• No results found

Turkse en de Nederlandse cultuur zijn en hoe moeilijk het is om hiermee om te gaan voor mensen die tussen deze twee culturen leven.

Vanwege de verschillende focalisatoren in deze roman is het lastig om te spreken van een visie op de verhoudingen tussen de Turkse en Nederlandse cultuur die het werk in zijn geheel uitdraagt. Moeilijker dan bij De Importbruid het geval is. Dit omdat Rüya in De Importbruid, als hoofdpersoon en enige focalisator, zeer bepalend is voor de visie van het gehele werk. Cigdem heeft met De val van Mehmet een beeld geschetst van de moeilijkheden waartegen een immigrantengezin aanloopt in Nederland. De roman brengt deze problematiek in kaart door de lezer door de ogen van verschillende leden van de familie Cantürk te laten kijken. Cigdem laat in De val van Mehmet zien hoe problematisch de verhouding tussen deze twee culturen is en hoe dit invloed heeft op verschillende groepen binnen de Turkse bevolking. Er wordt met name nadruk gelegd op de verschillen tussen de generaties Nederlandse Turken en de problematiek die dit met zich meebrengt in het gezinsleven. Door de manier van vertellen die Cigdem heeft gekozen wordt de lezer zich ervan bewust dat de visie van een personage op de verhoudingen tussen de Turkse en Nederlandse cultuur van veel factoren afhankelijk is. Hoe een persoon over deze twee culturen en ook de rol van gender binnen deze culturen denkt is afhankelijk van de tijd en plaats waarin hij leeft, zijn opvoeding en zijn religie.

§3 Conclusie Hülya Cigdem

Hierboven zijn de twee romans De Importbruid en De val van Mehmet van Hülya Cigdem uitvoerig besproken. Voor elk van de twee werken is gekeken hoe de verhoudingen tussen de Turkse en de Nederlandse cultuur worden weergegeven en welke rol gender daarbij speelt.

De val van Mehmet en De Importbruid zijn twee verschillende romans, die anders zijn geschreven en anders zijn opgebouwd. De Importbruid is autobiografisch. De parallel van het leven van de hoofdpersoon Rüya met dat van de schrijfster Cigdem is snel getrokken. Deze roman is in de ik-vorm geschreven en dit betekent dat het soms lastig is te bepalen wie er spreekt. Is het de oudere vertellende Rüya, de jonge belevende Rüya of gebruikt Cigdem dit personage om haar eigen stem te laten spreken en haar eigen mening te verkondigen? Omdat deze roman zo sterk autobiografisch is, is dit lastig zeggen. Rüya is de enige focalisator en daardoor lijkt haar mening en haar visie op de verhouding tussen de twee culturen en op parallel te lopen met de visie die het werk in zijn geheel uitdraagt. Omdat er zo veel autobiografische elementen in dit werk zitten, ben je als lezer geneigd deze visie ook aan Cigdem zelf toe te schrijven. Dit hoeft echter niet het geval te zijn, Cigdem laat zich namelijk nooit zelf uit over deze kwestie en spreekt enkel door haar personages. In De val van Mehmet zijn er meerdere personages die focaliseren, zowel mannen als vrouwen. Er is sprake van een alwetende verteller die in de hij/zij-vorm vertelt en de focalisatie wisselt tussen verschillende personages. Uit de opdracht aan het begin van het werk (Met dank aan Mehmet Cantürk die me milder heeft gestemd) blijkt wel dat er een echte Mehmet Cantürk bestaat op wie Cigdem deze roman heeft gebaseerd. Hierdoor wordt er een illusie van echtheid gecreëerd die je als lezer doet geloven dat de gebeurtenissen in de roman waar gebeurd zijn. Dit ene kleine zinnetje aan het begin van de roman is echter te weinig om er een conclusie aan te verbinden. Bij De Importbruid is dit anders omdat op de achterflap een parallel wordt gemaakt naar het leven van Cigdem, het werk is niet zomaar gebaseerd op een echt leven, maar op het leven van de schrijfster zelf.

Uit beide romans van Cigdem wordt één ding duidelijk en dat is dat de Turkse en de Nederlandse cultuur enorm verschillen en dat gender daar een groot aandeel in heeft. In beide werken laat Cigdem de verschillen tussen de Turkse en Nederlandse cultuur op treffende wijze zien en brengt zij hiermee de problematiek rond de integratie in kaart. Uit beide werken wordt duidelijk

36 dat het moeilijk is, voor zowel de eerste als tweede generatie, om een plekje te vinden in de Nederlandse maatschappij en daarin volledig geaccepteerd te worden. De boodschap is dat de integratie is mislukt en dat er nog veel aan moet gebeuren. De verhoudingen tussen de twee culturen worden in het werk van Cigdem problematisch weergegeven en er wordt kritisch naar gekeken. Als vrouwelijke schrijfster biedt Cigdem een duidelijk inzicht in de man/vrouw-verhoudingen in de Turkse culturen en hoe die verschillen van de man/vrouw-man/vrouw-verhoudingen in Nederland. Gender is een van de dingen waarin de twee culturen fundamenteel van elkaar verschillen en dat laat Cigdem in haar werk tot uiting komen. Ze wil overduidelijk de problematiek rond integratie aan de kaak stellen met haar romans en doet dit met persoonlijke verhalen van realistisch aandoende Turkse mensen die in echte Nederlandse steden wonen (toevallig (?) is dat hier twee keer haar eigen woonplaats Tilburg). Elk van de twee romans geeft hierin een uniek inzicht. De verhoudingen tussen de Turkse en de Nederlandse cultuur worden in De Importbruid geschetst door de ogen van een jonge Turkse vrouw die graag wil integreren in de Nederlandse samenleving. In De val van Mehmet laat Cigdem de problematiek rondom deze verhoudingen zien door de lezer met verschillende generaties van dezelfde familie te laten meekijken.

37

Rachida Lamrabet

Rachida Lamrabet (1970) is een Vlaamse schrijfster van Marokkaanse komaf. In 2006 won ze de Kif Kif literatuurprijs met het verhaal Mercedes 207, dat werd opgenomen in de bundel Kif Kif. Nieuwe stemmen uit Vlaanderen. Dit is een bundel verhalen van Nederlandse, Vlaamse, autochtone en allochtone jonge schrijvers. Ze debuteerde in 2007 met haar eigen roman Vrouwland, waarvoor ze de Debuutprijs ontving. In 2008 verscheen haar tweede boek, de verhalenbundel Een Kind van God. Voor dit werk kreeg ze de BNG Nieuwe Literatuurprijs. In 2011 kwam haar derde boek uit, De man die niet begraven wilde worden. Naast deze boeken schrijft Lamrabet ook toneelstukken, zoals het stuk Belga uit 2009 dat genomineerd is voor de vijfjaarlijkse theaterprijs van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.

Net als Cigdem schrijft Lamrabet over het leven tussen twee culturen. Het verschil is dat Lamrabet schrijft over de Marokkaanse en de Vlaamse cultuur in plaats van de Turkse en de Nederlandse. Daarnaast spelen haar werken zich af in België, Antwerpen, en in Marokko. Haar werken zijn niet autobiografisch, zoals De Importbruid van Cigdem. Lamrabet heeft veel literaire prijzen binnengesleept in verhouding tot het aantal werken dat zij heeft gepubliceerd. Hieruit is af te leiden dat zij meedraait in het hogere segment van het literaire veld in Vlaanderen. Lamrabet staat ‘hoger’ in het literaire veld dan Cigdem, wier werk geen prijzen heeft ontvangen. Haar werk is dan ook wat meer ‘literair’ in de zin dat de vorm van het schrijven naast het verhaal een belangrijk element is. Bij Cigdem staat het verhaal centraal en is de vorm daaraan ondergeschikt. Mede

daardoor zijn de thema’s integratie en gender bij de werken van Cigdem duidelijker op de voorgrond aanwezig. Bij Lamrabet, vooral bij Een kind van God en De man die niet begraven wilde worden, zijn deze thema’s meer op de achtergrond aanwezig.

§1 Vrouwland

In Vrouwland beschrijft Rachida Lamrabet het verhaal van vier jonge mensen die met elkaar verbonden worden door één persoon: Younes. Younes heeft zich jaren geleden verloofd met Mariam toen zij op vakantie was in Marokko. Weer terug in België vergat Mariam hem echter snel weer. Jaren later heeft ze haar familie de rug toe gekeerd, haar naam veranderd in Mara en leidt ze in Antwerpen een heel westers leven. Younes kan haar echter niet vergeten en gaat ervan uit dat ze nog steeds verloofd zijn. Hij besluit de oversteek naar Europa te maken en naar haar toe te gaan, maar onderweg verdrinkt hij. Na zijn dood is zijn buurmeisje, Faïza, helemaal van streek. Ze was blijkbaar al jaren verliefd op Younes en wil zelfs nu hij dood is nog met hem trouwen. Ze eet niet meer, brengt al haar tijd bij zijn graf door en wordt mentaal gebroken door de situatie. Ze vraagt een vrouw die kan communiceren met de doden, Safia Kahina, haar te helpen alsnog met Younes te trouwen, maar Safia weigert. Ondertussen heeft de Afrikaan met wie Younes de oversteek maakte naar Europa Mara bericht gebracht van zijn dood. Het doet haar weinig en ze is niet van plan hiervoor naar Marokko af te reizen. Wel wordt ze in haar dromen bezocht door Younes. Na een tijdje staat de neef van Younes, Abdelkader, voor haar deur, die zegt ook gedroomd te hebben over Younes en Mara. Niet veel later komt Mara’s broer Marwan bij haar langs; hij komt net uit de gevangenis en heeft ook over haar en Younes gedroomd. Mara besluit toch terug te gaan naar het leven dat ze zo lang geleden achter zich heeft gelaten en gaat met Marwan en Abdelkader naar Marokko om Younes’ ouders te bezoeken. Onderweg vindt er een ruzie met Abdelkader plaats en zetten ze hem uit de auto. Eenmaal in Marokko bezoeken Marwan en Mara hun familie en de familie van Younes. Ze redden zelfs Faïza uit een gesticht. Ze was zo de weg kwijt dat ze van huis is weggelopen en daar terecht is gekomen. Ze helpen haar vrede te vinden met Younes’ dood door

38 haar opnieuw naar Safia Kahina te brengen. Daar stuurt Younes haar een sein vanuit de dood: Faïza’s diploma, waar ze eigenlijk voor was gezakt, om haar een nieuwe kans in het leven te geven.

Vrouwland heeft, net als De val van Mehmet verschillende focalisatoren. Net als bij de roman van Cigdem zijn hier de focalisatoren zowel mannen als vrouwen. Het verschil is dat het hier gaat om Marokkanen in plaats van Turken en het westerse land dat wordt beschreven België is in plaats van Nederland. Een ander verschil is dat hier de focalisatie per hoofdstuk wisselt, de focalisatoren hebben allemaal een eigen hoofdstuk. Deze roman heeft in dit onderzoek een speciale positie omdat de focalisatoren allemaal andere achtergronden en levens hebben. Ging het bij De val van Mehmet om leden uit dezelfde familie, hier hebben de focalistoren veel minder met elkaar te maken; wat hen met elkaar verbindt is dat ze Younes kennen. Het gaat ook niet alleen, zoals bij de romans van Cigdem, om immigranten. In deze roman wordt er ook gefocaliseerd vanuit Marokkanen die in Marokko zijn blijven wonen en door bijzondere immigranten die volledig hebben gebroken met hun afkomst (Mara). Het beeld van de twee culturen dat er met deze roman wordt geschetst is daardoor erg veelzijdig, veelzijdiger dan wanneer er maar één focalisator is. Daarnaast komt er in deze roman duidelijk een oriëntalistisch element naar boven, namelijk bovennatuurlijke dromen. Alle personages hebben na de dood van Younes dromen over hem, allemaal dezelfde dromen. Daarnaast is er natuurlijk de heks, Safia Kahina, als overduidelijk bovennatuurlijk element. Dit is een element dat niet past binnen de westerse cultuur en duidelijk iets exotisch, iets ‘vreemds’ representeert. Het voorkomen van deze bovennatuurlijke dromen heeft ongetwijfeld ook te maken met het meer ‘literaire’ karakter van Lamrabets boeken. Dit is de enige van de vijf werken waarin deze bovennatuurlijke Oosterse invloeden voorkomen.

§1.1 Technieken van ‘othering’

Wie de verteller is, wie er focaliseert en van welke personages die niet focaliseren sprekend of denken worden opgevoerd en welke juist niet zegt veel over de visie op de relatie tussen twee culturen die door een roman wordt uitgedragen. Vrouwland heeft meerdere focalisatoren met veel verschillende achtergronden en afhankelijk van wie focaliseert wordt op een andere manier gebruik gemaakt van technieken van ‘othering’, aagezien de visies van de personages op de verhoudingen tussen de Marokkaanse en de Belgische cultuur verschillen.

In deze roman is de verteller afgezwakt auctoriaal en alwetend, maar niet als een aanwijsbaar persoon in het verhaal aanwezig. Hij gebruikt meerdere focalisatoren om het verhaal te verteller, zoals Younes, Faïza, Abdelkader, Mariam/Mara en Marwan. Wie in welk hoofdstuk de focalisator is, is gemakkelijk te herkennen omdat het hoofdstuk naar dat personage is vernoemd. Alleen in het laatste hoofdstuk, dat ‘Marwan en het noorden: het niets’ heet, wordt ook door Mara/Mariam gefocaliseerd. Alle focalisatoren zijn Marokkanen en de lezer krijgt niets door de ogen van de Vlaming te zien. Er is echter veel verschil tussen de verschillende Marokkanen die focaliseren. Net als bij Cigdem gold voor de Turken, blijkt hier dat er veel verschillende gradaties bestaan tussen Marokkanen onderling. Younes en Faïza zijn woonachtig in Marokko, Abdelkader in Spanje en Mara en Marwan in België. Zij zijn niet over één kam te scheren als ‘de Marokkaan’. Wanneer er sprake is van ‘othering’ wordt er dus niet altijd een zwart-wit onderscheid gemaakt tussen ‘de Marokkaan’ en ‘de Belg’. Welk onderscheid er wel wordt gemaakt, is erg afhankelijk van het personage dat focaliseert en wie of wat het gefocaliseerde object is. Over het algemeen kijken de Marokkanen die nog in Marokko wonen met een idealistische blik naar Europa en zien het echt als het beloofde land. Slechts een enkeling is meer sceptisch. Er wordt door de Marokkanen die in eigen land leven een scherp onderscheid gemaakt tussen henzelf en Marokkanen die in Europa wonen. Zo worden

39 Marokkaanse meisjes die in Europa wonen ‘kippetjes’ genoemd en duiden Marokkaanse mannen België aan als ‘Vrouwland’. Dit omdat vrouwen daar volgens hen de baas zijn en je je als man niet moet laten verleiden door zo’n vrouw die je meeneemt naar Europa om daar de baas over je te spelen. Een enkele keer worden door de verteller Belgische personages sprekend opgevoerd over ‘de Marokkaan’. Dit valt echter in het niet bij hoe vaak de Marokkaanse personages ‘othering’ gebruiken met ‘de Vlaming/de Belg’ als gefocaliseerd object. Mara is een bijzondere focalisator wanneer er wordt gekeken naar haar visie op de verhoudingen tussen de Belgische en Marokkaanse cultuur. Zij is van Marokkaanse afkomst, maar zo verwesterd dat ze soms haast als westerling ‘othering’ gebruikt met de Marokkaan als het gefocaliseerde object. Wanneer de technieken van ‘othering’ worden geanalyseerd is het van belang zicht te hebben op wie er focaliseert. Doordat er in Vrouwland meerdere focalisatoren ‘othering’ gebruiken, waaruit verschillende visies naar voren komen, ontstaat een divers en polyfoon beeld van de verhoudingen tussen de culturen. In die zin sluit Vrouwland aan bij De val van Mehmet, waarin tevens van meerdere focalisatoren gebruik werd gemaakt.

Welke technieken van ‘othering’ zijn er in deze roman terug te vinden? Europa, het westen en België worden voortdurend aangeduid met ‘daar’, in tegenstelling tot ‘hier’ in Marokko, een duidelijke vorm van ‘othering’. Dit is een typische manier van het vervreemdend en anders beschrijven van een andere cultuur en een ander land. Een ander verschil, dat steeds opnieuw benadrukt wordt, is de taal. Er worden voortdurend Arabische woorden gebruikt die cursief zijn gedrukt, wat Boehmer , zoals we eerder al zagen, ziet als een belangrijk voorbeeld van ‘othering’.107 Opvallend is dat bij dit werk een verklarende woordenlijst achterin ontbreekt, iets wat wel vaker voorkomt in migrantenliteratuur. Een ander verschil dat bij taal hoort zijn de namen van de personages. Aan de naam kan de lezer direct herkennen of hij met een Marokkaans of een Belgisch personage te maken heeft. Mara zelf is een uitstekend voorbeeld van hoe een personage met een naam een cultuur met zich kan meedragen. Haar vroegere Marokkaanse zelf is Mariam en haar nieuwe Belgische zelf is Mara. De Marokkaanse personages zijn niet alleen anders dan de Belgen qua naam, maar ook op vlak van uiterlijk. Zo baalt Mara ervan dat haar uiterlijk laat zien dat ze niet echt Belgisch is: ‘Ze was niet blank, en dat was tot nader order nog steeds het sterkste criterium om voor Europese door te gaan. Het was sterker nog dan haar verkregen nationaliteit, en sterker dan haar verlichte opvattingen, die ze indien nodig vloeiend in drie Europese talen kon uiteenzetten. Daar in de spiegel keek Mariam Lamkaddem haar triomfantelijk aan. ‘Ik kleef op je huid, Mara.”108 Mara creëert hier zelf een polariteit tussen wit en gekleurd, een kenmerk van ‘othering’ eerder genoemd door Meijer,109 om aan te duiden dat ze altijd anders zal zijn dan een ‘echt Belgisch’ iemand. Net als in De Importbruid worden hier ongebruikelijke kleding en andere standaarden van schoonheid gebruikt om raciale scheiding te creëren.110 Zo wordt bij Mara’s bezoek in Marokko duidelijk dat haar kleding absoluut niet in de smaak valt bij de Marokkanen en een dorpsbewoonster geeft haar langdurige verblijf in België de schuld van haar, naar Marokkaanse maatstaven, lelijke verschijning: ‘Hoe komt het dat de kinderen die daar opgroeien, met de jaren lelijker worden?’111 Het bijzondere aan deze laatste technieken van ‘othering’ is dat hier vanuit de Marokkaan die nog in Marokko woont de

107

Boehmer, Goeda. ‘Postcolonial Studies in the Context of the ‘Diasporic’ Netherlands’ The Postcolonial Low

Countries: Literature, Colonialism, Multiculturalism, (Lanham: Lexington Books, 2012), 371

108 Lamrabet, Rachida. Vrouwland. 5e druk Antwerpen: De Bezige Bij Antwerpen, 2009, 126

109

Meijer, Maaike. In tekst gevat. Inleiding tot een kritiek van representatie, (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2006), 131 + 132

110 Meijer, 131 + 132 111

40 verwesterde Marokkaan (waar Mara het ultieme voorbeeld van is) als ‘de ander’ wordt gezien. Het laatste voorbeeld van ‘othering’ van Meijer dat in de inleiding werd aangehaald, een stereotiepe verdeling van de verhouding tussen mannen en vrouwen, is in Vrouwland ook aanwezig. Dit komt terug in de behandeling van Mara in het gezin toen zij nog jong was en hoe er wordt gepraat over vrouwen binnen het Marokkaanse huwelijk. Op deze verschillen zal echter meer worden ingegaan in de paragraaf over gender. Andere verschillen tussen de culturen die aan bod komen zijn het verschil in eten. Marokkaans eten wordt in dit werk steevast met ‘zoet’ aangeduid terwijl koffie op de Belgische manier, zwart, steevast ‘bitter’ wordt genoemd. Het laatste element waarmee duidelijk wordt dat de protagonisten leven tussen verschillende tradities en culturele werelden is het bovennatuurlijke dat in deze roman voortdurend terugkomt. Na de dood van Younes dromen verschillende mensen over hem en de boodschap van deze droom is dat Mara zijn dorp in Marokko moet bezoeken. De meeste Marokkaanse personages nemen deze boodschap meteen op en brengen