• No results found

6. Methode en data

7.4 Hoe het basisinkomen transformeerde en doorresoneert in de huidige experimenten

In latere berichtgeving over de experimenten wordt dan ook niet meer gesproken over experimenten met het basisinkomen. Veelal wordt er nu gesproken over experimenten met een ‘regelluwe’ of ‘regelarme’ bijstand (Bijlage 4, ). Een terminologie die volgens de respondenten beter past bij wat er daadwerkelijk gebeurt in de experimenten. Gedurende de interviews wordt er wel meerdere malen op gewezen dat hoewel deze experimenten momenteel niets te maken hebben met of ver af staan van een basisinkomen, de inspiratie voor deze experimenten wel degelijk in het idee van een basisinkomen te vinden is. Het concept basisinkomen dient hierbij als katalysator voor verandering; deze term maakt het mogelijk om op een andere manier te denken over de inrichting van sociale zekerheid. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in de volgende quotes:

“ … het principe van een basisinkomen is gewoon eigenlijk echt iets voor iedereen. En een ideaalbeeld wat je niet op zo’n laag niveau kunt oppakken. Daar zijn echt andere lagen voor nodig en daarom is (het) wel het beginpunt geweest, het vertrekpunt, maar is het nu niet meer in die zin …” Respondent H, ambtenaar

“ … wij waren een van de eerste steden waar de discussie gevoerd werd. Het komt bij ons niet vanuit het college of vanuit de ambtenarij, het komt echt vanuit de gemeenteraad.

GroenLinks fractie is er indertijd mee begonnen, die waren echt heel vroeg, al eind 2014, begin 2015 daar discussies over aan het voeren. Lokaal basisinkomen wilden zij, naar onvrede over de Participatiewet en zij wilden in plaats daarvan, op basis van het experimenteerartikel dat in die wet zit wilden ze een experiment met een lokaal basisinkomen …” Respondent B, ambtenaar

“ … ,toen hebben ze contact gezocht met de gemeente en bezien of de gemeente bereid was om een experiment met het basisinkomen uit te voeren. Nou daar zijn heel veel gesprekken over gevoerd en uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een aanvraag bij het ministerie voor een vertrouwensexperiment, voor een experiment binnen de Participatiewet. Dus een afgeleide van een discussie van het basisinkomen, …” Respondent J, ambtenaar

Door de respondenten werd genoemd dat de gemeenten willen onderzoeken of de gemeente door minder regels en sanctionering beter ‘maatwerk’ kunnen leveren. Het doel hierbij is om de

bijstandsgerechtigden meer ‘aandacht’ en ‘vrijheid’ te laten ervaren. Meer vrijheid omvat hier zowel het hoeven volgen van minder regels als een hogere inkomensvrijlating boven op de uitkering. De verwachting is dat hierdoor de ‘duurzame uitstroom’ uit de bijstand kan toenemen, evenals het ‘welbevinden’, de ‘gezondheid’ en het ‘vertrouwen’ in de overheid van de bijstandsgerechtigden. In

42

deze verwachting zijn de resultaten van de in hoofdstuk 4 al uitgevoerde basisinkomenexperimenten te herkennen, waar de conclusies voornamelijk een verbeterde gezondheid en een verbeterd

welbevinden waren.

“ … het is een eerste stapje om aan te tonen van als de focus niet alleen ligt op zo snel mogelijk naar werk te gaan want anders wordt er gekort binnen uitkeringen en kan dat ondervangen worden, er wordt juist gekeken naar nou wat doet het als je mensen gelukkiger maakt, die psychologische aspecten, en is het dan zo dat de uitkering misschien langer duurt maar dat op andere vlakken dingen afnemen en is het dan zo dat juist de duurzame uitstroom gerealiseerd wordt zodat er uiteindelijk na een langere periode wel effect is, dus niet effect op een korte termijn, …” Respondent A, expert

“Dus wij kijken minder naar de financiële prikkel en meer naar de intrinsieke motivatie van de persoon zelf. … en ook het welbevinden en het is eigenlijk, dit experiment is niet alleen, wordt niet alleen op economische aspecten bekeken maar ook het psychologische aspect. Dus ook wat doet het met een klant en niet alleen van wat doet het met de uitstroom en gaat de uitstroom ervan omhoog.” Respondent K, ambtenaar

“…dat wilden we heel graag van wat doet dat nou met je als je mensen helemaal los laat van verplichtingen … Geef je dus meer vertrouwen, meer zelfregie aan personen. Komen ze daardoor meer in beweging of juist niet.” Respondent C, ambtenaar

Ideeën betreffende het basisinkomen kunnen vanuit het perspectief zoals geschetst binnen deze scriptie dan ook vooral gezien worden als een ideaalbeeld dat het mogelijk maakt tot een andere manier van denken over zelfredzaamheid. Denken wat ook automatisch gepaard gaat met een ander mensbeeld. Wanneer de omstandigheden juist zijn is iedereen in staat om zelfredzaam te zijn. De gemeenten gaan er naar aanleiding van ervaring in de praktijk echter vanuit dat deze

omstandigheden niet altijd aanwezig zijn. Er kan wel getracht worden de juiste omstandigheden zo veel mogelijk te creëren. Een ervaren vrijheid voor de burger, een invalshoek die geheel aanwezig is in het idee van een basisinkomen, staat hier dan haaks op de burger die gecontroleerd en

gesanctioneerd dient te worden door de overheid. Er kan hier een verklaring gevonden worden waarom deze experimenten vaak benoemd worden als verwant aan het basisinkomen. Denken over vrijheid wordt hier verbonden aan het basisinkomen, waar de huidige situatie in de bijstand dus als niet-vrij wordt ervaren. Het idee van een basisinkomen biedt de handvatten om door een andere bril naar een bestaan ondersteund door de bijstand te kijken. Hier dient echter in acht genomen te worden dat volledige vrijheid, zoals bedoelt door Van Parijs (2004, 2013), vooralsnog niet als doel wordt beschouwd. Dit geldt zowel volgens het perspectief dat de gemeenten hier aanhangen, als

43

voor de conclusies van de WRR(2017). De benodigde en gewenste ondersteuning en begeleiding voortkomende uit de wens tot verbeterd maatwerk, zou bij de introductie van een basisinkomen namelijk waarschijnlijk wegvallen. Daar ideeën rondom deze experimenten gestoeld zijn op het idee van een basisinkomen, waarbij meer vrijheid en minder controle ervaren wordt door de burger, is dat dus niet het einddoel.