• No results found

In januari en februari 2016 deed ik onderzoek naar kapsels als uiting van smaak bij drie verschillende haarshows en kapsalons. Ik maakte kennis met de oneindige mogelijkheden in kapsels en de denkbeelden over en voorkeuren van verschillende vrouwen voor bepaalde kapsels. Het onderzoeken van de haarindustrie en de voorkeuren in kapsels bleek een relevante ingang om inzicht te krijgen in hoe de smaak van vrouwen een reflectie is van geïnternaliseerde normen en waarden. Indirect ko n inzicht worden verkregen in abstractere processen als non-verbale communicatie, groepsvorming en de uiting van de eigen identiteit. Ik stelde daarom de volgende onderzoeksvraag op: Hoe zijn mode en de habitus van invloed op de vorming van smaak in kapsels van vrouwen bij kapsalons Kinki Academy, TakeC’hair en Mariska.O? Deze vraag heb ik opgesplitst in drie deelvragen die ik eerst zal beantwoorden.

- Welke smaken kunnen er worden onderscheiden binnen de hedendaagse kapselvoorkeuren? Binnen de kapselcultuur kan men op allerlei manieren variëren met het kapsel. Het bleek echter dat men vaak dicht bij kapsels blijft die geaccepteerd zijn binnen de eigen sociale omgeving. Ik ontdekte dat er onder mijn respondenten een perceptie heerst dat je aan specifieke voorwaarden moet voldoen om een bepaald kapsel te kunnen dragen. Welke voorwaarden dat zijn , hangt af van hun smaak. Op basis van het onderscheid dat kappers Han en Silvana en haarexpert Natasja maakten, kon ik een smaakcontinuüm maken waarop de smaken naast elkaar geplaatst kunnen worden. De klassiek, moderne en trendy smaak lopen dan ook geleidelijk in elkaar over. De klassieke smaak kenmerkt zich door een net kapsel dat niet als modieus wordt gezien maar wel als mooi of smaakvol. Meestal is dit kapsel tot in de puntjes gestyled. Dit kapsel wordt met name door de wat oudere generaties gedragen. De moderne smaak kenmerkt zich door een vlotter kapsel. Dit kapsels is vaak wat minder gestyled en oogt wat rommeliger. Moderne kapsels zijn breed sociaal geaccepteerde kapsels; de kapsels sluiten aan bij het algemene straatbeeld. Mensen met een trendy smaak geven juist eerder voorkeur aan opvallende trends die anders zijn dan de standaard kapsels. Een trendy kapsel draagt men als men wilt opvallen.

- Hoe spelen de salons in op de verschillende smaken en wat betekent dit voor de salon als sociaal geheel en de voorkeuren in kapsels die in die salon heersen?

Het gevonden smaakcontinuüm is niet alleen van toepassing op individuen, maar kan ook direct op de drie onderzochte salons worden toegepast. De salons spelen in op de verschillende behoeften van klanten en leggen de focus op een specifieke doelgroep met een eigen smaak. De salons spelen in op die doelgroep door zich te onderscheiden in aankleding, service, sfeer, muziek en de klantgerichtheid van de medewerkers. De wisselwerking tussen de (onbewuste) behoefte om bij de ene groep te horen

en te onderscheiden van andere groepen maakte dat mijn respondenten een voorkeur hadden voor de ene salon boven de andere en het ene kapsel boven het andere. De klanten voelen zich aangetrokken tot de omgeving die aansluit bij de eigen smaak en daarmee tot de groep mensen die een vergelijkbaar gecultiveerde smaak heeft ontwikkeld.

Op basis van de algehele esthetiek, de werknemers en de klanten zou kunnen worden gesteld dat Mariska.O als sociaal geheel een uiting is van de klassieke smaak, TakeC’hair van de moderne smaak en Kinki Academy van de trendy smaak. De kapselkeuzes van de respondenten per salon in tabel 5 uit hoofdstuk zes bevestigen die uiting van smaak. Bij Kinki blijken de meeste mensen een opvallend kapsel te dragen of te nemen, bij TakeC’hair kiest men voor veel voorkomende kapsels en bij Mariska.O hebben of nemen veel respondenten een gestyled of opgekapt kapsel.

- Welke aspecten van de habitus van de klant zijn relevant bij kapselkeuze?

Aangezien dit onderzoek plaatsvond bij kapsalons met vergelijkbare prijzen kan aangenomen worden dat de bezoekers van de salons ongeveer uit dezelfde klasse komen. Waar Bourdieu (1984) stelde dat smaak met name klasse bepaald is, bleken uit mijn onderzoek naar kapselkeuze juist aanzienlijke verschillen in smaak binnen eenzelfde klasse. In plaats van klasse kwam naar voren dat leeftijd als onderdeel van de habitus juist van grote invloed op de smaakvorming van mijn respondenten is. Naarmate de leeftijd van de vrouwen toeneemt, lijkt op basis van mijn onderzoek in de verschillende salons de betrokkenheid tot onderscheidende mode af te nemen en wordt er voor minder opvallende kapsels gekozen. Zoals critici van de kledingindustrie (Twigg, 2009) eerder stelden, zou die afnemende betrokkenheid kunnen liggen aan de focus van de mode-industrie op jonge vrouwen en de ‘buitensluiting’ van oudere vrouwen. Uit mijn onderzoek blijkt eerder dat vrouwen naarmate ze ouder worden minder de behoefte krijgen om op te vallen en opzoek gaan naar confo rmiteit binnen hun eigen levensfase. Er zou voor mijn respondenten gesteld kunnen worden dat de mode de oudere vrouwen buitensluit, maar dat de oudere vrouwen eveneens de mode buitensluiten.

7.1 Conclusie: smaak verjaard

Op basis van Simmel’s (1957) notie dat de elite zich bewust onderscheidt, zou in dit onderzoek de mode-industrie als elite kunnen worden beschouwd. Deze industrie maakt creatieve kapsels vanuit commercieel oogpunt en promoot deze kapsels met name bij de jongere generatie. In plaats van een hiërarchie in klassen ontstaat door die industrie een op leeftijd gebaseerde scheiding in passende kapsels voor vrouwen. In tegenstelling tot de verdeling in klassen zoals Simmel (1957) en Bourdieu (1984) dat benoemden, staat het hebben van een oudere leeftijd niet gelijk aan een lagere klasse met minder aanzien, zoals dat bij de klassenverdeling vaak wel het geval is. Maar het betekent misschien wel dat men het respect van anderen behoudt als men een kapsel draagt dat bij de leeftijd past en dat

de impliciete vrijheid voor de keuze van een kapsel dus steeds beperkter wordt naarmate men ouder wordt.

Gebaseerd op Bourdieus (1984) onderscheid in structuur en agency zou gesteld kunnen worden dat er een bepaalde structuur heerst waarin het normaal is dat de jongere generatie de mode volgt, maar dat dit naarmate men ouder wordt steeds meer taboe als taboe wordt beschouwd. Net als met andere zaken waarvan het tijdens de jongere jaren geaccepteerd wordt om te experimenteren, zoals bijvoorbeeld kleding, is het geaccepteerd dat men in de jongere jaren nog van alles uitprobeert met het kapsel, maar wordt er verwacht dat die fase vanzelf overgaat. Hoewel men zelf de agency heeft om ieder mogelijk kapsel te kiezen, passen vrouwen over het algemeen hun kapsel aan in overeenstemming met wat gebruikelijk is bij vrouwen die in dezelfde levensfase zitten, waardoor de structuur weer in stand wordt gehouden. Het ‘modekapitalisme’ zoals Schneider (1987) dat zo mooi noemde, lijkt dus oneindige mogelijkheden’ te bieden, maar (onbewust) kiest men met name een kapsel dat geaccepteerd is binnen de eigen sociale omgeving.

Mijn bijdrage aan eerder wetenschappelijk onderzoek is de bevinding dat verschillen in kapselkeuze en in smaakvorming niet alleen met klasse samenhangen. Binnen een maatschappij als Nederland, waar scheidingslijnen tussen klassen niet zo duidelijk meer zijn, hangt smaakvorming meer samen met leeftijd. Dat geldt in ieder geval voor mijn onderzoeksgroep. Er zou gesteld kunnen worden dat vrouwen in dezelfde levensfase een bepaalde collectieve habitus delen doordat zij zich bezig houden met vergelijkbare aangelegenheden en doordat ze zich in vergelijkbare velden begeven. Hun gedeelde habitus beïnvloedt hun smaak, waardoor zij eveneens voorkeuren voor kapsels binnen dezelfde smaakcategorie delen.

Zowel voor mode als voor de habitus blijkt dat leeftijd hun invloed op de vorming van smaak bepaalt: er lijkt een negatieve relatie tussen leeftijd en betrokkenheid tot de onderscheidende mode te zijn en als aspect van de habitus lijkt leeftijd de perceptie te bepalen van wat een gepast kapsel is.

Hoewel leeftijd in eerste instantie misschien een voor de hand liggende factor lijkt te zijn binnen de vorming van smaak en de kapselkeuze, is, zoals ook bleek uit Twiggs (2009:4) studie naar kleding, deze factor binnen onderzoek nog te vaak als vanzelfsprekend aangenomen. Relevante inzichten zijn daardoor nog onopgemerkt gebleven. Daarnaast worden onderzoeksresultaten over de eigen cultuur vaak onterecht als vanzelfsprekend aangenomen. Juist hier ligt de uitdaging om te beseffen dat deze bevindingen op ons logisch overkomen, maar dat ze om die reden vaak over het hoofd worden gezien.

Het doel van dit onderzoek was het verkennen van denkbeelden en motivaties rondom smaakvorming en de kapselkeuze. Doordat ik dit onderzoek heb uitgevoerd bij salons die zich richten

op dezelfde sociale klasse, zeggen mijn resultaten enkel iets over deze specifieke klasse. Eerder in deze conclusie stel ik dat smaakvorming binnen Nederland vermoedelijk meer met leeftijd dan met klasse te maken heeft. Om die bevinding te kunnen generaliseren zou er vervolgonderzoek moeten worden gedaan waarin ook andere klassen worden meegenomen. Binnen mijn onderzoeksgroep bleek bijvoorbeeld dat men bij alle drie de kapsalons veel waarde hechtte aan een verzorgd kapsel, ongeacht smaak of leeftijd. Het is mogelijk dat verzorgdheid een heel andere rol speelt binnen de kapselkeuze van mensen die zelden tot nooit een kapsalon bezoeken of die altijd de goedkoopste kapsalon bezoeken. Als er bij die groepen een onderzoek wordt uitgevoerd, blijkt wellicht dat ze andere voorwaarden stellen voor het dragen van een bepaald kapsel. Om dit te onderzoeken zou een vergelijkbaar onderzoek als deze kunnen worden gedaan bij goedkope kappers, thuisk appers en bij mensen thuis die nooit een kapsalon bezoeken.

Literatuur

Bourdieu, P. (1984) Distinction. A social Critique of the Judgement of Taste. Cambridge, Massachusetts, Harvard University Press.

Bourdieu, P. (1990) ‘Pierre Bourdieu’ in: Appelrouth, S. & L.D. Edles (2008) Classical and contemporary sociological Theory. Northridge, California State University: 684-696.

Bromberger, C. (2007) ‘Hair: from the West to the Middle East through the Mediterranean’ The Journal of American Folklore 121: 379 – 399.

Brooks, W.M & J.C. McNair (2014) ‘“Combing” Through representations of Black Girls’ Hair in African American Children’s literature’ Children’s Literature in Education 46: 296 – 307.

Caldwell, K.L. (2003) ‘“Look at her hair” The body Politics of Black Womanhood’ Transforming Anthropology in Brazil 11-2: 18-29.

Clarke, A. & D. Miller (2002) ‘Fashion and Anxiety’ Fashion Theory 6-2: 191 – 213.

Coles, A.S. (2013) ‘“You look like a Boy”: gendered Representations of Hair loss in Books for pediatric Cancer Patients’ The Lion and the Unicorn 37: 126 – 142.

Gobo, G. (2010) Doing Ethnography. London, Sage.

Grimshaw, A. & A. Ravetz (2009) Observational Cinema: Anthropology, Film, and the exploration of social Life. Indiana, Indiana University Press.

Hammersley, M. & P. Atkinson (2007) Ethnography. Principles in Practice. Abingdon, Taylor & Francis LTD.

Kelting, M.W. (2009) ‘Candanbālā's hair: Fasting, beauty, and the materialization of Jain wives’ Religion 39: 1-10.

Kopnina, H. (2007) ‘The World according to Vogue: the Role of Culture(s) in International Fashion Magazines’ Dialectical Anthropology 31-4: 363-381.

Leach, E.R. (1958) ‘Magical Hair’ The Journal of the Royal Anthropological Institute of Great- Britain and Ireland 88-2: 147 – 164.

MacDougall, D. (1999) ‘Social Aesthetics and the Doon School’ Visual Anthropology Review 15: 3 – 20.

MacDougall, D. (2005) The Corporeal Image. Princeton, Princeton University Press.

Navarro, Z. (2006) ‘In Search of a Cultural Interpretation of Power: The Contribution of Pierre Bourdieu’ Institute of Development Studies 37: 11 – 22.

Nichols, B. (2010) Engaging Cinema. An Introduction to Film Studies. New York, W. W. Norton & Company.

O’Cass, A. (2000) ‘An Assessment of Consumers Product, Purchase Decision, Advertising and Consumption Involvement in Fashion’ Journal of Economic Psychology 21: 545 – 576.

Paterson, C. & D. Domingo (2008) Making Online News. The Ethnography of New Media Production. New York, Peter Lang.

Pruner-Bey, F. (1877) ‘On human Hair as a Race Character’ The Journal of the Anthropological Institute of Great Britain and Ireland 6: 71 – 92.

Rinallo, D. & F. Golfetto (2006) ‘Representing Markets: The shaping of Fashion Trends by French and Italian Fabric Companies’ Industrial Marketing Management 35: 856 – 869.

Roach-Higgins, M.E. & J.B. Eicher (1992) ‘Dress and Identity’ Clothing and Textile Research Journal 10-4: 1 – 8.

Schneider, J. (1987) ‘The Anthropology of Cloth’ Annual Reviews of Anthropology 16: 409-448. Sharp, L.A. (2000) ‘The Commodification of the Body and its Parts’ Annual Reviews of Anthropology 29: 287 – 328.

Snook, E. (2015) ‘Beautiful Hair, Health, and Privilege in Early Modern England’ Early Modern Cultural Studies 15-4: 22 – 51.

Stevenson, L. & E. Kohn (2015) Leviathan: an ethnographic Dream. Society for Visual Anthropology Newsletter, 31: 49 – 53.

Simmel, G. (1904/1971) ‘George Simmel’ in: Appelrouth, S. & L.D. Edles (2008) Classical and contemporary sociological Theory. Northridge, California State University: 684 – 696.

Spradley, J.P. (1980) Participant Observation. Wadsworth, Cengage Learning.

Tate, S. (2007) ‘Black Beauty: Shade, Hair and anti-racist Aesthetics’ Feminism and Post colonialism: Knowledge/Politics 30-2: 300 – 319.

Tranberg Hansen, K. (2004) ‘The World in Dress: Anthropological Perspectives on Clothing, Fashion and Culture’ Annual Review of Anthropology 22: 369 – 392.

Twigg, J. (2009) ‘Clothing, Identity and the Embodiment of Age’ in: J. Powell & T. Gilbert (2009) Aging and Identity: A Postmodern Dialogue New York, Nova Science Publishers: 1 – 19.