• No results found

In dit hoofdstuk wordt de centrale vraag van dit onderzoek beantwoord, te weten:

In hoeverre is er een best-practice voor de inrichting van een governancesysteem voor kleine natura-uitvaartverzekeraars, met alleen een AFM vergunning?

Daarnaast worden aanbevelingen gepresenteerd.

7.1

Conclusie

Op basis van dit onderzoek kan het volgende worden geconstateerd:

 Een natura-uitvaartverzekeraar moet een vergunning aanvragen bij De Nederlandse Bank en valt dan onder het Solvency 2 basic regiem.

 Een natura-uitvaartverzekeraar kan bij De Nederlandse Bank een vrijstelling aanvragen van de vergunningsplicht.

 De Nederlandse Bank verleent bij een natura-uitvaartverzekeraar, vrijstelling van de vergunningsplicht indien de premie-inkomsten minder zijn dan 2 miljoen euro zijn, de technische voorziening lager is dan 10 miljoen euro, er geen verzekeringen worden afgesloten met een dekking boven 12.500 euro en men geen ander bedrijf uitoefent dan het natura-uitvaartbedrijf, met uitzondering van handelsactiviteiten die uit dat bedrijf voortvloeien en van activiteiten in het kader van natura-uitvaartherverzekering.  Een natura-uitvaartverzekeraar die bij De Nederlandse Bank, een vrijstelling voor de

vergunningsplicht heeft aangevraagd en verkregen, valt niet onder het Solvency 2 basic regiem en is daarmee vrijgesteld van prudentieel toezicht (deel 3 van de Wft). De polishouder moet worden geïnformeerd dat hij verzekerd is bij een verzekeraar die niet onder prudentieel toezicht staat en dat moet de verzekeraar ook in elk

communicatiemiddel melden.

 Een natura-uitvaartverzekeraar die een vrijstelling heeft van De Nederlandse Bank, maar wel adviseert en/of bemiddelt moet een vergunning aanvragen bij de AFM en valt

33

 Een natura-uitvaartverzekeraar moet een naamloze vennootschap, onderlinge waarborgmaatschappij of Europese vennootschap hebben als rechtsvorm.

Hieronder staan de geconstateerde verplichtingen die gelden voor een natura-

uitvaartverzekeraar met alleen een AFM vergunning. (Waar toezichthouder staat wordt in dit geval de AFM bedoeld).

 Men moet wijzigingen binnen de organisatie melden bij de toezichthouder.

 Men moet wijzigingen met betrekking tot de betrouwbaarheid van personen die het beleid van de organisatie (mede) bepalen en van de personen die onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene zaken van een organisatie, direct melden bij de toezichthouder.

 Men moet wijzigingen van NAW-gegevens van de organisatie, van de rechtsvorm, statuten, Kvk-nummer, van de statutaire zetel, de statutaire naam en de

handelsna(a)m(en), van de financiële diensten die worden verleend of de financiële producten waarop deze diensten betrekking hebben, binnen twee weken melden bij de toezichthouder.

 Men moet een voorgenomen benoeming van personen die het beleid bepalen of mede bepaalt en een voorgenomen benoeming van personen die onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met toezicht op het beleid en/of algemene gang van zaken melden bij de toezichthouder.

 Men moet een adequaat beleid uitvoeren dat een integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt.

 De betrouwbaarheid van (mede)beleidsbepalers moet buiten twijfel staan en dit moet men laten vaststellen door de toezichthouder.

 Men moet zorgen dat de werknemers en andere natuurlijke personen binnen de organisatie ook betrouwbaar zijn. Deze personen zijn betrouwbaar als zij een VOG kunnen overleggen en zij niet failliet zijn verklaard of er moet rehabilitatie hebben plaatsgevonden.

34

 Men moet procedures en maatregelen, hoe men omgaat met incidenten vastleggen. Deze maatregelen moeten passend zijn en herhaling voorkomen. Tevens moeten hierdoor de opgetreden risico’s worden beheerst en moeten incidenten aan de toezichthouder worden gemeld.

 Men moet de bedrijfsvoering zodanig inrichten dat er een beheerste uitoefening van de organisatie mogelijk is.

 Men moet waarborgen dat de cliënten, tijdig en juist worden geïnformeerd en dat zij zorgvuldig worden behandeld.

 Men moet zorgdragen voor een adequate behandeling van klachten van cliënten, consumenten of deelnemers.

 Men moet zich aansluiten bij een door de Minister aangewezen instantie (bijvb. KIFID) tot beslechting van geschillen.

 Men moet een toetsingskader voor de ontwikkeling van nieuwe producten en de evaluatie van bestaande producten hebben.

 Men moet beleid opstellen t.a.v. het gebruik van informatie technologie.

 Dat de vrijgestelde verzekeraars grotendeels voldoen aan de voorgaande vereisten en verplichtingen. En dat men deze vereisten en verplichtingen ook onderschrijven in het kader van een goed governancesysteem voor de vrijgestelde verzekeraar.

 Dat men er rekening mee houdt, dat men binnenkort weer onder toezicht komt te vallen van DNB. Enerzijds doordat men boven de vrijstellingsgrenzen uitkomt en anderzijds door een eventueel incident in de branche.

 Dat de vrijgestelde verzekeraars er waarde aan hechten om zoveel mogelijk te voldoen aan de vereisten en verplichtingen die voortvloeien uit deel 3 (prudentieel toezicht), maar dat de solvabiliteitseisen, de eisen voor de hoogte van het eigen vermogen en de eisen van het diploma Wft-vermogen niet proportioneel zijn en dat DNB hier rekening mee zou moeten houden, waardoor zij weer een DNB vergunning kunnen aanvragen.

35

 Dat de AFM alleen toezicht houdt op gedrag en geen toezicht houdt op het prudentiële gedeelte van de Wft (deel 3)

7.2

Aanbevelingen

 De vrijgestelde verzekeraars moeten voldoen aan de vereisten en verplichtingen, zoals in het theoretisch kader van deze scriptie staan vermeld en men moet zoveel mogelijk voldoen aan de extra vereisten en verplichtingen die gelden voor het Solvency 2 basic regiem.

 Vanuit de vrijgestelde verzekeraars moet er gelobbyd worden, om te zorgen dat de vereisten en verplichtingen vanuit Solvency 2 basic, proportioneel worden toegepast door de toezichthouder. Dit geldt voornamelijk voor de verplichtingen voor de berekening van de solvabiliteit en het vereiste eigen vermogen.

 Vanuit de vrijgestelde verzekeraars moet er gelobbyd worden, om ervoor te zorgen dat er in plaats van het Wft-diploma vermogen een Wft-diploma voor de natura-uitvaartbranche komt.

 Er extra onderzoek wordt gedaan naar de best practice van de governance cultuur van een vrijgestelde verzekeraar.

36