• No results found

Hoofdstuk 5: Conclusies en aanbevelingen

5.1 Conclusies

De kwestie waarbij elk van beide contractspartijen bij het sluiten van de overeenkomst of in het voortraject daarvan naar haar eigen algemene voorwaarden verwijst, wordt de ‘battle of the forms’ genoemd. In de internationale rechtspraktijk bestaan er verschillende uitgangspunten om de battle of forms-problematiek op te lossen. Het Nederlands recht heeft in art. 6:225 lid 3 BW een specifieke bepaling opgenomen om de battle of forms te beslechten. De wetgever heeft gekozen voor een uitdrukkelijke bepaling, om zo meer rechtszekerheid te creëren en te voorkomen dat rechters steeds naar de omstandigheden van het geval beoordelen welke voorwaarden van toepassing zijn.129

Art 6:225 lid 3 BW gaat uit van de first shot-rule. De algemene voorwaarden waarnaar als eerste is verwezen zijn op de overeenkomst van toepassing, tenzij deze voorwaarden uitdrukkelijk van de hand worden gewezen. Wanneer een afwijzing voldoende uitdrukkelijk is, is niet altijd even duidelijk. Wel zal de afwijzing op een dusdanige manier moeten geschieden dat het de wederpartij redelijkerwijs niet kan ontgaan.130

Wordt er tussen handelspartijen een internationale koopovereenkomst betreffende roerende zaken gesloten, dan is hierop in beginsel het Weens Koopverdrag van toepassing. Hoewel ook het Weens Koopverdrag beoogt een uniform internationaal kooprecht te creëren, bevat het niet een bepaling die ziet op de battle of forms. Aanvankelijk was het zelfs maar de vraag of dit Verdrag wel van toepassing was op de toepasselijkheid van algemene voorwaarden. Inmiddels is echter internationaal erkend dat de bepalingen inzake de totstandkoming van een overeenkomst ex art. 14 e.v. WKV ook de toepasselijkheid van algemene voorwaarden op een overeenkomst

129Parl. Gesch. Boek 6, p. 892. 130Wessels 1999, p. 37.

beheersen.131 Over hoe de battle of forms aan de hand van dit Verdrag moet worden opgelost, wordt echter verschillend gedacht. Deze verschillende interpretaties zijn mogelijk doordat er geen supranationaal hof bestaat dat kan voorzien in een uniforme uitleg van de Verdragsbepalingen. Een strikte lezing van art. 19 lid 1 jo. 3 WKV duidt op de last shot-rule, waarbij de voorwaarden waarnaar als laatste is verwezen de overeenkomst beheersen.132 Het artikel bepaalt namelijk dat wanneer een antwoord op een aanbod, dat aanvullingen, beperkingen of andere wijzigingen bevat, geldt als een verwerping van het aanbod en als een tegenaanbod is aan te merken. Algemene voorwaarden zullen vrijwel altijd op wezenlijke punten verschillen en daarmee wijkt het antwoord van het aanbod af en vormt het een tegenaanbod. Wordt dit tegenaanbod aanvaard dan zijn deze laatste algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing. In plaats hiervan wordt in de literatuur en rechtspraak veelal voor een andere oplossingsmethode gekozen, namelijk de knock-out-rule. Hierbij zijn geen van beide sets algemene voorwaarden van toepassing, behoudens de voorwaarden die overeenstemmen.

Zowel de toepassing van de first shot-rule als de last shot-rule is veelvuldig bekritiseerd.133 Zo zouden de theorieën willekeurig zijn. Het is aan toeval onderhevig wie als eerste of als laatste naar haar voorwaarden verwijst. Daarnaast wordt er afgeweken van de wilsvertrouwensleer. Of de één, of de andere voorwaarden gelden. Men wordt verbonden aan voorwaarden ondanks dat men een andere wil heeft geuit. De knock-out-rule zou hiervoor een oplossing moeten bieden. Deze regel is gebaseerd op wilsovereenstemming en er wordt recht gedaan aan de contractsvrijheid. Enkel de voorwaarden die overeenstemmen gelden dus wordt aangenomen dat partijen deze voorwaarden impliciet zijn overeengekomen. Geen van de partijen wordt begunstigd bij gebrek aan een eenduidige wilsovereenstemming.

Sinds het Bundesgerichtshof arrest heeft gewezen in 2001, wordt voornamelijk de knock-out-rule toegepast wanneer het Weens Koopverdrag op de overeenkomst van

131Schlechtriem en Schwenzer 2004, p. 274. 132Janssen, WPNR 02/6488, p. 356.

133Van Wechem & Wissink, VrA 2004/2, p. 24 e.v.; Mahé, VrA 2006/3, p. 14 jo. p. 20; Kruisinga, NTHR 2004-3, p. 66; . E. Murray, The Definitive “Battle of forms”: Chaos Revisited, Journal of Law and Commerce (2000) 1-48, http://www.cisg.law.pace.edu/cisg/biblio/murray2.html.

toepassing is.134 Ook het CISG Advisory Council heeft inmiddels uitdrukkelijk zijn voorkeur voor de knock-out-rule geuit.135 Na de publicatie hebben Nederlandse rechters aangehaakt bij dit rapport. Hiermee lijkt de heersende lijn dat in internationale battle of forms-kwesties waarop het Weens Koopverdrag van toepassing is, de knock-out-rule moet worden toegepast om geschillen te beslechten. Deze heersende lijn zal bijdragen aan een uniforme uitleg van het verdrag. Landen dienen immers uitspraken van andere landen te respecteren en zullen bij een afwijkende beslissing gemotiveerd moeten aangeven waarom het oordeel van een andere verdragsstaat niet wordt gevolgd.136 Deze persuasive authority zal ondanks het ontbreken van een supranationaal hof voor een groot deel de uniforme behandeling van het Weens Koopverdrag waarborgen.

De situatie waarop het Nederlands recht van toepassing is, leidt in de praktijk tot een andere uitkomst van een battle of forms-situatie dan in de situatie waar het Weens Koopverdrag het geldend recht is. In geval van het Nederlands recht gelden de voorwaarden waarnaar als eerste is verwezen en moeten de partijen actief optreden om niet gebonden te raken aan de aangeboden voorwaarden. Wanneer het Weens Koopverdrag van toepassing is, gelden enkel de voorwaarden die aan elkaar overeenstemmen en worden de leemtes die zo ontstaan opgevuld door het onderliggend nationale recht dat krachtens het conflictenrecht van toepassing is. Het is erg belangrijk dat handelspartijen zich bewust zijn van deze verschillende gevolgen van het toepasselijk recht. Met name wanneer het Weens Koopverdrag van toepassing is en er geen overeenstemmende voorwaarden van toepassing zijn. Dan zijn ze onderhevig aan de onderliggend nationale recht. Vaak zullen handelspartijen niet bekend zijn met de inhoud van bepalingen en dat kan mogelijk nadelig uitpakken.