 12). Sinds de creatieve kennis economie binnen de culturele sector geconcentreerd is op innovatie, zelfmanagement, improvisatie en coöperatie, is de kunst zich als professie aan het ontwikkelen tot een autonome werknemer die niet vast zit aan routines of structuren. Een uitvoerend artiest is hierdoor zelfstandig in het produceren van zijn of haar kunst, waardoor er een ordening ontstaat tussen goed en slecht ondernemerschap naast het maken van kwalitatief hoge of lage kunst (Loacker 2013).

‘De artiest’ die volgt uit tabel 1, is een voorbeeld van wat Abbing (2002) the poor

artist noemt. ‘De artiest’ is in staat om kwalitatief goede kunst neer te zetten, maar heeft geen

kenmerken van cultureel ondernemerschap. Je zou deze categorie daarom perfect kunnen labelen als de ‘autonome kunstenaar’ die de elite adoreert. ‘De artiest’ gedraagt zich a- commercieel, doordat hij de economie als drijfveer verwerpt, maar maakt wel kwalitatief goede kunst.

“Er zijn gewoon heel veel muzikanten in de huidige economie die niet blijven, omdat ze gewoon niet kunnen ondernemen. Is dat erg? Nee. Maar ze kunnen wel weergaloos mooi componeren. Of ze kunnen weergaloos mooi piano spelen” (Daan 33 jaar - Pianist).

‘De cultureel ondernemer’ kun je in dit geval zien als de uitvoerend artiest die tactisch weet om te gaan met geld, het politiek-economisch frame en zijn of haar onderneming. Doordat hij of zij kunst maakt naar de wens van de consument, maakt ‘de cultureel ondernemer’

commerciële kunst.

‘De professional’ is goed in beide aspecten. ‘De professional’ weet kwalitatief goede kunst te maken. Daarnaast heeft hij of zij kenmerken van cultureel ondernemerschap,

waardoor hij of zij in staat is om zich financieel boven water te houden met zijn of haar kunst. Tot slot heb je ‘de amateur’ die lijnrecht tegenover ‘de professional’ staat. Zoals zijn titel zegt, gaat het om een amateur. ‘De amateur’ valt daarom niet binnen het professionele werkveld. ‘De amateur’ heeft geen cultureel ondernemerschap en maakt geen kunst volgens het artistieke veld.

Ik heb ervoor gekozen om deze tabel aan te halen om een inzicht te krijgen in verschillende soorten cultureel ondernemers. De tabel bundelt de theorie over highbrow en lowbrow kunst en cultureel ondernemerschap binnen het professionele werkveld samen. Deze tabel geeft echter geen ordening aan. Omdat mijn respondenten aangeven ook commerciële klussen aan te nemen, maar ook zogenaamde highbrow kunst te maken, kunnen zij

verschuiven tussen de verschillende soorten categorieën. Deze tabel is dus enkel een poging tot een overzicht van verschillende manieren van cultureel ondernemen. Ik wil daarmee ook niks zeggen over de gehele culturele sector en zijn werkelijkheid.

Nu hebben we een overzicht van verschillende soorten manieren van cultureel

ondernemen en de strijd tussen economische en artistieke belangen. De kwaliteit van de kunst wordt in combinatie met ondernemende kwaliteiten het beste verkocht. Dit zegt echter nog niks over de uitvoering van het lichaam. Om een inzicht te geven in de uitvoering van de mate van ondernemen en zijn invloed op het lichaam, zal ik in de laatste paragraaf bespreken hoe het verkrijgen van werk wordt ervaren.

In deze paragraaf wordt een laatste analyse gedaan van het lichaam, waarbij het lichaam wordt ingezet als instrument voor het verkrijgen van werk. Ook hier kan een soort vervreemding ontstaan, doordat het lichaam wordt neergezet als product. Tot nu toe hebben we gesproken over de kunst die het product is, maar biologisch gezien is het lichaam het product. De invloed hiervan op het lichaam zal besproken worden en dienen als analyse voor ‘hoe’ het lichaam functioneert als instrument van cultureel ondernemerschap.