• No results found

HOOFDSTUK 3: De studentenwerkgroepen, Nieuw Lila en het COC

3.4. Congres en congrescommissies – koerswijziging COC

‘De Nederlandse Vereniging voor Homofielen COC zal zich in de toekomst niet meer uitsluitend bezig houden met ledenbelangen, maar gaan optreden als een zich breed oriënterende

emancipatiebeweging met duidelijke maatschappij-kritische inslag’, aldus het Rotterdamsch

Parool/De Schiedammer op 11 januari 1971.409 Twee dagen daarvoor, op 9 en 10 januari 1971, had

er een COC-congres plaatsgevonden dat met deze koerswijziging had ingestemd.410 Er was toen

bepaald dat het COC zich voortaan actief zou inzetten voor de maatschappelijke acceptatie van homoseksualiteit. Door deze koerswijziging zou het COC zou zich langzaam steeds meer naar buiten

401 Gert Hekma, Homoseksualiteit in Nederland van 1730 tot moderne tijd, (Amsterdam 2004), 72-73. 402 Brief aan uitgeverij NVSH, 14 oktober 1969, Archief Nieuw Lila.

403 Interview Janhuib Blans.

404 Nota over Lidmaatschap en Doelstelling van Nieuw Lila van Conrands en Van Eeten, Reactie Pieter De Feyter

op nota Conrads en Van Eeten 30 mei 1969, reactie Bart van der Valk op nota van Conrads en Van Eeten 5 juni 1969, Archief Nieuw Lila.

405 Nota over Lidmaatschap en Doelstelling van Nieuw Lila van Conrands en Van Eeten, Archief Nieuw Lila. 406 Interview Joke Swiebel.

407 Tim ter Meulen, ‘Integratie door confrontatie. Studenten en het COC 1968-1971’, 33. 408 Hans Righart, De eindeloze jaren zestig, 30.

409 ‘Leden aanvaarden beleidsplan ’71. COC wil zich breder gaan oriënteren.’, Het Rotterdamsch Parool. De

Schiedammer, maandag 11 januari 1971, 4.

48 richten en een meer activistische houding krijgen.411 Het congres van 1971 volgde op een eerder

congres in 1969, waarvoor Nieuw Lila ‘Afscheid van een moederbinding’ publiceerde.

Op het najaarscongres van 1969 werd er tegen het beleidsplan van het hoofdbestuur gestemd. Er werd vervolgens besloten tot een brede discussie over de heroriëntering van het COC. 412 Er werd

door een eerste heroriënteringscommissie, die door het congres was ingesteld, een korte ‘diskussienota’ opgesteld waarin verschillende alternatieven voor heroriëntering waren

beschreven.413 Aan de hand van deze ‘diskussienota’ werden er discussies gehouden door de lokale

COC-afdelingen. 414 De verschillende alternatieven werden besproken en leden konden tijdens de

discussies hun voorkeur uitspreken voor een van de alternatieven.415 Op basis van deze

ledenraadpleging werd een plan opgesteld voor de hervorming van het COC. Deze tweede ‘diskussienota’ werd geschreven door de discussiecommissie, bestaande uit Egbert Altena, Ad Jansen, Peter Kersten, Ko Sterken en Rob Tielman, allen afkomstig van een andere lokale COC afdeling.416

Nieuw Lila stuurde afgevaardigden naar deze lokale discussiebijeenkomsten om haar

standpunten hier duidelijk te maken.417 Onderdeel van de werkwijze van Nieuw Lila was daarnaast

om aanwezig te zijn bij vergaderingen van congrescommissies.418 De leden van Nieuw Lila bezochten

zowel ongevraagd als op uitnodiging de hearings van de congrescommissies.419 Tijdens deze

vergaderingen onderbouwden ze hun ideeën over het COC. Alle leden van congrescommissies ontvingen de brochure ‘Afscheiding van een moederbinding’.420 Zo probeerden ze

congrescommissies te beïnvloeden.

Het congres van het COC bestond uit verschillende commissies van lokale afdelingen die stemrecht hadden.421 Deze congrescommissies stemden op het congres. Hierbij had de afdeling

Amsterdam de helft van de stemmen.422 Door congrescommissies over te halen, kon met

koerswijzigingen ingestemd worden op het congres. Rijk-Jan Sikkel zat in de congrescommissie van de afdeling Amsterdam van het COC en was daarom geen onderdeel van Nieuw Lila.423 In een brief

aan Nieuw Lila stelde hij dat hij als voorzitter van de congrescommissie geen deel hiervan kon zijn.424

Hij vertelde het volgende over de samenstelling van de congrescommissies:

‘Er waren in de studentenwerkgroepen een aantal mensen die ook in de congrescommissie zaten, dus dat had indirect invloed. Maar in de congrescommissies zaten heel veel, wat ik

gemakkelijkheidshalve dan maar behoudende mensen noem, die als taak van het COC zagen om activiteiten voor de groep zelf te organiseren, maar gesloten van de wereld.’425

411 Ibidem, 341.

412 Tim ter Meulen, ‘Integratie door confrontatie. Studenten en het COC 1968-1971’, Groniek 77 (1982), 32-33. 413 Rob Tielman, Homoseksualiteit in Nederland, 187.

414 Twee stappen vooruit. Diskussienota II over de heroriëntering van de Nedelandse vereniging van homofielen

COC, 1, Archief Nieuw Lila.

415 Ibidem, 1. 416 Ibidem, 20.

Tim ter Meulen, ‘Integratie door confrontatie. Studenten en het COC 1968-1971’, 33.

417 Bijlage brief Nieuw Lila d.d. 8 april 1970, Archief Nieuw Lila. 418 Rapport over de Methodiek, 12 mei 1969, Archief Nieuw Lila. 419 Notulen vergadering Nieuw Lila, oktober 1969, Archief Nieuw Lila. 420 Ibidem.

421 Rapport over de Methodiek, 12 mei 1969, Archief Nieuw Lila. 422 Interview Rijk-Jan Sikkel.

423 Ibidem.

424 Brief Rijk-Jan Sikkel aan Nieuw Lila, 26 januari 1970, Archief Nieuw Lila. 425 Interview Rijk-Jan Sikkel.

49 Nieuw Lila richtte zich ook op de ledenvergaderingen van de lokale afdelingen, met als ‘doel zoveel mogelijk N.L.mensen in de kongreskommissies te krijgen.’426 Hierbij werd gekeken naar leden

van de studentenwerkgroepen en NVSH’ers die sympathiseerden met de ideologie van Nieuw Lila.427

Om deze ledenvergaderingen te beïnvloeden, kon het helpen zoveel mogelijk studenten die ouder dan 21 waren lid te laten worden van het COC, zodat ze een stem kregen op de ledenvergadering.428

In de interne stukken over de methode van actievoeren wordt besproken hoeveel plekken in elke congrescommissie mogelijk door Nieuw Lila mensen bezet konden worden.

De discussiecommissie had ondertussen een nota opgesteld voor het congres van 1971. In de discussies over heroriëntering ging volgens de tweede discussienota de voorkeur uit naar alternatief 5, dat zich richtte op integratie door maatschappelijke hervorming, in combinatie met alternatief 3, waarin integratie door aanpassing werd beschreven.429 De discussienota stelde daarnaast het

volgende: ‘Iedereen vond dat de emancipatie van de homoseksueel zelf een van de belangrijkste taken van het COC zou moeten blijven. Wil de vereniging goed naar buiten treden, dan is de interne mentaliteitsvorming een eerste vereiste.’430 Ook bij een hervorming van het COC, zou volgens de

ledenraadpleging het COC onderdak moeten blijven bieden aan homoseksuelen en zou dit de belangrijkste bezigheid moeten zijn van het COC. Het idee van het COC als schuilplaats voor homoseksuelen bleef dus ook in de discussies over de koerswijziging belangrijk.

COC-Aktiegroep ‘De Waakhond’ vond dat het COC ruimte moest bieden aan samenwerking met bewegingen die streefden naar maatschappijhervorming en emancipatie. Het COC zelf zou echter deze maatschappijhervorming niet in haar doelstellingen op moeten nemen, omdat:

‘Wanneer evenwel het coc zelf de maatschappij hervorming in zijn doelstelling zou opnemen en hiervan alle konsekwenties zou nemen, dan zou dit zeker drempelverhogend werken voor de grote groepen leden en potentiele leden, die in de eerste fasen (homo/bi-) seksuele

volwassenheid zijn. Deze leden worden in eerste instantie alleen lid voor de onder a- genoemde diensten431 en ten opzichte van hen is een dergelijke drempelverhoging moreel onaanvaardbaar,

zolang andere organisaties deze diensten niet bieden. Dit is bovendien niet efficient, omdat het gevolg gedragen zou worden aan hen die dat belang al inzien, terwijl de kontakt mogelijkheden met potentiele aanhanger zeer gereduseerd zou worden.

Wij zijn daarom van mening, dat integratie door maatschappij hervorming nagestreefd moet worden door een groepering binnen het coc, maar niet door de vereniging in zijn geheel – dat het dus niet in de doelstelling van de vereniging opgenomen moet worden.’432

De COC-Aktiegroep ‘De Waakhond’ stond hiermee tegenover de ideeën van Nieuw Lila.

Op 15 december 1970 stuurde ook een groep van verschillende lokale bestuursleden en oud COC-hoofdbestuursleden een brief aan het congres met de boodschap over de goedkeuring van het beleidsplan van het hoofdbestuur. Met deze brief wilden ze de aandacht vragen voor de volgende punten: ‘De beleidsnota is in feite een cocktail van de Nieuw-Lila nota en de 2e herorienteringsnota.

426 Rapport over de Methodiek, 12 mei 1969, Archief Nieuw Lila. 427 Ibidem.

428 Ibidem.

429 Twee stappen vooruit. Diskussienota II over de heroriëntering van de Nedelandse vereniging van homofielen

COC, 1, Archief Nieuw Lila.

430 Ibidem, 2.

431 Punt A: ‘a- het bieden van opvang-, hulp- en kontaktmogelijkheden en van gezelligheid’

432 Voorstellen voor herorientering en herstrukturering van het COC. Ingediend door COC-aktiegroep “De

50 Ook al zijn de scherpe kanten er uiterlijk uit verdwenen, de niet in de beleidsnota verwerkte ideeën zijn natuurlijk niet van de baan en zullen bij acceptatie van deze nota onherroepelijk weer

tevoorschijn komen.’433 Ook wordt er in de brief gewaarschuwd voor de kandidaten voor het nieuwe

hoofdbestuur en dat een deel van de kandidaten van Nieuw Lila afkomstig was.434 Deze brief aan het

congres laat zien dat er binnen het COC weerstand was tegen de ideeën van Nieuw Lila en niet alle leden het hiermee eens waren.

Op het congres van 1971 werd de discussienota samen met de nota van ‘De Waakhond’ en een nota van Nieuw Lila behandeld. 435 Ook werd er een nieuw bestuur voorgedragen, waarin onder

andere leden van Nieuw Lila zaten.436 Dat nieuwe beoogde bestuur droeg tijdens dit congres een

nieuw beleidsplan voor, dat deels gebaseerd was op de resultaten in de ‘diskussienota’ van de discussiecommissie.437 Dit beleidsplan werd niet door alle congrescommissieleden gesteund. Toch

werd er een meerderheid van stemmen voor behaald en werd het nieuw hoofdbestuur aangesteld. Het beleidsplan werd uiteindelijk met 29 stemmen voor, 22 stemmen tegen en 2 stemmen blanco aangenomen.438 Deze krappe meerderheid laat zien dat de methodiek van Nieuw Lila om de

congrescommissies te beïnvloeden succesvol was geweest. Ook stroomden twee oud Nieuw Lila- leden, Rob Tielman en Ton van der Stap, zo door naar het hoofdbestuur. Binnen Nieuw Lila vonden sommigen de plannen niet ver genoeg gaan. Onderdeel van de discussie was bijvoorbeeld het openen van de sociëteiten van het COC voor buitenstaanders. Nieuw Lila was van mening dat de sociëteiten voor iedereen toegankelijk moesten zijn, terwijl deze tot nu toe een schuilkelder functionaliteit hadden gehad.439 In het beleidsplan van het hoofdbestuur werd hier echter geen

duidelijke uitspraak over gedaan.440

Op het congres van 1971 werd dus besloten tot een koerswijziging.441 Ondanks de tegengeluiden

van bijvoorbeeld ‘De Waakhond’ en de brief van meerdere lokale afdelingsbestuurders, werd door een meerderheid van de aanwezigen met de nieuwe plannen ingestemd. Gevolgen van deze koerswijziging waren onder andere dat de leeftijdsgrens van 21 jaar voor lidmaatschap van het COC werd afgeschaft, stichting Dialoog onderdeel werd van het COC en er verschillende landelijke werkgroepen werden opgericht.442 Het COC werd door deze koerswijziging maatschappijkritisch.

Door de invloed van De Kleine Kring, Stichting Dialoog en Nieuw Lila ging het COC zich actiever inzetten voor homo-emancipatie.