• No results found

Concrete plannen van de VS voor de aanpak van hybride mismatches Zoals staat beschreven in de begroting en het begeleidende Greenbook heeft de VS twee

4 Handelswijze van de Europese Unie en de Verenigde Staten jegens hybride mismatches

4.4 Concrete plannen van de VS voor de aanpak van hybride mismatches Zoals staat beschreven in de begroting en het begeleidende Greenbook heeft de VS twee

concrete voorstellen gedaan om ‘de wildgroei’ van het gebruik van hybride mismatches aan te pakken. De voorstellen zien beiden op inkomen, dat in zijn geheel niet is onderworpen aan belasting in enige jurisdictie, het zogeheten ‘stateless income’.

Het eerste voorstel gaat in op de aftrek van rente en royalty’s bij hybride regelingen tussen verbonden lichaam. Er dient volgens dit voorstel onder ‘bepaalde omstandigheden’ bij hybride regelingen geen aftrek te worden verleend indien de aftrek een betaling vormt aan een verbonden persoon en deze baten niet leiden tot een belastbaar inkomen in een van de betrokken landen. ‘Bepaalde omstandigheden’ worden niet nader omschreven in ‘the Greenbook’. Wel wordt een voorbeeld gegeven waardoor het doel van de voorgestelde bepaling meer duidelijk wordt.

Een Amerikaanse onderneming, gevestigd in land X, kan indien zij rente of een royalty betaalt aan een verbonden persoon deze vergoeding niet aftrekken indien 1) deze vergoeding in het kader van een hybrid arrangement niet leidt tot belastbaar inkomen in land Y, te weten het land van (rente)ontvangst ofwel indien 2) de rente in het kader van een hybrid

arrangement ook in het andere land aftrekbaar is. Onder hybrid arrangements vallen alle in

het tweede hoofdstuk besproken categorieën mismatches. Dit voorstel toont gelijkenissen met de defensive rule van de OESO, een van de linking rules voorgesteld bij de ‘imported

mismatches’. Zo wordt bij de defensive rule ook ingegaan op het feit, dat er geen aftrek in het bronland dient te worden verleend aan een belastingplichtige voor een rentebetaling gedaan aan een ‘offshore non-inclusion structure’ (bijvoorbeeld: een omgekeerde hybride) indien en voorzover de betaling niet leidt tot belastbaar inkomen in het andere relevante land. Voorts is

40

hierbij het ‘verbondenheidscriterium’ van belang: ‘the taxpayer is part of the same control

group as the parties to the mismatch or is party to an avoidance arrangement’.

Het tweede voorstel ziet op de aanpak van betalingen aan omgekeerde hybrides. Evenzo als bij het vorige voorstel wordt aan de hand van een voorbeeld het (doel van het) voorstel uitgelegd. Aan het voorbeeld gaat een korte uitleg vooraf van relevante belastingzaken uit de VS.

De hoofdregel is dat Amerikaanse multinationals in beginsel geen belasting betalen over de winsten, die zij hebben verkregen van hun buitenlandse dochters. Onder de huidige Amerikaanse belastingwetgeving is er echter een uitzondering op deze hoofdregel, namelijk ‘the rules of Subpart F’. Deze uitzondering zorgt ervoor dat bepaalde Amerikaanse

aandeelhouders in buitenlandse dochterondernemingen, zogeheten controlled foreign

company’s (hierna: CFC’s), toch belasting mogen heffen over verkregen ‘Subpart F income’. Onder ‘Subpart F income’ valt inkomen verkregen uit: dividenden, royalty’s en rente. Met deze kennis in het achterhoofd volgt nu het voorbeeld.

Een Amerikaanse onderneming, gevestigd in de VS, houdt een 100% aandelenbelang in een omgekeerde hybride (entiteit), gevestigd in land Y. De hybride entiteit wordt

beschouwd als niet-transparant onder de fiscale wetgeving van de VS en als transparant in het land waar de hybride entiteit is gevestigd, land Y. Zoals al is geconstateerd in hoofdstuk 2 wordt door dit kwalificatieverschil van de entiteit tussen de VS en land Y, inkomen,

ontvangen door een omgekeerde hybride (entiteit) niet belast in de VS en evenmin in land Y. Bovendien kan, indien de omgekeerde hybride mogelijk wordt behandeld als een CFC, over bijvoorbeeld de rente (‘Subpart F income’), die de omgekeerde hybride ontvangt nog steeds geen Amerikaanse belasting worden geheven. Dit wordt namelijk verhinderd door twee uitzonderingsbepalingen uit ‘the rules of Subpart F’, section 954(c)(3) en 954(c)(6). Het tweede voorstel van de regering-Obama stelt nu voor, dat deze twee uitzonderingsbepalingen niet van toepassing zijn, indien de betalingen, gedaan door een verbonden persoon aan een omgekeerde hybride welke wordt gehouden door Amerikaanse vennootschap, in het land van de verbonden persoon worden beschouwd als aftrekbare betalingen. Hierdoor staat tegenover een aftrekbare betaling in het land van de verbonden persoon een belast inkomen in de VS. Dit tweede voorstel komt overeen met de primary rule van de OESO ten aanzien van omgekeerde hybrides, waarin het land van de ‘investor’ (in casu: de VS) wordt aanbevolen om wijzigingen door te voeren in CFC-wetgeving. Met dit voorstel poogt de VS het gebruik

41

van (financiering)structuren waarbij gebruik wordt gemaakt van omgekeerde hybrides en tevens ‘stateless income’ wordt gecreëerd, te beperken.

Het laatste hoofdstuk kijkt met een kritische blik naar de toekomst. De voorstellen van de OESO, EU en de VS met betrekking tot de aanpak van hybride mismatches komen voor grote delen met elkaar overeen, maar verschillen op sommige punten ook. Een aantal relevante verschillen wordt uiteengezet en geanalyseerd waarbij in ogenschouw wordt genomen dat de OESO met een heel ‘groot’ pakket aan voorstellen komt waar de VS en de EU op ‘kleinere schaal’ voorstellen doen. In het vorige hoofdstuk werd al enige kritiek geuit op met name de inhoud van de voorstellen van de OESO. Het vijfde hoofdstuk gaat hier dieper op in en bevat tevens kritiek op de andere internationale voorstellen. Het is uiteindelijk de vraag welke internationale aanpak in de strijd tegen hybride mismatches wordt gevolgd, hoe de gekozen aanpak mogelijk zal gaan uitwerken en op wat voor termijn er resultaten kunnen worden verwacht. Ik zal hiervoor in het vijfde en laatste hoofdstuk een visionaire aanzet geven.

42 H5 Toekomst van de hybride mismatch

Het vijfde hoofdstuk is het voorlaatste hoofdstuk van mijn scriptie. In dit hoofdstuk wordt kritisch gekeken naar de aanpak en de voorstellen van de OESO, de VS en de EU met betrekking tot de strijd tegen hybride mismatches. Voorstellen van deze internationale actoren overlappen elkaar, maar verschillen op sommige punten ook van elkaar. De OESO heeft daarnaast voor alle categorieën mismatches voorstellen gedaan. De VS en de EU hebben zich beperkt tot voorstellen voor een of twee categorieën mismatches. De vraag, die hierbij opkomt, is of de OESO niet te snel teveel wilt bewerkstelligen met haar plannen of schieten de plannen van de EU en VS daarentegen tekort? Naast het kritische licht dat zal schijnen over de plannen en de verschillen tussen de plannen, wordt tevens vooruit gekeken naar de mogelijke implementatie van regelgeving. Ondanks dat er kritiek is op de plannen, zal het niet bij voorstellen blijven en zullen er (op korte termijn) knopen doorgehakt worden. Er dienen volgens deze bovenstaande actoren namelijk maatregelen te worden genomen (lees: regels worden ingevoerd), die het gebruik van hybride mismatches moeten beperken. Afsluitend wordt op deze mogelijke toekomstige regelgeving ingegaan en hoe deze mogelijk zal gaan uitwerken.