• No results found

Deel B: Mogelijke verklaringen resultaten GIS-platform

8. Conclusies en aanbevelingen

In de conclusie wordt er teruggekomen op het geven van een antwoord op de opgezette probleemstelling. Gegeven de verspreiding van de werkgelegenheid en de verspreiding van de beroepsbevolking ontstaat er een geografische structuur van pendelstromen. Het is gebleken dat de potentiële hoogopgeleide beroepsbevolking het sterkst is vertegenwoordigd in de Randstedelijke provincies en dan met name in de Noordvleugel van de Randstad. De werkgelegenheid voor hoogopgeleiden is ook voor een groot deel gevestigd in de Noordvleugel van de Randstad. Doordat de arbeidsproductiviteit in personengeoriënteerde activiteiten, en in mindere mate in informatiegeoriënteerde activiteiten, amper stijgt is dat een belangrijke motor voor verstedelijking. De stad heeft een belangrijke functie, omdat vraag en aanbod van arbeid elkaar hier ontmoeten.

De verspreiding van de beroepsbevolking en de verspreiding van de werkgelegenheid sluiten niet precies op elkaar aan. Een mogelijke oplossing hiervoor is pendelen. Via verplaatsing kan de beroepsbevolking zich aanpassen aan de verspreiding van de werkgelegenheid. Het is hierbij belangrijk dat de beroepsbevolking zich gemakkelijk kan verplaatsen. Dit is afhankelijk van de verplaatsingsmogelijkheden die op hun beurt worden beïnvloed door de eigenschappen van de beroepsbevolking. Een hoog opleidings- en inkomensniveau vergroot de verplaatsingsmogelijkheden om bijvoorbeeld gunstig ten opzichte van de arbeidsmarkt te wonen, maar ook om beperkingen te verminderen door het betalen voor externe diensten die een ruimer tijdsbudget creëren.

Niet alleen de verplaatsingsmogelijkheden spelen een rol, maar de wil om te pendelen is ook belangrijk. Door middel van rationeel handelen kunnen hoogopgeleiden besluiten om over een langere afstand te pendelen, bijvoorbeeld vanwege een hoger salaris. In het literatuuronderzoek is bevestigd dat individuen bereid zijn om langer te pendelen als daar een hoger salaris tegenover staat. Er is sprake van ruimtelijke opschaling van de arbeidsmarkten van hoogopgeleiden. Door de stijgende specialisatiegraad in de economie gaan bedrijven en instellingen in een groter verzorgingsgebied zoeken naar specialistische kennis, omdat de benodigde specialistische kennis niet overal aanwezig is. Hiermee spelen hoogopgeleiden een cruciale rol in de integratie tussen steden en stadsregio’s.

Uit resultaten van het GIS-platform bleek ook dat een hoger opleidingsniveau resulteert in een sterkere integratie tussen steden. Er is een dusdanig verband tussen opleidingsniveau en pendelstructuur naar voren gekomen, dat gesteld kan worden dat een hoog opleidingsniveau resulteert in een lange pendelafstand. Hoogopgeleiden verlaten het vaakst van alle opleidingsniveaus de stadsregio en verplaatsen zich het meest op interregionaal niveau. Hoogopgeleiden pendelen relatief gezien het meest tussen de grote steden onderling en de suburbane ringen onderling. Het OV heeft een relatief sterkere rol in dan de auto bij hart-op- hart verbindingen, terwijl de auto een relatief sterke rol heeft bij rand-op-rand verbindingen. Verschillende factoren naast het opleidingsniveau en de relatieve omvang van de beroepsbevolking bieden een mogelijke verklaring voor het verkregen verplaatsingspatroon in het GIS-platform.

De geografische ligging van de steden, de relatieve omvang van de werkgelegenheid, huishoudenssamenstelling en de aanwezige infrastructuur dragen mogelijk bij aan het verplaatsingspatroon dat naar voren is gekomen via het GIS-platform. Het verplaatsingspatroon van hoogopgeleiden heeft zich sterk positief ontwikkeld in de periode 1999-2009 ten opzichte van de periode 1985-1998. De belangrijkste verklaring hiervoor is de stijging van het aantal hoogopgeleiden in de beroepsbevolking. Met name verplaatsingen tussen de grote steden met het OV hebben zich relatief sterk ontwikkeld.

In dit onderzoek is er gekeken naar de relatie tussen opleidingsniveau en pendelstructuur in de vier grote stadsregio’s. Dit is een buitengewoon klein deel van de onderzoeksmogelijkheden die het GIS-platform biedt. In nader onderzoek kan er worden gekeken naar het verplaatsingspatroon van hoogopgeleiden uit de rest van Nederland, bijvoorbeeld naar de vier grote stadsregio’s toe. Op welke stad focussen hoogopgeleiden uit de rest van Nederland zich het meest? Zien we dat hoogopgeleiden inderdaad de langste pendelafstand hebben? Zijn er verschuivingen in het verplaatsingspatroon zichtbaar door de jaren heen?

Daarnaast is het interessant als het GIS-platform in de toekomst over recentere databestanden beschikt van het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OVIN), om naar recentere ontwikkelingen in het verplaatsingspatroon van hoogopgeleiden te kijken. Zien we dan dat de integratie tussen grote steden is versterkt? Zien we dat het relatieve aandeel van het OV bij woon-werkverplaatsingen toeneemt doordat de capaciteit van centrale treinstations is vergroot in de afgelopen jaren? Het is in ieder geval duidelijk dat de wetenschap gebaat is met de komst van het GIS-platform, omdat zaken die voorheen nauwelijks te onderzoeken waren nu in een handomdraai kunnen worden bestudeerd.

9. Literatuurlijst

Beynen de Hoog, P. van (2006) Een theoretische verkenning van winkel reisgedrag. Utrecht: Reisinformatiegroep BV.

Bureau Louter & Tordoir (2013) Indicatoren lokale en regionale verschillen in

investeringsklimaat. Delft: Bureau Louter.

Burger, M.J., Goei, B. de, Laan, L. van der & Huisman F.J.M. (2011) Heterogeneous

development of metropolitan spatial structure: Evidence from commuting patterns in English and Welsh city-regions, 1981–2001, Elsevier 28: 160-170.

Burger, M.J., Van der Knaap, B. & Wall, R.S. (2013) ‘Polycentricity and the multiplexity of urban networks’, European Planning Studies 2: 1-27.

CBS (2009) Meer dan helft van hoger opgeleiden woont in de stad http://www.cbs.nl/nl- NL/menu/themas/onderwijs/publicaties/artikelen/archief/2009/2009-12-15-sted-oplnivo- tk.htm (geraadpleegd 15 april 2014).

CBS (2013) Onderwijsniveau bevolking gestegen http://www.cbs.nl/nl-

NL/menu/themas/onderwijs/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3905-wm.html (geraadpleegd 2 maart 2013).

CBS (2014) Positie werkkring en arbeidsduur: meer flexwerkers http://www.cbs.nl/nl- NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/arbeidsmarkt-vogelvlucht/korte-

termijn-ontw/vv-positie-werkkring-arbeidsduur-art.htm?RefererType=RSSItem (geraadpleegd

28 april 2014).

CBS (2014) Werkloze beroepsbevolking http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid- sociale-zekerheid/publicaties/barometer-beroepsbevolking/barometer-zoekt-atief-4-weken- art.htm (geraadpleegd 25 april 2014).

CBS (2014) Beroepsbevolking (nationaal) http://www.cbs.nl/nl-

NL/menu/methoden/begrippen/default.htm?ConceptID=2755 (geraadpleegd 25 april 2014).

Coffrini, F. (2011) Nederland verbetert concurrentiepositie. NRC Handelsblad, 7 september 2011.

Compendium voor de Leefomgeving (2013) Hoogopgeleiden, 2012

http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl2100-Opleidingsniveau- bevolking.html?i=15-12 (geraadpleegd 30 april 2014).

Costa, D.L. & Kahn, M.E. (2000) Power Couples: Changes in the Locational Choice of the College Educated, 1940-1990, The Quarterly Journal of Economics, 4: 1287-1315.

Dekker, E. (2008) De lege binnenstad? Een onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke

detailhandelsstructuur in Centraal Europa. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.

Droogleever-Fortuijn, J. & Karsten, L. (1989) Daily activity patterns of working parents in the Netherlands, Area 21(4): 365-376.

Etil (2014) Limburgse pendel 2010. Maastricht: Economisch Technologisch Instituut Limburg.

Glas, G.F. (1996) Industriële netwerken Ruimte, regio’s, cultuur en beleid. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.

Goei, B. de, M. Burger, F. Van Oort & M. Kitson (2010) ‘Functional polycentrism and urban network development in the Greater South East, United Kingdom: evidence from commuting patterns’. Regional Studies 44(9) : 1149-1170.

Hagerstrand, T. (1970) What about people in regional sciences? In: 9th European Congress of Regional Science Association, 24: 7-21.

Ham, M. (2002) Job access, workplace mobility and occupational achievement. Delft: Eburon Publishers.

Ham, M. van & Hooijmeijer, P. (2009) Regional Differences in Spatial Flexibility: Long Commutes and Job Related Migration Intentions in the Netherlands, Appl. Spatial Analysis, 2: 129-146.

Jong, F. de (1997) Woonvoorkeurenonderzoek. Delft: TU Delft.

Jong, I. de, Slot, J. & Oosteren, C. van (2013) Laagopgeleiden op de arbeidsmarkt in de

Metropoolregio Amsterdam. Amsterdam: Gemeente Amsterdam.

Kloosterman, R. & Musterd, S. (2001) The Polycentric Urban Region: Towards a Research Agenda, Urban Studies 38(4): 623-633.

KiM (2012) Mobiliteitsbalans 2012. Den Haag : Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. KiM (2013) Mobiliteitsbalans 2013. Den Haag : Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Laan, S. van der (2013) Rutte houdt pleidooi voor Nederlandse kenniseconomie. Elsevier. 2 september 2013.

Lautenbach (2006) Regionale verschillen in arbeidsaanbod. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Leer, B. van (2013) Matchfixing, Een studie naar de transformatiemogelijkheid van

kantoorlocaties in de groeikernen. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Leufkens, K. & Souren, M. (2011) Regionale verschillen in aandeel hoogopgeleiden en

arbeidsparticipatie. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Limtanakool, N., Dijst, M. & Schwanen, T. (2006) On the participation in medium- and long- distance travel: a decomposition analysis for the UK and the Netherlands, Tijdschrift voor

Economische en Sociale Geografie 4: 389-404.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat (2002) 70 minuten. Een introductie op twee

onderzoeken naar constante reistijd en virtuele mobiliteit. Den Haag: Ministerie van Verkeer

en Waterstaat.

Mobidot (2014) Waarom mobiliteitsonderzoek?http://www.mobidot.nl/dienst_mon.php

(geraadpleegd 8 maart 2014).

Omroep Flevoland (2013) Groot onderzoek naar woon-werkverkeer

http://www.omroepflevoland.nl/Nieuws/107611/noordoostpolder-groot-onderzoek-naar- woon-werkverkeer (geraadpleegd 15 april 2014)

Oort, F. van, Weterings, A. & Verlinde, H. (2003) Residential Amenities of Knowledge Workers and the Location of ICT-Firms in the Netherlands, Tijdschrift voor Economische en

Sociale Geografie, 94 (4): 516-523.

POA (2012) Pendel regio Noord-Veluwe 2010. Harderwijk: Platform Onderwijs Arbeidsmarkt Noord-Veluwe

PBL (2010) Wonen en werken kwamen minder ver uit elkaar te liggen

http://themasites.pbl.nl/balansvandeleefomgeving/2010/internationale-positie-van-de-

randstad-bereikbaarheid-en-milieu/bereikbaarheid/beleidsdossier-bereikbaarheid/verhouding- beroepsbevolking-en-banen (geraadpleegd 30 april 2014).

PBL (2011) De concurrentiepositie van Nederlandse regio’s. Regionaal-economische

samenhang in Europa. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.

PBL (2011) The European Landscape of Knowledge-Intensive Foreign Owned Firms and the

Attractiveness of Dutch Regions. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.

PBL (2011) Huishoudens http://www.pbl.nl/node/59418 (geraadpleegd 4 juni 2014).

PBL (2013) Regionale prognose 2013-2040, Vier grote gemeenten blijven sterke

bevolkingstrekkers. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.

Rabobank (2013) Regionale prognoses 2014. Utrecht: Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek.

RIVM (2013) Hoogopgeleiden vooral in noordelijke Randstad

http://www.zorgatlas.nl/beinvloedende-factoren/sociale-omgeving/ses/hoogopgeleide- beroepsbevolking (geraadpleegd 22 april 2014).

Roon, D. van, Vos, A., Linder, F. & Dankmeyer, B. (2011) De invloed van opleidingsniveau

op de woon-werkafstand. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Rosenbrandt, M. & Voordt, T. van der (2006) Kleinschalige voorzieningen voor hoogopgeleiden, Rooilijn 39: 396-401

Rouwendal, J. & Straaten, W. van der (2004) Dual Earners, Urban Labor Markets and

Housing Demand. Amsterdam/Rotterdam: Tinbergen Institute.

RPB (2006) Vele steden maken nog geen Randstad. Den Haag: Ruimtelijk Planbureau. RPB (2007) Het nieuwe ommeland. Veranderingen in stad-landrelaties. Den Haag: Ruimtelijk Planbureau.

RPB (2008) Woon-werkdynamiek in Nederlandse gemeenten. Den Haag: Ruimtelijk Planbureau.

Sennema (2009) Kennis van wonen. Woonwensen van kenniswerkers in de regio Groningen-

Assen. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.

SES West-Brabant (2011) Pendelrapportage West-Brabant 2009. Etten-Leur: Sociaal Economische Samenwerking West-Brabant.

SEOR & Bureau Louter (2008) Werkgelegenheid in Den Haag. Ontwikkelingen,

achtergronden en beleidsmogelijkheden. Rotterdam & Delft: SEOR & Bureau Louter.

Stadsregio’s (2014) De stadsregio’s: de logica van samenwerking http://stadsregios.nl/

(geraadpleegd 20 maart 2014).

Straaten, W. van der (2010) Essays on Urban Amenities and Location Choice. Amsterdam/Rotterdam: Tinbergen Instituut.

Tordoir, P. (2013) Megacity Nederland, Betekenis en perspectieven van het grootstedelijk net

werk voor welvaart en concurrentiekracht. Amsterdam: Ruimtelijk Economisch Atelier

Tordoir.

Tordoir, P. (2013 ) De Metropolitaanse Halter, Prioriteiten in ruimtelijke ontwikkeling en

verknoping van de metropoolregio Rotterdam- Den Haag. Amsterdam: Ruimtelijk

Economisch Atelier Tordoir.

Tordoir, P. (2014) Ruimtelijke strategie voor concurrentiekracht en welvaart. Amsterdam: Ruimtelijk Economisch Atelier Tordoir.

UWV (2012) Arbeidsmarktprognose 2012-2013. Amsterdam: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

Vasanen, A. (2012 ) Functional Polycentricity: Examining Metropolitan Spatial Structure through the Connectivity of Urban Sub-centres, Urban Studies 49 (16): 3627-3644. Verhetsel, A., Thomas, I. & Beelen, M. (2010) Commuting in Belgian metropolitan areas,

Journal of Transport and Land Use 2: 109-131.