• No results found

6.1 Samenvatting en conclusie

Met deze scriptie heb ik onderzocht welke verschillen er zijn tussen een pensioen van een DGA in eigen beheer en wanneer het pensioen wordt opgebouwd bij een collectief

pensioenfonds en wat de gevolgen zijn van deze verschillen. Om deze vragen te kunnen beantwoorden is achtergrond informatie gegeven en zijn diverse aspecten belicht.

Risico’s

Een collectief pensioenfonds heeft met andere risico's te maken dan een individueel pensioen in eigen beheer. Een collectief pensioenfonds is meer afhankelijk van de ontwikkelingen op de aandelenbeurs. Een pensioen in eigen beheer is daarentegen meer afhankelijk van de ontwikkelingen binnen de eigen onderneming. Het pensioen in eigen beheer kent geen solidariteit tussen generaties, er vindt geen herverdeling van kapitaal tussen generaties plaats. Bij een DGA met een pensioen in eigen beheer spelen het langlevenrisico,

vooroverlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico een grotere rol. Deze laatste twee zijn echter wel extern te verzekeren naast het pensioen in eigen beheer. Het is moeilijk in te schatten waar een individu een “beter” pensioen kan krijgen en waar het meer risico’s loopt. In hoofdstuk 1 is genoemd dat één van de redenen om het pensioen in eigen beheer af te schaffen was omdat het onvoldoende inkomenszekerheid biedt. Op basis van het gedane onderzoek kan de conclusie worden getrokken dat zowel bij het pensioen in eigen beheer, als bij een collectief pensioenfonds er geen zekerheid is omtrent de hoogte van de uitkeringen. Of de nominale garanties worden gehaald is in beide scenario's niet zeker.

Rekenmethodes en fiscale beperkingen

De pensioenvoorziening die een DGA fiscaal op mag bouwen is beperkter dan die van een werknemer bij een collectief pensioenfonds. Er zijn diverse fiscale beperkingen ingevoerd om de aantrekkelijkheid van het pensioen in eigen beheer te verminderen. De fiscale beperkingen zijn te onderscheiden in: een lagere AOW inbouw, strengere voorwaarden voor een

aanwijsbare partner, loon in natura wordt niet gerekend tot het pensioengevend loon, de eigen bijdrage mag niet meer dan 50% zijn, een indexatieverplichting mag niet worden geactiveerd, er is sprake van een minimale rekenrente van 4% en er mag geen leeftijdsterugstelling worden toegepast. Deze laatste drie maatregelen zorgen ervoor dat de fiscale pensioenvoorziening in eigen beheer de connectie met de bedrijfseconomische waarde die verzekeraars aan een pensioenvoorziening geven mist. Met de huidige lage rentestanden kan de commerciële waardering wel een factor 1,5 tot 2 hoger bedragen dan de fiscale voorziening.

Verschillen in verwachte rendementen, premies en koopsommen

In deze scriptie is getracht een vergelijking te maken tussen de premies van een pensioen in eigen beheer en de twee grootste collectieve pensioenfondsen van Nederland. Bij een pensioen in eigen beheer op fiscale grondslagen lag zowel de premie, als de uiteindelijke koopsom lager dan bij de collectieve pensioenfondsen. Er moet bij een pensioen in eigen beheer meer rendement worden gehaald om de uiteindelijke uitkeringen te voldoen. Indien de voorziening voor het pensioen in eigen beheer wordt gezien als oudedagsvoorziening, dan biedt deze vanwege de wettelijke regels onvoldoende inkomenszekerheid. Naar mijn mening is het daarom niet verwonderlijk dat een deel van de pensioenen in eigen beheer niet voor verwezenlijking vatbaar wordt verklaard.

Een groot deel van het verschil tussen een koopsom bij een pensioen in eigen beheer en een collectief pensioenfonds valt te verklaren door de minimale rekenrente van 4% van art. 3:29 Wet IB 2001. In hoofdstuk 4 en 5 is gekeken naar de mogelijkheid om deze minimale

rekenrente af te schaffen. G.k.g lijkt geen reden te zijn om aan de wettelijke bepaling van art. 3:29 Wet IB 2001 voorbij te gaan. Rechtbank Breda, 26 juni 2012, LJN: BW9364 heeft echter bepaald dat het verschil tussen de marktrente en 4% niet onder aftrekbeperking van art. 3.26 tot en met 3.29 Wet IB 2001 valt. Tegen deze uitspraak is hoger beroep ingesteld.

Omdat per situatie verschilt wat optimaal is (een collectief pensioenfonds of een pensioen in eigen beheer), is gekeken naar de mogelijkheid om te veranderen van pensioenverzekeraar en het opgebouwde pensioenvermogen mee te nemen. Van en naar een collectief pensioenfonds bleek niet mogelijk maar naar een andere pensioenverzekeraar is bij een pensioen in eigen beheer wel mogelijk voor zover er sprake is van een zakelijke prijs. Ook kan van een intern naar een extern pensioen in eigen beheer worden veranderd, indien er een zakelijke prijs wordt betaald. Er bestaat veel jurisprudentie omtrent de vraag wat een zakelijke prijs is, hieruit kan geconcludeerd worden dat switchen wel kan, maar veelal leidt tot ingewikkelde situaties en belastingheffing.

6.2 Aanbevelingen

Afschaffen minimale rekenrente

In hoofdstuk 4 en 5 is gekeken naar de mogelijkheid om deze minimale rekenrente af te schaffen. Door het toepassen van de marktrente, die op dit moment lager ligt, wordt de fiscale koopsom/voorziening hoger. Dit vergroot de kans dat er voldoende vermogen is om de

uiteindelijke uitkering mee te voldoen. Daarnaast zullen de verschillen tussen de commerciële en fiscale voorziening afnemen. Het afschaffen van de minimale rekenrente zou betekenen dat de rekenrente wordt bepaald met behulp van de marktrente, een methode die ook wordt gebruikt door verzekeraars.

Commerciële waardering verplicht vermelden in jaarrekening

De fiscale grondslagen, zoals deze nu zijn, geven een vertekend beeld van de werkelijkheid. Veelal wordt de commerciële waardering wel genoemd in verband met belanghebbende derden, maar deze is niet verplicht. Auteurs die van mening zijn dat de RJ de commerciële waardering voor kleine rechtspersonen verplicht moet stellen zijn o.a. Drs. C. Beishuizen en Drs. J.A.L. Borremans135. Mijns inziens dient in de jaarrekening, die gebaseerd is op

commerciële grondslagen, alleen de commerciële waarde gehanteerd te worden. De hoogte van de commerciële voorziening in de toelichting noemen lijkt mij niet afdoende om een realistisch beeld te krijgen van de vermogenspositie van de B.V.

Niet het risico op vooroverlijden laten meewegen bij dividenduitkeringen Als het risico van vooroverlijden niet is herverzekerd, moet bij de vaststelling van de

dividendruimte volgens het CAP136 de B.V. zelf voldoende vermogen aanhouden ter dekking van het risico van vooroverlijden. Dividenduitkeringen bij een B.V. met een pensioen in eigen beheer worden door dit standpunt vrijwel onmogelijk gemaakt. In paragraaf 2.3.1 is

besproken waarom, naar mijn mening, dit standpunt ongewenste consequenties heeft en onhoudbaar is. In plaats van te wachten op een uitspraak van de Hoge Raad en de praktijk in onzekerheid te laten, lijkt het mij beter dat het CAP het standpunt intrek

135 Drs. C. Beishuizen en Drs. J.A.L. Borremans, DGA-pensioen in eigen beheer; De informatieplicht van de accountant in het kader van de waardering van de pensioenreserve, P&P nr. 6 2005

Literatuurlijst Boeken

D.P.G. Van As, J. Klouwen & L.J. Van de Leur, Levensverzekeringswiskunde en pensioencalculaties, Academic service, 1998

H. Guiljam en M. Hoogesteger, Belastingrecht voor het HO, juli 2012, Noordhoff Uitgevers B.V

L. Dunstee, Themakatern Pensioenbeleid en pensioenkosten, Kluwer, 2005, EAN 9789013020786

mr. C.W.M. van Ballegooijen, drs. H. de Boer, mw. mr. H. Dollen, mw. mr. A.P.B. van Eck, e.a., Vakstudie Loonbelasting en Premieheffingen, commentaar op artikel 18g Wet LB Kluwer, 2011/2012

mr. G.W.B. van Westen en drs. C. van der Spek, Cursus Belastingrecht, deel Loonbelasting/Premieheffing, juli 2011, Kluwer

Mr. P.S.A. Verberne, Handboek DGA Belangen, 2012, De Saayer business publications P. van Ravenzwaai, Pensioen voor de DGA, derde druk, Kluwer 2006

Prof.dr. G.J.B. Dietvorst en J. Dilling, Pensioengids 2009, Kluwer Overig

10 pensioentips voor de DGA, folder van Zwisterleven

Besluit Staatssecretaris van Financiën van 15 september 2009, nr. CPP2009/1799M, Stcrt. 2009, 3953

Besluit van 9 september 2010, nr. DGB 2010/2733M, Stcrt, nr. 14304 CPB Notitie aan Ministerie van SZW, 24 september 2012

Fiscaal besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/7052M

Kamervragen van de leden Van den Besselaar en Wilders, 17 augustus 2012 MvT, Kamerstukken II 2003/04, 29 210, nr. 3, blz. 26

Pensioen/stamrecht eigen beheer en terugbetalen aandelenkapitaal of uitkeren dividend, Vraag & Antwoord 12-008, d.d. 20-09-2012

Studiecommissie belastingstelsel, Continuïteit en vernieuwing, Een visie op het belastingstelsel, april2010

Tweede Kamer, 2005/2006, 30 413, nr. 3, blz. 20 Tweede kamer, 2006/2007, 30 655, nr. 7

Verbond Sector Overheid, Wat is er aan de hand in Pensioenland?, 2010 Artikelen

A. van Maurik, Belastingdienst publiceert verscherpte eisen aan pensioenvermogen BV, AccountancyNieuws, 21-09-2012

Auteur onbekend, dekkingsgraad pensioenfondsen opnieuw gedaald, De Telegraaf, 2 juli 2012

C. Dekkers, Extern eigen beheer op de schop(stoel), AccountancyNieuws nr. 12, 2009

C. Dekkers, Waarderen van een open geïndexeerd pensioen in de jaarrekening, Accountant Adviseur, November 2008

C.W.M. van Ballegooijen, Het fiscale loonbegrip, FM nr. 49, Kluwer Deventer 1989 Drs. Dr. Ir. D. van Bragt RBA, Drs. E. Slagter FRM, Ultimate forward rate: The way forward?, Aegon Asset Manangement

E. Veisen, Kamp, Europa moet van onze pensioenen afblijven, Elsevier, 15 augustus 2012 G.J.B. Dietvorst, Pensioen in eigen beheer en oudedagsreserve niet meer van deze tijd?, PensioenMagazine nr. 5, 2009

Interview met R. van Wijk in het FD, Pensioenpot is geen grabbelton waarmee banken hun problemen kunnen oplossen, FD, 11 oktober 2012

J. Borremans en T. Loonen, Het pensioen van de DGA in balans, pensioenmagazine, januari 2008

J.A.L. Borremans en C. Beishuizen, lang leve de (bewustwording van) het pensioen in eigen beheer, PensioenMagazine, 2009/12

J.A.L. Borremans en drs. C. Beishuizen, Indexatie van het DGA pensioen lust of last, Pensioenmagazine, oktober 2009

J.C.N. Kennis, A.C. Meijdam, H.A.A Verbon,(Van eindloon naar middelloon, ESB, 82e jaargang, nr. 4128, 12 november 1997

K. Beishuizen en J. Borremans, Van ‘Witteveen-knip’ naar ‘Balkenende-breuk, P&P, nr 12 2005

M. Heemskerk en M. Minaard, Premie kostendekkend feitelijk of budgettair?, Pensioenmagazine april 2012

Mr. F.M.M. de Bont, De (on)gelijke behandeling van een DGA-pensioen, WFR 2000/877 MR. M.H.B Mensink, De directeur/grootaandeelhouder en zijn pensioen, WFR 1989/252 P. Kavelaars, Fiscale pensioenvoornemens, P&P 2010/10

Prof. dr. R.E.C.M. Niessen, Flexibilisering van pensioenrecht: een moeizame operatie, Tribuut nr 5, 1997

Prof. Mr. H.M. Kapelle, De positie van de directeur groot aandeelhouder en de pensioenwet, WPNR, 31 maart 2007

Prof. mr. H.M. Kappelle, prof. dr. G.J.B. Dietvorst e.a., Fiscale behandeling van

oudedagsvoorzieningen: het kan beter, eerlijker, efficiënter en eenvoudiger, WFR,2011/232 R. Goense, DGA met pensioen in eigen beheer mag zich niet vergelijken met pensioenfonds, AccountancyNieuws nr. 10, 2010

S.J. Ruesink MSc LLM, Afkoop van pensioen in eigen beheer, WFR, 2012/1514

Staat, MR G.M.C.M., Wat moet er gebeuren met het pensioen in eigen beheer, WFR, 3 maart 2012

W. Vennix, Pensioen in eigen beheer is geen gewoon pensioen, WFR, 15 november 2012 Websites http://ec.europa.eu http://verkiezingen.cda.nl http://vorige.nrc.nl http://www.abp.nl http://www.afm.nl http://www.belastingdienstpensioensite.nl http://www.cbs.nl http://www.cnvo.nl http://www.encyclo.nl http://www.fa.nl http://www.fkakenniscentrum.nl http://www.homefinance.nl http://www.nujij.nl http://www.pensioenbelangen.nl http://www.pensioengroepzuid.nl http://www.pensioenweblog.nl http://www.ppw.nl http://www.rabobank.nl http://www.rijksoverheid.nl

http://www.statistics.dnb.nl http://www.trouw.nl http://www.vandale.nl http://www.volkskrant.nl http://www.wesselman-info.nl http://www.zwitserleven.nl