• No results found

Conclusie Theoretisch kader

In document Horizontaal toezicht (pagina 63-69)

6.2 Conclusie theoretisch kader .1 De agency theorie

6.2.3 Conclusie Theoretisch kader

6.2.2 De verwachtingskloof theorie

Naar aanleiding van de verwachtingskloof-theorie van Porter kan er worden geconcludeerd dat er sprake is van een Reasonableness Gap. Dit houd in dat de

Belastingdienst te hoge verwachtingen heeft over de uit te voeren werkzaamheden van de accountant. De accountant kan hier niet aan voldoen. De Belastingdienst verwacht een redelijke mate van zekerheid welke werkzaamheden op controle niveau

weerspiegelen. Van de accountant kan niet verwacht worden dat hij bij niet

controleplichtige MKB-bedrijven controlewerkzaamheden gaat uitvoeren. De accountant is hier meer tijd aan kwijt, wat leidt tot een hogere prijs voor de MKB-ondernemer, die dit veelal niet kan betalen.

Bovenstaand onderzoek kan ook worden toegepast op de verwachtingskloof theorie van Majoor. De volgende segmenten met betrekking tot de verwachtingsklooftheorie zijn van toepassing:

Segment 1: afspraken die met de cliënt zijn gemaakt die behoren tot het behoeftepatroon van de cliënt en die door de accountant zijn nagekomen.

Tussen de CAB en de werkzaamheden van de accountant zitten enkele

overeenkomsten die dit segment bevestigen. Op dit gebied is geen sprake van een verwachtingskloof.

Segment 3: afspraken die vallen binnen het behoeftepatroon van de

cliënt/gebruiker welke zijn overeengekomen, maar door de accountant niet worden nagekomen. Er is sprake van een prestatiekloof.

De Belastingdienst heeft afgesproken met de accountant dat hij een aanvaardbare aangifte zal indienen. De richtlijnen, wet- en regelgeving van de accountant bieden onvoldoende waarborgen om te komen tot een aanvaardbare aangifte. De aanvaardbare aangifte is hét behoefte patroon van de Belastingdienst.

Segment 6: behoefte van de cliënt/gebruiker die door de accountant niet worden gehonoreerd in de vorm van afspraken over de door de accountant te leveren diensten. Er kan sprake zijn van een verwachtingskloof door gebrekkige communicatie.

Door de uitgave van de Leidraad CAB (Belastingdienst 2013) weet de accountant wat van hem wordt verwacht, een aanvaardbare aangifte met een redelijke mate van zekerheid. Of de accountant in de praktijk hieraan kon voldoen is onbekend. De accountant dient de redelijkheid van deze beperking aan de Belastingdienst duidelijk te maken, zodoende kan de verwachtingskloof door meer en betere communicatie worden opgelost.

6.2.3 Conclusie Theoretisch kader

Er is nog steeds sprake van informatie-asymmetrie. De Belastingdienst probeert deze te verminderen. Er zijn onvoldoende waarborgen uit richtlijnen, wet- en regelgeving van de accountant om aan de doelstelling van de Belastingdienst te voldoen. De manier waarop de doelstelling van de Belastingdienst moet worden behaald door de accountant dient beter te worden afgestemd.

Tussen de Belastingdienst en de accountant is sprake van een Reasonableness Gap volgens de verwachtingskloof theorie van Porter. De verwachtingskloof wordt nogmaals bevestigd door Majoor waarbij de accountant de behoefte van de Belastingdienst niet kan vervullen op grond van richtlijnen, wet- en regelgeving.

Deze conclusie sluit gedeeltelijk aan bij het onderzoek van Gros (2011) welke op basis van interviews met medewerkers van de belastingdienst de verwachtingskloof heeft geconstateerd. Hij stelt dat er sprake is van een verwachtingskloof segment 6, welke inhoudt dat de Belastingdienst behoeftes heeft die door de accountant niet worden gehonoreerd. Echter concludeert hij in zijn onderzoek dat er sprake is van een

Performance Gap. Ik concludeer dat er geen sprake is van een Performance Gap maar van een Reasonableness Gap. De maatschappij mag namelijk verwachten dat de

accountant zich aan wet- en regelgeving houdt. De opdrachten die de accountant uitvoert (zo ook de controleopdracht) zijn in wet- en regelgeving vastgelegd en inzichtelijk. Al is

64 wet- en regeling niet expliciet als het gaat om werkzaamheden alsnog kan de

Belastingdienst niet de zekerheid uit opdrachten verwachten van een MKB-accountant zoals deze uit een controleopdracht vloeit. Een controleopdracht geeft namelijk meer zekerheid over een aangifte dan welk andere opdracht ook. Dit mag niet verwacht worden aangezien deze zekerheid niet voortvloeit uit wet- en regelgeving omtrent deze opdrachten. Daarom is er sprake van een Reasonableness Gap. Daarnaast kunnen we middels dit onderzoek concluderen dat segment 3 van toepassing is en segment 6 zich langzaam aan het oplossen is door het transparant zijn van de Belastingdienst. 6.3 Aanbevelingen

Zoals in de inleiding van dit onderzoek beschreven is horizontaal toezicht nog niet uitgekristalliseerd. Horizontaal Toezicht verdient meer en nader onderzoek.

Dit onderzoek is uitgegaan van een theoretische benadering. Vervolgonderzoek naar de aanvaardbare aangifte in de praktijk is nodig. Metatoezicht kan hier een belangrijke input voor leveren. Empirisch onderzoek dient uit te wijzen of de theoretische conclusie dat een fiscaaldienstverlener geen aanvaardbare aangifte kan indienen voor het MKB ook door de praktijk wordt ondersteund. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de overige factoren die de aanvaardbare aangifte beïnvloeden, wellicht kan men dan wel tot een aanvaardbare aangifte komen.

Een volgende aanbeveling heeft betrekking op het begrip aanvaardbare aangifte. Uit verschillende onderzoeken, waaronder die van Gros (2011) is gebleken dat hier onduidelijkheid over bestaat. Ook uit dit onderzoek blijkt dat er nog onvoldoende

afstemming is tussen de werkzaamheden van de accountant en de aanvaardbare aangifte volgens de Belastingdienst. De Belastingdienst dient de gebrekkige waarborgen uit

richtlijnen, wet- en regelgeving te ondervangen en kan de eisen met betrekking tot een aanvaardbare aangifte aanpassen op het MKB. De Belastingdienst kan concrete normen aangeven voor een aangifte in het MKB in plaats van de het toetsingssysteem CAB. De CAB ziet tenslotte op controleopdrachten. Deze normen zouden voor de accountant concreet kunnen worden door voor het tekenen van het convenant concreet te maken hoe de aanvaardbare aangifte gerealiseerd gaat worden. Dit kan volgens Epstein en Geiger (1994) middels voorlichting, communicatie en het verschaffen van informatie. Harde normen geven meer duidelijkheid aan de accountant, welke tot op de dag van het schrijven van deze scriptie in onzekerheid zit. Daarnaast geeft een dergelijke oplossing meer zekerheid aan de Belastingdienst over de aanvaardbaarheid van de aangifte en concrete aanknopingspunten voor metatoezicht.

Een andere optie zou kunnen zijn dat de Belastingdienst de extra werkzaamheden verricht voor de accountant om te komen tot een aanvaardbare aangifte. Dit zou een arbeidsintensief proces worden voor de Belastingdienst en een lastenvermindering voor de accountant en Belastingplichtige. Dit is echter in strijd met wat de Belastingdienst onder andere met horizontaal toezicht wil bereiken.

Als horizontaal toezicht aangepast kan worden aan de doelgroep zal horizontaal toezicht effectiever en efficiënter kunnen werken dan nu theoretisch uit onderzoek is gebleken. De commissie Stevens (2012) sluit zich hierbij aan. De commissie Stevens is van mening dat door het werken met beleidsmatig voorgeschreven standaardconvenanten het

maatwerk minder is geworden. De Belastingdienst dient maatwerk te leveren voor het MKB. Hierbij dient de Belastingdienst ook rekening te houden met het kostenplaatje dat gepaard gaat met het afsluiten van een convenant. Zo is een MKB ondernemer vaak financieel niet in staat een TCF op te zetten of om Tax assurance door de accountant te laten toevoegen. Dit beperkt het aantal deelnemende MKB- bedrijven in horizontaal toezicht. Maar door aangepaste regels voor het MKB, meer en betere communicatie en een duidelijkere afstemming van werkzaamheden en werkverdeling zou horizontaal toezicht effectief en efficiënt kunnen zijn, zoals het bedoeld is.

65

Referenties

 Barnett, T. Schubert, E. (2002) ‘Perceptions of the Ethical Climate and Covenantal Relationships’, Journal of Business Ethics 36, 279–291

 Belastingdienst jaarverslag (2011) Programma horizontaal toezicht MKB, Den-Haag februari 2012

 Belastingdienst (2010) Leidraad horizontaal toezicht binnen de individuele klantbehandeling, versie 1.0

 Belastingdienst (2011) Leidraad horizontaal toezicht MKB fiscaaldienstverleners, Landelijk kantoor Belastingregio’s/ LTO versie 3.1

 Belastingdienst (2012) Memo Vergelijking controleaanpak Belastingdienst en de non assurance accountantsopdrachten, Werkgroep CAB –accountantsopdrachten Versienummer 1.2 , 19 december 2012

 Belastingdienst (2013) Controleaanpak Belastingdienst (CAB), de CAB en zijn modellen toegepast in toezicht, Beleidsnota 4 april 2013

 Belastingdienst Kennisgroep Vaktechniek Controle (2005) Controle Special 2 – Controle Aanpak Belastingdienst, Nieuwsbrief Controle 19 november 2005

 Blumberg, B., Cooper, D.R., Schindler, P.A. (2008) Business Reasearch methods, second european edition. MCGraw-Hill Higher Education, Birkshire.

 Caldwell, C. Karri, R. (2005) Organizational Governance and Ethical Systems: A Covenantal Approach to Building Trust Journal of Business Ethics (2005) 58: 249– 259

 Eisenhardt, K.M. (1989), ‘Agency Theory: An Assesment and Review’ The Academy Of Management Review, Vol. 14 No.1, 57-74

 Epstein M.J., Geiger M.A. (1994), Investor views of audit assurance: recent evidence of the expectation gap, Journal of Accountancy, vol. 177, nr. 1, 60-66  Hendry, J. (2002) ‘The Principal’s Other Problems: Honest Incompetence and the

Specification of Objectives’ Academy of Management Review 27(1), 98–113  Jacobs, M (2010) Uitvoeren of uitbesteden: een exploratief onderzoek naar de

mogelijkheden tot uitbesteding van toezicht bij de Belastingdienst 1-64  Kouwenberg, M.W. (2011) horizontaal toezicht en Trends in de EU. Europese

fiscale studies.

 Majoor, G.C.M., Heideman, Th.Th., Kollenburg, J.C.E. van, Merkus, W.F., Moleveld,W.P. (2007). Elementaire theorie accountantscontrole, Algemene beginselen. Wolters-Noordhoff. Groningen/Houten

 Mednick R. (1986), The auditor’s role in society: a new approach to solving the perception gap, Journal of Accountancy, vol. 161, nr. 2, 70-74

66  McEnroe J., Martens S., (2001), Auditors and investors perceptions of the

Expectation Gap, Accounting Horizons, vol 15, nr. 4, 345-358

 Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (2013) handreiking 1121 Horizontaal Toezichtconvenant voor Accountants optredend als Fiscaal Dienstverlener (15 maart 2013) consultatieperiode tot 27 april 2013

 Nivra Hulsntop e.a. (1990) Elementare kennis accountantscontrole Basisboek 1990 Woltres Noordhof

 Nooteboom, B. (2006) Vormen en bronnen van vertrouwen. Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie nr. ½, 8-16

 Porter, B.A. (1993), An Emperical study of the Audit Expectation-performance gap. Accounting & Business Research, Vol. 24, nr. 93, 49-68

 Sheppard, B. H., Sherman, D. M. (1998) ‘The Grammars of Trust: A Model and General Implications’, Academy of Management Review, 23(3), 422–438

 Sikka P., Puxty A., Willmott H., Cooper C., (1998), The impossibility of eliminating the expectations gap: some theory and evidence, Critical Perspectives on

Accounting, vol. 9, 299-330

 Snippe, M., Jonker, B,. (2009) Handboek Controle, Belastingdienst  Spierings, R.C. (1988), Agency theorie JAARGANG 73 NR. 3667 ESB

(economische en statische berichten)

 SRA- Vaktechniek (2010) SRA- Handboek Beoordelingsopdrachten versie mei 2010

 SRA- Vaktechniek (2012) SRA- Handboek Samenstellen versie 5 april 2012  SRA- Vaktechtniek (2012) SRA- Handboek Samenstelpraktijk voor kantoren met

uitsluitend non-assurnceopdrachten versie 5 april 2012

 Tummers, M. P., Molenkamp, A. (2004) Rijksoverheid, De meerduidigheid van het begrip toezicht en een agenda voor de naaste toekomst. Maandblad voor

Accountancy en Bedrijfseconomie nr 10, 427-434

 VGBA (2013), Consultatiedocument: Verordening gedrags- en beroepscode accountants Reactietermijn tot 10 maart 2013, Nederlandse beroepsorganisatie van accountants

 Werkgroep CAB-accountantsopdrachten (2012) memo Vergelijking controleaanpak Belastingdienst en de non assurance accountantsopdrachten 19 december 2012 Versienummer 1.2

 Westra, B. (1996), Compendium van de accountantscontrole 1996 3e druk, Pentagan Publishing

 Westra, B. (2001), NIVRA-licenties creëren oneigenlijk monopolie, Accountancy Nieuws vol. 2

 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) (2002), Rapport 63, De toekomst van de nationale rechtstaat

67 Overige bronnen

 NV COS - Nadere Voorschriften Controle en Overige Standaarden  VGC - Verordening gedragscode

 IFAC - International Federation of Accountants (internationale richtlijnen VGC) Websites

 Accountancynieuws 2012, www.accountancynieuws.nl (geraadpleegd op 24 mei 2012)  Assurantietermen.nl 2012, http://www.assurantietermen.nl/component/option,com_rd_glossary/Itemid,59/ (geraadpleegd op 30 augustus 2012)  Belastingdienst 2013, http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zak elijk/btw/btw_aftrekken/personeelsvoorzieningen_en_relatiegeschenken/ (geraadpleegd op 26 januari 2013)

 Commissie Stevens (2012) Commissie Horizontaal toezicht Belastingdienst, Fiscaal toezicht op maat, soepel waar het kan, streng waar het moet 1-128

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en- publicaties/rapporten/2012/06/20/rapport-van-de-commissie-stevens-over-horizontaal-toezicht-bij-de-belastingdienst.html

 Enden, van de (2012), Fiscale risico’s vragen om eigen code, Financiële Dagblad 3 februari 2012.

http://actueel.nl.pwc.com/site/tax/tax_assurance/1381/fiscale_risico_s_vragen_o m_eigen_code.html (geraadpleegd op 3 mei 2012)

 Facet-accountants.nl (2012),

http://www.facet-accountants.nl/nl/controle_jaarrekening (geraadpleegd op 31 augustus 2012)  Fisconetplus 2009,

http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/document.do?method=view&id=1d795fa8-6020-4806-96c8-bb7ad217e81c&caller=1#findHighlighted, Federale

Overheidsdienst Financiën, Parlementaire vraag nr. 394 van de heer Hagen Goyvaerts dd. 26-03-2009 (geraadpleegd op 3 mei 2012)

 Gros, K. (2011) De verwachtingskloof met horizontaal toezicht 1-59 http://irs.ub.rug.nl/dbi/4d7a2f95c989b

 Herrijgers, S.A.A. (2010) De belastingverklaring: het assuranceproduct van de toekomst. Een onderzoek naar de mogelijkheid tot implementatie van de belastingverklaring binnen horizontaal toezicht 1-123

http://pleinplus.nl/documents/10180/2483201/12185-Masterscriptie.pdf/e9a62fb3-aaaf-4cd9-9cec-fd232394ecff

 IFA (Boston 2012), International Fiscal Association, www.ifaboston2012.com (geraadpleegd op 18 april 2012)

 IRS (2005), http://www.irs.gov/irb/2005-50_IRB/ar14.html (geraadpleegd op 1 juni 2012)

68  NBA (2012), http://www.nba.nl/HRAweb/HRA1A/201201/html/60043.htm (geraadpleegd 18 januari 2013)  NBA (2013) (http://www.nba.nl/Vaktechniek/Vaktechnische-themas/Corporate-Governance/) (geraadpleegd 15 februari 2013)  Revenue (2005) http://www.revenue.ie/en/business/running/large-businesses.html#section2 (geraadpleegd op 1 juni 2012)

 Rijksoverheid 2012, www.rijksoverheid.nl, Commissie Stevens horizontaal toezicht Belastingdienst gestart, Nieuwsbericht 14-11-2011 (geraadpleegd op 29 januari 2012)

 Taxaccountant 2012, www.tax-accountant.nl/over/ontstaan-horizontaal-toezicht, (geraadpleegd op 3 mei 2012)

69

Bijlage I Standaard fiscaaldienstverlenersconvenant

Standaard fiscaaldienstverlenersconvenant Versie van de bijlage: 10 januari 2011 Partijen,

[fiscaaldienstverlener] (hierna ‘het kantoor’) gevestigd te [vestigingsplaats], vertegenwoordigd door . . .

In document Horizontaal toezicht (pagina 63-69)