• No results found

In dit onderzoek staat de vraag centraal of de raad van commissarissen tijdens de financiële crisis bij Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, minder effectief toezicht heeft gehouden teneinde resultaatsturing te beteugelen. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is eerst onderzocht of

gedurende de financiële crisis daadwerkelijk resultaatsturing heeft plaatsgevonden. Vervolgens zijn de karakteristieken van de raad van commissarissen gekoppeld aan de mate van resultaatsturing.

Na gebruikmaking van een drietal accrual modellen is voor elk model een herkenbaar patroon van resultaatsturing onderkend over de onderzochte jaren. Hierbij is vastgesteld dat gedurende de

financiële crisis een significant hogere mate van resultaatsturing heeft plaatsgevonden. Hierbij worden de jaren 2007 en 2008 aangeduid als crisisjaren. Deze resultaten komen overeen met het onderzoek van Agarwel et al. (2007), waarbij werd vastgesteld dat gedurende de Japanse financiële crisis een hogere mate van positieve resultaatsturing werd toegepast. Door het verkopen van effecten kon het resultaat worden geëgaliseerd. Daarnaast concluderen Chia et al. (2007) en Lin & Shin (2002) dat er gedurende een financiële crisis meer wordt overgegaan tot het negatief bijstellen van een reeds behaald verlies, waardoor in de volgende periode mogelijk een winst kan worden gepresenteerd. Een verklaring voor het toepassen van een hogere mate van resultaatsturing kan zijn, dat ondernemingen gedurende een financiële crisis slechter presteren waardoor het aantrekkelijk wordt geacht om over te gaan tot resultaatsturing. De genoemde onderzoeken tonen aan dat het resultaat tijdens een financiële crisis zowel positief als negatief bijgestuurd kan worden.

Door middel van multivariate regressieanalyse 6.1, kan de centrale vraag worden beantwoord. Hierbij zijn geen significante resultaten aangetroffen die aantonen dat de raad van commissarissen tijdens de financiële crisis bij Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, minder effectief toezicht heeft gehouden teneinde resultaatsturing te beteugelen. De resultaten komen niet overeen met de verwachtingen. De karakteristieken van de raad van commissarissen kunnen op diverse manieren gemeten worden, waarbij het mogelijk is dat het toepassen van een andere maatstaf kan leiden tot een ander resultaat. In het onderzoek is bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van de raad van commissarissen gemeten door het aantal onafhankelijke commissarissen te delen door het totaal aantal

commissarissen, waarbij de in de code Tabaksblat (best practice bepaling III.2.2) genoemde onafhankelijkheidscriteria gelden. Daarnaast kan ook gekozen worden voor een dummyvariabele, waarbij onafhankelijkheid kan worden vastgesteld indien maximaal één commissaris volgens de geldende criteria niet als onafhankelijk kan worden aangemerkt. Vervolgens zijn er verschillende mogelijkheden om de vergaderfrequentie te bepalen. Zo kan een score 1 worden meegegeven voor elk gevoerde vergadering. Ook is het mogelijk om een score van 2 toe te kennen voor een vergadering met

de accountant zonder het bijzijn van het management en een score van 0,5 te hanteren voor een conference call (Xie et al., 2003). De overige karakteristieken kunnen tevens op diverse wijzen worden gemeten.

Vervolgens is er een opvallend significant resultaat gevonden dat aangeeft dat de ‘board busyness’ een negatieve invloed heeft op de mate van resultaatsturing. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de commissarissen die als ‘busy’ worden aangemerkt, dusdanige capaciteiten bezitten, waardoor zij effectiever toezicht kunnen houden om resultaatsturing te beteugelen, wat tot gevolg heeft dat zij in meer commissariaten participeren. Zoals in het vorige hoofdstuk genoemd betreft dit niet een erg sterk resultaat.

Het onderzoek kent een aantal beperkingen, die tevens mogelijkheden vormen voor vervolgonderzoek. Een belangrijke beperking van het onderzoek betreft het schatten van de accruals. Om vast te kunnen stellen of en in welke mate het management van een onderneming het resultaat heeft gemanipuleerd, zouden idealiter economisch verantwoorde accruals moeten worden onderscheiden van

niet-economisch-verantwoorde accruals. In praktijk is dit een lastige zaak. In beginsel is alleen het management in staat om het onderscheid tussen economisch en niet-economisch verantwoorde accruals te kunnen maken (Hooghiemstra et al., 2008). Hierdoor vormen accrual modellen een manier om de mate van resultaatsturing te kunnen schatten. De uitkomsten hiervan kunnen afwijken van de daadwerkelijke mate van resultaatsturing. Vervolgens kent elk accrual model zijn zwakheden en bestaat er geen eenduidig accrual model om de mate van resultaatsturing vast te stellen (Maijoor & Vanstraelen, 2006). De aangetoonde resultaten van dit onderzoek zouden mogelijk kunnen afwijken wanneer gebruik wordt gemaakt van andere accrual modellen.

Daarnaast is er geen eenduidige manier om het tijdvak van de financiële crisis vast te stellen. In dit onderzoek zijn op basis van een onderbouwing, de jaren 2007 en 2008 aangemerkt als crisisjaren in Nederland. Mogelijk kan ook worden aangetoond dat er een hogere mate van resultaatsturing heeft plaatsgevonden in de jaren 2009 en 2010. Mocht het zichtbaar zijn dat na het jaar 2008 ook een hogere mate van resultaatsturing heeft plaatsgevonden, dan zou het tijdvak van de financiële crisis verlengd kunnen worden. Om dit vast te kunnen stellen zou in vervolgonderzoek ook rekening gehouden kunnen worden met de jaren 2009 en 2010.

Tot slot dient opgemerkt te worden dat een laag aantal waarnemingen is betrokken in dit onderzoek, waardoor statistische resultaten minder betrouwbaar geacht kunnen worden. Aangezien Nederland een laag aantal beursgenoteerde ondernemingen kent, zou dit onderzoek tevens uitgevoerd kunnen worden in andere landen met een goed ontwikkeld Corporate Governance systeem. Als voorbeeld kan worden gedacht aan de Verenigde Staten waarbij de Sarbanes-Oxley Act is toegepast ten behoeve van het

toezicht op de financiële verslaggeving. Daarnaast vormen de eerder besproken diverse manieren om de karakteristieken van de raad van commissarissen te meten, een mogelijkheid tot vervolgonderzoek.

Referenties

Agarwel, S., Chomsisengphet, S., Liu, C. & Rhee, S.G. 2007, Earnings managemet under different economic environments. Evidence from Japanese banks, International Review of Economics

& Finance, 16: 429-443.

Bartov, E., Gul, F.A. & Tsui, J.S.L. 2000, Discrationairy-accruals models and audit qualifications,

Journal of Accounting and Economics, 30: 421-452.

Basu, S. 1997, The conservatism principle and the asymmetric timeliness of earnings, Journal of

Accounting and Economics, 24: 3-37.

Beasley, M.S. 1996, An empirical analyses of the relation between board of directors composition and financial statement fraud, The Accounting Review, 71: 443-465.

Becker. C.L., DeFond, M.L., Jiambalvo, J. & Subramanyam, K.R. 1998, The effect of audit quality on earnings management. Contemporary Accounting Research, 15: 1-24.

Bedard J., Chtourou, SM. & Courteau, L. 2004, The effect of audit committee experise, independence, and activity on aggressive earnings management, Auditing:A Journal of Practice & Theory, 23: 13-35.

Beneish, M.D. 2001, Earnings management: a perspective, Managerial Finance, 27: 3-17.

Bergstresser, D. & Philippon, T. 2006, CEO incentives and earnings management: evidence fromthe 1990s, Journal of Financial Economics, 80: 511-529.

Berle, A.A. & Means, G.C. 1932, The Modern Corporation and Private Property, New York: MacMillan.

Bernanke, B. S. 2009, Reflections on a year of crisis, toespraak aan ‘the Federal Reserve Bank of Kansas’, City’s Annuel Economic Symposium, Jackson Hole, Wyoming (2009).

Burgstahler, D., David, C. & Dichev, I. 1997, Earnings management to avoid earnings decreases and losses, Journal of accounting & economics, 24: 99-126.

Centraal bureau voor de statistiek, 2011a, StatLine,

http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=71160ned&D1=1&D2=1,3-9,11-16,19&D3=15-19&HDR=T&STB=G1,G2&CHARTTYPE=1&VW=G

Centraal Bureau voor de Statistiek, 2011b, StatLine,

http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=7388PCR&D1=0&D2=414,418,4 22,426,431,435,439,443,448,452,456,460,465,469,473,477&HDR=T&STB=G1&CHARTTY PE=1&VW=G

Cheng, Q., & Warfield, T. 2005, Equity Incentives and Earnings Management, The Accounting

Review, 80: 441-476.

Chia, Y.M., Lapsley, I. & Lea, H.W. 2007, Choice of auditors and earnings management during the Asian financial crisis, Managerial Auditing Journal, 22: 177-196.

Chtourou, S.M., Bedard, J. & Courteau, L. 2001, Corporate Governance and Earnings Management,

SSRN Working Paper Series, 139.

Commissie Corporate Governance, 2008, De Nederlandse Corporate Governance Code, Beginselen van deugdelijk ondernemingsbestuur en best practice bepalingen,

http://commissiecorporategovernance.nl/page/downloads/Dec_2008_Code_NL.pdf

Core, J.E., Holthausen, R.W., & Larcker, D.F. 1999, Corporate governance, chief executive officer compensation, and firm performance, Journal of Financial Economics, 51: 371-406.

Dahya, J., Karbhari, Y. & Xiao, J.Z, 2002, The supervisory board in Chinese listed companies: problems, causes, consequences and remedies, Asia Pasific Business Review, 9: 118-137.

DeAngelo, L.E. 1986, Accounting numbers as market valuation substitutes: a study of management buyouts of public stockholders, The Accounting Review, 61: 400-420.

DeAngelo, H., DeAngelo, L. & Skinner, D.J. 1994, Accounting choice in troubled companies. Journal

Dechow, P.M., Richardson, S. & Tuna, I. 2003, Why are earnings kinky?, An examination of the earnings management explanations, Review of Accounting Studies, 8: 355-384.

Dechow, P.M., & Dichev, I.D. 2002, The quality of accruals and earnings: The role of accrual estimation errors, The Accounting Review, 77: 35-59.

Dechow, P.M., Sloan, R.G. & Sweeney, A.P. 1995, Detecting earnings management, The Accounting

Review, 77: 193-225.

Dechow, P.M., & Sloan, R.G. 1991, Executive incentives and the horizon problem: An empirical investigation, Journal of Accounting and Economics, 14: 51-89.

Dechow, P.M., Sloan, R.G. & Sweeney, A.P. 1996, Causes and consequences of earnings

manipulation: An analysis of firms subject to enforcement actions by the SEC, Contemporary

Accounting Research, 13: 1-36.

DeFond, M.L., Mark, L. & Jiambalvo, J. 1994, Debt covenant violation and manipulation of accruals,

Journal of Accounting and Economics, 17: 145-176.

DeFond, M.L. & Park, C.W. 1997, The effect of competition on CEO turnover, Journal of accounting

& economics, 23:115-139.

DeFond, M.L. & Park, C.W. 2001, The reversal of abnormal accruals and the market valuation of earnings suprises, The Accounting Review, 76: 375-404.

Edin, P. & Vredin, A. 1993, Devaluation risk in target zones: Evidence from the Nordic countries, The

Economic Journal, 103: 161-175.

Eichengreen, Barry, Andrew Rose & Wyplosz, C. 1995, Exchange market mayhem: The antecedents and aftermath of speculative attacks, Economic Policy, 21: 249-312.

Fama, E.F., & French, K.R. 1992, The Cross-section of Expected Stock Returns, Journal of Finance, 47: 427-486.

Ferris S., Jagannathan M. & Pritchard, A.C. 2003, Too busy to mind the business? Monitoring by directors with multiple board appointments, Journal of Finance, 59: 1087-1111.

Gilson, S. C. 1989, Management Turnover and Financial Distress, Journal of Financial Economics, 25: 241-262.

Goldstein, M. 1996, Presumptive indicators/early warning signals of vulnerability to financial crises in emerging market economies, unpublished; Washington: Institute for International

Economics.

Hand, J., 1989, Did firms undertake dept-equity swaps for an accounting paper profit or true financial gain? The Accounting Review, 64: 587-623.

Hayn, C. 1995, The information content of losses, Journal of Accounting and Economics, 20: 125-153.

Healy, P.M. 1985, The effect of bonus schemes on accounting decisions, Journal of Accounting and

Economics, 7: 85-107.

Homefinance.nl, 2011, http://www.homefinance.nl/economie/inflatie/inflatie-nederland-hicp.asp

Hooghiemstra, R., Lammerink, A. & Marra, T.A. 2008, Resultaatmanipulatie en de Auditcommissie, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, 82: 369-379.

Jensen, M.C. & Meckling, W.H. 1976, Theory of the firm: Managerial behavior, agency costs, and ownership structure, Journal of Financial Economics, 3: 305-360.

Jones, J.J. 1991, Earnings management during import relief investigation, Journal of Accounting

Research, 29: 193-228.

Kaminsky, Graciela & Reinhart, C.M. 1996, The twin crisis: the causes of banking and balance-ofpayments problems, International Finance Discussion Paper, 544.

Kaminsky, Graciela, Saul Lizondo & Reinhart, C.M. 1998, Leading indicators of currency crises,

Palgrave Macmillian Journals, 45: IMF Staff Papers.

Kaplan, R.S. 1985, Comments on Paul Healy evidence on the effect on bonus schemes on accounting procedure and accrual decisions , Journal of Accounting and Economics, 7: 109-113.

Kasznik, R. 1999, On the association between voluntary disclosure and earnings management, Journal

Kao, L. & Chen, A. 2004, The effects of board characteristics on earnings management, Corporate

Ownership & Control, 1: 96-107.

Klein, A. 2002, Audit committee, board of director characteristics, and earnings management,

Journal of Accounting & Economics, 33: 375-400.

Lin, Z. & Shih, M. H. 2002, Earnings management in economic downturns and adjacent periods: Evidence from the 1990-1991 recession, working paper.

McNichols, M.F. 2000, Research design issues in earnings management studies, The Journal of

Finance, 39: 575–92.

McNichols, M.F. 2002, Discussion of the quality of accruals and earnings: The role of accrual estimators, The Accounting Review, 77: 61-69.

Maassen, G., Van den Bosch, F.A.J. 1999, On the Supposed Independence of Two-tier Boards: formal structure and reality in the Netherlands, Corporate Governance: An International Review, 7: 31-37.

Maijoor, S.J. & Vanstraelen, A. 2006, Earnings management within Europe: the effects of member state audit environment, audit firm quality and international capital markets, Accounting and

Business Research, 36: 33-52.

Mishkin, F. S. 1992, Anatomy of a financial crisis, Journal of Evolutionary Economics, 2: 115-130.

Ötker, Inci & Pazarbasioglu, C. 1994, Exchange market pressures and speculative capital flows in selected European countries, IMF Working Paper.

Ötker, Inci & Pazarbasioglu, C. 1996, Speculative attacks and currency Crises: The Mexican experience, Open Economies Review, 7: 535-552.

Peasnell, K.V., Pope, P.F. & Young, S. 2005, Board monitoring and earnings management: Do outside directors influence abnormal accruals?, Journal of Business Finance and Accounting, 32: 1311-1346.

Perry, S. E. & Williams, T.H. 1994, Earnings management preceding management buyout offers,

Journal of Accounting and Economics, 18: 157-179

Perry T, & Peyer, U. 2005, Board seat accumulation by executives: A shareholder’s perspective,

Journal of Finance, 60: 2083-2123.

Piot, C. & Janin, R. 2007, Esternal auditors, audit committees and earnings management in France,

European Accounting Review, 16: 429-454.

Pourciau, S. 1993, Earnings management and nonroutine executive changes, Journal of Accounting

and Economics, 16: 317-336.

Rahman, R.A. & Ali, F.H.M. 2006, Board, Audit Committee, Culture and Earnings Management: Malaysian Evidence, Managerial Auditing Journal, 21: 783-804.

Ronen, J. & Yaari, V. 2007, Earnings Management, Emerging Insights in Theory, Practice, and

Research, New York: Springer.

Rosner, R.L. 2003, Earnings Manipulation in Failing Firms, Contemporary Accounting Research, 20: 361-408.

Schipper, K. 1989, Commentary on earnings management, Accounting Horizons, 3: 91-102.

Scott, W.R. 2009, Financial Accounting Theory, Toronto: Prentice Hall.

Teoh, S., Wong, T., & Rao, G. 1998, Are accruals during initial public offerings opportunistic?,

Review of Accounting studies, 3: 175-208.

Trueman, B., Titman, S. 1988, An Explanation for Accounting Income Smoothing, Journal of

Accounting Research, 26: 127-139.

Watts, R.L. & Zimmerman J.L. 1986, Positive Accounting Theory, New Jersey: Prentice Hall.

Watts, R.L. & Zimmerman J.L. 1990, Positive Accounting Theory: A Ten Year Perspective, The

Xie, B., Davidson III W.N., & DaDalt, P.J. 2003, Earnings management and corporate governance: the role of the board and the audit committee, Journal of Corporate Finance, 9: 295-316.

Yang, J.S. & Krishhnan, J. 2005, Audit committees and quarterly earnings management, International

Journal of Auditing, 9: 201-219.

Bijlage 1. Correlatiematrix

Tabel 13. Correlaties van de onafhankelijke variabelen.

CRISIS BOARD_ SIZE BOARD_ INDEP BOARD_ MEET BOARD AC_EXIST RC_EXIST BUSY_ SIZE LEVERAGE AUDITOR BIG_ CRISIS Pearson Correlation 1

Sig. (2-tailed)

BOARD_SIZE Pearson Correlation ,005 1

Sig. (2-tailed) ,923

BOARD_INDEP Pearson Correlation ,004 ,059 1

Sig. (2-tailed) ,933 ,244 BOARD_MEET Pearson Correlation -,018 ,141** -,093 1 Sig. (2-tailed) ,727 ,005 ,067 BUSY_BOARD Pearson Correlation ,083 ,252** ,249** ,040 1

Sig. (2-tailed) ,102 ,000 ,000 ,436 AC_EXIST Pearson Correlation ,041 ,532** ,065 ,149** ,239** 1

Sig. (2-tailed) ,417 ,000 ,200 ,003 ,000 RC_EXIST Pearson Correlation ,054 ,568** ,039 ,125* ,267** ,857** 1

Sig. (2-tailed) ,285 ,000 ,446 ,013 ,000 ,000 SIZE Pearson Correlation ,046 ,772** ,190** ,154** ,347** ,546** ,566** 1

Sig. (2-tailed) ,369 ,000 ,000 ,002 ,000 ,000 ,000 LEVERAGE Pearson Correlation ,011 ,220** ,250** ,164** ,239** ,257** ,279** ,139** 1

Sig. (2-tailed) ,836 ,000 ,000 ,001 ,000 ,000 ,000 ,005 BIG_AUDITOR Pearson Correlation -,049 ,378** ,162** ,019 ,237** ,313** ,344** ,473** ,228** 1

Sig. (2-tailed) ,335 ,000 ,001 ,706 ,000 ,000 ,000 ,000 ,000 De correlatiematrix is opgesteld op basis van 414 waarnemingen aangaande Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen over de jaren 2005 tot en met 2008. De cijfers aangeduid met * of ** geven aan dat het resultaat significant is op het 5%- respectievelijk 1%- niveau.

Bijlage 2. Beschrijvende statistiek met betrekking tot de absolute

discretionaire accruals

Tabel 14. Beschrijvende statistiek van de absolute discretionaire accruals per jaar met behulp van het model van DeFond & Park (2001).

Jaar N Min Max Gem. Std. Dev.

2005 110 0,001 0,176 0,051 0,043 2006 105 0,000 0,146 0,041 0,032 2007 103 0,000 0,180 0,053 0,046 2008 90 0,003 0,163 0,054 0,042

Tabel 15. Beschrijvende statistiek van de absolute discretionaire accruals per jaar per bedrijfstak met behulp van het model van DeFond & Park (2001).

Jaar Industrie N Min Max Gem. Std. Dev.

2005 Consumer 39 0,001 0,176 0,048 0,044 Manufacturing 23 0,001 0,160 0,046 0,044 Hi Tech 18 0,006 0,149 0,060 0,038 Health 5 0,045 0,064 0,055 0,013 Other 25 0,002 0,164 0,041 0,046 2006 Consumer 37 0,001 0,146 0,039 0,034 Manufacturing 23 0,000 0,126 0,043 0,040 Hi Tech 19 0,002 0,081 0,029 0,020 Health 4 0,036 0,074 0,062 0,032 Other 22 0,009 0,085 0,042 0,022 2007 Consumer 35 0,000 0,157 0,057 0,052 Manufacturing 23 0,010 0,120 0,043 0,027 Hi Tech 18 0,005 0,156 0,049 0,040 Health 5 0,026 0,154 0,075 0,069 Other 22 0,001 0,180 0,063 0,051 2008 Consumer 28 0,010 0,163 0,057 0,046 Manufacturing 20 0,003 0,137 0,039 0,032 Hi Tech 18 0,013 0,142 0,056 0,042 Health 5 0,011 0,128 0,068 0,050 Other 19 0,013 0,157 0,058 0,045

Tabel 16. Beschrijvende statistiek van de absolute discretionaire accruals per jaar met behulp van het model van McNichols (2002).

Jaar N Min Max Gem. Std. Dev.

2005 110 0,001 0,127 0,032 0,024 2006 105 0,001 0,108 0,028 0,018 2007 103 0,002 0,130 0,040 0,028 2008 90 0,004 0,131 0,042 0,031

Tabel 17. Beschrijvende statistiek van de absolute discretionaire accruals per jaar per bedrijfstak met behulp van het model van McNichols (2002).

Jaar Industrie N Min Max Gem. Std. Dev.

2005 Consumer 39 0,003 0,089 0,029 0,020 Manufacturing 22 0,001 0,087 0,030 0,026 Hi Tech 17 0,006 0,084 0,034 0,023 Health 5 0,015 0,048 0,037 0,019 Other 25 0,006 0,127 0,038 0,031 2006 Consumer 36 0,004 0,108 0,032 0,019 Manufacturing 22 0,001 0,056 0,027 0,015 Hi Tech 18 0,002 0,073 0,027 0,020 Health 4 0,018 0,020 0,019 0,001 Other 22 0,004 0,086 0,025 0,020 2007 Consumer 34 0,005 0,130 0,043 0,029 Manufacturing 22 0,002 0,060 0,028 0,016 Hi Tech 17 0,015 0,108 0,039 0,028 Health 5 0,016 0,108 0,058 0,043 Other 21 0,010 0,110 0,047 0,030 2008 Consumer 27 0,016 0,115 0,043 0,027 Manufacturing 19 0,006 0,121 0,039 0,032 Hi Tech 17 0,005 0,122 0,034 0,027 Health 5 0,027 0,103 0,057 0,029 Other 18 0,004 0,131 0,046 0,038

Bijlage 3. Resultaten met betrekking tot de absolute discretionaire accruals

Tabel 18. Resultaten van de absolute discretionaire accruals met behulp van het Modified Jones-model.

Bedrijfstak Statistiek 2007/2008 vs 2005/2006 2006/2007/2008 vs 2005 2008 vs 2005/2006/2007 2008 vs 2007 2007 vs 2005/2006 Consumer T-waarde 2,573 1,670 1,681 1,002 2,320 Significantie 0,011 * 0,097 ** 0,095 ** 0,321 0,022 * Gemiddelde 1 0,073 0,065 0,070 0,076 0,076 Gemiddelde 2 0,052 0,055 0,060 0,070 0,052 Manufacturing T-waarde 2,105 2,024 1,615 1,606 2,165 Significantie 0,038 * 0,046 * 0,110 0,112 0,034 * Gemiddelde 1 0,081 0,073 0,076 0,086 0,086 Gemiddelde 2 0,056 0,054 0,066 0,076 0,056 Hi Tech T-waarde 1,712 1,719 2,324 2,175 0,050 Significantie 0,096 ** 0,090 ** 0,023 * 0,033 * 0,960 Gemiddelde 1 0,078 0,073 0,096 0,096 0,059 Gemiddelde 2 0,052 0,041 0,055 0,059 0,052 Health T-waarde 1,989 2,211 1,785 -1,528 2,317 Significantie 0,063 ** 0,041 * 0,092 0,165 0,039 * Gemiddelde 1 0,073 0,070 0,065 0,065 0,081 Gemiddelde 2 0,053 0,046 0,063 0,081 0,053 Other T-waarde 0,349 -1,602 1,731 2,115 -1,478 Significantie 0,728 0,113 0,087 ** 0,041 * 0,104 Gemiddelde 1 0,056 0,050 0,064 0,064 0,048 Gemiddelde 2 0,053 0,063 0,051 0,048 0,053 Alle bedrijfstakken T-waarde 2,991 1,658 2,446 0,782 2,042 Significantie 0,003 * 0,098 ** 0,015 * 0,435 0,042 * Gemiddelde 1 0,072 0,065 0,075 0,075 0,070 Gemiddelde 2 0,053 0,054 0,059 0,070 0,053 De cijfers zijn gebaseerd op een steekproef van 408 Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen over de jaren 2005 tot en met 2008. Om aan te kunnen tonen of tijdens de financiële crisis (de jaren 2007 en 2008) een hogere mate van resultaatsturing heeft plaatsgevonden, zijn per bedrijfstak en in totaal, een vijftal t-toetsen uitgevoerd op basis van het Modified Jones-model. In de kolom statistiek staat ‘Gemiddelde 1’ voor de te toetsen jaren en ‘Gemiddelde 2’ staat voor de te vergelijken jaren. De cijfers aangeduid met * of ** geven aan dat het resultaat significant is op het 5%- respectievelijk 10%- niveau.

Tabel 19. Resultaten van de absolute discretionaire accruals met behulp van het model van DeFond & Park (2001). Bedrijfstak Statistiek 2007/2008 vs 2005/2006 2006/2007/2008 vs 2005 2008 vs 2005/2006/2007 2008 vs 2007 2007 vs 2005/2006 Consumer T-waarde 2,063 0,734 1,936 0,176 2,189 Significantie 0,041 * 0,464 0,055 ** 0,861 0,036 * Gemiddelde 1 0,057 0,051 0,057 0,057 0,057 Gemiddelde 2 0,043 0,048 0,048 0,057 0,044 Manufacturing T-waarde 2,885 -1,570 2,597 0,202 2,585 Significantie 0,005 * 0,120 0,011 * 0,841 0,012 * Gemiddelde 1 0,056 0,045 0,052 0,043 0,056 Gemiddelde 2 0,042 0,061 0,039 0,039 0,043 Hi Tech T-waarde 1,035 -1,911 1,752 1,886 -0,406 Significantie 0,304 0,061 ** 0,085 ** 0,072 ** 0,687 Gemiddelde 1 0,049 0,042 0,056 0,056 0,040 Gemiddelde 2 0,045 0,060 0,044 0,040 0,045 Health T-waarde 1,949 2,377 -0,356 -2,293 2,202 Significantie 0,068 ** 0,035 * 0,726 0,051 ** 0,048 * Gemiddelde 1 0,071 0,071 0,068 0,068 0,075 Gemiddelde 2 0,061 0,055 0,068 0,075 0,061 Other T-waarde 2,130 1,869 1,351 0,523 2,000 Significantie 0,036 * 0,065 ** 0,180 0,604 0,050 * Gemiddelde 1 0,061 0,054 0,058 0,063 0,063 Gemiddelde 2 0,041 0,041 0,048 0,058 0,041 Alle bedrijfstakken T-waarde 2,165 -0,709 1,242 0,600 2,096 Significantie 0,031 * 0,479 0,213 0,549 0,037 * Gemiddelde 1 0,053 0,049 0,054 0,054 0,053 Gemiddelde 2 0,046 0,051 0,048 0,053 0,046 De cijfers zijn gebaseerd op een steekproef van 397 Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen over de jaren 2005 tot en met 2008. Om aan te kunnen tonen of tijdens de financiële crisis (de jaren 2007 en 2008) een hogere mate van resultaatsturing heeft plaatsgevonden, zijn per bedrijfstak en in totaal, een vijftal t-toetsen uitgevoerd op basis van het model van DeFond & Park (2001). In de kolom statistiek staat ‘Gemiddelde 1’ voor de te toetsen jaren en ‘Gemiddelde 2’ staat voor de te vergelijken jaren. De cijfers aangeduid met * of ** geven aan dat het resultaat significant is op het 5%- respectievelijk 10%- niveau.

Tabel 20. Resultaten van de absolute discretionaire accruals met behulp van het model van McNichols (2002). Bedrijfstak Statistiek 2007/2008 vs 2005/2006 2006/2007/2008 vs 2005 2008 vs 2005/2006/2007 2008 vs 2007 2007 vs 2005/2006 Consumer T-waarde 2,043 1,882 1,840 -0,096 2,031 Significantie 0,043 * 0,062 ** 0,068 ** 0,924 0,045 * Gemiddelde 1 0,043 0,038 0,043 0,043 0,043 Gemiddelde 2 0,031 0,029 0,034 0,043 0,031 Manufacturing T-waarde 0,498 0,188 2,372 2,199 -0,152 Significantie 0,620 0,851 0,020 * 0,034 * 0,880 Gemiddelde 1 0,033 0,031 0,039 0,039 0,028 Gemiddelde 2 0,028 0,030 0,028 0,028 0,028 Hi Tech T-waarde 0,765 -0,273 0,091 0,335 0,926 Significantie 0,447 0,786 0,928 0,740 0,359 Gemiddelde 1 0,037 0,033 0,034 0,039 0,039 Gemiddelde 2 0,030 0,034 0,033 0,034 0,030 Health T-waarde 2,950 2,211 1,999 0,114 2,955 Significantie 0,009 * 0,041 * 0,062 ** 0,912 0,012 * Gemiddelde 1 0,057 0,050 0,057 0,058 0,058 Gemiddelde 2 0,030 0,037 0,042 0,057 0,030 Other T-waarde 2,637 0,050 2,352 -0,214 2,210 Significantie 0,010 * 0,960 0,021 * 0,832 0,031 * Gemiddelde 1 0,047 0,039 0,046 0,046 0,047 Gemiddelde 2 0,031 0,038 0,036 0,047 0,031 Alle bedrijfstakken T-waarde 2,525 0,573 2,105 0,316 1,675 Significantie 0,012 * 0,567 0,036 * 0,752 0,095 ** Gemiddelde 1 0,041 0,036 0,042 0,042 0,040 Gemiddelde 2 0,030 0,032 0,033 0,040 0,030 De cijfers zijn gebaseerd op een steekproef van 395 Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen over de jaren 2005 tot en met 2008. Om aan te kunnen tonen of tijdens de financiële crisis (de jaren 2007 en 2008) een hogere mate van resultaatsturing heeft plaatsgevonden, zijn per bedrijfstak en in totaal, een vijftal t-toetsen uitgevoerd op basis van het Modified Jones-model. In de kolom statistiek staat ‘Gemiddelde 1’ voor de te toetsen jaren en ‘Gemiddelde 2’ staat voor de te vergelijken jaren. De cijfers aangeduid met * of ** geven aan dat het resultaat significant is op het 5%- respectievelijk 10%- niveau.

Tabel 21. Resultaten van de discretionaire accruals van de ondernemingen met gelijke jaren met behulp van het Modified Jones-model.

Statistiek 2007/2008 vs 2005/2006 2006/2007/2008 vs 2005 2008 vs 2005/2006/2007 2008 vs 2007 2007 vs 2005/2006 T-waarde 3,130 1,620 1,920 2,530 2,085 Significantie 0,002 * 0,106 0,012 * 0,434 0,038 * Gemiddelde 1 0,072 0,065 0,075 0,075 0,069 Gemiddelde 2 0,052 0,052 0,057 0,069 0,052 De resultaten van de reeds uitgevoerde t-toetsen kunnen verklaard worden door een verandering van

ondernemingen over de jaren. Als controle staan in deze tabel de resultaten vermeld waarbij gelijke

ondernemingen over de jaren zijn genomen. De resultaten zijn gebaseerd op 90 waarnemingen per jaar (totaal 360) aangaande Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen, onder gebruikmaking van het Modified Jones-model. De cijfer aangeduid met * geven aan dat het resultaat significant is op het 5%- niveau.