• No results found

Deze scriptie heeft zich gericht op het onderzoeken van de momenteel in Nederland lopende bijstandsexperimenten. Er is gekeken naar hoe neoliberale ideologie, het idee basisinkomen en inzichten over menselijk gedrag kunnen helpen bij het begrijpen van het ontstaan van deze

experimenten en waarom deze worden uitgevoerd. Dit hoofdstuk zal beginnen met het kort herhalen van de belangrijkste bevindingen en het bediscussiëren van deze bevindingen, gevolgd door de beperkingen van dit onderzoek en aanbevelingen voor toekomstig onderzoek.

Hoe zijn de lopende experimenten in Nederland tot stand gekomen en met welk doel zijn ze opgezet?

De gemeentelijke bijstandsexperimenten komen voornamelijk voort uit het idee dat de huidige Participatiewet niet goed aansluit bij de gemeentelijke praktijk. Om te onderzoeken hoe de huidige bijstand beter vormgegeven kan worden willen de gemeenten experimenteren met minder regels en meer ervaren vrijheid voor de bijstandsgerechtigden. Inspiratie voor wat dit dan zou betekenen en hoe iets dergelijks vorm te geven wordt gehaald uit het idee van een basisinkomen.

Hoe zijn de experimenten vormgegeven?

Afhankelijk van of een gemeente experimenteert binnen de Participatiewet of binnen de AMvB worden verschillende onderzoeksgroepen onderscheiden. Experimenten binnen de AMvB hebben hierbij de ruimte om gedeeltelijk buiten de kaders te treden zoals vastgelegd binnen de

Participatiewet. De groepen kunnen onderscheiden worden aan de hand van meer vrijlating van de bijstandsgerechtigde, intensievere begeleiding van de bijstandsgerechtigde en een ruimere

inkomensvrijlating voor de bijstandsgerechtigde dan binnen de huidige bijstand. Er is besproken dat er meerdere variaties van onderzoeksgroepen voorkomen binnen de gemeentelijke experimenten.

In hoeverre spreken de gemeenten zelf over experimenten die betrekking hebben op het idee van een basisinkomen?

Waar de gemeenten in het beginstadium van deze experimenten nog spraken over het

basisinkomen, werd deze term al vroeg in het proces losgelaten. Deze terminologie is losgelaten vanwege de ervaren frictie die het gebruik van deze term teweeg bracht en het feit dat de

52

uiteindelijke experimenten ver afstaan van dit idee. De ideeën achter deze experimenten putten wel inspiratie uit de vrijheid en universaliteit die behoren bij het basisinkomen.

Wordt er voornamelijk gedacht in beoogde doelen als competitie, economische groei en activering van de bijstandsgerechtigde naar werk, of zijn er ook andere redenen of idealen waarneembaar?

In lijn met de bevindingen van dit onderzoek, en met onderzoek van Lub (2017) en het rapport van de WRR (2017) in het achterhoofd, zit de spanning tussen de lokale en nationale overheid hem in het beoogde doel van de experimenten. Wanneer dit doel enkel gericht is op een snelle uitstroom uit de bijstand naar werk - een doel dat aansluit bij de neoliberale visie over sociaal beleid - dan werkt dwang en sanctionering effectief. Wanneer directe uitstroom naar werk echter gedeeltelijk wordt losgelaten, het uitgangspunt van de gemeenten aangezien zij het besef opdoen dat dit niet voor iedereen haalbaar is, dan dienen andere middelen ingezet te worden. Om zowel de maatschappelijke participatie als psychologische en gezondheidsaspecten te bevorderen, zou een persoonlijke aanpak gericht op maatwerk en het stimuleren van de intrinsieke motivatie van de bijstandsgerechtigde resulteren in positievere resultaten. Hiermee dus in acht nemende dat werk als einddoel gedeeltelijk losgelaten wordt. Afhankelijk van welk doel er nagestreefd wordt kunnen de resultaten van deze experimenten dan ook op geheel andere wijze geïnterpreteerd en gewaardeerd worden. De

gemeenten lijken voornamelijk geïnteresseerd in de maatschappelijke participatie, het welzijn en de gezondheid van de bijstandsgerechtigden en niet alleen in de activering van de bijstandsgerechtigde richting werk.

Is er een specifieke toename of afname in verwachte individuele verantwoordelijkheid van de bijstandsgerechtigden bij de gemeenten waar te nemen?

Het neoliberale discours - focussend op toenemende individuele verantwoordelijkheid en activering van de bijstandsgerechtigde naar werk - lijkt minder universeel aanwezig dan geschetst vanuit de literatuur, en lijkt niet ten grondslag te liggen aan de opzet van de gemeentelijke experimenten. De gemeenten lijken een discours aan te hangen dat minder focust op individuele verantwoordelijk, en meer op het collectief creëren van de mogelijkheid tot redzaamheid. Deze beweging lijkt op vlakken af te wijken van het neoliberale discours, maar sluit deze echter niet geheel uit. Door in te zetten op collectieve ondersteuning kan de redzaamheid van hen die dat nodig hebben worden verbeterd. De individuele verantwoordelijkheid van de bijstandsgerechtigde wordt hierdoor verminderd: in lijn met het realistisch perspectief van de WRR (2017) wordt er vanuit gegaan dat niet iedereen altijd

verantwoordelijk gehouden kan worden voor zijn daden en de consequenties daarvan dus zelf dient te dragen. Het uiteindelijke doel van de gemeentelijke ondersteuning is echter het verhogen van de

53

redzaamheid, waardoor er toegewerkt wordt naar de uitgangssituatie waarbij de bijstandsgerechtigde uiteindelijk wel weer zelf verantwoordelijk is.

Het waargenomen verschil in de visies van het Rijk en de gemeenten zit hem dan ook in het feit dat het Rijk individuele verantwoordelijkheid als basisaanname van beleid stelt, waar gemeenten hier een beweging in gang zetten die meer richt op het creëren van omstandigheden waaronder deze verantwoordelijkheid genomen kan worden. De individuele verantwoordelijkheid zoals vormgegeven binnen het neoliberale discours lijkt hier dus op frictie te stuitten bij de gemeenten. De gemeenten zetten met het creëren van zelfredzaamheid in op het gedeeltelijk verplaatsen van de individuele verantwoordelijkheid naar collectieve verantwoordelijkheid. De gemeenten zetten dus in op het collectief verbeteren van de redzaamheid van een bijstandsgerechtigde waardoor een in hun ogen rechtvaardigere vorm van individuele verantwoordelijkheid gecreëerd kan worden.

Wat beogen de gemeenten uiteindelijk met de experimenten te bereiken?

De gemeenten hebben als doel het verbeteren van de huidige bijstand, en het onderzoeken of het verlenen van meer vrijheid en maatwerk een effectiever middel zijn in de begeleiding van

bijstandsgerechtigden dan de huidige middelen. De gemeenten zetten hiermee een aanzet tot het veranderen van het doel van het gevoerde sociaal beleid. De focus van beleid blijft nog altijd het stimuleren van de bijstandsgerechtigde tot deelname en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Er is echter een verandering waar te nemen op twee manieren. Ten eerste wordt het einddoel van enkel activering tot werk door de gemeenten langzaamaan verbreed tot werk en maatschappelijke participatie. Er wordt verder een aanzet gegeven tot het opstellen van beleid gericht op welzijn. Werk blijft vooralsnog echter zeer belangrijk. Ten tweede verandert de manier waarop de burger geactiveerd dient te worden. Waar in het huidige beleid er nog gebruik wordt gemaakt van

sanctionering en dwang om te activeren, wordt nu onderzocht of niet juist minder regeldruk leidt tot activering van de bijstandsgerechtigde. De bijstandsexperimenten, en de ideeën waaruit deze voortkomen, lijken op deze manier in strijd met de neoliberale ontwikkeling van sociaal beleid. De bijstandsexperimenten kunnen een eerste aanzet vormen in het veranderen en gelijktijdig doen afnemen van de huidige workfare aanpak, aangezien het doel van sociaal beleid door de gemeenten in deze experimenten breder wordt opgesteld dan enkel het aan het werk krijgen van de burger. De denkwijze van de gemeenten lijkt dus strijdig met het neoliberale denken zoals uiteengezet in het theoretisch kader van deze scriptie. De effecten van deze experimenten zijn hierdoor mogelijk driedelig. Ten eerste is er de kennis die met deze experimenten opgedaan wordt over aspecten aanwezig in het basisinkomen, zoals het regelvrijer aanbieden van een uitkering en in mindere mate gebruik maken van disciplinering en sanctionering van de bijstandsgerechtigde. Ten tweede kunnen

54

deze experimenten een aanzet geven tot een veranderende manier van denken over sociaal beleid, waarbij dit beleid zich niet enkel behoort te richten op het zo snel mogelijk aan het werk krijgen van de bijstandsgerechtigde. Het basisinkomen biedt hierbij handvatten om deze andere manier van denken mogelijk te maken. De ideologie die aan de basis lag van de hervormingen binnen sociaal beleid in de afgelopen decennia, stuit dus op weerstand op gemeentelijk niveau.

Het belang van deze experimenten gaat dan ook verder dan het eventueel wel of niet kunnen aanpassen van de Participatiewet. Het doel van sociaal beleid zoals gevormd onder neoliberale invloed wordt ter discussie gesteld. In de woorden van één van de respondenten:

“Maar die Participatiewet is heel erg nog een oude denkwijze, van doe je best om zo ver mogelijk bij die stip aan de horizon van werk te komen. En als je daar niet aankomt maar je hebt wel je best gedaan dan is het ook goed, maar hoezo is dat ook goed? Ben je dan een tweederangs burger? … ik proef hier toch wel dat doordat we met zo'n andere manier van denken, dat je iets fundamenteels toevoegt aan het denken, gewoon aan de filosofie, los van de specifieke wetgeving.” Respondent F, ambtenaar

Ten slotte impliceren de ideeën waaruit de bijstandsexperimenten voortkomen, de totstandkoming van een ander mensbeeld dan aanwezig binnen het neoliberale discours. Een mensbeeld dat stoelt op concepten als onvolledige rationaliteit en collectieve verantwoordelijkheden, waarbij niet alleen een werkende burger van waarde is. Niet de economische mens maar de human staat centraal, waarbij niet de homo economicus maar wat ik noem de homo realisticus geanalyseerd en bestuurd wordt. Een mensbeeld dat zo tracht te breken met de toenemende koppeling tussen het hebben van werk en burgerschap, zoals beschreven door Fuller et al. (2007). Een mensbeeld dat evenzo

vraagtekens zet bij het idee dat enkel de markt bepaalt wat van waarde is, zoals aangenomen onder neoliberale ideologie (Foucault, 2008; Habermas, 2007; Streeck, 2014). Er lijkt zo een beweging gaande die zoekende is naar een beter werkende balans dan de door onder andere Foucault, Habermas (2007) en Streeck (2014) beschreven onbalans tussen sociale rechtvaardigheid en marktlogica in de laatste decennia. Een beweging met als doel om social justice wederom beperkingen op te laten leggen aan de van invloed bevrijdde market justice. Deze beschreven beweging breekt niet in zijn geheel met het neoliberale discours, maar tracht wel minder nadruk te leggen op het individu en meer op het collectief.

De generaliseerbaarheid van deze studie voorbij de bestudeerde gemeenten is beperkt door de gekozen constructivistische benadering. Verder is de studie in haar generaliseerbaarheid beperkt door haar kleine schaal. Toekomstig onderzoek dat de uiteindelijke opgedane kennis aan de hand van deze experimenten analyseert, kan dieper inzicht bieden in de in dit onderzoek geanalyseerde

55

processen. Het volgen van deze ontwikkeling op de langere termijn zou de validiteit en de potentiële toepasbaarheid van de bevindingen in andere gevallen vergroten. Ook zou dit het specifieker kunnen duiden van deze ontwikkeling en de mogelijkheid deze te toetsen aan theoretische kennis over het neoliberalisme, mogelijk maken. Onderzoek dat zich richt op de totstandkoming van

basisinkomenexperimenten in andere landen zou inzicht kunnen bieden in de idealen en

denkbeelden waaruit deze voortkomen, en in het wel of niet kunnen opmerken van een bredere beweging die op enkele vlakken lijkt te breken met het geschetste neoliberale discours dat de afgelopen decennia domineert binnen beleidsvorming.

De Nederlandse bijstandsexperimenten zijn onder andere geanalyseerd aan de hand van Foucault’s ideeën over neoliberalisme. De uiteindelijke conclusies die zullen volgen vanuit het CBS, bieden ook een interessante bodem voor analyse van de samenhang tussen macht en kennis vanuit een Foucaultiaans perspectief. Een samenhang die gedurende deze studie al naar voren is gekomen, vanwege de verschillende doelen van de gemeenten en het Rijk en de dominante positie van het Rijk, maar onderbelicht is gebleven aangezien de kennisproductie op dit gebied momenteel nog maar net gaande is. Op een later moment kan de analyse van de uiteindelijk gecreëerde kennis en de manier waarop deze ontstaan is echter zeer interessant zijn voor het toetsen van Foucault’s ideeën over normalisering aan de huidige ontwikkeling binnen de Nederlandse bijstand specifiek, en de huidige ontwikkeling van sociaal beleid in het algemeen.

56

Referenties

Ajuntament de Barcelona. (2018, 5 juli). B-MINCOME. Geraadpleegd via:

http://ajuntament.barcelona.cat/bmincome/en/social-aids-barcelona

Akee, R.K.Q., Copeland, W.E., Keeler, G., Angold, A., & Costello, E.J. (2010). Parents’ Incomes and Children’s Outcomes: A Quasi-Experiment. American Economic Journal of Applied Economics, 2(1), pp. 86-115.

Amable, B. (2011). Morals and politics in the ideology of neoliberalism. Socio-Economic Review, 9(1), pp. 3-30.

Ariely, D. (2005). Predictably Irrational. The hidden forces that shape our decisions. Harper Collins: USA.

Barnhoorn, F. (2017, 5 augustus). The Netherlands: Amsterdam on collision course over social assistance experiments. Basic Income Earth Network. Geraadpleegd via:

https://basicincome.org/news/2017/08/the-netherlands-amsterdam-on-collision-course-over-social- assistance-experiments/

Birnbaum, S. (2016). Basic Income. Oxford Research encyclopedia of Politics. Geraadpleegd via:

DOI:10.1093/acrefore/9780190228637.013.116

Birnbaum, S., & Widerquist, K. (2017). History of Basic Income. Geraadpleegd via:

https://basicincome.org/basic-income/history/

Blattman, C., Fiala, N., & Martinez S. (2014). Generating Skilled Self-Employment in Developing Countries: Experimental Evidence from Uganda. The Quarterly Journal of Economics, 129(20, pp.697- 752.

Bregman, R. (2015, 5 augustus). Hoe het basisinkomen Nederland verovert. De Correspondent. Geraadpleegd via: https://decorrespondent.nl/3164/hoe-het-basisinkomen-nederland- verovert/869547451696-4a2a42d1

Bregman, R. (2018, 13 juni). Basisinkomen vergroot de armoede? Onzin. De Correspondent. Geraadpleegd via: https://decorrespondent.nl/8389/basisinkomen-vergroot-de-armoede- onzin/2305509978596-08c34f7c

Brinkmann, S., & Kvale, S. (2015). InterViews: Learning the Craft of Qualitative Research Interviewing. Sage, London

57

Brons, R. (2016, 29 september). Den Haag start met discussie basisinkomen. Basisinkomen.nu. Geraadpleegd via: https://basisinkomen.nu/ubi/den-haag-start-met-discussie-basisinkomen-2/

Bryman, A. (2012). Chapter 20: Interviewing in qualitative research. In Social Research Methods. Oxford: University Press.

Bourdieu, P. (1998). The Essence of Neoliberalism. Geraadpleegd via:

https://mondediplo.com/1998/12/08bourdieu

Cazander, R. (2015 , 6 augustus). Utrechtse proef met basisinkomen start volgend jaar. AD/Utrechts

Niewsblad. Geraadpleegd via:

https://www.nexis.com/results/enhdocview.do?docLinkInd=true&ersKey=23_T27327799573&forma t=GNBFI&startDocNo=551&resultsUrlKey=0_T27327860803&backKey=20_T27327860804&csi=29431 3&docNo=570

Clark, C. M. A., & Kavanagh, C. (1996). Basic Income, Inequality, and Unemployment: Rethinking the Linkage between Work and Welfare. Journal of Economic Issues, 30(2), pp. 399-406.

Clasen, J.J., Kvist, J., & Van Oorschot, J.W.H. (2001). On condition of work: increasing work

requirements in unemployment compensation schemes. In M. Kautto, J. Fritzell, B. Hvinden, J. Kvist, & H. Uusitalo (Eds.), Nordic Welfare states in the European Context, pp. 198 - 231.

Clasen, J.J., & Van Oorschot, J.W.H. (2002). Changing Principles in European Social Security. European

Journal of Social Security, 4 (2), pp. 89 – 115.

Costello, E. J., Compton, S. N., Keeler, G., & Angold, A. (2003). Relationships Between Poverty and Psychopathology: A Natural Experiment. The Journal of the American Medical Association, 290(15), pp. 2023-2029.

Cox, R.H. (1998). The Consequences of Welfare Reform: How Conceptions of Social Rights are Changing. Journal of Social Policy, 27 (1), pp. 1 - 16.

Crouch, C. (2013). We Are All (Partly) Neoliberals Now, Chapter 2 of Making Capitalism Fit for Society. Cambridge: Polity Press, pp. 23-48.

Custers, G. (2018) Zo groen is een basisinkomen nu ook weer niet. Sociale Vraagstukken. Geraadpleegd via: https://www.socialevraagstukken.nl/hoe-groen-is-een-basisinkomen/

David Harvey on A Brief History of Neoliberalism. (2016). Geraadpleegd via:

58

De Beer, P. (1987). De bezwaren van het basisinkomen gewogen. Socialisme en Democratie, 2, pp. 50-58.

De Heer, W. (2017, 12 juli). Op weg naar een basisinkomen. Dagblad de Limburger. Geraadpleegd via:

https://www.nexis.com/results/enhdocview.do?docLinkInd=true&ersKey=23_T27327799573&forma t=GNBFI&startDocNo=101&resultsUrlKey=0_T27327817492&backKey=20_T27327817493&csi=31494 1&docNo=112

Deventer. (2017). Onderzoek bijstand. Geraadpleegd via:

https://www.deventer.nl/onderzoekbijstand

Dwyer, P. (2004). Creeping Conditionality in the UK: From Welfare Rights to Conditional Entitlements?. The Canadian Journal of Sociology, 29 (2), pp. 265 - 287.

Faye, M., & Niehaus, P. (2016, 14 april). What if we just gave poor people a basic income for life? That’s what we’re about to test. Slate. Geraadpleegd via: http://www.slate.com/human-

interest/2018/06/danny-and-nicole-discuss-a-letter-about-a-family-member-who-downloaded-child- porn.html

Flanders, L. (April 12, 2013). At Thatcher's Funeral, Bury TINA, Too. The Nation.Geraadpleegd via:

https://www.thenation.com/article/thatchers-funeral-bury-tina-too/

Forget, E. L. (2011). The town with no poverty: the health effects of a Canadian Guaranteed Annual Income Field Experiment. Canadian Public Policy, 37(3), pp. 283-305.

Foucault, M. (2008). The Birth of Biopolitics: Lectures at the College de France, 1978-1979. M. Senellart (Ed.). New York: Palgrave.

Fuller, S., Kershaw, P., & Pulkingham, J. (2008). Constructing ‘active citizenship’: single mothers, welfare, and the logics of voluntarism. Citizenship Studies, 12(2), pp. 157-176.

Ganti, T. (2014). Neoliberalism. Annual Review of Anthropology, 43, pp. 89-104.

Goldsmith, M. (1997). Universal Basic Income and the Concept of Citizenship. Social Policy Journal of

New Zealand, 9, pp. 45-54.

Groot, L.F.M. (1997). An alternative route to a basic income: the transition from conditional to unconditional social security. De economist, 145, pp. 203-227.

Grover, C., & Soldatic, K. (2013). Neoliberal restructuring, disabled people and social (in)security in Australia and Britan. Scandinavian Journal of Disability Research, 15 (3), pp. 216 - 232.

59

Habermas, J., & Ratzinger, J. (2007). The Dialectics of Secularization: on Reason and Religion. San Francisco, CA: Ignatius Press.

Hamann, T. H. (2009). Neoliberalism, Governmentality, and Ethics. Foucault Studies, 6, pp. 23-59. Hammersley, M., & Atkinson, P. (2007). Chapter 3: Access. In Ethnography: principles in practice. New York: Routledge, pp. 41-62.

Hartley, J. (2004). Case study research. In C. Cassell & G. Symon (Eds.), Essential guide to qualitative methods in organizational research, pp. 323-333. London, England: Sage.

Harvey, D. (2005). A Brief History of Neoliberalism. Oxford: Oxford University Press.

Haselton, M.G., Nettle, D., & Andrews, P.W. (2015). The evolution of cognitive bias. In: The handbook

of Evolutionary Psychology, pp. 724-746. John Wiley & Sons, Inc.

Hauser, R. (2006). Alternativen einer Grundsicherung – soziale und ökonomische Aspekte.

Gesellschaft, Wirtschaft, Politik, 55(3), pp. 331-348.

Haushofer, J., & Shapiro, J. (2013). Household Response to Income Changes: Evidence from an Unconditional cash Transfer Program in Kenya. Princeton University. Geraadpleegd via:

https://www.princeton.edu/~joha/publications/Haushofer_Shapiro_UCT_2013.pdf

Hayek, F.A. (1960). The Constitution of Liberty. London: Routledge.

Hazelebach, A. (2016). Discussie Basisinkomen. Notitie ten behoeve van een discussie met leden van de PvdA en Groen Links. Geraadpleegd via: http://pvdagroenlinkszuidplas.nl/wp-

content/uploads/2016/11/Discussie-Basisinkomen-met-actuele-partijstandpunten.docx

Hennink, M., Hutter, I., & Bailey, A. (2011). Chapter 6: In-Depth Interviews. In Qualitative Research

Methods. Los Angeles: Sage.

Hirsch, D, (2015), Could a ‘Citizen’s Income’ Work?, JRF Programme Paper, Joseph Rowntree Foundation, York.

Hough, J., & Rice, B. (2010). Providing personalised support to rough sleepers. Joseph Rowntree Foundation: York.

Kahneman, D. (1997). New challenges to the rationality assumption. Legal Theory, 3, pp. 1-5-124. Kahneman, D. (2012). Thinking, Fast and Slow. Penguin Books Ltd.

60

Kela. (2018, 5 juli). Basic Income Experiment 2017-2018. Geraadpleegd via:

https://www.kela.fi/web/en/basic-income-objectives-and-implementation

Koistinen, P., & Perkiö, J. (2014). Good and bad times of social innovations: the case of Universal basic income in Finland. Basic Income Studies, 9(1-2), pp. 25-57.

Koolmees, W. (2018, 18 januari). Kamervragen van het lid Van Raan. Ministerie van Sociale Zaken en

Werkgelegenheid. Geraadpleegd via:

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/01/18/beantwoording- kamervragen-over-het-artikel-zo-maken-wij-het-basisinkomen-werkelijkheid

Lazzarato, M. (2009) Neoliberalism in Action: Inequality, Insecurity and the Reconstitution of the Social. Theory, Culture & Society, 26(6), pp. 109-133.

Lawson, T. (2015). Basic Income trialled. New Internationalist, 485, pp.9

Lemke, T. (2001). ‘The Birth of Biopolitics’: Michel Foucault’s lecture at the College de France on Neo- liberal Governmentality. Economy and Society, 30(2), pp. 190-207.

Levine, R., Watts, H., Hollister, R., Williams, W., O’Connor, A., Widerquist, K. (2004). Looking back at the negative income tax experiments from 30 years on. In: Lewis, M., Pressman, S., Widerquist, K. (Eds.), The Ethics and Economics of the Basic Income Guarantee. Ashgate, New York.

Low, S. M. (2011). Claiming space for an engaged anthropology: Spatial inequality and social inclusion. American Anthropologist, 113(3), pp. 389-407.

Lub, V. (juni 2017). Participatie in de bijstand: wat leert de wetenschap? Bureau voor Sociale

Argumentatie.

McFarland, K. (2017, October 19). Overview of current basic income related experiments. Basic

Income Earth Network. Retrieved from: https://basicincome.org/news/2017/10/overview-of-current- basic-income-related-experiments-october-2017/

McGregor, S. (2001). Neoliberalism and health care. International Journal of Consumer Studies, 25(2), pp. 82-89.

Morgan, M. (2012). The World in the Model. Cambridge: Cambridge University Press.

Muffels, R., & Van der Klink, J. (2017). Vertrouwensexperiment Apeldoorn, Oss, Epe en Geldrop- Mierlo: Onderzoeksdesign en kostenraming onderzoek. Tilburg University

61

Mullainathan, S., & Shafir, E. (2013). Schaarste: hoe gebrek aan tijd en geld ons gedrag bepalen.