• No results found

Concrete taken van de vrijwilligers en samenwerking met de reclassering

Afkortingen CAP: Care After Prison

Bijlage 5 Ierland Republiek Ierland

1.3 Care after prison

1.3.2 Concrete taken van de vrijwilligers en samenwerking met de reclassering

Concrete taken

CAP vrijwilligers geven via een telefonische hulplijn voorlichting aan veroordeelden, gedetineerden en ex-gedetineerden en hun familie en vrienden.

CAP-vrijwilligers onderhouden contact met gedetineerden en bezoeken hen in detentie, meestal in het kader van een aanvraag voor een gestructureerd en gesuperviseerd proefverlof van

kortgestraften (het community support programma). Deze dienst wordt sinds 2013 door CAP

aangeboden en volledig gefinancierd door het gevangeniswezen (Prison Service). Met gedetineerden die bij hen aangemeld worden voor het community support programma, onderzoeken zij de

ondersteuningsbehoeften en zij ontwikkelen samen een ondersteuningsplan (CAP, 2015). Tijdens het proefverlof verzorgt CAP de begeleiding van de deelnemer en de toeleiding naar sociale voorzieningen en behandeling. In de meeste gevallen gaat het om toeleiding naar verslavingszorg,

accommodatie en werk of educatie. Dergelijke ondersteuning vindt meestal plaats op het kantoor van CAP, omdat deelnemers aan het Community Support Programma een meldplicht hebben. In het peer mentor programma ondersteunen ervaringsdeskundige vrijwilligers gedetineerden gedurende de eerste periode na detentie. Zij ontmoeten hun deelnemer een à tweemaal per week, bieden een luisterend oor, sociale ondersteuning en geven advies op basis van hun eigen kennis en ervaring en vanuit een positieve relatie. Typische activiteiten zijn: samen koffie gaan drinken, meegaan naar de instanties, meegaan naar de rechtbank of de reclassering. Ontmoetingen dienen altijd plaats te vinden op openbare locaties, niet bij de mentor of deelnemer thuis en niet op risicovolle locaties (bijvoorbeeld waar sprake is van criminele activiteiten of drugsgebruik). De ondersteuning van de mentor blijft nadrukkelijk beperkt tot de deelnemer. Het is niet toegestaan ook te werken met de partner of familie, om rolverwarring te vermijden.

Matching en caseload

De deelnemers (reclassanten) voor het mentorprogramma en voor het community service

programma worden meestal verwezen door reclasseringswerkers, die in de detentiecentra werken. Zij dragen kandidaten aan bij CAP en vervolgens beoordeelt CAP zelf de geschiktheid op basis van de ondersteuningsbehoefte. Kandidaat-deelnemers moeten vervolgens een aanmeldformulier invullen. Selectiecriteria zijn: kort voor de vrijlating staan, en wanneer er sprake is van drugsverslaving: deelnemen aan een onderhoudsprogramma (bijvoorbeeld methadon), of afgekickt en clean zijn. Matching met een mentor vindt plaats op basis van gender, leeftijd, sociale achtergrond en problematiek. Zoeken naar congruentie is daarbij een belangrijk uitgangspunt voor de

vrijwilligerscoördinator. Er worden altijd sekse-homogene koppels gevormd, om problemen met grensoverschrijdingen te voorkomen, volgens de vrijwilligerscoördinator. Leeftijd is een belangrijk matchingscriterium, omdat verondersteld wordt dat een veel jongere mentor minder goed zal kunnen inspelen op de behoeften van een oudere deelnemer. Indien mogelijk en relevant wordt ook gelet op overeenkomsten in de sociale achtergrond, al blijkt dat ook koppels met een zeer

verschillende achtergrond goed werken. Matching blijft in zekere zin een gok.

De meeste peer mentoren begeleiden een deelnemer, in een enkel geval wordt gewerkt met twee mentoren, vanwege een grote reisafstand, en in een enkel geval begeleidt een mentor twee deelnemers.

Informatie-uitwisseling en risicosignalen

De peer mentoren zijn verplicht om iedere afspraak met de deelnemer van te voren via sms te melden aan de coördinator, daarbij geven zij de tijd en de locatie door en melden direct weer af wanneer de afspraak is afgelopen, zodat in geval van vragen door de politie of reclassering altijd aangegeven kan worden of de deelnemer op de afgesproken tijd op de afspraak is geweest. Zij rapporteren niet over de inhoud van de afspraak, tenzij zij daar zelf behoefte aan hebben. In gevallen waarin er sprake is van risico voor kinderen, zijn vrijwilligers onder de jeugdwet (Childs Act 2001) gebonden aan een wettelijke meldplicht. Risicosignalen met betrekking tot de veiligheid van kinderen melden zij aan de vrijwilligerscoördinator, die in voorkomende gevallen contact opneemt met de reclassering. Andere risicosignalen worden door de coördinator gewogen en na overleg - en waar mogelijk met toestemming van de deelnemer - indien nodig aan de reclasseringswerker gemeld.

Voor deelnemers aan het Community Support Programma is het verschijnen op afspraken verplicht; gebrek aan deelname kan leiden tot terugplaatsing in detentie. Vrijwilligers die met deze

deelnemers werken moeten dus melden aan de toezichthouder van de reclassering, wanneer deelnemers niet verschijnen of zich anderszins niet aan de voorwaarden houden.

Op organisatieniveau rapporteert CAP outputgegevens aan de PS, en mede om die reden worden alle telefonische contacten, afspraken en contacten geregistreerd, evenals succesvolle verwijzingen.

Samenwerking met reclasseringswerkers en andere professionele organisaties

De samenwerking met de lokale reclasseringswerkers blijft voor wat betreft het peer mentor programma beperkt tot contacten in verband met de werving van peer mentoren en deelnemers en het informeren bij acute risico’s die om professioneel ingrijpen vragen. Zaken met betrekking tot het proces van de deelnemer worden niet met diens reclasseringswerker uitgewisseld, noch vindt er afstemming van doelen en activiteiten plaats. Wanneer een reclasseringswerker om een gesprek met de coördinator over de deelnemer verzoekt, moet er toestemming aan de deelnemer worden gevraagd.

Vrijwilligers die met deelnemers aan het Community Support Programma werken, ontwikkelen het begeleidingsplan samen met de deelnemer terwijl deze nog in detentie verblijft, en bespreken in wekelijkse bijeenkomsten de voortgang met beroepskrachten in detentie (detentiemedewerkers en reclasseringswerkers) (CAP, 2013).

CAP zoekt de samenwerking met andere organisaties en sociale voorzieningen, omdat toeleiding van cliënten naar behandeling en andere sociale voorzieningen een van hun doelstellingen is. In de praktijk merkten vrijwilligers van CAP aanvankelijk, dat men huiverig was voor de samenwerking met ervaringsdeskundige vrijwilligers, maar dit lijkt nu geen probleem meer te vormen.

Methodiek en interventietheorie

In het Community Support Programma wordt duidelijk sterk risicogericht gewerkt. Op basis van een behoeften- en risico-analyse wordt een begeleidingsplan opgesteld dat vervolgens planmatig wordt uitgevoerd en geëvalueerd. Uitval uit het programma betekent voor de cliënt terugplaatsing naar detentie. Hier lijkt een risk-needs-responsivity model onder te liggen.

In het peer mentoring programma wordt gewerkt vanuit een relatiegerichte methodiek

(befriending), waarbij presentie en het bieden van sociale steun voorop staan. Hier wordt meer geredeneerd vanuit een desistancemodel.

De motivatie van deelnemers is daarbij ook verschillend: in het Community Support Programma zijn deelnemers verplicht deel te nemen, als voorwaarde voor proefverlof. In het peer mentor

programma is hun deelname geheel vrijwillig en zijn zij volgens de coördinator intrinsiek

gemotiveerd, omdat zij de steun krijgen waar zij behoefte aan hebben en omdat de mentor hen beter begrijpt. De inzet van ervaringsdeskundigen vormt volgens CAP de kern van de werkzaamheid. Door deze achtergrond brengen zij volgens CAP een unieke expertise in en genieten zij een grote mate van respect bij deelnemers (CAP, 2015).

Knelpunten en oplossingsrichtingen ten aanzien van taakuitvoering door vrijwilligers

In het peer mentor programma worden nog geen knelpunten bij het werk van vrijwilligers ervaren.

Outcome

De beoogde outcome voor de deelnemer is het voorkomen van een nieuwe periode in detentie. Door het peer mentor programma hoopt CAP bij te dragen aan zelfredzaamheid, empowerment en moed om het eigen leven op te bouwen en deelnemers een gevoel van eigenwaarde te geven. De belangrijkste outcome voor deelnemers aan het peer mentor programma is volgens de coördinator het verminderen van eenzaamheid.

Op langere termijn is de outcome volgens de vrijwilligerscoördinator, dat deelnemers hoop op een zinvol bestaan ontwikkelen en hun leven een andere wending geven. Bij een aantal deelnemers zijn eerste stappen in deze richting zichtbaar. Het meetbaar maken van dergelijke ontwikkelingen is echter moeilijk. CAP werkt voor het zichtbaar maken van de resultaten van hun dienstverlening met het Outcome Star model voor justitiabelen, waarmee vorderingen van de cliënt op tien leefgebieden zichtbaar kunnen worden gemaakt (CAP, 2012). Daarnaast wordt de output gemeten in termen van geslaagde verwijzingen. Een onafhankelijk onderzoek naar de outcome en (kosten)effectiviteit van CAP is nog niet uitgevoerd.

Onbedoelde neveneffecten en risico’s van het peer mentoring programma

Tot nu toe zijn er geen onbedoelde negatieve effecten opgetreden. Een mogelijk risico is volgens de vrijwilligerscoördinator de kans op terugval in drugsgebruik bij de mentor, wanneer deze te maken krijgt met een deelnemer die terugvalt in drugsgebruik. Tot op heden is dit nog niet voorgekomen.

1.4 Le Cheile

Le Cheile (Gaelic voor “Samen”) is een landelijk werkende organisatie die mentorprogramma’s aanbiedt voor jeugdige reclassanten (tot en met 21 jaar), voor ouders van jongeren die onder reclasseringstoezicht staan en voor ouders die zelf onder reclasseringstoezicht staan. Er draait een klein mentorprogramma voor ouders van kinderen in jeugddetentie (Le Cheile, 2018). Daarnaast draait er een restorative justice project in Limerick rondom criminele jongeren: herstelconferentie, slachtoffer-dader mediation, schadevergoeding en herstel, een victim impact panel en een

slachtofferempathie programma (Quigely, Martynowicz & Gardner, 2015). In alle programma’s en projecten wordt uitsluitend met vrijwilligers gewerkt. Daarnaast werken vrijwilligers in de

administratie van de organisatie. Le Cheile heeft een landelijke vrijwilligerscommissie, die als beleidsadviserend orgaan functioneert en tot doel heeft de vrijwilligers inspraak te geven.