• No results found

Conclusie en Discussie

Het doel van het onderzoek is om antwoord te geven op onderzoeksvraag en beweegcentra

handvatten te geven hoe zij preventieve zorg kunnen borgen binnen de organisatie. Door het in kaart brengen van het aanbod van andere beweegcentra in Noord-Nederland en de behoeften van de klant te beschrijven, kan de hoofdvraag beantwoord worden.

4.1 Conclusie

De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: “Hoe kunnen beweegcentra de groeiende vraag naar preventieve zorg borgen binnen de organisatie?”

Preventieve zorg

Uit onderzoek en uit de interviews blijkt dat de zorg steeds meer naar preventie toe gaat, om curatie te voorkomen (Hover, Hakkers, & Breedveld, 2012). Curatie is duurder dan preventie. Uit de

interviews blijkt dat veel preventieve zorg gefinancierd wordt met overheidsgeld. Het nadeel hiervan is dat mensen minder gestimuleerd worden om te sporten, omdat het hun financieel niks kost. Aan de andere kant is geheel zelf betalen van preventieve zorg te duur, waardoor er geen actie wordt ondernomen. Een eigen bijdrage is hiervoor de oplossing, op deze wijze blijven de mensen

gemotiveerd om door te gaan, wat resulteert in een beter eindresultaat. Hieruit is te concluderen dat de financiering een belemmerende factor blijkt te zijn, mede door gebrek aan ondernemerschap. De toenemende vraag naar samenwerking in multidisciplinaire teams wordt bevestigd in de interviews.

De inrichting speelt hierbij een belangrijke rol. Eén-op-één begeleiding en persoonlijke aandacht is het meest effectief in het behalen van resultaat, maar daar hangen kosten aan. De eerstelijnszorg heeft een belangrijke rol in het vaststellen en doorsturen van risicogroepen, die potentieel zijn voor chronische ziekten als Diabetes, COPD en HVZ.

Beweegcentrum

In het thema beweegcentrum werden de producten: fitnessabonnement, groepslessen,

bedrijfsfitness, leefstijl coaching en beweegtrajecten door meer dan 50 procent van de specialisten genoemd als geschikt product voor preventieve zorg. Hieruit is te concluderen dat dit goede

producten zijn om preventieve zorg vorm te geven. Echter zijn hier verschillende mogelijkheden voor om dit in te vullen. De toegevoegde waarde is voor alle beweegcentra hetzelfde, namelijk: service, kwalitatief sporten, persoonlijke aandacht en persoonlijke begeleiding. De klant vindt over het algemeen een grote sportschool niet aantrekkelijk en missen daar goede service en begeleiding.

Daarnaast is te concluderen dat er veel aandacht besteed wordt aan het retentiebeleid, om de slapende leden zo laag mogelijk te houden en de winst zo hoog mogelijk. Dit is een bevestiging van de verwachting die vooraf werd geschetst (Hover, Hakkers, & Breedveld, 2012). De meest gebruikte vorm van kostenreductie is groepslessen. Zo staat er één instructeur op een groep van meerdere mensen, zodat de personeelskosten beperkt worden. Echter zit hier wel een maximaal aantal deelnemers aan, anders gaat het ten kosten van de kwaliteit van de begeleiding. Een tweede optie om de personeelskosten laag te houden is om het centrum in de daluren te sluiten. Een derde optie is steun van de overheid of gemeente in de vorm van gemeentelijke potjes en subsidies.

Gebruiker

Iedereen is een potentiële klant voor preventieve zorg. De voornaamste doelgroep die het meest baat hebben bij preventieve zorg zijn de mannen en vrouwen tussen de 30 en 50 jaar. Uit meerdere interviews en uit onderzoek van Hover et al en Berg et al blijkt dat de eerstelijnszorg een belangrijke

rol speelt in het vaststellen en doorsturen van risicogroepen op potentiele chronische ziekten als Diabetes, COPD en HVZ. Mensen met een midden- of hoge SES hebben net zoveel behoefte aan preventieve zorg als de mensen met een lage SES en hebben behoefte aan meer comfort en begeleiding. Hieruit is te concluderen dat mannen en vrouwen tussen de 30 en 50 jaar met een midden- of hoge SES de belangrijkste doelgroep is waar een beweegcentrum zich op kan focussen.

Deze doelgroep heeft behoefte aan meer en betere begeleiding, een centrum met verschillende specialismen en een centrum waar ze persoonlijke aandacht en betrokkenheid krijgen. Ook hebben zij behoefte aan een vaste driehoek met voeding, bewegen en leefstijl coaching.

De grootste uitdaging is om de doelgroep die nog niet bezig is met leefstijlverandering aan het bewegen te krijgen, om ze te laten ervaren dat het ook voor hun haalbaar en nuttig is. In het aanbod is het belangrijk dat de kwaliteitseisen scherp zijn en dat er geprotocolleerd te werk wordt gegaan.

Tot slot kan de hoofdvraag: “Hoe kunnen beweegcentra de groeiende vraag naar preventieve zorg borgen binnen de organisatie?” worden beantwoord.

Om preventieve zorg te borgen binnen het beweegcentrum is het belangrijk dat het aanbod aansluit op de wens van de klant. Vooralsnog is de financiering een belemmerende factor, waardoor het belangrijk is dat centra ondernemerschap tonen in het aanbieden van preventieve zorg.

Fitnessabonnementen, groepslessen, bedrijfsfitness, leefstijl coaching en beweegtrajecten kunnen naar aanleiding van het onderzoek het beste fungeren voor leefstijlbevordering. Mannen en vrouwen tussen de 30 en 50 jaar met een midden- of hoge sociaal economische status(SES) is de doelgroep die het meest baat heeft bij preventieve zorg, gezien vanuit het gezondheidsperspectief en de kans op succes. Deze doelgroep heeft behoefte aan persoonlijke begeleiding in een centrum met

verschillende specialismen, waarbij de focus ligt op bewegen, voeding en leefstijl coaching.

4.2 Discussie

Op basis van de literatuur uit het vooronderzoek werd een beeld geschetst van de trends binnen de fitnessmarkt (Hover, Hakkers, & Breedveld, 2012; Berg, Post, vanReenen, Baan, & Schoemaker, 2013). Er werd beschreven dat er steeds meer samenwerking werd gezocht tussen fitness en fysiotherapie en dat er samenwerking werd gezocht door middel van multidisciplinaire teams.

Daarnaast werd er beschreven dat steeds meer de focus op preventie werd gelegd en dat er een stijgende behoefte naar een gezonde leefstijl is. Verder lagen er kansen voor fitnessaanbieders door samenwerking te zoeken met eerstelijnszorg en lokale sportaanbieders. Uit dit onderzoek blijkt dat de verwachtingen juist waren.

In dit onderzoek zijn semigestructureerde diepte-interviews bij specialisten gebruikt om te

achterhalen hoe beweegcentra preventieve zorg aanbieden en om een beeld te krijgen van de klant en haar behoeften. Er zijn negen interviews afgenomen met specialisten, aan de hand van thema’s die waren gebaseerd op het implementatiemodel van Rijn & Bommel (Rijn & Bommel, 2012). De interviews zijn vervolgens getranscribeerd en uitgewerkt door de onderzoeker zelf. Doordat de onderzoeker dit alleen heeft gedaan, is het gevaar dat de interpretatie van de onderzoeker bepalend kan zijn voor de informatieverwerking. Echter door stapsgewijs en geprotocolleerd te werken is dit zo goed mogelijk geprobeerd te voorkomen.

Dit onderzoek heeft zich volledig gericht op beweegcentra die de samenwerking hebben tussen fysiotherapie en fitness. Hoewel de resultaten overeenkomen met eerder gevonden resultaten in onderzoek over de fitnessmarkt van Hover et al(2012), moet worden opgemerkt dat de resultaten

mogelijk anders zijn wanneer onderzoek wordt gedaan over de gehele fitnessmarkt. Hierom kan geen uitspraak gedaan worden over fitness gerelateerde bedrijven die geen samenwerking hebben met fysiotherapie.

4.3 Sterktes en verbeterpunten

In dit onderzoek is gebruik gemaakt van diepte-interviews bij specialisten om data te verzamelen.

Door semigestructureerde diepte-interviews af te nemen, kon er door worden gevraagd op antwoorden die werden gegeven door de specialisten. Op deze wijze kon er meer waardevolle informatie worden gehaald. Over dit onderwerp is tot noch toe weinig onderzoek gedaan, daardoor zijn individuele opvattingen van specialisten uit dit onderzoek waardevol om tot nieuwe inzichten te komen.

In dit onderzoek werden diepte-interviews met specialisten gebruikt om de behoeften van de klant te achterhalen. Het was moeilijk om de klant direct te interviewen en te achterhalen wat hun behoeften waren, aangezien het niet duidelijk was wie de klant is en waar zij te vinden zijn. Ondanks dat de specialisten betrouwbare inzichten hebben over preventieve zorgmarkt, zou het

doorslaggevender zijn wanneer de klant daadwerkelijk zelf werd bevraagd. Hier moet echter wel bij worden vermeld dat dit een veel omvangrijker en gecompliceerdere onderzoeksopzet met zich meegebracht had en was binnen de kaders van dit onderzoek niet reëel.

De themalijst die gebruikt werd tijdens de interviews, is opgesteld op basis van het

implementatiemodel van Rijn en Bommel(2012). De interviewopzet is twee keer getest en aangepast op basis van de feedback van de proefspecialisten. Alle interviews zijn afgenomen door dezelfde onderzoeker en zijn onder dezelfde omstandigheden afgenomen. De interviews zijn afgenomen in een veilige en vertrouwde omgeving voor de specialist, dit zorgde voor een betrouwbare procedure met vertrouwen en begrip tussen onderzoeker en specialist.

4.4 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

Aanbeveling 1

Om een duidelijk beeld te krijgen van de behoeften en kenmerken van de klant, zou het interessant zijn om vervolgonderzoek te doen waarbij de klant direct geïnterviewd wordt. Op deze wijze kan er betrouwbare informatie worden verkregen wat betreft de wensen van de klant.

Aanbeveling 2

Het zou voor vervolgonderzoek interessant zijn om beweegcentra over de gehele fitnessmarkt in Noord-Nederland te includeren. Op deze wijze kan er gekeken worden of er verschillen zijn tussen beweegcentra met fysiotherapie en fitness en de rest van de fitnessaanbieders.

Aanbeveling 3

Uit dit onderzoek blijkt dat de voornaamste doelgroep van preventieve zorg mannen en vrouwen tussen de 30 en 50 jaar met een midden- of hoge SES. Ook is gebleken dat de financiering van preventieve zorg vaak de belemmerende factor te zijn, aangezien in veel gevallen de klant zelf moet betalen. Mensen met een lage SES hebben uit gezondheidsperspectief het meeste baat bij

preventieve zorg, maar kunnen dit simpelweg niet zelf betalen. Deze doelgroep heeft meer aandacht nodig en om ze in beweging te krijgen zijn er creatievere oplossingen nodig. Het zou interessant zijn om vervolgonderzoek te doen gericht om mensen met een lage SES in beweging te krijgen.

Bibliografie

AV. (2017, 05 19). Preventieve zorg in gezondheidscentra. (R. Hazenberg, Interviewer)

Berg, M. v., Post, N., vanReenen, H. H., Baan, C., & Schoemaker, C. (2013). Preventie in de zorg.

Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.

CBS. (2016). node-overgewicht-volwassenen. Opgeroepen op 02 2017, van www.volksgezondheidenzorg.info:

https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/huidige-situatie#node-overgewicht-volwassenen

Durlak, J., & DuPre, E. (2008). Implementation matters: A review of research on the influence of implementation on program outcomes and the factors affecting implementation. American Journal of Community Psychology, 327-350.

EF. (2017, Juni 1). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer) EuropeActive. (2017). European Health & Fitness Market. Cologne.

Gratton, C., Jones, I., & Robinson, T. (2011). Onderzoeksmethoden voor Sportstudies. London:

Uitgeverij Routledge.

HJ. (2017, september 15). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer)

Hover, P., Hakkers, S., & Breedveld, K. (2012). Trendrapport: Fitnessbranche. Nieuwegein: Arko Sports Media.

JB. (2017, september 20). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer) JR. (2017, september 13). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer) LH. (2017, 5 3). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer)

Lucht, F. v., & Polder, J. (2010). Van gezond naar beter. Kernrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.

NJ. (2017, 05 24). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer)

Perepletchikova, F., Treat, T., & Kazdin, A. (2007). Treatment integrity in psychotherapy research:

Analysis of the studies and examination of the associated factors. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 829-841.

Plochg, T., Keijsers, J., & Wigersma, L. (2017). Toekomstbestendige zorg: van visie naar actie!

Gezondheidswetenschappen, 63-66.

Rabobank. (2016). Fysiotherapeuten. Opgehaald van rabobankcijfersentrends.nl:

https://www.rabobankcijfersentrends.nl/index.cfm?action=branche&branche=Fysiotherape uten

Rijn, J. V., & Bommel, M. V. (2012). Handleiding implementatiemodel Kansrijk Implementeren Triple P. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.

RIVM. (2012). zorgkosten van ongezond gedrag. Opgeroepen op 02 2017, van www.volksgezondheidenzorg.info:

https://www.volksgezondheidenzorg.info/sites/default/files/o16557_kvz-2012-2-zorgkosten-van-ongezond-gedrag.pdf

RIVM. (2014). ranglijst ziekten op basis van prevalentie. Opgeroepen op februari 2017, van volksgezondheidenzorg.info: https://www.volksgezondheidenzorg.info/ranglijst/ranglijst-ziekten-op-basis-van-prevalentie

RIVM. (2015). Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor. CBS i.s.m. RIVM, Trimbos-instituut.

Schippers. (2016, 09 22). Nationaal zorgfonds is misplaatste nostalgie. (Maassen, Interviewer) Schippers. (2016, November 3). Vervolg Nationaal Programma Preventie en Alles is Gezondheid.

Opgeroepen op April 6, 2017, van rijksoverheid.nl:

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/11/03/kamerbrief-over-vervolg-nationaal-programma-preventie-en-alles-is-gezondheid

SS. (2017, 05 01). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer)

Tibbits, M., Bumbarger, B., Kyler, S., & Perkins, D. (2010). Sustaining evidence-based interventions under real-world conditions: Results from a large-scale diffusion project. Prevention Science, 252-262.

WN. (2017, 6 6). Preventieve zorg in beweegcentra. (R. Hazenberg, Interviewer)

Zanten, v., Montijn, Boer, d., & van Veen, L. (2010). Aangenaam kennismaken met de fitnessklant.

Leerdam: Leerdam Druk BV.