• No results found

De wijze waarop KVO-verbanden tot stand komen en functioneren is uitermate gevarieerd. Uit alles kun worden opgemaakt dat het KVO nog jong is en dat dus er nog weinig gebaande paden zijn. Dit geeft creatieve en enthousiaste geesten de ruimte om zich uit te leven en allerhande oplossingen te verzinnen voor problemen waar ze tegenaan lopen. Op die manier wordt al doende ontdekt wat werkt en wat niet werkt. Zodoende is al veel geleerd en verbeterd aan het KVO. De keerzijde van de medaille is dat betrokkenen soms bezig zijn om telkens opnieuw het wiel uit te vinden. Ook de investeringen in know how die lokaal nog nodig zijn om het KVO te laten functioneren zijn alleen maar vol te houden doordat er voldoende mensen rondlopen die hun hele ziel en zaligheid ‘erin gooien’.

Het tot stand brengen van KVO-verbanden is soms moeilijk, maar de drempels om tot samenwerking te komen zijn bij het KVO zodanig laag gemaakt, dat het in veel gevallen wel lukt om de belanghebbende partijen bereid te krijgen om deel te nemen aan de samenwerking. Wat in dit stadium vooral nodig is, is één partij die eraan wil trekken en verder de goede bedoelingen van de andere deelnemers. Pas nadat het keurmerk is behaald, wordt de samenwerking tussen partijen serieus op de proef gesteld. Hier signaleren we dan ook de meeste knelpunten en bedreigingen.

We concluderen dat het in stand houden van een KVO-verband op termijn de grootste uitdaging zal opleveren. Er doen zich op dit vlak veel problemen voor. Sommige daarvan zijn te beïnvloeden, zoals het geringe bewustzijn van ondernemers betreffende allerhande zaken die met veiligheid te maken hebben (inclusief het KVO zelf) en in sommige gevallen hun gebrekkige organisatiegraad, de ongelijkwaardige bijdragen van partijen, de hoge

proceskosten en het gebrek aan een ondersteunende organisatie. Andere problemen zijn moeilijker te beïnvloeden of intrinsiek aan (publiek-privaat) samenwerken, zoals het variërende commerciële belang van ondernemers bij het KVO en het ontbreken van mogelijkheden om te sturen in een PPS (omdat alle partijen autonoom blijven en er geen hiërarchie bestaat).

Het KVO is als PPS vooral afhankelijk van de bereidheid van private partijen om deel te nemen. Hierbij doet zich echter een paradoxale situatie voor. Ondernemers zullen eerder bereid zijn om te investeren in veiligheidsmaatregelen in een situatie waarin de overheid afwezig is. In deze situatie hebben ondernemers ook meer belang bij het KVO. Maar om het KVO tot een succes te maken moeten alle partijen bijdragen, terwijl de betrokkenheid van de ondernemers bij veiligheidszaken nu juist is voortgekomen uit het achterwege blijven van overheidsbijdragen. Dit is een ingewikkeld probleem dat vooral bij bedrijventerreinen tot een spanningsveld kan leiden, want: wat heeft de overheid de ondernemers nu precies te bieden?

Aan de andere kant zien we dat ondernemers in winkelcentra in een aantal gevallen (niet altijd!) nog uitgaan van het idee dat de overheid het allemaal wel regelt. Dit heeft deels te maken met het feit dat de overheid in deze gebieden vaak nog meer aanwezig is en dat schept uiteraard verwachtingen. Maar we kunnen ook vaststellen dat deze ondernemers

kennelijk nog niet zodanig in hun ondernemersbelang worden geraakt dat ze zich genoodzaakt zien om over hun principiële stellingname heen te stappen om ze lf maatregelen te nemen. Ondernemers op bedrijventerreinen en in winkelcentra die zichzelf collectief beveiligd hebben, doen dit ook niet omdat ze vinden dat het hun taak is.

Echter, ook bij winkelcentra lijkt een beweging gaande waarbij ondernemers in toenemende mate de handschoen van collectieve beveiliging oppakken die de overheid noodgedwongen laat liggen. We zijn verschillende winkelcentra tegengekomen waar de ondernemers fors investeren in collectieve beveiliging. We hebben hier weliswaar geen

110

concrete cijfers over, maar als we kijken naar de enorme omzettoename van de particuliere beveiligingsindustrie in de afgelopen 20 jaar (Hoogenboom & Muller 2002) , mogen we hieruit afleiden dat ondernemers, ook winkeliers, zich in toenemende mate genoodzaakt zie n om (individueel én collectief) beveiligingsmaatregelen te treffen. Hoe paradoxaal het ook klinkt, maar op termijn is deze ontwikkeling, waarbij de overheid zich terugtrekt en het bedrijfsleven zelf de handschoen oppakt, wel een goede voedingsbodem voor het KVO.

In de huidige praktijk van het KVO zien we samenwerkingsverbanden waar de

overheid aan trekt en samenwerkingsverbanden waar het bedrijfsleven aan trekt. Dit illustreert de stand van zaken ten aanzien van de kwestie die we hiervoor bespraken. Hoe dan ook, het samenwerken blijft in elk van deze situaties een lastige opgave, omdat samenwerken nu eenmaal moeilijk is, en helemaal als er publieke en private partijen bij betrokken zijn. Dit noopt tot bescheiden verwachtingen en een bescheiden ambitieniveau. Hoe meer een ieder zich daarvan bewust is, hoe groter de kans van slagen voor het KVO.

We kunnen afsluitend concluderen dat het samenwerken in KVO-verband een ingewikkelde opgave is, waar veel haken en ogen aan zitten. Het is realistisch om te

verwachten dat dit altijd wel het geval zal blijven. Niettegenstaande dit feit is het opmerkelijk om vast te stellen dat zo’n beetje alle betrokkenen bij het KVO die wij in dit onderzoek hebben gesproken er enthousiast over zijn. Op de vraag aan lokaal betrokkene n bij het KVO of ze het anderen in hun positie ook zouden aanraden om eraan mee te doen, werd massaal ‘ja’ geantwoord (ook als ze veel kritiek hadden op wat er in het KVO-verband gebeurde). Dit lijkt ons een hoopvol signaal voor de toekomst.

111

Literatuur

Berg, E. M. C. v. d., W.A.C. van Oppen. (1993). Criminaliteitspreventie op bedrijventerreinen. Den Haag: Ministerie van Justitie.

Bisseling, T. (1999). Keurmerk Veilig Ondernemen op komst. Security Management(10). Geerts, R. W. M., & boekhoorn, P. F. M. (1990). Criminaliteitsbeheersing: de wenselijkheid

van publiek private samenwerking. Arnhem: Gouda Quint.

Haaglanden, R. P. C. (2002). Stappenplan Samen Werken aan Veilig Ondernemen. Den Haag: Regionaal Platform Criminaliteitsbehersing Haaglanden/ Kamer van Koophandel Haaglanden.

Hoogenboom, B., & Muller, E. (2002). Voorbij de dogmatiek: Publiek-private samenwerking in de veiligheidszorg. Zeist: Kerckebosch.

Justitie, & BZK. (2002). Naar een veiliger samenleving. Den Haag: Ministerie van Justitie & Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Knibbe, A. (2002). Publiek-private samenwerking. Alphen aan den Rijn: Kluwer. Lavè n, J. (2001/2002). Veilig ondernemen, samenwerken en regie. Unpublished Paper,

Leeuwarden.

Lavè n, J. (2002). Samen Veilig Ondernemen in relatie tot het Keurmerk Veilig ondernemen. In H. J. Heijboer (Ed.), Beveiligingsjaarboek.

Meij, J. P. v. d., Beek, H. M. t., postema, A., & Putten, M. v. d. (2000). Inventarisatie faal- en succesfactoren van lokale PPS-projecten. Utrecht: Ernst & Young Consulting.

NPC. (2000). Handboek voor het Keurmerk Veilig Ondernemen voor bestaande

bedrijventerreinen (KVO-B). Den Haag: Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing. NPC. (2001). Keurmerk Veilig Ondernemen Winkelcentra; Veilig winkelen en werken in een

winkelcentrum; Handboek Bestaande Bouw. Den Haag: Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing.

Pel, A. A. v., J.C. Wever & L. Smit. (2002). De 10 stappen van Publiek-Private Samenwerking. Zeist: Kerckebosch.

Reijnen, K. (1999). Publiek Private samenwerking; Een middel om met bestaande middelen méér te doen. Een onderzoek naar de invloed van PPS op de effectiviteit en de efficiëntie. Unpublished Doctoraalscriptie, Vrije Universiteit, Amsterdam. SEC. (2002). Criminaliteit in het bedrijfsleven. SEC, Tijdschrift over Samenleving en

Criminaliteitspreventie, 16(1).

Twist, M. J. W. v. (2002). Dubbelspel; publiek-private samenwerking en het management van verwachtingen. Utrecht: Lemma.

VCBB-Nieuwsbrief. (2002). Prioriteit veiligheid bedrijventerreinen moet hoger. Nieuwsbrief Vereniging Collectieve Beveiliging Bedrijventerreinen VCBB, 5.

113

Bijlagen

1. Overzicht van de 4 KVO-bedrijventerreinen 2. Overzicht van de 4 KVO-winkelcentra

3. Vastlegging van de veiligheidseffecten in KVO-verband 4. Checklist interview voor kartrekkers

5. Checklist interview voor lokale bronnen 6. Overzicht van geïnterviewde personen 7. Checklist interview voor globale bronnen

8. Vragenlijst voor ondernemers op een bedrijventerrein 9. Vragenlijst voor ondernemers in een winkelcentrum 10. Frequentieverdelingen van het ondernemersonderzoek 11. Leden van de begeleidingscommissie

115