• No results found

Alignment middels informatieverwerking

2.6 Conceptueel model

In de voorgaande paragrafen is een aantal deelgebieden van alignment onderkend. Daarnaast zijn verschillende aspecten die horen bij ontwrichtende en versterkende veranderingen aan de orde gekomen. Vervolgens zijn deze aspecten verdeeld over de deelgebieden van alignment. Het empirisch onderzoek zal zich beperken tot het onderzoeken van de relatie van het concept alignment (tussen de deelconcepten strategie, structuur, cultuur, ICT en informatieverwerking), met de concepten ontwrichtende en versterkende (technologische) veranderingen. Dit zal gebeuren door naar het verschil tussen ontwrichtende en versterkende veranderingen te kijken op het gebied van de verschillende aspecten (onderverdeeld naar de deelgebieden van alignment).

Het onderstaande conceptueel model (figuur 8) is een schematische weergave van de probleemstelling, waarbij het vierkante kader de context van het onderzoek weergeeft. De context van dit onderzoek wordt gevormd door de bedrijven waarbinnen een ontwrichtende en een versterkende verandering plaatsvindt of heeft plaatsgevonden. Deze bedrijven worden weergegeven doormiddel van de dubbele omlijning van het kader. Het model laat zien dat de twee soorten veranderingen leiden tot een ander soort alignment. Alignment bij veranderingen

zal gemeten worden met behulp van een aantal deelconcepten. De deelconcepten zijn weergegeven als de deelgebieden van alignment.

Figuur 8: Conceptueel model

Bovenstaande concepten zullen in hoofdstuk 3 worden geoperationaliseerd. Deze operationalisatie vormt mede de basis voor het empirisch deel van het onderzoek.

2.7 Hypothesen

Uit het theoretisch kader en het bovenstaande conceptueel model zijn de volgende hypothesen af te leiden:

H1: Er is een verschil tussen strategie bij ontwrichtende veranderingen en strategie bij versterkende veranderingen;

H2: Er is een verschil tussen structuur bij ontwrichtende veranderingen en structuur bij versterkende veranderingen;

H3: Er is een verschil tussen cultuur bij ontwrichtende veranderingen en cultuur bij versterkende veranderingen;

H4: Er is een verschil tussen ICT bij ontwrichtende veranderingen en ICT bij versterkende veranderingen;

H5: Er is een verschil tussen informatieverwerking bij ontwrichtende veranderingen en informatieverwerking bij versterkende veranderingen.

Versterkende verandering Ontwrichtende verandering

Alignment: Strategie Structuur Cultuur ICT Informatie- verwerking Alignment: Strategie Structuur Cultuur ICT Informatie- verwerking Versterkende verandering Ontwrichtende verandering

Alignment: Strategie Structuur Cultuur ICT Informatie- verwerking Alignment: Strategie Structuur Cultuur ICT Informatie- verwerking

H6: Er is een verschil tussen alignment (van de deelgebieden strategie, structuur, cultuur, ICT en informatieverwerking) bij ontwrichtende veranderingen en alignment bij versterkende veranderingen;

3.

Onderzoeksmethodiek

3.1 Dataverzameling

Het empirisch deel is een verlengstuk van het eerste deel van het onderzoek. De concepten alignment en versterkende/ontwrichtende veranderingen (uitgewerkt in een aantal deelconcepten: de vijf deelgebieden) zijn weergegeven in een conceptueel model. Vervolgens zullen deze deelconcepten in dit hoofdstuk worden geoperationaliseerd, waarna getracht zal worden vanuit de empirie deelvraag 5 te beantwoorden.

Zowel bij Philips Lighting als bij Sara Lee/Douwe Egberts Nederland, zijn slechts bepaalde afdelingen betrokken (geweest) bij de ontwikkeling/introductie van de onderzochte producten. Daarnaast brengt het niveau van het onderzoek brengt met zich mee dat dit alleen binnen het hoger management en op directie niveau kan worden uitgevoerd. De populatie waarbinnen het onderzoek wordt uitgevoerd, is dus bij beide bedrijven klein (per bedrijf minder dan 30 personen). De steekproef zal dus het grootste deel van deze populaties bevatten, wat sterk bijdraagt aan een waarheidsgetrouw beeld.

Bij enquêtes vormen statistische vergelijkingen een onderdeel van de uiteindelijke analyse. Om verbanden te kunnen leggen en significante uitspraken te kunnen doen, wordt binnen de statistiek in het algemeen een steekproefgrootte (n) van minimaal 30 respondenten aangehouden. Door de kleine populaties is dit aantal in dit onderzoek niet haalbaar (ondanks de, relatief ten opzichte van de populatie, grote steekproef).

Een enquête is echter een goed middel om opinies en gedragingen met betrekking tot beslissingen te achterhalen en om antwoorden over het verleden te verkrijgen (Cooper en Schindler, 2003, p. 319). In dit onderzoek spelen namelijk voor een groot deel de keuzen van het management een rol. Daarnaast is het noodzakelijk zoveel mogelijk structuur in de vraagstelling, de beantwoording en de vastlegging van de data aan te brengen. Directe interactie tussen onderzoeker en respondent vergroot daarbij de kans op bias. Bij het gebruik van een interview als dataverzamelingsmethode is het erg lastig om aan bovenstaande vereisten te voldoen. Daarom is voor dit onderzoek de enquête als meest adequate methode voor dataverzameling gekozen.

3.2 Steekproefkader

Het steekproefkader voor dit onderzoek bestaat uit het hoger management en de directie van Philips Lighting en Sara Lee/Douwe Egberts Nederland. Beide bedrijven hebben te maken (gehad) met een ontwrichtende verandering en een versterkende verandering. Bij Philips Lighting in de vorm van de ontwikkeling/introductie van LED-verlichting versus Halogeen- verlichting. Bij Sara Lee/Douwe Egberts Nederland in de vorm van de ontwikkeling/introductie van het Senseo-systeem versus DE Topkwaliteit filterkoffie.

Bij Philips Lighting is specifiek het hoger management van de afdelingen Consumer Lighting en Professional Lighting betrokken bij deze veranderingen en komt daarmee het meest in aanmerking voor dit onderzoek. Halogeen- en LED-verlichting vallen hiermee dus onder twee onderdelen, namelijk Professional Lighting en Consumer Lighting. Bij Sara Lee/Douwe Egberts Nederland zijn voornamelijk de directie en het management van de afdelingen Sales en Marketing betrokken geweest bij de veranderingen.

3.2 Steekproeftrekking

Bovengenoemde groepen medewerkers van beide bedrijven zullen worden benaderd doormiddel van een e-mail waarin gevraagd wordt mee te werken aan de enquête, vergezeld van de nodige uitleg. Bij Philips Lighting wordt de in te vullen enquête als Word-document bij de e-mail gevoegd, waarbij gevraagd wordt de enquête na invullen per e-mail te retourneren.

Bij Sara Lee/Douwe Egberts Nederland wordt in de begeleidende e-mail een link weergegeven via welke een online enquête kan worden benaderd. Na invullen kan de enquête elektronisch worden verzonden.

3.3 Kwaliteit

Validiteit en betrouwbaarheid zijn bij het gebruik van een enquête als onderzoeksmiddel belangrijke kwaliteitscriteria (Hutjes en Van Buuren, 2002, p. 51). Deze criteria kunnen als volgt worden toegelicht:

Bij validiteit bepaald men of de test voldoet aan het beoogde doel. Daarbij kan gekeken worden naar de begripsvaliditeit. In dit onderzoek is de onderzoeksvraag middels het conceptueel model verder in detail weergegeven. Waarbij de begrippen, door gebruik te maken van het theoretisch kader, in het vervolg van dit hoofdstuk verder geoperationaliseerd zullen worden. De operationalisatie dient als basis bij het opstellen van de vragenlijsten.

Om de kwaliteit van het onderzoek te waarborgen wordt ook rekening gehouden met de betrouwbaarheid. Alvorens de ontvangen data te analyseren, wordt de meetschaal onderworpen aan een betrouwbaarheidstest. Om de betrouwbaarheid van deze meetschalen te meten, zal gebruik worden gemaakt van de Cronbach’s alpha methode. Dit is de meest gebruikte methode in de klassieke testtheorie. Naast het gebruik van de Cronbach’s alpha methode voor de betrouwbaarheid, worden in de vragenlijsten dezelfde vragen soms herhaald, maar op verschillende manieren gesteld. Hiervoor is gekozen om de consistentie van de geënquêteerden te bepalen. Verder worden de enquêtes voor gebruik getoetst, middels een aantal pilot enquêtes. Deze pilot enquêtes zullen mogelijk leiden tot een aantal aanpassingen, waarna de enquêtes zullen worden uitgezet.