• No results found

10 DISCUSSIE

10.2 CONCLUSIE

10.2 CONCLUSIE

Meerdere conclusies kunnen op basis van de resultaten worden getrokken. Ten eerste zal per periode een conclusie worden getrokken. Deze conclusies zijn ingedeeld aan de hand van de input-, het proces-, en de outputfactoren van het model van McGrath (1964). Ten tweede zal een overall conclusie worden getrokken. In de overall conclusie zal duidelijk worden of er wél of géén accentverschuiving bij teams heeft plaatsgevonden. Al deze conclusies zijn net als de resultaten gebaseerd op de kernbegrippen die minimaal in 10% van de artikelen voorkwamen.

10.2.1 Periode vóór 1960

Over de periode vóór 1960 kunnen alleen op basis van de literatuur conclusies worden getrokken. Het onderzoek is immers uitgevoerd aan de hand van artikelen met betrekking tot teams vanaf 1960, waarbij de periode vóór 1960 alleen ter informatie zou dienen.

Input – Standaardisatie en leiderschap zijn teamaccenten in de periode vóór 1960.

Proces – Ook kan uit de literatuur worden geconcludeerd dat communicatie een teamaccent is

in deze periode.

Output – Tot slot is performance een teamaccent in deze periode. Op basis van de literatuur

kan worden geconcludeerd dat dit een belangrijk begrip is in de periode vóór 1960.

10.2.2 Periode 1960-1975

Input – Gezien vanuit de inputvariabelen kan op basis van het onderzoek worden

geconcludeerd dat het accent van teams tussen 1960-1975 lag op leiderschap, groepsleden/grote/samenstelling en gedrag/houding. De belangrijkste inputvariabele is in deze periode het leiderschap. De minst belangrijkste inputvariabele is het gedrag en/of de houding. De verwachting was tevens dat het accent van teams zou liggen bij werkgroepen. Echter, is dit begrip niet bij de resultaten teruggevonden. Daarentegen komt wel de inhoud van dit begrip bij de resultaten naar voren; groepsleden/grote/samenstelling. De verwachting met betrekking tot de inputvariabelen tussen 1960 en 1975 is uitgekomen.

Proces - Naar aanleiding van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de begrippen

training en beslissingen nemen accenten van teams zijn die voorkomen aan de proceszijde van het model van McGrath. Het accent ligt net iets meer bij training dan bij beslissingen nemen. De verwachting was dat beide begrippen accenten van teams zouden zijn. Deze verwachting is ook uitgekomen.

Output - Uit het onderzoek komt naar voren dat zowel performance en spanningen accenten

van teams zijn. Op basis van de literatuur waren deze verwachtingen ook gesteld. Eveneens kan worden geconcludeerd dat performance veel belangrijker is dan spanningen.

Conclusie periode 1960-1975 - Performance is het belangrijkste accent van teams. Dit wordt

gevolgd door leiderschap, groepsleden/grote/samenstelling, training en beslissingen nemen. Spanningen en gedrag/houding zijn de minst belangrijkste accenten van teams die 10% of vaker voorkomen. De meeste aandacht van artikelen met betrekking tot teams gaat tussen 1960 en 1975 uit naar de output.

10.2.3 Periode 1976-1985

Input – Zoals werd verwacht zijn in de periode 1976-1985 gedrag/houding, leiderschap en

ontwikkeling accenten van teams. Gedrag/houding en leiderschap worden als belangrijker ervaren dan ontwikkeling.

Proces - Het begrip beslissingen nemen is ook een accent van teams in de periode 1976-1985.

Dit begrip was eveneens verwacht.

Output - De verwachting dat performance een accent van teams zou zijn is uitgekomen.

Performance is de enige outputfactor dat tussen 1976 en 1985 als accent van teams wordt beschouwd.

Conclusie periode 1976-1985 - Performance is het belangrijkste accent van teams in deze

periode. Op de tweede plaats staan de begrippen gedrag/houding en leiderschap. De derde en vierde plaats zijn respectievelijk ontwikkeling en beslissingen nemen. Hoewel de meeste begrippen uit deze periode aan de inputzijde van het model van McGrath ingedeeld kunnen worden, is wederom een begrip met betrekking tot de output van het model, performance, het belangrijkste accent.

10.2.4 Periode 1986-1995

Input - Op basis van het onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd. Het gedrag/de

houding worden als accenten van teams ervaren. Gedrag/houding is de belangrijkste inputfactor uit deze tijd. Leiderschap staat hierbij op de tweede plaats, geslacht op de derde plaats en omgevingsverandering samen met samenhang en ontwerp op de vierde plaats. Op basis van de literatuur werden de begrippen geslacht en omgevingsverandering niet direct verwacht.

Proces - Ook blijkt uit het onderzoek dat beslissingen nemen en communicatie accenten zijn

van teams. Beslissingen nemen neemt hierbij een belangrijkere rol in dan communicatie. Tevens werd verwacht dat beide begrippen accenten van teams zouden zijn. Processen werden ook verwacht als een teamaccent. Echter, is dit niet uit het onderzoek gebleken.

Output - De termen performance, turnover, organisaties, tevredenheid en commitment zijn

accenten van teams. Performance is hiervan veruit de belangrijkste. Turnover en organisaties zijn de enige twee begrippen die niet als teamaccenten werden verwacht.

Conclusie periode 1986-1995 - Performance is wederom duidelijk het belangrijkste accent

turnover (van belangrijk naar minder belangrijk). Geslacht, organisaties en tevredenheid zijn even belangrijk. Vervolgens zijn commitment, communicatie, omgevingsverandering, samenhang en ontwerp accenten van teams. Net als eerdere jaren is ook hier de outputkant het belangrijkst bij teams.

10.2.5 Periode 1996-2005

Input - Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat leiderschap,

gedrag/houding, diversiteit en demografie accenten van teams zijn. Leiderschap is veruit het belangrijkst. Van deze accenten werd verwacht dat zij een rol zouden spelen, behalve demografie werd niet verwacht. Wat juist wel werd verwacht was kennis als teamaccent. Echter, is dit niet uit het onderzoek gebleken.

Proces - Uit het onderzoek blijkt dat beslissingen nemen en werk/banen accenten van teams

zijn uit deze periode. Beslissingen nemen is een belangrijker accent dan werk/banen. Beslissingen nemen werd verwacht als teamaccent. Daarentegen werd werk/banen niet direct verwacht als teamaccent.

Output - Tevens blijkt uit het onderzoek dat performance, modellen, organisaties,

tevredenheid en conflicten ook als teamaccenten worden gezien. Performance is veruit het belangrijkste accent van teams. Zowel het conflict en tevredenheid zijn de minst belangrijkste aspecten die 10% of meer bevatten. Alleen de begrippen performance en tevredenheid waren als teamaccenten verwacht.

Conclusie periode 1996-2005 - Uit het onderzoek blijkt dat de meeste aandacht uitgaat naar

de outputzijde van het model. Performance is in het geheel gezien het allerbelangrijkste accent waar teams zich op richten. De output wordt in deze periode als belangrijkst ervaren.

10.2.6 Overall conclusie

Aan het eind van deze thesis kan worden geconstateerd dat er wél accentverschuivingen hebben plaatsgevonden. De begrippen ‘performance’, ‘leiderschap’, ‘beslissingen nemen’ en ‘gedrag/houding’ komen in elke periode voor. Echter zijn deze begrippen inhoudelijk veranderd. De focus van efficiëntie heeft voor kwaliteit, flexibiliteit en innovatie plaatsgemaakt. Beslissingen nemen is verschoven van enkel de leider die dat normaliter deed, naar eveneens de werknemers. Werden vroeger nog beslissingen genomen zonder echt te beseffen dat aspecten de besluitvorming konden beïnvloeden, begin eenentwintigste eeuw

heeft dat plaats gemaakt voor situatie afhankelijke aspecten. Bovendien konden door de ICT mogelijkheden beslissingen eenvoudiger en sneller worden genomen. Transactioneel leiderschap heeft plaats gemaakt voor transformationeel leiderschap. Tot slot heeft het gedrag en/of de houding plaatsgemaakt voor flexibiliteit, enthousiasme en zelfstandigheid.

Behalve deze vier kernbegrippen waren eveneens andere kernbegrippen die 10% of vaker voorkwamen in de onderzochte artikelen. Enkele van de begrippen zijn in de loop der jaren belangrijker geworden. Zo werd bijvoorbeeld geslacht eind jaren tachtig belangrijk, wat te verklaren valt aan het feit dat meer vrouwen de arbeidsmarkt betraden. Ook de omgeving werd belangrijker wat waarschijnlijk ligt aan de toename in turbulentie. Tot slot nam bij de inputfactoren demografie en diversiteit toe terwijl van deze begrippen vroeger geen sprake was. Ook dit is te verklaren door de toename van de verschillende nationaliteiten waar bedrijven volop gebruik van maakten. Wanneer naar kernbegrippen wordt gekeken die te maken hebben met het proces, is bijvoorbeeld de interesse in ontwikkeling toegenomen. Een paar jaar later was er frequenter aandacht voor communicatie. Aan het eind van de onderzochte periode was juist het werk en de banen belangrijk en de conflicten die op het werk ontstonden. Dit kan aan de toename in het aantal nationaliteiten in organisaties worden gerelateerd. Werknemers begrepen elkaar wellicht minder goed, omdat zij andere waarden en normen waren gewend. Hierdoor konden er meer conflicten ontstaan. Door de toegenomen concurrentie was er ook meer werk. Wanneer er naar de output wordt gekeken was er vanaf de jaren zestig veel spanning en gevaar. Het werk werd vroeger op een hele andere manier uitgevoerd dan tegenwoordig het geval is. Zo gebeurden er vroeger heel veel ongelukken tijdens de uitvoering van het werk en maakten zij bijvoorbeeld geen gebruik van veiligheidsmateriaal.

Tot slot kan aan de hand van het kernbegrip performance worden geconcludeerd dat gedurende de hele periode de meeste aandacht lag bij de output.

In document HET VERLEDEN… OP WEG NAAR HET HEDEN (pagina 61-65)